IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 1905

Momenteel niet bekend

Kamerstuk 28330, nr. 22, 2e Kamer. Herstructurering openbaar bibliotheekwerk; Verslag van een Algemeen Overleg gehouden op 15 maart 2006 over o.a. blindenbibliotheken

“Per amendement is om een tegemoetkoming voor blinden en slechtzienden in verband met de auteursrechten gevraagd. Klopt het dat dit nog niet vlekkeloos verloopt? Kan de staatssecretaris dit probleem zo snel mogelijk oplossen?"

Antwoord van staatssecretaris Van der Laan: “Eventuele problemen met auteursrechten zijn momenteel niet bekend. Bij de komende informatie naar aanleiding van het operationeel plan van de VOB wil de staatssecretaris dit punt meenemen. (…) Bij het operationele plan van de VOB zal aandacht aan het auteursrecht worden besteed.”

IEF 1904

Bolides

Vraag en antwoord in Autoweek; “Ik vroeg me af waarom teams als Midland, Super Aguri en Toro Rosso niet gewoon auto's van de topteams kopiëren. Dan weten ze dat het qua aërodynamica goed zit. Of is dit verboden?”

”(…) Ik zal je wat vertellen. Dat dachten ze dus ook in 1978 bij het destijds nieuwe team van Arrows. Een aantal kerels was overgestapt van Shadow, de ontwerper nam de tekeningen mee en ze bouwden de Shadow gewoon na. Heel simpel. Maar dat mocht dus niet, want het was een Shadow en geen Arrows. Intellectuele auteursrechten, zeg maar.  Toch zijn er bolides die verdacht veel lijken of andere auto's. (..) Het is dus duidelijk dat er flink wordt gespiekt en gekopieerd (in de ruimste zin) in de paddock. Een aparte vleugel en iedereen gaat kijken of die bij hen ook werkt. Niet voor niets lopen ingenieurs als Newey en Theissen op de startopstelling altijd zeer geconcentreerd langs de bolides van de concurrentie. Het mankeert er nog maar net aan dat ze op hun buik op het asfalt gaan liggen om onder de auto's te kijken!” Lees hier meer

IEF 1903

De gebruiksvriendelijke advocaat

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 30 maart 2006, LJN: AV9550. Beschikking. Appellant tegen BMB.

BMB weiger het teken EASYLAWYER te registreren voor de volgende diensten: Klasse 35 Reclame, marketing en bemiddeling ter zake; voeren van administraties; administratieve diensten. Klasse 42 Juridische diensten en bemiddeling. Appelant verzoekt het hof om het Bureau te bevelen het teken wel in te schrijven

BMB heeft de inschrijving geweigerd omdat het teken ieder onderscheidend vermogen mist. Appelant voert aan, dat de combinatie van de woorden ‘easy’ en ‘lawyer’ een creatieve nieuwe aanduiding oplevert die wel degelijk onderscheidend vermogen heeft voor de betrokken diensten. Hij wijst voorts op de inschrijving van tal van merken met het bestanddeel ‘easy’, waarbij hij het Bureau willekeur verwijt.

Het hof is het daar niet mee eens en vat het de voorwaarden voor inschrijving nog eens even kort samen.

"Het onderhavige teken bestaat uit de Engelse woorden ‘easy’ en ‘lawyer’. Het woord ‘easy’ betekent gemakkelijk. Het woord ‘lawyer’ laat zich vertalen als advocaat. Naar door appellant niet is bestreden, gaat het om twee bij het in aanmerking komend publiek in de Benelux bekende woorden. ‘Lawyer’ kan de aanduiding zijn van een kenmerk van diensten die bestemd zijn voor advocaten of die betrekking hebben op (de diensten van) een advocaat.

Ook het voorvoegsel ‘easy’ kan een kenmerk van de betrokken diensten aanduiden. Naar blijkt uit producties van het Bureau en door appellant niet is bestreden, is ‘easy’ in de Benelux gebruikelijk in samenstellingen. Het bergt dan in zich dat iets gemakkelijk, betaalbaar, begrijpelijk, eenvoudig te hanteren of gebruiksvriendelijk is. Beide bestanddelen zijn daarmee beschrijvend voor de betrokken diensten. Ook het teken zélf, met de letterlijke betekenis: gebruiksvriendelijke advocaat, kan dienen als een aanduiding voor diensten met betrekking tot een advocaat met het kenmerk dat zij gemakkelijk of gebruiksvriendelijk zijn.

Het teken verschilt daarbij niet merkbaar van de loutere som van zijn bestanddelen. Er is geen sprake van een teken dat een indruk wekt die voor de betrokken diensten ver genoeg is verwijderd van de indruk die uitgaat van de simpele aaneenvoeging van bestanddelen. De bestanddelen vormen niet een voor de betrokken diensten ongebruikelijke combinatie. Het gebruik van Engelse termen is ook voor diensten met betrekking tot advocaten in zwang, zeker waar diensten worden aangeboden op het Internet. Van een taalkundige vondst, of een ongebruikelijke wending in taalkundige zin is geen sprake. Het teken combineert woorden op een daarvoor gebruikelijke wijze, zonder begripsmatig, visueel of auditief de som van de afzonderlijke bestanddelen te ontstijgen.

Het teken EASYLAWYER is daarmee uitsluitend beschrijvend voor de diensten waarvoor het teken volgens appellant is bestemd en waarvoor het ook is ingeschreven. Aan het beschrijvend karakter van het teken in voormelde zin doet voorts niet af, dat – naar althans appellant aanvoert - de betrokken diensten niet zelf juridisch van aard zijn en (de diensten van) advocaten doorgaans niet eenvoudig of gebruiksvriendelijk zijn.

Tevergeefs verzoekt appellant in dit beroep de in het depot genoemde diensten van klasse 42 (‘Juridische diensten en bemiddeling’) te wijzigen in ‘bemiddeling’. Het Benelux-Gerechtshof heeft beslist dat de rechter in een procedure als deze geen kennis kan nemen van aanspraken die buiten de bestreden beslissing van het Bureau vallen of die niet aan het Bureau zijn voorgelegd. Op die grond heeft het Benelux-Gerechtshof geoordeeld dat een bevel tot inschrijving van een depot voor bepaalde waren of diensten van een bepaalde in het depot genoemde klasse niet mogelijk is indien het Bureau bij zijn beslissing tot weigering alleen de volledige klasse in aanmerking heeft genomen (arrest van 15 december 2003, ‘LANGS VLAAMSE WEGEN’, BIE 2004, 33 en NJ 2004, 347, alsmede HR 17 maart 2006, ‘EROTISCH HUISHOUDTEXTIEL’, LJN AV0657). D

Dit laatste is hier het geval. Het beroep van appellant op zijn brief van 17 februari 2005 faalt. Hij bepleit in die brief de inschrijving van het teken voor álle in het depot genoemde diensten, zonder daarin enige wijziging of beperking voor te stellen.

Het verzoek tot wijziging van het depot stuit af op een in de Benelux geldende beperking van de rechterlijke toetsing van beslissingen van het Bureau. Het is het hof ambtshalve bekend dat het Hof van Beroep te Brussel vragen van uitleg heeft voorgelegd aan het Hof van Justitie EG. Deze stellen aan de orde, hoe de bedoelde beperking zich verhoudt tot de hiervoor genoemde Richtlijn 89/104/EG (arrest van 30 mei 2005, ‘THE KITCHEN COMPANY’, aanhangig bij het Hof van Justitie als zaak C-239/05).

De vraag rijst of in verband daarmee de beslissing in deze zaak moet worden aangehouden. Het hof ziet daarvoor geen aanleiding. De door appellant beoogde wijziging maakt het teken niet minder beschrijvend voor de diensten waarvoor het volgens appellant is bestemd en die het depot ook na wijziging nog zou omvatten. De beoordeling van het teken EASYLAWYER zou door die wijziging niet anders uitvallen.

Het hof volgt appellant niet in zijn betoog dat het Bureau hem (in de bezwaarfase) onvoldoende in de gelegenheid heeft gesteld om tot nadere aanduiding van de diensten te komen.

Appellant stelt nog dat het teken inmiddels een bijzondere, eigen betekenis heeft gekregen door het gebruik dat daarvan is gemaakt. De stelling mist doel, nu appellant niet stelt en overigens niet is gebleken, dat het gaat om een betekenis in het normale spraakgebruik van het in aanmerking komend publiek, die los staat van de bestanddelen en die niet zelf beschrijvend is voor de betrokken diensten. Voor zover appellant zich er op zou willen beroepen dat het teken door het gebruik daarvan als merk is ingeburgerd faalt zijn betoog bij gebreke van een voldoende onderbouwing.

Het kan appellant voorts niet baten dat, zoals hij aanvoert, er Benelux-merken met het bestanddeel easy zijn, waarbij hij het Bureau willekeur verwijt. Het hof merkt op dat het voor een groot deel merken kan betreffen die zijn gedeponeerd vóór 1996 en die bijgevolg geen inhoudelijke toetsing hebben ondergaan.

Daartegenover valt te wijzen op de weigering van de tekens EASYTAP (kenbaar uit de beschikking van dit hof van 13 april 2000, zaak R98/443) en EASYBANK (kenbaar uit Hof van Beroep te Brussel, 1 september 2003, zaak 2001/AR 2075).

Beslissend is echter dat de inschrijvingen van andere tekens, al dan niet op gerechtelijk bevel, niet afdoen aan het gebrek aan onderscheidend vermogen van het onderhavige teken. Het hof dient het onderscheidend vermogen van het teken EASYLAWYER op zijn eigen merites en op basis van de toepasselijke regels te beoordelen. Van belang is dat de aard van de inhoudelijke toetsing van het gedeponeerde teken aan de in artikel 6bis, eerste lid, BMW vermelde criteria meebrengt dat daarbij algemene rechtsbeginselen, zoals het verbod op willekeur, geen bepalende rol kunnen spelen (Benelux-Gerechtshof 29 november 2001, ‘POSTKANTOOR’, BIE 2002,14). Het verwijt van willekeur snijdt in zoverre geen hout.

Uit het voorgaande vloeit voort dat het teken louter beschrijvend is voor de betrokken diensten en – mitsdien - elk onderscheidend vermogen mist voor die diensten in de zin van artikel artikel 6bis, eerste lid, onder c en onder b BMW. De inschrijving van het teken zou voorts niet stroken met het algemeen belang, dat er mede in bestaat dat beschrijvende tekens voor alle marktdeelnemers vrij beschikbaar blijven om de kenmerken van hun waren en diensten aan te duiden."

De slotsom is dat het verzoek van [appellant] zal worden afgewezen.

Lees de beschikking hier. Depot woordmerk hier. Geregistreerd beeldmerk hier.

IEF 1900

In het bredere verband

"Deze week bereikte mij het nieuws dat PCM, moederconcern van onder meer deze krant, besloten heeft om voorlopig niet naar de rechter te stappen om Google tot de orde te dwingen. Bestuursvoorzitter Bouwman broedt in het bredere verband van de Nederlandse dagbladuitgevers op een soort 'laatste waarschuwing' aan het Amerikaanse internetbedrijf: jullie begeven je op het randje van het toelaatbare, nog een stap verder en je passeert een grens die je wél voor de rechter brengt. Het gaat om Google News."

Lees hier meer (Volkskrant Weblog, via Webwereld.nl).

IEF 1899

Anonieme geluidsband en Open Brief

- Rechtbank Amsterdam, 6 april 2006, 337197 / KG 06-420, X B.V. tegen Uitgeversmaatschappij De Telegraaf B.V. (Met dank aan Karsten Gilhuis, Houthoff Buruma).

Een zaak over een beweerdelijk onrechtmatige publicatie en een beroep op art. 843a Rv om een geluidsband op te eisen

- Hof Amsterdam, 9 maart 2006, rolnr. 2192/03, Van Gasteren tegen Pamela Hemelrijk. (Met dank aan Otto Volgenant, Kennedy van der Laan).

Pamela Hemelrijk openbaart haar afgewezen column over Van Gasterenen door middel van een open brief aan de Hoge Raad.

- Rechtbank Amsterdam, 30 maart 2006, LJN: AV7661, Van Gasteren tegen Uigeverij Luitinhg-Sijthoff B.V.

De voorgenomen publicatie van gedaagde auteur, getiteld “De dood van een onderduiker” over het oorlogsverleden van Van Gasteren is niet onrechtmatig jegens Van Gasteren.

Rechtbank Amsterdam, 6 april 2006, 337197 / KG 06-420, X B.V. tegen Uitgeversmaatschappij De Telegraaf B.V. (Met dank aan Karsten Gilhuis, Houthoff Buruma)

Een zaak over een beweerdelijk onrechtmatige publicatie en een beroep op art. 843a Rv om een geluidsband op te eisen.

De Telegraaf schrijft een artikel over vermeende criminele praktijken van een directeur van een financiële dienstverlener. Dit artikel heeft als kop (onder andere) “Criminele opdrachten van top adviesbureau op band”. Volgens dit artikel zou één van de twee huidige directeuren opdracht hebben gegeven de auto van een voormalig directeur, waar onenigheid mee is ontstaan, te stelen en hem vervolgens te mishandelen. De financiële dienstverlener ontkent deze feiten, eist rectificatie en eist de geluidsband op waar het artikel mede op is gebaseerd. Voorzieningenrechter Poelmann vindt echter dat de publicatie ook steun vind in het overige feitenmateriaal en oordeelt dat de publicatie niet onrechtmatig is. De vordering tot rectificatie wordt afgewezen. Ook heeft De Telegraaf in dit geval geen exhibitieplicht op grond van art. 843a Rv. De vordering ter opeising van de geluidsband wordt ook afgewezen.

Met betrekking tot de onrechtmatige publicatie:

De Telegraaf baseert zich deels op een anonieme bron (namelijk de geluidsband verkregen van een anonieme bron). Omdat De Telegraaf de een anonieme bron geheim wil houden en weigert om de geluidsbanden te laten horen zal zij op een andere wijze moeten aantonen dat de door haar geuite beschuldigingen een grondslag hebben in het beschikbare feitenmateriaal.

“In het onderhavige geval wordt de publicatie, althans gedeeltelijk, ondersteund door het feit dat bij de politie tegen [de Directeur, red.] door meerdere personen aangifte is gedaan, onder andere wegens bedreiging en dat de politie deze aangiften onderzoekt.” Dit wordt niet betwist door de gedaagden. Daarnaast staat vast dat er in de periode dat de in de publicatie genoemde feiten hebben voorgedaan een conflict was tussen de directeuren.

“Dit alles in aanmerking genomen, kan niet worden gezegd dat sprake is van een lichtvaardige verdachtmaking door De Telegraaf. Gelet op het feit dat X een groot bedrijf in de financiële dienstverlening is, waarbij de integriteit van de bestuurders van groot belang is, prevaleert het belang van De Telegraaf om zich informerend en waarschuwend uit te laten opdat het publiek wordt voorgelicht over mogelijke misstanden in dat bedrijf boven het belang van X om verschoond te blijven van verdachtmakingen.”

Met betrekking tot artikel 843a Rv oordeelt Poelmann:

“De vordering tot afgifte van de geluidsopname of een kopie ervan baseert X op artikel 843a Rv. Met de Telegraaf is de voorzieningenrechter van oordeel dat uit dit artikel niet voortvloeit dat op haar de in genoemd artikel bedoelde exhibitieplicht rust. Mogelijk heeft X belang bij afgifte van de band waarop De Telegraaf haar artikel onder meer heeft gebaseerd, maar dat is voor toewijzing van de vordering op grond van genoemd wetsartikel niet voldoende”.

Lees het vonnis hier.

Hof Amsterdam, 9 maart 2006, rolnr. 2192/03, Van Gasteren tegen Pamela Hemelrijk. (Met dank aan Otto Volgenant, Kenedy van der Laan).

Van Gasteren heeft een ‘oorlogsverleden’ en heeft in het verleden regelmatig de media opgezocht om zijn daden uit te leggen. Enige zeer kritische reacties hierop in het Parool zijn door het Hof Amsterdam (26 augustus 1993) afgedaan als onrechtmatige publicatie.

In 1998 wilde Pamela Hemelrijk een column aan het oorlogsverleden van Van Gasteren wijden. De hoofdredactie wilde deze column echter niet plaatsen vanwege de uitspraak uit 1993. Pamela was het hier niet mee eens en maakte dat wereldkundig door een open brief aan de Hoge Raad te schrijven, die zij verstuurde aan diverse landelijke dagbladen. “Ik schrijf u over een onderwerp dat ik, als ik de juristen mag geloven, nooit meer kan aanroeren. Nou ja, ik kan het wel doen, maar aldus die juristen, dan krijg ik onmiddellijk een proces met dikke vette schadeclaim aan mijn broek, dat ik gegarandeerd ga verliezen.” Vervolgens gaat Pamela Hemelrijk in de open brief in detail in op het oorlogsverleden van Van Gasteren.

De bodemrechter die deze zaak in eerste instantie beoordeelde (Rb. Amsterdam 16 juli 2003, zie hier) was op de hand van Pamela en oordeelde dat de brief een column betrof, waar minder strenge journalistieke eisen voor gelden. Nu is het hof aan de beurt:

“Naar het oordeel van het hof dient de open brief te worden beschouwd als een perspublicatie, nu Hemelrijk immers bedoeld heeft hiermee in de openbaarheid te treden.”

De rechtbank heeft de open brief volgens het hof terecht gelijk gesteld aan een column, aan welke uitingsvorm niet (dezelfde) hoge eisen mogen worden gesteld als aan onderzoeksjournalistiek. Dit in tegenstelling tot de artikelen over Van Gasteren in het Parool. Daarnaast straft het hof de publiciteitzoekerij van Van Gasteren als volgt af:

"Omdat Van Gasteren zelf nog recentelijk de publiciteit had gezocht en de indruk had gewekt geheel gerehabiliteerd te zijn heeft Van Gasteren zelf over zich afgeroepen dat een kritische toeschouwer – zoals hemelrijk – zicht genoodzaakt voelde deze misstand aan de kaak te stellen en mocht zij dat naar het oordeel van het Hof ook doen". De open brief betreft geen onrechtmatige publicatie, aldus het hof.

Lees het arrest hier.

- Rechtbank Amsterdam, 30 maart 2006, LJN: AV7661, Van Gasteren tegen Uitgeverij Luitinhg-Sijthoff B.V.

De voorgenomen publicatie van gedaagde auteur, getiteld “De dood van een onderduiker” over het oorlogsverleden van Van Gasteren is niet onrechtmatig jegens Van Gasteren omdat de publicatie geen ongefundeerde beschuldigingen bevat die geen basis vinden in de beschikbare feiten, aldus de voorzieningenrechter te Amsterdam. "Het recht op vrijheid van meningsuiting van de schrijver dient daarom in dit geval zwaarder te wegen dan het recht op privacy van de Amsterdammer in verband met de dood van de onderduiker."

Lees het vonnis hier.

IEF 1898

Oneway verwarring

Provident B.V, eigenaar van de christelijke portalsite OneWay wil dat een seksexploitant uit de Britse Maagdeneilanden (!) zijn domeinnaam afstaat. Wie de domeinnaam onewaywebwijzer.nl nu intoetst, komt bij een pornosite uit. SY Web-Invest heeft op 24 maart jl. deze domeinnaam geregistreerd, nadat de christelijke uitgever Provisca, waarmee Provident samenwerkte, de registratie van de domeinnaam niet meer handhaafde.

De exploitant maakt inbreuk op het merkrecht van Provident, vindt de christelijke site. „De naam is misleidend", aldus OneWayredacteur Chris Algra in een woensdag verstuurd persbericht. „We hebben niets met deze pornosite te maken. OneWay is al sinds 1996 een begrip in christelijk Nederland. Mensen verwachten een christelijke site aan te treffen als ze iets met "oneway" intoetsen. Dit is vervelend voor alle mensen die ongewild op de verkeerde website uitkomen, maar ook schadelijk voor onze goede naam.". Provident heeft inmiddels een sommatie naar SY Web-Invest verstuurd en overweegt naar de SIDN-arbitragecommissie te stappen, indien de domeinnaam niet wordt overgedragen.

Uit het merkregister blijkt overigens niet van een geregistreerde merknaam van Provident. Wel heeft Provident de naam 'OneWay' als handelsnaam in het handelsregister ingeschreven. Voorts heeft SY Webinvest de domeinnaam 'geparkt' en verwijst ze niet meer naar pornografische sites.

Lees hier en hier meer.

IEF 1897

BVIE

Morgen, dinsdag 11 april, 13.30 - 14.30 uur, behandeling wetsvoorstel intellectuele eigendommen/merken/modellen, Eerste Kamer. Luister mee via de website van de Eerste Kamer (hier).
IEF 1896

Golfslag

Gerechtshof Arnhem, 4 april 2006, rolnummer 2004/1211. European Communication Association B.V. tegen Bose B.V. (Met dank aan Carja Mastenbroek, Steinhauser Hoogenraad).

Bose rules the waves. Bose is houdster van de Benelux-merken WAVE en ACOUSTIC WAVE voor onder meer radio en muzieksystemen. European Communication Association (“ECA”) heeft het (jongere) merk WAVEMASTER gedeponeerd voor luidsprekers. ECA heeft WAVEMASTER nog niet gebruikt. De Rechtbank Almelo oordeelde eerder dat er sprake was van inbreuk op grond van artikel 13 A lid 1 sub b BMW, en heeft het merk WAVEMASTER nietig verklaard.Tegen dit oordeel is ECA in beroep gekomen bij het Hof Arnhem. Zonder resultaat.

Het Hof oordeelt allereerst dat de merken WAVE en ACOUSTIC WAVE niet beschrijvend zijn. “Wave” en “acoustic wave” vloeien voort uit taalkundige vondsten die aldus als merken een onderscheidende rol kunnen spelen. De term “acoustic” komt weliswaar een zekere beschrijvende betekenis toe maar het woord “wave” vormt in de woordcombinatie “acoustic wave” een dominant bestanddeel. De stelling van ECA dat het WAVE en ACOUSTIC WAVE in de branche gangbare aanduidingen zijn wordt door het Hof verworpen.

"Voor zover een van beide termen binnen de Benelux door derden (mede) wordt gebruikt in woordcombinaties worden zij echter hetzij in beschrijvende zin ten opzicht van de door die derden daarmee aangeduide waren gebezigd ("acoustic), hetzij in combinatie met een of meer andere woorden als merk gehanteerd ("acoustic" en (soms) "wave"), waabij duidelijk sprake is van gebruik als merk en niet van een "gangbare aanduiding" in de productbranche."
Hieraan voegt het Hof toe dat, voor zover zou moeten worden aangenomen dat WAVE en ACOUSTIC WAVE wel mede een beschrijvend karakter hebben, WAVE en ACOUSTIC WAVE van Bose als gevolg van jarenlang intensief gebruik grote bekendheid genieten en dus tot deugdelijk merk zijn geworden.

Ten aanzien van de inbreuk vraag verwerpt het Hof de stelling van ECA dat de WAVEMASTER voldoende afwijkt van Bose’s merken WAVE en ACOUSTIC WAVE. Het dominante bestanddeel in de woordcombinatie WAVEMASTER is immers het woord “wave”, welke identiek is aan het merk WAVE en ook het dominante bestanddeel vormt in ACOUSTIC WAVE. Gezien de sterke gelijkenis tussen WAVEMASTER enerzijds en Bose’s merken WAVE en ACOUSTIC WAVE anderzijds zal in ieder geval indirect verwarringsgevaar ontstaan: het publiek zal vanwege deze gelijkenis denken dat verwantschap bestaat tussen Bose en ECA in die zin dat deze bijvoorbeeld aan elkaar gelieerd zijn dan wel dat de WAVEMASTER producten door of met toestemming van Bose zijn gefabriceerd. Bovendien speelt enerzijds een rol dat WAVE en ACOUSTIC WAVE bekende merken zijn en anderzijds dat er sprake is van merken voor dezelfde of gelijksoortige waren.

ECA heeft gesteld dat het teken WAVEMASTER nog niet is gebruikt. Echter het feit dat het gebruik slechts is opgeschort als gevolg van de onderhavige procedure brengt mee dat er tenminste sprake is van een dreigend gebruik. Dit wordt bevestigd door de stelling dat een depot zonder dat het merk wordt gebruikt beschouwd moet worden als een voornemen tot gebruik.Het Hof komt dan ook tot de slotsom dat er sprake is van (dreigende) inbreuk. Derhalve is Bose bevoegd om de nietigheid van de inschrijving van het merk WAVEMASTER in te roepen. Ook diende ambtshalve doorhaling van de nietig verklaarde inschrijving te worden uitgesproken. Het vonnis van de Rechtbank wordt bekrachtigd.

Lees het arrest hier. Vonnis Rechtbank Almelo hier.
IEF 1895

Vereniging Van

VVA programma van de komende ledenvergadering met als thema voor het wetenschappelijk gedeelte: ' Van kopijrecht naar auteursrecht'.

De ledenvergadering vindt plaats op 19 mei 2006, begint om 13.15 met eerst het huishoudelijk gedeelte en vanaf 13.30 het wetenschappelijk gedeelte. Het wetenschappelijk gedeelte eindigt rond de klok van 17.00 uur.

Van kopijrecht naar auteursrecht.  VVA Ledenvergadering 19 mei 2006

Plaats: KNAW, Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29, Amsterdam

Onderwerpen:

Ter gelegenheid van de verschijning van de uitgave van de parlementaire geschiedenis van de Auteurswet van 1881 en het wetsontwerp van 1884 tot regeling van het auteursrecht op beeldende kunst wijdt de Vereniging voor Auteursrecht het wetenschappelijke gedeelte van de jaarvergadering aan de geschiedenis van het auteursrecht.

De wet van 1881 betekende een belangrijke stap vooruit: Van kopijregt naar auteursrecht. Maar vooral van gedrukt werk. Waarom? En waarom kwam het wetsontwerp van 1884 niet verder dan een ontwerp? Welke gevolgen had dat voor beeldende kunstenaars in een tijd waarin de fotografie opkwam en allerlei nieuwe reproductietechnieken hun intrede deden? Waarom duurde het tot 1912 voor Nederland partij werd bij de Berner Conventie? Waarover gingen de discussies in Tweede en Eerste Kamer? En, belangrijk voor de jurist van vandaag, hoe lopen de lijnen van toen naar nu? Op deze en andere vragen en onderwerpen gaan vier sprekers in.

Programma wetenschappelijk gedeelte:

13.30 – 13.35
Opening      De voorzitter, prof. mr A.A. Quaedvlieg

13.40 – 13.50:          
Inleiding mr R. Klomp
 Voorzitter studiecommissie Rechtsgeschiedenis

13.50 – 14.10: 
Voordracht mevr. mr M. Reinsma   

14.15 – 14.35:
Voordracht      mr D. Peeperkorn

14.40 – 15.00: 
Voordracht      dr. mr R.M. Verhoogt

15.00 – 15.30  Pauze

15.35 – 15.55:
Voordracht      prof. mr J.H. Spoor

16.00 – 16.30:      
Gelegenheid tot het stellen van vragen   allen

16.30 – 17.00:
Aanbieding 1e exemplaar boek aan de ‘auctor intellectualis’ van de uitgave, mr  L. de Vries

17.00 – 18.00 Borrel
N.B. Voor het wetenschappelijk gedeelte van deze vergadering zijn tevens de leden van Vereniging voor Kunst Cultuur Recht uitgenodigd.

Lees hier meer.

IEF 1894

Vrijdagmiddagberichten

In tegenstelling tot Kalou (zie eerder bericht vandaag) zal Rita Verdonk geen stappen ondernemen tegen de nieuwe commercial van Centraal Beheer. Zij liet in een uitzending op Radio 538 weten de reclame-uiting wel te kunnen waarderen. Lees hier meer.

- Christian Copyright Licensing International Inc., the world's largest provider of Christian music licensing, makes it possible for churches to legally copy and distribute praise-and-worship music to their congregations. "Music is a big deal in our church," said Randy Elrod, creative arts pastor. Lees hier meer. 

- Onderzoek naar de honderd meest waardevolle merken ter wereld. Microsoft blijkt de gelukkige winnaar. De naam van de softwareproducent heeft een waarde van 62 miljard dollar. Goede tweede is General Electric (55,8 miljard). Coca-Cola volgt met 41,4 miljard. Het enige Nederlandse bedrijf in de lijst is ING op plaats 76, met een respectabele waarde van 6,35 miljard dollar. Lees hier meer.

- Shape Blog. Intellectual Property Protection for 3-D Stuff, Design, Fabrication, and other things. Zie hier.

- Onvermoede mogelijkheden van (het onlangs gewijzigde) artikel 15b Aw: Luister naar premier Jan-Peter Balkenende: ,,Ik was de afgelopen dagen/ in Boedapest. Daar zag/ ik een grote kop/in De Telegraaf van zaterdag.//Eerlijk gezegd vond ik/ dat het daarna betrekkelijk/ rustig bleef.'' De bundel verschijnt kort voor Prinsjesdag.

- Verboden voor- en achternamen? Middels pagina grote advertenties in dagbladen maakt Honig duidelijk dat zij een spaaractie heeft waarbij men een oranje shirt met naam en nummer naar keuze kan bestellen. Op de bon in de advertentie in de kranten kan met de gewenste naam invullen. Daarbij staat de volgende tekst: “Max. 15 letters incl. spaties en geen (achter)-namen van bekende voetballers! Zie ook www.honig.nl”.

Op de site is echter niets terug te vinden over deze opmerkelijke extra voorwaarde. Stof tot nadenken. Wat betekent dit? Waarom doet Honig dit? Bang voor claims van de onvermijdelijke Frank en Ronald? Mag iemand die De Boer heet nu wel of niet een shirt met zijn eigen naam bestellen? Zijn alle voor- én achternamen uitgesloten die voorkomen op deze lijst? Wie het weet mag het zeggen. Bestel shirts hier.

- Oplossing voor Videma-rekeningontvangers? Brian Gannon, mine host at the Fisherman’s Inn, was prosecuted by the Federation Against Copyright Theft and convicted for showing the Premier League match between Chelsea and Birmingham at the Hollingworth Lake hostelry in August 2004. The court decided Mr Gannon had not acted dishonestly. The court decided the pub was showing a transmission from Greece not the UK. The criminal offence doesn’t cover broadcasting services from outside the United Kingdom." Lees hier meer.