IEF 22220
3 september 2024
Uitspraak

‘2e bril cadeau’ en 'stapelkorting' reclames in strijd met de NRC

 
IEF 22219
2 september 2024
Uitspraak

Prejudiciële vragen merkenrecht: is een verkeerd vermeld oprichtingsjaar misleidend?

 
IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 3075

Eerst even voor jezelf lezen

GvEA, 15 december 2006, zaak T-310/04. Ferrero Deutschland GmbH tegen OHIM/Cornu SA Fontain. (Alleen beschikbaar in het Frans)

Oppositieprocedure. Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk FERRO, ouder nationaal merk  FERRERO.

Lees het arrest hier.

IEF 3074

Met het oog op de toekomst

hsn.bmpHvJEG 14 december 2006, zaak C 316/05, Nokia Corp. tegen Joacim Wärdell

Prejudiciële beslissing op Zweeds verzoek een over eventuele geldige (nationale) redenen om een geen verbod met dwangsom voor mogelijk toekomstige inbreuk op een gemeenschapsmerk op te leggen. Gemeenschapmerk is geen nationaal merk en mag dus niet als zodanig behandeld worden. De gemeenschapsmerkrechter dient toekomstige inbreuk, wanneer die inbreuk niet volledig uitgesloten is, altijd te voorkomen.

Wärdell importeerde stickers voor draagbare telefoons. De stickers bevatten een lichtdiode die knippert wanneer de telefoon rinkelt.  Op een deel van deze „flash stickers” was het merk Nokia afgedrukt. .

Aangezien Wärdell zich in het verleden niet aan merkinbreuk schuldig had gemaakt en hem alleen nalatigheid kon worden verweten, oordeelde de Zweedse rechter dat hem geen verbod met dwangsom diende te worden opgelegd. Daarop heeft Nokia beroep ingesteld en gesteld dat alleen al het feit dat Wärdell een objectieve inbreuk op haar merkrecht heeft gemaakt volstaat om hem een verbod met dwangsom op te leggen, om toekomstige inbreuk te voorkomen.


In haar antwoord op de vier prejudiciële vragen bevestigt het HvJ  het standpunt van Nokia.


- Het feit alleen dat het risico van voortzetting van de inbreuk of de dreigende inbreuk op een gemeenschapsmerk niet duidelijk aanwezig is of anderszins beperkt is, vormt voor een rechtbank voor het gemeenschapsmerk geen speciale reden om de gedaagde voortzetting van deze handelingen niet te verbieden.


- De omstandigheid dat het nationale recht voorziet in een algemeen verbod van inbreuk op de gemeenschapsmerken en in de mogelijkheid om strafsancties op te leggen in geval van voortzetting van de inbreuk of de dreigende inbreuk, met opzet of uit grove nalatigheid, is voor een rechtbank voor het gemeenschapsmerk geen speciale reden vormt om de gedaagde voortzetting van deze handelingen niet te verbieden.


De rechtbank moet, zodra zij voortzetting van de inbreuk of de dreigende inbreuk heeft verboden, van de in de wettelijke regeling van deze lidstaat voorziene maatregelen nemen welke ervoor zorgen dat dit verbod wordt nageleefd.


- Een rechtbank voor het gemeenschapsmerk die de gedaagde voortzetting van de inbreuk of de dreigende inbreuk op een gemeenschapsmerk heeft verboden, is verplicht om overeenkomstig het nationale recht maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat dit verbod wordt nageleefd, zelfs indien dat recht voorziet in een algemeen verbod van inbreuk op de gemeenschapsmerken en in de mogelijkheid om strafsancties op te leggen in geval van voortzetting van de inbreuk of de dreigende inbreuk, met opzet of uit grove nalatigheid.


Door de rechtbanken voor het gemeenschapsmerk een algemene verplichting op te leggen om dergelijke maatregelen te nemen wanneer zij voortzetting van inbreuk of dreigende inbreuk verbieden, heeft de gemeenschapswetgever evenwel uitgesloten dat volgens het nationale recht van een lidstaat dergelijke maatregelen slechts kunnen worden genomen indien is voldaan aan bijkomende voorwaarden.


- Een rechtbank voor het gemeenschapsmerk die de gedaagde voortzetting van de inbreuk of de dreigende inbreuk op een gemeenschapsmerk heeft verboden, is verplicht om van de in het nationale recht voorziene maatregelen die te nemen welke ervoor zorgen dat dit verbod wordt nageleefd, zelfs wanneer deze maatregelen krachtens dat recht niet kunnen worden genomen bij een overeenkomstige inbreuk op een nationaal merk.


Lees het arrest hier.

IEF 3073

Vooruit

De Telegraaf bericht dat “Het ministerie van Binnenlandse Zaken wil dat de rechtbank in Amsterdam een einde maakt aan de 'Denk Vooruit'-campagne van Greenpeace. Het gaat om een persiflage op de gelijknamige campagne van de overheid, waarin burgers worden geattendeerd op de mogelijkheid van rampen en hoe ze zich daarop kunnen voorbereiden.
 
(…) De overheid vindt dat Greenpeace inbreuk heeft gemaakt op het merken- en auteursrecht door gebruik te maken van het logo en de slogan van de 'Denk Vooruit'-campagne. Greenpeace is het niet eens met die lezing.” De rechtbank in Amsterdam behandelde het kort geding woensdagmiddag.

Lees hier meer.

IEF 3072

Wheely

wheely.bmpGerechtshof Amsterdam, 11 mei 2006, Euretco Tweewielers B.V. tegen Encon Design en Sijpkens (met dank aan Charles Gielen, NautaDutilh).

Over normaal gebruik, geregistreerde klassen en schadevergoeding.

Sijpkens heeft in 1995 het beeldmerk Wheel Bike Systems gedeponeerd. Encon brengt onder het teken WHEELY BIKE SYSTEMS een met de hand te bedienen fietsophangsysteem op de markt. In 1999 heeft Euretco het woordmerk WHEELY gedeponeerd. In de catalogus van Batavus van 2001 werd het systeem te koop aangeboden.

Euretco verzorgt een retailserviceorganisatie gericht op ondernemers in de tweewielerbranche. Onder het teken WHEELY worden sinds 1998 door bij Euretco aangesloten dealers die opereren onder de winkelformule FIETSWERELD, (kinder)fietsen verhandeld. Euretco heeft in eerste aanleg gevorderd dat Encon c.s. zullen worden bevolen iedere inbreuk op het merkrecht WHEELY te staken. Daarnaast heeft zij de doorhaling van het beeldmerk van Sijpkens gevorderd. De rechtbank heeft de vordering afgewezen.


Grief 1 richt zich tegen het oordeel van de rechtbank dat de aanduiding BATAVUS WHEELY SYSTEM kan worden aangemerkt als normaal gebruik van het merk. Gelet op de verschillen kan niet worden gesproken van een slechts op onderdelen afwijkend gebruik . "De grief heeft geen succes. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het woord WHEELY in het gedeponeerde beeldmerk het onderscheidende kenmerk vormt, in aanmerking genomen dat het naast de - sterk beschrijvende - woorden BIKE SYSTEMS grafisch op de voorgrond treedt en in zijn schrijfwijze er door gekenmerkt wordt dat de tweede letter E in het woord hoger geplaatst is dan de eerste letter E zodat de vorm van de E's min of meer doet denken aan de wielen van een fiets, waarvan het voorwiel door een fietslift omhoog worden gebracht. [...] Dezelfde overheersende kenmerken zijn terug te vinden in de schrijfwijze van het woord WHEELY in het teken BATAVUS WHEELY SYSTEM."


Zowel het gebruik op de website als het gebruik bezien in samenhang met het gebruik in de vorm van BATAVUS WHEELY SYSTEMS wettigt volgens het hof de conclusie dat sprake is van een normaal gebruik van het merk als bedoeld in artikel 5 lid 2 sub a BMW.


Met grief drie verdedigt Euretco het door de rechtbank verworpen standpunt dat Encon het merk WHEELY BIKE SYSTEMS niet heeft gebruikt voor de waren waarvoor het merk is ingeschreven. Het hof stelt dat er in de BMW, noch in het Uitvoeringsreglement aanknopingspunten zijn te vinden voor het kennelijk door Euretco verdedigde standpunt dat het begrip 'de waren waarvoor het merk is gedeponeerd'  een zodanig scherpe begrenzing vindt in de gekozen (in elk geval geregistreerde) klasse, dat aan deze geregistreerde klasse doorslaggevende betekenis toekomt bij de beantwoording van de vraag of er sprake is geweest van instandhoudend gebruik van het merk. Het hof stelt dat niet kan worden geoordeeld dat sprake is van een zodanige onnauwkeurige, in ieder geval vage en/of ruime aanduiding van de waren, dat het gebruik van het omstreden merk voor een fietsopbergsysteem niet kan worden aangemerkt als gebruik van het merk voor de waren waarvan opgave is gedaan.


De rechtbank heeft volgens het hof terecht de reconventionele vordering van Encon ten aanzien van inbreuk op het merkrecht afgewezen, aangezien Encon als licentiehouder als bedoeld in artikel 11D BMW niet de bevoegdheid kan ontlenen tot het instellen van een verbods- of gebodsvordering. Onterecht afgewezen zijn de vorderingen tot het verkrijgen van schadevergoeding en of het afdragen van ten gevolge van het inbreukmakende gebruik genoten winst (welk recht de licentiehouder wel toekomt).


Grief 2 in het incidenteel appèl klaagt erover dat de rechtbank de vordering tot betaling van schadevergoeding, op te maken bij staat, niet meteen heeft toegewezen. Het debat over de omvang van de schade zal pas kunnen plaatsvinden na de vaststelling dat (enig) oorzakelijk verband bestaat tussen de merkinbreuk en de onrechtmatige dreiging met rechtsmaatregelen enerzijds en de door Encon gestelde schade anderszijds.


Lees het arrest hier.

 

IEF 3071

Eerst even voor jezelf lezen

- HvJ EG, 14 december 2006,  zaak C-316/05. Prejudiciële beslissing, op Zweeds verzoek, in de zaak Nokia Corp tegen Joacim Wärdell.

Gemeenschapsmerk, artikel 98, lid 1, van verordening (EG) nr. 40/94. Inbreuk of dreigende inbreuk, verplichting voor rechtbank voor gemeenschapsmerk om derde voortzetting van deze handelingen te verbieden, begrip ,speciale redenen’ om dergelijk verbod niet op te leggen, verplichting voor rechtbank voor gemeenschapsmerk om maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat dit verbod wordt nageleefd, nationale wettelijke regeling die algemeen verbod van inbreuk of dreigende inbreuk oplegt samen met strafsancties.

Lees het arrest hier.

- GvEA, 14 december 2006, gevoegde zaken T-81/03, T-82/03 en T-103/03.
Oppositieprocedure gemeenschapsmerkaanvragen voor beeldmerken VENADO met kader, VENADO en VENADO ESPECIAL. Oudere communautaire beeldmerken die in cirkel geplaatste hertenkop in vooraanzicht afbeelden.
Lees het arrest hier.

- GvEA, 14 december 2006, zaak  T-392/04,  Salvatore Gagliardi tegen OHIM. Alleen beschikbaar in het Frans en het Italiaans. 

Procédure d’opposition, demande de marque communautaire figurative MANU MANU MANU, marque nationale verbale antérieure MANOU. Refus d’enregistrement, portée et rectification de la décision de la chambre de recours, limitation de la demande d’enregistrement , retrait partiel de l’opposition, intérêt à agir en opposition, preuve de l’usage de la marque antérieure, portée de la preuve de l’usage.

Lees het arrest hier.

IEF 3070

Octrooien googelen

Google Patent Search. Google Patent Search is currently available in English, and it includes only U.S. patents. We’re always looking to extend our products and services to users worldwide, and we hope to continue to expand the patent offices we cover and the language interfaces available.

Bekijk het  zoekscherm hier.

IEF 3069

Voor onder de boom

kbg.gifAlweer 6 jaar geleden verscheen de laatste druk van Kort Begrip Van Het Intellectuele Eigendomsrecht. Maar het schrijven van boeken heeft door drukke praktijken niet bij iedereen prioriteit en een klassiek analoog boekwerk laat zich tussen de drukken wat lastig updaten.

Vooruitlopend op de nieuwe editie van het gehele Kort Begrip is nu echter, mooi op tijd voor de kerstdagen, een soort supplement verschenen. Charles Gielen heeft  ‘zijn’ deel, het merkenrechtelijke hoofdstuk, namelijk als separaat boek doen verschijnen. “Omdat de bewerking van het hoofdstuk merkenrecht al klaar was, vond de uitgever het een goed idee”, zo staat er letterlijk in het voorwoord.

Het boek, dat de titel "Kort Begrip van het Benelux Merkenrecht" heeft meegekregen, kent dezelfde structuur als het moederboek. De inhoud is vanzelfsprekend volledig aangepast aan de huidige stand van jurisprudentie en regelgeving. Omdat het boek is verschenen in een overgangsfase, neemt het het BVIE als uitgangspunt, maar verwijst het tegelijkertijd naar de voorheen toepasselijke artikelen uit de BMW. Transponeringstabellen zijn eveneens in het boek opgenomen.

De houdbaarheid van juridische producten is vrij beperkt en 6 jaar is wel een hele lange periode voor een zoveel gebruikt handboek. Het zou mooi zijn als uitgever Kluwer het boek integraal online beschikbaar zou stellen, zodat het nieuwe wijzigingen en nieuwe jurisprudentie zonder dralen door de auteur(s) kunnen worden toegevoegd en het boek gewoon actueel blíjft.  Lezers hoeven dan niet meer te wachten op een nieuwe druk en zich bij de oude druk niet meer af te vragen of er niet toevallig iets veranderd is sinds 15 augustus 2006.

Tot slot, om nog even tegemoet te komen aan de gebruikelijk achterdocht onder advocaten en juristen: de stipzaken staan gewoon vermeld.

Prof.mr. Ch. Gielen,  Kort begrip van het Benelux merkenrecht, Deventer: Kluwer 2006.

IEF 3068

Heffingsberichten

brsso.gifIn aansluiting op het Nederlandse MP3-heffingendebat, waarin iedereeen wacht op Europa (eerder berichten hier) bericht de EUobserver.com dat “Barroso bows to France on artists' rights”.

European Commission boss Jose Manuel Barroso has kicked into the long grass plans to overhaul EU artists' levies after pressure from French prime minister Dominique de Villepin.

"We need further reflection...we need to do it right and we need a bit more time," Mr Barroso's spokeswoman said on Wednesday (13 December), adding that "we don't have a specific time" for when the topic will come back on the agenda.

The move comes seven days before Brussels was to issue a legal "recommendation" on the levy system, which sees artists' groups skim a fee off every computer or MP3 player sold on the basis they will be used to make unlicensed copies of film or music.

(…) Mr Barroso quashed the McCreevy project - which also had the support of the vast majority of the 23 other EU commissioners except culture commissioner Jan Figel - after receiving a warning shot from Paris on 5 December.

Lees hier meer. Lees de brief van Villepin hier.

IEF 3067

Nietigheidsadvies niet bedoeld voor octrooihouder

De houders van Nederlands octrooi 1022213 voor een “Werkwijze en systeem voor het verhandelen van optiecontracten”, hebben het OCN op 21 augustus 2006 verzocht om een nietigheidsadvies op grond van artikel 84 ROW 1995. Volgens artikel 84 lid 1 ROW 1995 kan “een ieder” het OCN verzoeken een advies uit te brengen omtrent de toepasselijkheid van de in artikel 75 lid 1 ROW 1995 genoemde nietigheidsgronden op een Nederlands octrooi.

Het begrip “een ieder” moet volgens het OCN echter niet zo breed worden uitgelegd dat hieronder ook de octrooihouder zélf valt. In zijn uitspraak van 4 december jl. besliste het OCN dat de octrooihouders niet ontvankelijk zijn in hun verzoek, omdat de adviesprocedure volgens artikel 84 ROW 1995 een procedure op tegenspraak is. Het indienen van een verzoek is daarom voorbehouden aan derden/niet-octrooihouders.

Volgens het OCN volgt dit onder meer uit de wetstekst en toelichting:

“Uit de wetstekst en Toelichting blijkt derhalve dat de inbreng van verzoeker en de weerlegging door de octrooihouder de absolute voorwaarde is waaronder het Bureau (Octrooicentrum Nederland) een advies kan uitbrengen. Aan deze voorwaarde wordt niet voldaan indien de octrooihouder zelf het verzoek zou kunnen indienen, omdat daarmee slechts een eenzijdige – en van de octrooihouder zelf afkomstige – visie op de geldigheid wordt gegeven.”

Lees de beslissing hier (Met dank aan Ferry van Looijengoed, De Vries & Metman).

IEF 3066

Zonder grenzen (3)

Het ANP bericht dat “Reclamespotjes op televisie mogen over het hele uur verspreid worden en hoeven niet langer in blokken te worden uitgezonden. Het maximum blijft wel twaalf minuten per uur. Het Europees Parlement heeft daarmee gisteren ingestemd. Het Europese wetsvoorstel 'Televisie zonder grenzen' moet meer vrijheid geven aan tv-zenders. Ze hoeven zich niet langer te houden aan de regels in elk land waar hun programma's te ontvangen zijn.”

Lees hier meer. Eeder bericht hier.