IEF 22194
19 augustus 2024
Uitspraak

Onduidelijkheid over geclaimde intellectuele eigendomsrechten leidt niet tot schadevergoeding

 
IEF 22192
19 augustus 2024
Uitspraak

Artiest mocht muziek-exploitatieovereenkomst opzeggen

 
IEF 22193
19 augustus 2024
Uitspraak

Aanpassing van memorie van antwoord na afwijzing van verzoek tot vertrouwelijkheid

 
IEF 5122

Naaktalfabet

vblvl.gifO.a De Volkskrant bericht dat:  “De grafisch vormgever Anthon Beeke heeft Louis Vuitton op de knieën gekregen: de inbreuk op zijn copyright is gestaakt. Het was een Duitse professor in de typografie die de grafisch vormgever Anthon Beeke erop wees: ze hebben je alfabet gestolen. (…) Twee maanden later is Beeke [bijgestaan door Howrey - IEF] de overwinnaar in de plagiaatkwestie die hij heeft uitgevochten met de kunstenares Vanessa Beecroft en Louis Vuitton.

Beeke maakte zijn alfabet van naakte jonge vrouwen in 1969, in het Amsterdam van de seksuele revolutie. (…) Beeke zag direct dat zijn letters waren gekopieerd. ‘De langgerekte O, de E waarbij de armen van het middelste pootje zijn gespreid, het is allemaal precies hetzelfde.’ Zijn advocaten sommeerden Beecroft, Louis Vuitton en de uitgeverij de inbreuk op het copyright van Beeke te staken. (…) Beeke ontving de verklaring waarin Beecroft erkent dat er sprake is geweest van kopiëren zonder toestemming. Of een schadevergoeding is betaald, wil Beeke niet zeggen.”

Lees hier meer. Afbeelding: Beecrofts LV-logo.

IEF 5121

Verontrustende parallellen

Uitgebreide open brief van WIPO-staff aan Dr. Kail Idris, Directeur-Generaal WIPO:  “It was a bright cold day in April and the clocks were striking thirteen”. As in George Orwell’s “1984? the clocks at WIPO are striking 13:00, permanently. Your “brothers and sisters", as you like to call your staff have come to recognize their Big Brother in the disturbing parallels with the Republic of Oceania, which your actions and pronouncements as well as those of your closest advisors exhibit. You have certainly read 1984, Mr. Director General. In it Orwell, some 60 years ago, heaped scorn on oligarchic and totalitarian ideologies and pointed out their customs: Thought control, massive planning, cleverly stage-managed events, intimidation and constant pressure, muzzling of dissent, propaganda and constant disinformation, etc. All of this can be found at WIPO. And we are not fooled by your latest manoeuvre: holding early elections. Didn’t you tell us two weeks ago: “I will never resign"? While thumping the table.

Lees hier meer. Eerdere berichten hier.

IEF 5120

Please Note

Hague System for the International Registration of Industrial Designs

Please note that information notice N° 10/2007 concerning the Amendment to the Common Regulations and to the Schedule of Fees - Fee Structure under the Hague Agreement  is now available on the WIPO website.

Please note that information notice N° 9/2007 concerning Individual Fee:  European Community  is now available on the WIPO website at.

IEF 5119

Octrooiborrel met speed dating

"Octrooicentrum Nederland organiseert in samenwerking met VNO-NCW, MKB Nederland, de Vereniging Samenwerking Nederlandse Universiteiten (VSNU), het ministerie van Economische Zaken en SenterNovem op donderdag 22 november 2007 de Octrooiborrel.

Tijdens deze eerste Octrooiborrel staan de do's en don'ts op het gebied van intellectuele eigendomsrechten bij samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen centraal. U krijgt antwoord op uw vragen rond samenwerking en meer in het bijzonder over de afspraken die gemaakt kunnen worden over het delen, beschermen en exploiteren van de ontwikkelde kennis."

Lees hier meer (speed dating om 17.00 uur) .

IEF 5118

De golvende applicatie

formstrips.gifGerechtshof ’s-Hertogenbosch, 13 november 2007, C0501438, Puma A.G. Rudolf Dassler Sport & Puma Benelux B.V. tegen Ferro Footwear B.V. (met dank aan J.G.A. Linssen, Advocatenkantoor J.G.A. Linssen).

Na het strepenarrest van  vorige week nu een golvenarrest van het Hof Den Bosch. Het hof bekrachtigt het vonnis in kort geding van de Rechtbank Breda in de ‘Puma Formstrips’-zaak. De gevorkte applicatie van gedaagde Ferro maakt geen inbreuk op ‘de golvende applicatie’ op de zijkant van de schoenen van Puma. In de zee van applicaties worden de details van de golven belangrijk en met het oog daarop kunnen de verschillen tussen de applicaties van partijen als wezenlijk worden aangemerkt. Ook geen auteursrechtinbreuk: Puma beroept zich ten onrechte op een combinatie van elementen van verschillende schoenen

Appelant Puma is houdster van een aantal internationale registraties met betrekking tot de golvende applicatie die van boven aan de hiel (smal) naar de zool ter hoogte van de ban van de voet (breed) uitloopt en die is onderverdeeld in drie banen van gelijke breedte en één internationale registratie waarbij die applicatie ‘gevorkt’ uitloopt in een inkeping en is onderverdeeld in twee banen (zie afbeeldingen). Geïntimeerde Ferro brengt een schoen op de markt die is voorzien van een applicatie die van het gehele hielstuk (breed) naar de zool ter hoogte van de bal van de voet (breed) ‘gevorkt’ uitloopt in twee banen met een inkeping in het midden (nog geen afbeelding).

Het hof oordeelt met de rechtbank dat de internationale registratie van Puma met betrekking tot de gevorkt uitlopende applicatie is vervallen wegens niet-gebruik. Volgens Puma zou er sprake zijn van heilung, omdat het merk op de puma kamino zou zijn gebruikt, maar “het oormerken van een partij Kamino-schoenen un een magazijn buiten de Benelux als bestemd voor de Benelux, het factureren van een partij Kamino-schoenen door een onderneming in Taiwan aan Puma AG en het op enig moment  -zonder succes- aanbieden van Kamino-schoenen aan mogelijke afnemers zonder dat daarbij duidelijk is of en zo ja op welke wijze daarbij gebruik is gemaakt van het beeldmerk zoals het is geregistreerd, biedt voor het gestelde gebruik onvoldoende onderbouwing” (4.9).

De overige applicaties van Puma vertonen ‘wezenlijke verschillen’ met die van Ferro. De Formstrip is weliswaar een (niet betwist) bekend merk, met een eigen plaats tussen de vele andere applicaties op de zijkanten van sportschoenen, maar van gevaar voor verwarring is geen sprake. In de zee van applicaties worden de details van de golven belangrijk.

"Wat dit laatste betreft, overweegt het hof het volgende. Door Ferro is in eerste aanleg met een aantal voorbeelden aangetoond dat in de markt tal van sport- en vrijetijdsschoenen voorhanden zijn die aan de zijkant een. of andere vorm van golvende of gekromde versiering vertonen. Door Puma is dit op zich niet bestreden. De omstandigheid dat dit soort applicaties of versieringen op dit soort schoenen min of meer gebruikelijk of in ieder geval wijdverbreid is, dient naar het oordeel -van het hof bij de beoordeling te worden betrokken. Puma heeft met haar Formstrip, voor zover die blijkt uit de inschrijvingen IR 426712, IR 484788, IR 469121 en IR 484780, een sterke en eigen plaats onder de al dan niet als merk gebruikte applicaties en versieringen, maar niet meer dan dat. De bescherming die Puma geniet voor deze Formstrip strekt zich niet uit over alle andere min of meet vergelijkbare applicaties en versieringen, in laat onderhavige geval vertoont de Formstrip van Puma, zoals ingeschreven., wezenlijke verschillen met de door Ferro op ouder meer de DXXZ- en de Viscap-schoenen gebruikte tekens. De combinatie van het gevorkte uiteinde Ban de zool en de brede uitloop aan de hiel bij de schoenen van betekent in deze context een in het oog lopend verschil met de Forumstrip zoals ingeschreven. Dit verhindert naar het oordeel van het hof dat tussen het beeldmerk zoals het is ingeschreven en teken zoals het wordt gebruikt een zodanige mate van overeenstemming is dat daardoor gevaar voor verwarring bestaat zoals bedoeld in de bepaling die hier aan de orde is. Hierop strandt het beroep van Puma op deze bepaling, zodat de overige in dit verband aangevoerde omstandigheden geen afzonderlijke bespreking behoeven.” (4.16). 

Van inbreuk op het auteursrecht van Puma is ook geen sprake. Puma beroept zich ten onrechte op een combinatie van elementen van verschillende schoenen

(…) wanneer aanspraak wordt gemaakt op auteursrechtelijke bescherming betreft dat steeds een bepaald, specifiek werk, in dit geval de Puma Avanti en de Puma Sprint en niet een virtuele, niet bestaande combinatie van beide, Die combinatieschoen bestaat niet in werkelijkheid en kan dus ook niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komen.” (4.22).

Ook van slaafse nabootsing is geen sprake. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep.

Lees het arrest hier. Lees het vonnis van de Rechtbank Breda hier.

IEF 5090

Eénééntwee

Webwereld.nl bericht: “SIDN schort uitgifte van nummerdomein 112.nl op in afwachting van de uitspraak in het proces tussen de Staat en Bram Heerink. De nieuwe numerieke variant, 112.nl, blijft wel gereserveerd voor de Staat.

De Staat is nog in een rechtszaak verwikkeld met Bram Heerink, al jaren eigenaar van www.112.nl. Dat domein werd hem in eerste instantie door de rechter ontnomen, maar hangende het hoger beroep heeft Heerink beslag laten leggen op het domein.

(…) Volgens SIDN staat hun beslissing overigens wel geheel los van de door de advocaat van Heerink aangebrachte argumenten. De gewraakte clausule in het 'numerieke Sunrise-reglement' waarin 112.nl wordt gereserveerd voor de Staat, artikel 2.3, wordt dan ook niet geschrapt, zoals Heerink had geëist. Dit bevestigt een woordvoerster van SIDN.

Lees hier  meer (ook over www.117.nl). Weblog Heerink hier.

IEF 5089

Het zwarte gat van het auteursrecht

naamloos.JPGAuteursrechtmanifest van het FOBID, Netherlands Library Forum (nationaal samenwerkingsverband van de landelijke bibliotheekorganisaties).  In het manifest wordt “aandacht wordt gevraagd voor een aantal bestaande en te voorziene knelpunten in de omgang met het auteursrecht.FOBID is van mening dat het gros van ‘werken van letterkunde, wetenschap of kunst’ (waartoe vrijwel alles wordt gerekend wat gepubliceerd wordt) de oersterke bescherming die het auteursrecht aan rechthebbenden biedt, helemaal niet nodig heeft. Integendeel, die bescherming is vaak alleen maar een keurslijf dat ervoor zorgt dat die werken verborgen blijven in archieven en magazijnen van bibliotheken.

Waar documenten uit de negentiende eeuw, die hun auteursrechtelijke bescherming verloren hebben en tot het ‘publieke domein’ behoren, wel gekopieerd en gedigitaliseerd kunnen worden, dreigt een groot deel van de twintigste eeuw een zwart gat te worden omdat het auteursrecht immers alles opslorpt wat in zijn buurt komt.

Het FOBID Manifest pleit dan ook voor een flexibeler en relativerender omgang met het auteursrecht. Het roept belanghebbenden op de Auteurswet niet nodeloos tot hinderpaal te maken voor de ontwikkeling van een Nederlandse Digitale Bibliotheek (als onderdeel van een door de Europese Unie geïnitieerde Europese Digitale Bibliotheek).

Daarnaast vraagt FOBID aandacht voor de dynamiek van Internet, waarin ontwikkelingen sneller gaan dan in wet- en regelgeving. Ook in deze omgeving worden de rechten van rechthebbenden (te) goed beschermd, en juist hier kunnen de rechten van consumenten gemakkelijk in het gedrang komen.”

Lees hier meer. Lees het manifest hier.

IEF 5088

Alsnog te voltooien met een Boek 9

b9g.gif“Om Nederland als vestigingsplaats voor innovatieve bedrijven aantrekkelijk te maken is het belangrijk het Burgerlijk Wetboek alsnog te voltooien met een IEForum over intellectuele eigendom en licenties.” Dat bepleitte Prof. Dick van Engelen woensdag 14 november in zijn inaugurele rede als eerste Nederlandse hoogleraar voor Technologie Overdracht aan de Universiteit Utrecht. In zijn oratie “Tijden veranderen, stil staand ga je achteruit” ging hij in op de groeiende marktwerking op het gebied van technologisch onderzoek door de opkomst van ‘open innovatie’ en de toenemende complexiteit van technologieën.

Bedrijven worden steeds afhankelijker van elkaars technologieën en onderlinge licenties. Het is dus belangrijk dat zij er op kunnen vertrouwen dat bij een faillissement bestaande licenties van kracht blijven en zij niet gedwongen kunnen worden hun productie stil te leggen. Anders krijg je een domino-effect waardoor hele ketens van bedrijven die gebruik maken van een bepaalde technologie als een kaartenhuis kunnen omvallen. Omdat startende bedrijven vaak alleen maar over octrooien en know how beschikken is het ook belangrijk dat het eenvoudig wordt die rechten als onderpand voor banken en investeerders te gebruiken.

Bij het in 1992 ingevoerde nieuwe Burgerlijk Wetboek is het oorspronkelijk geplande IEForum, dat dit soort zaken zou moeten regelen, echter blijven liggen. “Als we innovatie willen stimuleren, is het noodzakelijk dat dit net zo eenvoudig en simpel wordt als het kopen van een brood bij de bakker en een licentie net zo sterk is als een hypotheek op een huis.”

Goede Nederlandse wetgeving is dan een vereiste en kan bovendien een aanzet bieden voor Europese regels. “In het informatietijdperk en een ‘global economy’ moeten deze zaken eigenlijk op Europese schaal geregeld worden. Omdat het naïef lijkt om te verwachten dat dit op afzienbare termijn zal gebeuren, is het in ieder geval van belang dat we zorgen dat we in Nederland de boel snel op orde brengen. (Persbericht Universiteit Utrecht).

IEF 5087

Op geen enkele wijze steekhoudend onderbouwd

cclip.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 14 november 2007, HA ZA 07-216, Exodus Holding B.V. tegen Joyincare B.V.

Equivalente inbreuk op een niet nietig geacht octrooi, waarvan de geldigheid formeel niet is vastgesteld. Verwijzing naar recente zaak HR Lely/DeLaval (wezen).

Exodus is houdster van Nederlands octrooi NL-1.022.487 voor een hijsinrichting voor personen. Conclusie 18 van het (door akte van afstand gewijzigde) octrooi  ziet op een bevestigingsinrichting voor een hijsband met een plaatvormig deel en een sluitelement. Joyincare brengt in Nederland veiligheidsclips bestemd voor hijsinrichtingen op de
markt onder de naam ‘Careclip’. Hiermee maakt Joyincare equivalente inbreuk op conclusie 18.

Joyincare vordert nietigheid van het octrooi wegens gebruik aan nieuwheid, inventiviteit en voldoende duidelijkheid. Deze vordering is onder voorwaarde dat haar niet-inbreukverweer niet slaagt. Desondanks begint de rechtbank met het nietigheidsverweer, omdat inbreuk op een nietig octrooi niet mogelijk is. De slotsom hiervan is dat de nietigheidsverweren niet slagen. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat conclusies 18 geldig is te achten.

De formele vraag of het octrooi nietig is beantwoordt de rechtbank niet, omdat Joyincare verzuimd heeft een advies aan het Octrooicentrum Nederland te vragen inzake de geldigheid van het octrooi. Artikel 76(1) ROW 1995 bepaalt dat de eiser niet ontvankelijk is, als dit advies niet bij conclusie van eis in het geding wordt gebracht. Deze bepaling geldt ook ingeval een gedaagde bij wege van reconventie een nietigheidseis instelt.

Volgens Joyincare ontbeert het octrooi nieuwheid in het licht van een octrooi dat betrekking heeft op een "Belt holder for portable phones". De rechtbank meent echter dat het sluitelement van de betreffende "belt clip" afwijkt van de definitie uit het octrooi. Daarnaast is deze belt clip niet geschikt voor een bevestigingsinrichting in gebruik met een hijsinrichting voor invalide personen.

Het inventiviteitsverweer wordt verworpen, omdat het beweerdelijke gebrek aan uitvindingshoogte op geen enkele wijze steekhoudend is onderbouwd. Ook de stelling dat het octrooi niet nawerkbaar is, wordt verworpen. Joyincare voert aan dat één van de elementen uit de octrooiconclusie, een "verbindingsgedeelte", niet beschreven wordt en niet met een referentiecijfer aangeduid wordt in de figuren. De rechtbank meent echter dat de vakman onmiddellijk begrijpt dat het verbindingsgedeelte het gedeelte is tussen, dat wil zeggen (ergens) halverwege, het eerste gedeelte en het tweede gedeelte.

Van letterlijke inbreuk is geen sprake, omdat het sluitelement van de careclip niet nabij een eerste uiteinde een sluitdeel en nabij een tweede uiteinde een bedieningsdeel omvat. Voor de beoordeling van de equivalente inbreuk verwijst de rechtbank onder meer naar het recente arrest van de Hoge Raad inzake Lely/DeLaval (zie IEF 4657). 

De gemiddelde vakman begrijpt uit het octrooi dat de functie van de geclaimde posities van sluit- en bedieningsdeel bestaat uit het voorkomen van het beknellen van vingers. Diezelfde functie wordt verwezenlijkt in de Careclip, alleen bevindt het sluitdeel zich aan een (gedeeltelijk) bovenliggende zijde van het sluitelement. De rechtbank is van oordeel dat het sluitdeel in de Careclip in wezen dezelfde functie vervult als het sluitdeel in het octrooi en dat zij dat op in wezen dezelfde wijze doet, namelijk door het sluitdeel op een ander gedeelte van het sluitelement te situeren dan het bedieningsdeel, met in wezen hetzelfde resultaat, te weten het verschaffen van een gemakkelijk bedienbare bevestigingsinrichting, zodat de kans op het bekneld raken van vingers wordt verkleind. Daarbij is de rechtbank van oordeel dat de gemiddelde vakman zich bij lezing van het octrooischrift zal realiseren dat de geclaimde situering van het sluitelement geen essentieel kenmerk is van het octrooi, maar als het ware een functionele definitie behelst en dat hetzelfde resultaat op een voor de hand liggende andere wijze kan worden verkregen.

Aldus wordt Joyincare veroordeelt voor equivalente inbreuk, met verbod, bevel om afnemers te verzoeken de producten te retourneren (een beroep op de volksgezondheid faalt), bevel om een lijst van de afnemers te verstrekken, bevel om een opgave van de winst te doen, dwangsommen en vergoeding van geleden schade of afdracht van de gemaakte netto winst. De proceskostenveroordeling is op basis van het liquidatietarief, aangezien Exodus wel om volledige proceskosten heeft gevraagd, maar verzuimd heeft een specificatie in het geding te brengen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5086

EPLA

Kamerstuk  21501-30, nr. 1702007-2008, 2e Kamer. Raad voor Concurrentievermogen ; Brief van de minister van Economische Zaken over de geannoteerde agenda van de Raad voor Concurrentievermogen (RvC) van 22 en 23 november 2007.

“Nederland is van mening dat een zo hoogwaardig mogelijk stelsel van octrooirechtspraak moet worden ontwikkeld dat gebaseerd is op het EPLA model. De sterke punten van het EPLA model zijn kwalitatief goede rechtspraak met technisch deskundige rechters, snelheid in rechtspraak, een beperkt talenregime in de voorgestelde geschilbeslechtingsregeling en eenheid in rechtspraak. Nederland vindt deze elementen deels terug in het door het voorzitterschap ontwikkelde compromis.

Zwak element in het voorzitterschapscompromis is evenwel de mogelijkheid tot nationale invulling in eerste aanleg. Daardoor kunnen ongewenste verschillen in procedure, kwaliteit en inhoud ontstaan. Nederland hecht zeer sterk aan een uniform systeem, zonder splitsing in inbreuk- en nietigheidszaken. Nederland is verder van mening dat in het compromisvoorstel met betrekking tot de geschilbeslechting een te ruimhartig talenregime wordt voorgesteld en is van mening dat de taal van het octrooi (Frans, Duits of Engels) ook de procestaal moet zijn, tenzij partijen anders overeenkomen.

Tegen de achtergrond van het streven naar een gemeenschapsoctrooi op de langere termijn, is Nederland niet principieel tegen een communautair geschilbeslechtingsysteem. Een communautair systeem mag echter niet leiden tot concessies op de kwaliteit van het stelsel.”

Lees het kamerstuk hier.