Nu Wij
Leuk genoeg om veel uit te citeren: bericht uit BN/DE Stem: "Wij willen niet met politiek geassocieerd worden. We willen er alleen over bouwen.“ Het onafhankelijk raadslid Jan van de Water heeft het met de oprichting van de politieke partij Wij verbruid bij bouwclub Wij. Voorzitter Christ Alleman: „Officieel heten wij Koninklijk Erkende Bouwclub Wij, maar in de volksmond spreekt iedereen over Wij. We zijn al 35 jaar wereldberoemd in Bergen op Zoom. Het gevaar bestaat nu dat onze naam in de politiek terechtkomt en dat we op den duur als een en dezelfde organisatie worden gezien. En dat willen wij absoluut niet hebben.“
“We hebben het netjes bij hem aangekaart, vriendelijk verzocht het niet te doen, maar hij had er geen boodschap aan. Het toont maar weer eens aan dat de politiek gewoon overal het schijt aan heeft. Van de Water trekt zich er inderdaad niet van aan. Want, zegt het raadslid, formeel staat de partij in haar recht. „Wij hebben nagevraagd of de naam in het kader van het merkenrecht geregistreerd was. Dat was niet het geval, dus mogen we die naam gebruiken.“
Overigens sluit Van de Water niet uit dat zijn partij in het kader van de verkiezingscampagne een andere naam zal gebruiken.„Bijvoorbeeld Nu Wij!. Dat zou het probleem kunnen oplossen.“ Meteen dient zich dan overigens het volgende probleem aan: er bestaat al een jongerengroep die Nu Wij heet. Lees hier meer.
De tegenpartij te hinderen
Vonnis niet gezien, wie het heeft mag het mailen, maar de Tubantie bericht dat Foto Konijnenberg B.V. uit Den Ham van de voorzieningenrechter in Almelo niet langer gebruik mag maken van haar websites met de domeinnamen https://www.naneupro.nl en https://www.naneupro.be. Het kort geding was aangespannen door concurrent Cameranu.nl uit Urk en licentiegever de Amerikaanse vennootschap Naneu Enterprise Inc. uit de staat Florida. Het Amerikaanse bedrijf heeft aan Cameranu uit Urk de exclusieve distributierechten van de Naneu Pro-producten voor de gehele Benelux verstrekt.
“De rechter heeft bepaald dat hoewel Konijnenberg geen inbreuk maakt op een handelsnaam - de naam is nog niet geregistreerd bij het Benelux Merkenbureau - er wel sprake is van onrechtmatig handelen: het gebruik van de domeinnamen kan naar het oordeel van de rechter de suggestie wekken dat deze websites afkomstig zijn van Naneu of haar Benelux-distributeur Cameranu, of dat Naneu op enige wijze in relatie staat tot Konijnenberg.”
Cameranu is op haar beurt door de rechter op de vingers is getikt wegens het gebruik van de website met de domeinnaam konijnenberg-foto.nl. “Het verweer van Cameranu dat ze deze domeinnaam niet actief gebruikt, is voor de rechter niet afdoende. ‘Het betreft hier een geval van oog om oog, tand om tand, jij hindert mij, ik hinder jou’, aldus de rechter. Het gebruik van de domeinnaam is puur bedoeld om de tegenpartij te hinderen en is derhalve volgens de rechter onrechtmatig. De kosten voor het proces moeten door de twee in het ongelijk gestelde partijen betaald worden.” Lees hier meer.
Op tachtig meter hoogte
"Dineren op tachtig meter hoogte, dat kan eenmalig in de Vestedatoren. De luxe, negentig meter hoge woontoren van architect Jo Coenen kan nog wat promotie gebruiken, vandaar dat verhuurder Vesteda samen met de Eindhovense Suit Club op 3 december een avondje ’op niveau’ organiseert” (..) Eindhovenaar Martie Dekkers is overigens not amused met het eenmalig restaurant op hoogte. Hij is de man die twee jaar terug in de Tilburgse woontoren West Point (141,6 meter) vier maanden een ’panoramarestaurant’ uitbaatte. Ook om mensen kennis te laten maken met de hoge flatwoningen. „Vesteda maakt onrechtmatig gebruik van mijn idee. Dat geeft geen pas. Dekkers zegt een jurist in de arm te nemen die gaat onderzoeken of de verhuurder het auteursrecht schendt."
Vesteda ontkent alles. "Dit gebeurt vaker in hoge woontorens." Volgens de Suit Club zou het een gat in de markt zijn, een restaurant op hoogte. Lees hier meer (Eindhovens Dagblad). Overigens lijkt de toren zelf ook niet helemaal nieuw en oorspronkelijk. Hier en hier.
Normschending accepteren
In zijn redactioneel in het NJB van afgelopen vrijdag filosofeert Coen E. Drion naar aanleiding van het plan om een heffing te gaan leggen op MP3-spelers over de logica achter het heffingswapen. Drion ziet onder andere mogelijkheden voor een zwartrijdheffing , een fietsendiefstalheffing, een criminaliteitsheffing en een internetheffing.
“Waarom eigenlijk niet? Het zijn toch allemaal systemen waarbij de misdragingen van de ‘slechte’ – tenminste deels - ten laste van de portemonnee van de ‘goede’ worden gebracht? Zou het kunnen zijn dat de mate van (waarschijnlijkheid van) verzet tegen dit soort maatregelen recht evenredig samenhangt met de mate waarin wij participeren aan de normschending? (…) we vinden een softwareheffing misschien wel te pruimen omdat we (bijna) allemaal zo nu en dan kleine softwarepiraten zijn.
Als dat zo is, dan werpt dat een principiële vraag op. Zijn we met dit soort heffingsideeën, althans die ideeën op dit terrein die we met z’n allen toch wel een beetje aantrekkelijk lijken te vinden, niet eigenlijk bezig om de normschending te accepteren, althans daarop een typisch Nederlands gedoogbeleid te formuleren? Zijn we daarmee niet eigenlijk stilletjes de norm zelf aan het verwerpen? En als dát zo is, waarom praten we dan niet over het formuleren van andere normen (zoals dat nu wel eindelijk gebeurt in de sfeer van de soft drugs, na de meest recente ommezwaai van de VVD)?
Laat ik het maar ferm zeggen: volgens mij is het van tweeën een. Ófwel we zijn bereid om de discussie aan te gaan over het bijstellen van de normen en werken dan met –bijvoorbeeld - een heffingssysteem om de nadelige gevolgen voor derden op te vangen ófwel we blijven met onze tengels af van die al te eenvoudige heffingsideeën omdat we de achterliggende normen willen handhaven. Algemene heffingen en normschendingen gaan niet samen.” Lees hier meer.
De volwassen man
Vers op rechtspraak.nl: Voorzieningenrechter Rechtbank Haarlem, 22 november 2005, LJN: AU6584, KG ZA 05-532. General Media Communications tegen Horeca Exploitatie Maatschappij “Tamarinde.”
Seksclub Penthouse Haarlem maakt geen inbreuk op het merk van het gelijknamige tijdschrift Penthouse Magazine nu de waren en diensten niet soortgelijk worden geacht en Penthouse Magazine ook niet aannemelijk heeft gemaakt dat het bordeel door het gebruik van deze naam voordeel trekt uit de bekendheid en reputatie van het merk PENTHOUSE. Ook de handelsnaam van het bordeel vormt geen inbreuk op het merk van Penthouse Magazine.
"General Media begeeft zich naar eigen zeggen met haar productie en distributie van erotische waren en diensten op het gebied van “adult entertainment” en omschrijft daarbij haar doelgroep als de volwassen man op zoek naar erotische ontspanning. Hoewel gezegd kan worden dat dit gebied en deze doelgroep overeenstemmen met die van Tamarinde, is daarmee de soortgelijkheid van de waren en diensten niet gegeven. Immers, de aanschaf van een tijdschrift dan wel het bezoeken van een aan dat tijdschrift gelieerde internetsite, kenmerkt zich door een hoge mate van anonimiteit, passiviteit en laagdrempeligheid, terwijl het daadwerkelijk brengen van een bezoek aan een bordeel die kenmerken in aanzienlijk mindere mate bezit. Voorstelbaar is dat de volwassen man die een tijdschrift als Penthouse koopt, op zoek is naar een andere vorm van erotische ontspanning dan de volwassen man die een bordeel bezoekt." Lees het vonnis hier.
Belgische brillen
Arrest van het Hof van Beroep (1e kamer) Antwerpen van 18 oktober 2005. Aardig Belgisch arrest. Theo tegen Eye Specials International. Inbreuk op 17 brilmonturen wordt door het Hof aangenomen. Materiële schadevergoeding is gelijk aan de prijs van de ongeoorloofde nabootsingen vermenigvuldigd met het aantal reeds verhandelde exemplaren.
De feiten van de procedure zijn als volgt. Theo heeft ontdekt dat Eye Specials International identieke kopieën van haar brilmonturen in België en in de Benelux op de markt verhandelde onder de naam ‘IYOKO INYAKE’. Theo heeft daarop een beschrijvend beslag laten leggen bij dit bedrijf. Uit het verslag van 9 augustus 2002 blijkt dat de deskundige van oordeel is dat 18 modellen uit de collectie van geïntimeerde inbreuk maken op de brilmonturen van Theo. Uit het verslag blijkt dat Eye Specials International tenminste 6400 exemplaren van de ongeoorloofde nabootsingen heeft verhandeld. Eye Specials International heeft zich verzet tegen het beslag. De beslagrechter heeft bij beschikking van 21 november 2002 geoordeeld dat het beslag op 15 van de 18 modellen gerechtvaardigd is en heeft het beslag op de overige modellen opgeheven.
Theo haalt in eerste aanleg nog bakzeil. De rechtbank wijst de vorderingen van Theo af en de vordering van Eye Specials International gedeeltelijk toe en veroordeelt Theo onder meer tot betaling van een schadevergoeding ten bedrage van € 30.000, = vermeerderd met de wettelijke rente. Het Hof vernietigt het vonnis van de rechtbank.
Theo handhaaft in hoger beroep haar standpunt dat Eye Specials International inbreuk maakt op 18 van de door haar ontworpen brilmonturen. Eye Specials International stelt zich op het standpunt dat de brilmonturen geen auteursrechtbescherming genieten, dat appellante niet heeft aangetoond dat zij rechthebbende is op de brilmonturen en dat er geen sprake zou zijn van inbreuk.
Het Hof stelt in de eerste plaats vast dat wil er sprake zijn van auteursrechtbescherming, er sprake moet zijn van een werk dat oorspronkelijk is, “dat wil zeggen de uitdrukking is van intellectuele inspanning van de auteur, welke voorwaarde onontbeerlijk is om aan het werk het vereiste individuele karakter te geven waardoor een schepping ontstaat.”
Het Hof is van oordeel dat de brilmonturen van Theo wel degelijk originaliteit bezitten. “Weliswaar zijn die brilmonturen samengesteld uit een geheel van kenmerken (2 benen naar de oren, een brug over de neus en 2 glazen) die elk afzonderlijk niet origineel zijn en behoren tot het openbaar domein, maar die kenmerken zijn op dergelijke wijze samengesteld en uitgewerkt dat het resultaat wel degelijk blijk geeft van een intellectuele inspanning van de auteur.”
Het Hof stelt dan per brilmontuur vast (lange uitspraak) wat de auteursrechtelijk beschermde elementen zijn. Op het brilmontuur MATURE na (vanwege het bestaan van het oude brilmontuur SMART) is het Hof van oordeel dat de brilmonturen oorspronkelijk zijn.
Het Hof acht het voldoende bewezen dat Theo de titularis is van de ingeroepen auteursrechten (het Hof stelt vast dat de naam “THEO vermeld is op de brilmonturen waarvan de appellante de auteursrechtelijke bescherming inroept. Bij toepassing van artikel 6, al. 2 (Belgische) auteurswet kan de appellante bijgevolg worden vermoed auteur te zijn van deze brilmonturen’. Ook het verweer van geïntimeerde dat de natuurlijke persoon Patrick Hoet de auteursrechten toekomt, baat haar niet. De ontwerper heeft de vermogensrechten op de vormgeving van de brillen (met inbegrip van het recht om in rechte op te treden tegen inbreuken) overgedragen aan Theo.
Ten aanzien van 17 modellen wordt inbreuk aangenomen. “Er is sprake van namaak van zodra elementen of zelfs één van de elementen die de originaliteit van een werk uitmaken, worden overgenomen in een later werk. Bij de beoordeling van de eventuele daad van namaak moet er eerder rekening gehouden worden met de punten van gelijkenis dan met de punten van verschil. Er moet worden uitgegaan van een globale indruk die wordt gewekt”.
Het Hof is bovendien van oordeel dat er sprake van is dat Eye Specials International te kwader trouw heeft gehandeld. Het Hof refereert daarbij aan het slaafse karakter van de ongeoorloofde nabootsingen en de bijkomende omstandigheden zoals goedkope productie in Azië, minderwaardige materialen, vergelijkbare verkoopprijs, omzet etc. Daarnaast is onder meer komen vast te staan dat Eye Specials International in haar catalogus het model BIOVAL van Theo heeft afgebeeld in plaats van een afbeelding van de nabootsing.
De verbodsvordering en verbeurte verklaring van de ongeoorloofde nabootsingen wordt door het Hof toegewezen. Volgens het Hof komt aan appellante een materiële schadevergoeding toe die gelijk is aan de prijs van de ongeoorloofde nabootsingen vermenigvuldigd met het aantal reeds verhandelde exemplaren. Het Hof komt dan uit op een schadevergoedingsbedrag van € 241.177,42. Het Hof wijst bovendien een bedrag van € 50.000, = toe wegens immateriële schadevergoeding en vergoeding kosten procedure. Ook wordt geïntimeerde bevolen het arrest te publiceren in een aantal kranten en weekbladen. Lees het arrest hier.
Experiment met online gokken (II)
Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de kansspelen ligt nu bij de Tweede Kamer. IEForum berichtte al eerder dat het Kabinet Holland Casino heeft uitverkoren om als proefkonijn kansspelen via het internet te organiseren. Het wetsvoorstel biedt een grondslag om bij vergunning voorwaarden te stellen aan de te organiseren spelen. Zo dienen spelers zich vooraf te laten registreren en komt er een leeftijdsbegrenzing en een speellimiet. Een spelverbod moet kunnen worden ingesteld. Ook dient het mogelijk te zijn voor de speler om een maximum verlieslimiet in te stellen. De vergunninghouder moet ook informatie verschaffen over hulp bij kansspelverslaving. Voor de toelichting op het wetsvoorstel verwijst IEForum naar de Memorie van Toelichting
Klompendans
Rechtbank ‘s-Gravenhage, 22 november 2005, KG 05/1249. Evereenigde Speelgoedindustrieën Elcee-Haly tegen Klompenfabrik Bijhuis. Vonnis met veel plaatjes en een uitkomst die je op je klompen voelt aankomen.
Eiser Elcee-Haly is fabrikant van pluchen artikelen en brengt sinds 2003 de ‘Cloggy’ op de markt, een gele pluchen pantoffel in de vorm van een Oud-Hollandse boerenklomp voorzien van een boerenmotief uitgevoerd in de kleuren zwart en rood, waarvan het uiterlijk in 2003 als Benelux en Gemeenschapsmodel is geregistreerd. Nijhuis brengt sinds medio 2005 een gele pluchen pantoffel in de vorm van een Oud-Hollandse boerenklomp op de markt die grote gelijkenis vertoont met die van Elcee-Haly.
Elcee-Haly meent dat Nijhuis inbreuk maakt op de Elcee-Haly’s modelrechten. Bovendien zou er sprake zijn van slaafse nabootsing. Nijhuis is echter gaan graven in de modelregisters en heet een eerder gelijkend modeldepot gevonden ten name van de firma Intermedium B.V. Op basis hiervan acht de rechtbank de modellen van Elcee-Haly niet nieuw en worden alle op de modelrechten gebaseerde vorderingen afgewezen.
Ook de vordering op basis van slaafse nabootsing treft geen doel. Een klomp is een klomp, aldus de rechtbank: “In de eerste plaats is aan twijfel onderhevig of het gebruik van het aloude en alom bekende model van de Hollandse klomp voor -met name voor toeristen- hanteerbaarder schoeisel als een pantoffel al als voldoende origineel en onderscheidend heeft te gelden. Doch voorzover dat al het geval zou zijn, is Elcee niet degene die dat concept als eerste heeft bedacht en verhandeld. In verband met het vorenstaande kan het product van Elcee, voorzover het betreft een pluchen pantoffel in de vorm van een klomp, niet gelden als een product met voldoende onderscheidend vermogen dat een eigen positie op de markt inneemt, laat staan dat dit zou moeten leiden tot het -in feite- aan Elcee verschaffen van een monopolie op de verhandeling daarvan.”
Lees het gehele vonnis hier.
Voor meerderlij uitleg vatbaar
Rechtbank Alkmaar, 17 november 2005, KG 05-408. Mr. Boddaert, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Plyboo Bamboo Design & Products B.V. / Doen Participaties B.V. tegen Shiva Holding B.V. / Charles Younge’s Holding B.V. Vallen de merkenrechten Plyboo onder de failliete boedel van Plyboo of niet?
De curator is in onderhandeling met Moso B.V. inzake de verkoop van goederen van de failliete boedel van Plyboo. Charles Younge’s en Shiva zijn beiden voor de helft rechthebbende op een Gemeenschapsmerk, een Benelux beeldmerk en een Benelux woordmerk. De curator vordert kort gezegd dat Charles Younge’s en Shiva hun medewerking moeten verlenen aan overschrijving van de Plyboo-merken en een verbod tot het gebruik ervan.
Op 22 september 1999 hebben Plyboo enerzijds en Charles Younge’s en Shiva anderzijds een licentieovereenkomst gesloten. Hierbij is aan Plyboo een exclusieve licentie verleend voor het gebruik van het woordmerk ‘PLYBOO’ en beeldmerk ‘PLYBOO’. De overeenkomst is aangegaan voor onbeperkte duur. In het geval van faillissement van Plyboo zou de overeenkomst van rechtswege ontbonden worden.
Op 28 mei 2002 is tussen Plyboo, Doen Participaties, Shiva en Charles Younge’s een zogenaamde ‘Subscription and Shareholders Agreement’ gesloten. Reden daarvoor was de toetreding van Doen Participaties als aandeelhouder (en financier) tot de vennootschap Plyboo. De enige aandeelhouders van Plyboo waren tot die tijd Shiva en Charles Younge’s. In de overeenkomst is, voorzover van belang, het volgende vermeld:
“Article 11. Intellectual Property
Schedule 6 sets fort an accurate, correct and complete list of a) all servicemarks, tradenames, copyrights and any other intellectual property rights (if any) and applications for registration of any of the foregoing (the ‘Intellectual Property Rights’), owned, used or planned to be used by the Company in connection with the Business, and b) all written agreements relating to the Intellectual Property Rights which the Company has licensed from or to a third party.The Intellectual Property Rights are registered in the name of, legally and beneficially vested in and the property of the Company.No further intellectual property rights or licenses are required by the Company to conduct the Business as presently conducted or as currently planned in order to avoid conflicts with or infringements upon the rights of others and no such conflict or infringement currently exists”.
De curator c.s. stelt zich op het standpunt dat Charles Younge’s en Shiva zich bij voornoemde overeenkomst hebben verbonden om de merken PLYBOO over te dragen aan Plyboo en deze ook ten name van Plyboo in te schrijven in het Benelux Merkenregister. Charles Younge’s heeft dit standpunt bestreden. Volgens haar is er geen sprake van een verbintenis tot overdracht. Shiva is niet in de procedure verschenen.
De Voorzieningenrechter oordeelt dat “de genoemde bepalingen van de overeenkomst, in onderling verband en samenhangend beschouwd, voor meerderlij uitleg vatbaar zijn en biedt de tekst van deze bepalingen als zodanig onvoldoende houvast voor zowel het standpunt van de curator c.s. als dat van Charles Younge’s.” De Voorzieningenrechter acht “bewijslevering noodzakelijk om te kunnen beoordelen welke van de in de verklaringen weergegeven versies van de gebeurtenissen rondom het sluiten van ‘Subscription and Shareholders Agreement’ de juiste is.” De Voorzieningenrechter weigert de gevorderde voorzieningen. Ook de gevorderde voorzieningen ten aanzien van de niet verschenen Shiva worden geweigerd. Nu Shiva voor de helft eigenaar is van de merken Plyboo zal de curator met een toewijzing van de vordering tegen Shiva niet veel kunnen. Alleen met medewerking van Charles Younge’s kan Shiva de merkrechten aan de curator overdragen.
De eis in reconventie van Charles Younge’s, kort gezegd dat het de curator op straffe van een dwangsom zal worden verboden om gebruik te maken van de aanduiding PLYBOO danwel van andere woord- en beeldmerken van Charles Younge’s wordt afgewezen. De toewijzing van het gevorderde verbod zou met zich meebrengen, dat het de curator praktisch onmogelijk zal worden gemaakt zijn wettelijke taken als curator naar behoren te vervullen. Lees het vonnis hier.
Downloaden voor het goede doel
Op 29 november is op de website www.downloadday.nl voor één dag gratis muziek te downloaden van nationale en internationale artiesten. Het initiatief is afkomstig van Novib en download.nl. Met de actie willen de organisaties aandacht vragen voor eerlijke handel: na het binnenhalen van de download wordt de downloader gervraagd een petitie te ondertekenen voor eerlijke handel. De liedjes worden beschermd door een Digital Rights Management systeem wat ervoor zorgt dat elke download maximaal vijf keer te beluisteren is.