IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 1862

De weg kwijt

Voorzieningenrechter Amsterdam 30 maart 2006, KG 06-641, TomTom International B.V. / Sailtron B.V. h.o.d.n. Garmin Nederland.

TomTom en Garmin handelen beide in autonavigatiesystemen. In februari 2006 heeft de consumentenbond een onderzoek naar autonavigatiesystemen gepubliceerd in de Consumentengids. Aan de hand van verscheidene kwalitatieve parameters hebben de onderzochte producten een score gekregen uit 100 punten.

In de categorie systemen met kaarten voor de Benelux scoorden de partijen als volgt: 1. Garmin Nüvi 300: 70 punten,  2. TomTom GO 300: 68 punten, 3. Garmin C320: 68 punten, 4. Garmin C310: 66 punten. In de categorie systemen met kaarten voor heel Europa, zag de top vier er als volgt uit: 1. Garmin C330: 67 punten, 2. TomTom GO 700: 67 punten, 3. Mio Digiwalker 269+: 61 punten,  4. Navman iCN 550: 57 punten

De consumentengids oordeelde dat de Mio Digiwalker systemen als ‘beste koop’ (d.w.z. beste prijs/kwaliteit verhouding) bestempeld. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft Garmin een radioreclame laten uitzenden met de volgende tekst: “Er zijn zoveel autonavigatiesystemen, dat je er haast door zou verdwalen. Gelukkig heeft de Consumentenbond al deze systemen getest en Garmin staat overal op nummer één. Ga dus nu naar de winkel en vraag om Garmin autonavigatie of ga naar Garmin.nl. Een echte Garmin koop je al vanaf 299 Euro.” Ook heeft Garmin een enorme banner laten ophangen( afbeelding).

TomTom maakte bezwaar tegen deze reclame-uitingen uit hoofde van artikel 6:194 (misleidende reclame) en artikel 6:194a BW (ontoelaatbare vergelijkende reclame).

De voorzieningenrechter achtte de radioreclame misleidend op de volgende feitelijke gronden:

- De mededeling dat alle systemen waren getest is feitelijk onjuist. In het artikel in de Consumentengids staat vermeld: “Er zijn [navigatiesystemen] van minder dan €300, maar ook voor meer dan €4.000. Onze test gaat tot €800” en verder “Niet getest zijn apparaten van winkels als de Aldi, Lidl en Blokker […]”.

- Uit het onderzoek blijkt niet dat Garmin overal op nummer één staat. Het Mio systeem werd als beste koop bestempeld. Voorts scoorde niet ieder Garmin product het hoogst.

- Voorts was de radioreclame misleidend omdat er in het onderzoek geen Garmin product is betrokken dat verkrijgbaar is voor €299.

Volgens de voorzieningenrechter is het gebruik van resultaten van het onderzoek van de Consumentenbond geoorloofd maar heeft Garmin onvoldoende nauwkeurigheid en zorgvuldigheid in acht genomen met betrekking tot de essentiële onderdelen van de uitkomst van het onderzoek.

De banner was eveneens onrechtmatig (“misleidende vergelijkende reclame”) volgens de rechter. Daartoe was redengevend dat de tekst “4 x als beste getest door de Consumentenbond” geen recht doet aan de voornoemde vereiste nauwkeurigheid en zorgvuldigheid.

De voorzieningenrechter verbiedt de betreffende reclame-uitingen, beveelt een rectificatie op de website van Garmin en beveelt opgave van de locaties waarop andere banners zijn opgehangen alsmede de zendschema’s van de radioreclame.

Lees het vonnis hier.

IEF 1861

Terug in Den Haag (2)

Rechtbank ´s-Gravenhage, 31 maart 2006 (bij vervroeging), KG ZA 06-356. Cordis Europa B.V. tegen Schneider GmbH. 

Schneider heeft een bepaalde binnenbuis uitgevonden die toegepast wordt in ingreepkatheters. Bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 8 juni 2005 is Cordis onder meer veroordeeld wegens octrooi-inbreuk en in dit verband tot het afleggen van rekening en verantwoording. Ook moet er een verklaring komen van een onafhankelijke register-accountant die ertoe strekt dat hij aan de hand van de boeken van Cordis heeft vastgesteld dat deze opgave juist is.

Cordis heeft bedoeld aan dit vonnis te voldoen door aan Schneider een rapport met een verklaring van haar accountant te verstrekken. Schneider heeft aan Cordis te kennen gegeven dat deze rapportage niet kan worden beschouwd als een juiste rekening en verantwoording, aangezien het een berekening van de winst van de binnenbuis en niet van de ingreepkatheter betreft. Cordis heeft vervolgens een executiegeding tegen Schneider aanhangig gemaakt.

Bij vonnis van 23 februari 2006 ontwijkt de voorzieningenrechter de rechtsvraag, te weten welk uitgangspunt (winst van de binnenbuis of winst van de ingreepkatheters als geheel) juist is, door te oordelen dat op deze vraag niet behoeft te worden beslist. De rechtbank is van oordeel dat Cordis niet (naar behoren) aan het bevel tot het afleggen van rekening en verantwoording heeft voldaan omdat zij niet voldoende "verifieerbaar inzicht" heeft verschaft in de berekeningen van de met de octrooi-inbreuk genoten winst.  

Op basis van het vonnis van 23 februari 2006 heeft Cordis op 14 maart 2006 een nieuw rapport met een verklaring van haar accountant aan Schneider verstrekt. Een krappe week later wordt Cordis door Schneider gewaarschuwd dat haar eigen accountant niet als onafhankelijke accountant kan fungeren in de zin van het bevel.

In het onderhavige executiegeschil vordert Cordis onder meer dat het Schneider verboden wordt om opnieuw executiemaatregelen te treffen onder meer omdat haar accountant aan alle wettelijke vereisten met betrekking tot onafhankelijkheid voldoet. Voorts vordert Cordis terugbetaling van de tot het vonnis van 23 februari 2006 verbeurde dwangsommen.  

Nu Cordis hoger beroep tegen het vonnis van 23 februari 2006 heeft ingesteld en het nieuwe rapport gevoelige informatie zou bevatten, vordert Cordis voorts opschorting van het bevel tot rekening en verantwoording van het vonnis van 23 februari 2006. De voorzieningenrechter oordeelt dat de tenuitvoerlegging van een vonnis slechts kan worden geschorst, indien hij van oordeel is dat de executant geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dat zal het geval kunnen zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien de tenuitvoerlegging op grond van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard. 

De rechtbank is van mening dat dit zich niet voordoet. De mogelijkheid dat bij het doen van rekening en verantwoording vertrouwelijke gegevens aan Schneider bekend kunnen worden, wordt als onvoldoende beschouwd om daaruit op voorhand te concluderen dat Cordis in enige noodtoestand zal geraken.

De vordering tot terugbetaling van de betaalde dwangsommen werd afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang. Ten slotte komt aan de orde de vraag wat moet worden verstaan onder het begrip “onafhankelijke accountant”. Schneider heeft zich beroepen op een tweetal vonnissen (Vzr Rb.´s-Gravenhage, 15 feb. 2006 (HBM/Novacap) en Rb.´s-Gravenhage 20 maart 2002; BIE 2002/82). Op basis van die rechtspraak legt de rechtbank het zonder nadere invulling geformuleerde begrip “onafhankelijke registeraccountant”, indien naderhand een geschil ontstaat, als volgt uit: een registeraccountant die geen eerdere bemoeiingen heeft gehad met de partij van wie die accountant de gegevens dient te controleren. Dit betekent echter volgens de voorzieningenrechter nog niet dat Cordis bedacht had moeten zijn op het ontstaan van een geschil op dit punt, totdat haar dat door Schneider duidelijk was gemaakt. De termijn om aan het vonnis te voldoen wordt dan ook verlengd met vier weken.

Lees het vonnis hier. Eerdere uitspraken en berichten hier.

 

IEF 1860

De banden vol met wind

Het ANP komt met het feitelijke nieuwbericht dat Biretco, eigenaar van fietsspeciaalketens als Fietswereld en Profile de Fietsspecialist, in een kort geding eist dat Halfords de campagne staakt en rectificaties plaatst. Halfords begon onlangs met de verkoop van Union-fietsen voor 499 euro. Het dochterbedrijf van Macintosh Retail Group beweerde daarbij dat de fietsen van dezelfde kwaliteit zouden zijn als die van Batavus en Gazelle in de prijsklasse van 750 euro. Het kort geding dient op 6 april. Eerder Profile-bericht hier.

IEF 1859

Goud verzilveren (2)

NRCnext meldt dat hockeyers zelf hun populariteit willen verzilveren. Namens de mannen- en vrouweninternationals voerde oud-hockeyer en advocaat Donk de afgelopen twee jaar (eerder bericht hier) met de hockeybond onderhandelingen over de portretrechten bedoeld voor commerciële doeleinden van de topsporters. Acht jaar lang lag de exploitatie van de verzilverbare populariteit van het Nederlands elftal bij de KNHB.

Donk: "Juridisch gezien liggen die rechten bij de hoofdrolspelers, bij de internationals, dus dat is de discussie niet." Dat de rechten de afgelopen acht jaar bij de bond lagen, had tot gevolg dat “[...] dat de spelers al die tijd beperkingen zijn opgelegd, terwijl de bond niets met die exploitatiemogelijkheden heeft gedaan. Dan is de vraag: waarom heb je die portretrechten dan en waarom wil je die vervolgens per se behouden?" Het einde van de onderhandelingen lijkt nabij met als uitkomst dat de hockeyers zelf hun imagerechten beheren, zonder daarbij de belangen van de bond te schaden.

Donk hield twee jaar geleden op verzoek van strafcornerspecialist Taeke Taekema de door alle A-internationals ‘verplicht’ te ondertekenen overeenkomst tegen het licht. “Wurgcontract is een groot woord, maar het is wel een zéér eenzijdige overeenkomst. Iedere jurist zal beamen dat het op z’n zachtst gezegd vreemd is, dat in vier aparte artikelen is geregeld dat de bond de exclusieve rechten heeft om spelers in te zetten voor commerciële doeleinden. Toch kwam de bond daarmee weg”, aldus Donk.

Aanvoerder Delmee weerlegt de suggestie dat de spelers geldwolven zijn: “ Waar het om gaat is keuzevrijheid; wij willen niet aan de ketting liggen, zeker niet als blijkt dat sommige bedrijven wel degelijk geïnteresseerd zijn in ons, of in sommigen van ons.” Lees hier meer over imagerechten van spelers.

IEF 1858

Niet in gesprek

Rechtbank Haarlem, 31 maart 2006, LJN: AV7829. KPN Telecom B.V. tegen Tele2 (Netherlands) B.V. Het einde van de Telecomreclameoorlog is nog niet in zicht. Zou het ooit nog goed komen?

Samenvatting Rechtspraak.nl: “ Op vordering van KPN veroordeelt de voorzieningenrechter Tele2 tot rectificatie van haar reclamecampagne met betrekking tot ‘Tele2Compleet’ (ADSL en internetbellen), omdat deze campagne misleidende en ongeoorloofde vergelijkende reclame bevat. Naar aanleiding van een tegenvordering van Tele2 wordt KPN veroordeeld tot aanpassing van de prijsinformatie die zij op haar website met betrekking tot het product ‘InternetPlusBellen Lite’ (ADSL en internetbellen) heeft vermeld, omdat die informatie eveneens misleidende reclame bevat.”  Lees het vonnis hier.
IEF 1858

Niet in gesprek

Rechtbank Haarlem, 31 maart 2006, LJN: AV7829. KPN Telecom B.V. tegen Tele2 (Netherlands) B.V. Het einde van de Telecomreclameoorlog is nog niet in zicht. Zou het ooit nog goed komen?

Samenvatting Rechtspraak.nl: “ Op vordering van KPN veroordeelt de voorzieningenrechter Tele2 tot rectificatie van haar reclamecampagne met betrekking tot ‘Tele2Compleet’ (ADSL en internetbellen), omdat deze campagne misleidende en ongeoorloofde vergelijkende reclame bevat. Naar aanleiding van een tegenvordering van Tele2 wordt KPN veroordeeld tot aanpassing van de prijsinformatie die zij op haar website met betrekking tot het product ‘InternetPlusBellen Lite’ (ADSL en internetbellen) heeft vermeld, omdat die informatie eveneens misleidende reclame bevat.”  Lees het vonnis hier.
IEF 1856

Als twee druppels water

O.a. Elsevier.nl komt met een perfect vrijdagmiddagbericht: De Friese kunstenaar Hans Jouta (39) claimt dat het standbeeld van André Hazes op de Albert Cuyp gebaseerd zou zijn op een door hem gemaakt schaalmodel.

“Jouta stuurde ongeveer een jaar geleden een schaalmodel naar het impresariaat van Hazes. Daarop kreeg de kunstenaar een telefoontje van Melvin Producties. 'Mijn beeld moest er komen,' zeiden ze. 'Rachel, de weduwe van Hazes, was enthousiast, maar er moesten een paar dingen veranderen. De lege kruk die naast Hazes stond verdween en de microfoon ging naar zijn andere hand.' Jouta had 'veel zin' om het beeld te maken.

Tot hij een aangetekende brief van Melvin Producties ontving: 'Daar stond in dat mijn model weliswaar hun voorkeur had, maar dat ze toch voor iets totaal anders hadden gekozen. Ze legden niet uit waarom.' De kunstenaar vond het besluit jammer, maar legde zich er bij neer. Tot 23 september 2005 het beeld op de Albert Cuyp werd onthuld. 'Het was helemaal niet totaal iets anders, het leek als twee druppels water op mijn ontwerp. Dat was slikken.'”  Lees alle details hier.

IEF 1855

Globaalvonnis

Rechtbank ’s-Gravenhage, 31 maart 2006, KG ZA 06-142. TPG Post B.V. tegen NMBS Holding/SNCB Holding c.s. (Met dank aan Wouter Pors, Bird & Bird).
 
Executiegeschil. Global verschilt globaal van World.

Bij uitspraak van de Haagse voorzieningenrechter van 10 juni 2005 is het TPG bevolen iedere inbreuk op het merk WORLDPACK te staken en gestaakt te houden, op straffe van dwangsommen (eerder bericht hier).  NMBS heeft in december 2005 een bodemprocedure tegen TPG aanhangig gemaakt waarin zij (onder meer) vordert dat TPG zal worden veroordeeld tot het betalen van dwangsommen ten bedrage van EUR 8.550.000 door het gebruik van het teken GLOBALPACK, dat sinds maart 2005 wordt gebruikt door TPG).   

TPG vordert in de onderhavige procedure dat NMBS zal worden verboden het kort geding vonnis van 10 juni 2005 te executeren, voor zover die executie is gebaseerd op de stelling dat TPG niet heeft voldaan aan het opgelegde inbreukverbod van het dictum, met name voor wat betreft het gebruik van GLOBALPACK.

Tijdens het kort geding zou het gebruik van het merk GLOBAL PACK door TPG niet ter sprake zijn geweest, terwijl NMBS daarvan wel op de hoogte was of had kunnen zijn.

Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechte levert het gebruik van het merk GLOBAL PACK geen inbreuk op op het merk WORLDPACK. De vraag of de enkele omstandigheid dat het gebruik van GLOBALPACK niet aan de orde is geweest al moet voeren tot de slotsom dat een dergelijk gebruik niet valt onder het dictum, behoeft volgens de voorzieningenrechter dan ook geen beantwoording.

De voorzieningenrechter oordeelt in rechtsoverweging 4.3:  “Weliswaar is er duidelijke begripsmatige overeenstemming tussen  ‘Global’en  World’ maar de visuele en auditieve verschillen tussen WORLDPACK en GLOBALPACK zijn dermate groot dat zij tegen die begripsmatige overeenstemming opwegen, met als gevolg dat de totaalindruk van het teken zodanig met die van het merk verschilt dat verwarring bij het publiek niet te duchten valt.”

De executie van het vonnis van 10 juni 2005 wordt derhalve geschorst voor zover die betrekking heeft op het gebruik van GLOBALPACK, totdat in de bodemzaak een onherroepelijke beslissing terzake zal zijn genomen.   

Lees het vonnis hier

N.B: Bericht op webstte TPG: "Internationaal Pakket vervangt Worldpack. Per 1 oktober 2005 heeft TPG Post de naamgeving van Worldpack Basic en Worldpack Special veranderd in Internationaal Pakket Basis  respectievelijk Internationaal Pakket Plus. De oude namen worden per 1 oktober 2005 niet meer gebruikt."

IEF 1854

Stuntachtige uitstalling

Gerechtshof 's-Gravenhage, 30 maart 2006, LJN: AV7814. Jt International Company Netherlands B.V. &  Major Tom B.V. tegen De Staat Der Nederlanden. 
 
Strijd met het reclameverbod in de Tabakswet door ambulante verkoop sigaretten door deze te presenteren in doorzichtige rugzakken.

Bij een dergelijke presentatie is, naar het voorlopig oordeel van het hof, geen sprake van reguliere presentatie door middel van het tonen tegen een neutrale achtergrond. Ook als deze wijze van presenteren al voorkwam voordat de Tabakswet in werking trad, is zij voor tabaksproducten in het algemeen niet regulier, omdat tabaksproducten niet gewoonlijk op evenementen door tussen de bezoekers wandelende, opvallend geklede verkopers vanuit een doorzichtige rugzak worden aangeboden, en is zij voor de betreffende ambulante verkoper niet regulier omdat hij de andere producten in de rugzak aanzienlijk veel minder opvallend (op duidelijk andere wijze) presenteert.

De verkoop vindt evenmin plaats tegen een neutrale achtergrond, nu de zichtbare achtergrond van de te verkopen pakjes sigaretten wordt gevormd door (nagenoeg) alleen andere prominent aanwezige sigarettenpakjes met hetzelfde uiterlijk en merk tezamen met een opvallend geklede verkoper. Op die wijze is niet slechts de verkoper opvallend tussen de potentiële kopers aanwezig, maar wordt ook het tabaksproduct tegen een opvallende achtergrond gepresenteerd. Een en ander tezamen vormt een stuntachtige uitstalling van de tabaksproducten.

Het belang van Major Tom om in strijd met de wet de verkoop van tabaksproducten te bevorderen, is geen belang dat tegenover het belang van de Staat om de wet te handhaven (ook) voordat de bestuursrechter een uitspraak heeft gedaan, bescherming verdient.

Lees het arrest hier.

IEF 1853

Graag problemen oplossen (2)

Nootje mr. N.E.D. Faber in JOR 2006/86 bij Rechtbank Utrecht, 30 november 2005, UN AU7468, Th. C.J.A. van Engelen tegen Ventoux Advocaten B.V. (eerdere berichten hier).

”Vormt “het vragen naar de bekende weg” een voldoende belang voor het verkrijgen van een verklaring voor recht? Het antwoord luidt (uiteraard) ontkennend. (…) Opmerking verdient voorts dat het voor de wijze waarop een recht op een merk moet worden geleverd, in het geheel niet relevant is of het recht als een registergoed moet worden aangemerkt. Art. 3:89 BW mist in casu toepassing. Het recht op een merk kan blijkens de toepasselijke wettelijke regeling worden geleverd bij onderhandse akte.

Dat het notariaat zou weigeren een akte van levering in notariële vorm te verlijden, is niet serieus te nemen. (...) De notaris heeft ter zake een ministerieplicht. Al met al betreft het hier een onzinnige procedure. Ik kan slechts hopen dat partijen in het vonnis van de rechtbank berusten en dat de kwestie het Hof Amsterdam bespaard zal blijven!"