Rechtsmacht
Wat ouder, maar vers op rechtspraak.nl: Gerechtshof 's-Gravenhage, 24 maart 2005, 00/1018, LJN: AU6180. Parteurosa tegen Fokker c.s. Rechtsmacht Nederlandse rechter en vernietiging Europees octrooi Parteurosa c.s. voor zover verleend voor Nederland. Even kort wat rechtsoverwegingen:
“Niet duidelijk is daarom en door Parteurosa c.s. is ook niet duidelijk gemaakt, hoe een aanvulling van het octrooischrift kan worden geformuleerd, waardoor de grenzen van de bescherming (na het wegvallen van de hoofdconclusie) met voldoende duidelijkheid worden getrokken. De door Parteurosa c.s. verdedigde nieuwheid en inventiviteit van de verschillende onderwerpen doen in dit verband niet ter zake. Slotsom van het voorgaande is dat partiële vernietiging van het octrooi niet toelaatbaar is gebleken en dat het octrooi in zijn geheel moet worden vernietigd.
Slotsom van het voorgaande is ook, dat het inbreukverbod en de vordering tot schadevergoeding voor wat betreft Nederland door de rechtbank terecht zijn afgewezen, wat er ook zij van de overwegingen van de rechtbank…Met betrekking tot het gevorderde inbreukverbod voor de andere gedesigneerde landen en de vordering tot schadevergoeding wegens gepleegde inbreuk aldaar, overweegt het hof het volgende. De enkele omstandigheid dat er serieuze aanwijzingen bestaan, dat een buitenlands gedeelte van een Europees octrooi nietig is, behoeft de Nederlandse rechter niet te weerhouden van een oordeel omtrent een gestelde inbreuk op dat octrooi door een partij te wier aanzien hij (overigens) rechtsmacht bezit, nu een eenmaal verleend octrooi geldigheid bezit, zolang het niet is nietig verklaard of vernietigd.Het hof zal mitsdien onderzoeken of de door Fokker op de markt gebrachte constructie inbreuk maakt op de in andere landen geldende conclusie 1 van het octrooi.
…Met grief VI stellen Parteurosa c.s. de bevoegdheid van de Nederlandse rechter aan de orde om te oordelen over de reconventionele vordering van Fokker c.s. met betrekking tot de niet-inbreuk van de nieuwe constructie van Fokker c.s. in alle gedesigneerde landen. Hieromtrent oordeelt het hof als volgt… Het hof kan Fokker c.s. hierin niet volgen. Parteurosa c.s. immers stellen, dat een bepaalde constructie van Fokker c.s. inbreuk maakt op het octrooi. Die vordering is gegrond op het octrooi en de gestelde inbreuk met die bepaalde constructie. Fokker c.s. vorderen een verklaring voor recht, dat een andere constructie, die zij voornemens zijn in de toekomst te gaan vervaardigen, geen inbreuk maakt op het octrooi. Die tegenvordering is gegrond op het octrooi en de gestelde niet-inbreuk van die andere constructie. Niet gezegd kan daarom worden, dat de tegeneis van Fokker c.s. voortspruit uit het rechtsfeit, waarop de oorspronkelijke eis van Parteurosa c.s. is gegrond.
De derde grief van Fokker c.s. in het incidenteel appèl is gericht tegen het oordeel van de rechtbank met betrekking tot artikel 16, lid 4 EEX. Fokker c.s. vorderen een verklaring voor recht dat Parteurosa c.s. aan het octrooi geen rechten kan ontlenen jegens Fokker c.s. in alle overige gedesigneerde landen. Deze vordering kan slechts worden toegewezen indien komt vast te staan, dat het octrooi in ieder van de desbetreffende landen nietig is. Het oordeel over de geldigheid van een octrooi in een bepaald land is, ingevolge genoemd artikel 16, lid 4 EEX, voorbehouden aan de rechter in dat land.
Mitsdien kan het hof niet vaststellen (ook niet alleen tussen partijen, zoals door Fokker c.s. betoogd), dat het octrooi in ieder van de desbetreffende (andere) landen nietig is. Hoogstens kan het hof vaststellen, dat op gronden als in het tussenarrest en in dit arrest uiteengezet, er serieuze aanwijzingen bestaan dat het octrooi in andere landen dan Nederland zal worden vernietigd of nietig verklaard, indien aldaar dezelfde (of andere zwaarwegende) argumenten tegen het octrooi worden aangevoerd, als thans door Fokker c.s. zijn aangevoerd. Dergelijke serieuze aanwijzingen zijn evenwel onvoldoende om de vordering toe te wijzen.” Lees het arrest hier.
Goedzakken
Klinkt als de ideale wederpartij: “Wat is dat toch met advocaten en Hyves? Hebben we net die sympathieke clown afgeschud, hangt de volgende advocaat aan de lijn! Ditmaal is de opdrachtgever Schoolbank.nl. Of we Schoolbank niet meer willen noemen, op straffe van gerechterlijke stappen, dwangsom en schadeclaims. Dit verbaast ons. Toen we onze scholen functie introduceerden was het heel makkelijk geweest om een persbericht te sturen met als titel "Hyves valt Schoolbank aan"…Maar dat vonden we eigenlijk te makkelijk. Dus beperkten we ons tot een berichtje op Hyves met Schoolbank meets Hyves, bedoeld als uitleg.
Maar als dat ook teveel is, zullen we proberen om schoolbank helemaal niet meer te noemen, goedzakken als we zijn. En we zullen al helemaal niet zeggen dat we het apart vinden dat Schoolbank via advocaten communiceert terwijl we toch niet moeilijk te vinden zijn.Aldus beloofden we plechtig, maar niet nadat we bezorgd naar de nachtrust van de Schoolbankiers hadden geinformeerd.
Gelukkig schijnen de heren nog redelijk te slapen, volgens hun advocaat. Ps: Niets ten nadele van het advocatenkantoor trouwens, SOLV is 1 vd beste internetkantoren van Nederland!” Lees hier meer.
Blijvend in prijs verlaagd
Is de slogan 'blijvende prijsverlagingen' misleidend? Een consumentenprogramma van TV Gelderland (Hallo Gelderland) dient een klacht in bij de Reclame Code Commissie over de slogan 'blijvende prijsverlagingen' waar verschillende supermarkten de laatste tijd mee adverteren. Uit onderzoek van de redactie van de omroep is gebleken dat (benaderde) supermarkten aangeven dat producten nooit blijvend in prijs verlaagd kunnen worden. Supermarkten zouden de slogan 'blijvende prijsverlagingen' dan ook niet mogen gebruiken in hun reclame-uitingen, aldus Hallo Gelderland. Lees het persbericht hier.
Eenvoudige herhaling
Voorzieningenrechter Arnhem, 10 november 2005, Syncera de Straat B.V. tegen Synthese c.s. In deze zaak gaat het om aanbestedingsbestekken die in opdracht van gemeenten worden opgesteld door adviesbureau´s. In deze bestekken worden onder meer het object van aanbesteding en de selectie- en gunningcriteria omschreven.
De Voorzieningenrechter vindt dat de bestekken van eiseres Syncera niet in aanmerking komen voor de 'normale' auteursrechtelijke bescherming, omdat ze een onvoldoende eigen karakter zouden hebben. De inhoud van de bestekken zou grotendeels functioneel en zakelijk van aard zijn. Bovendien zou de inhoud op grond van het Europese aanbestedingsrecht grotendeels vastliggen, waardoor ook geen sprake is van een persoonlijk stempel van de maker.
Gelukkig voor Syncera zorgt het vangnet van de geschriftenbescherming voor een auteursrechtelijk zachte landing. De bestekken zijn op schrift gesteld en openbaar gemaakt of bestemd om openbaar gemaakt te worden, omdat ze zien op een openbare Europese aanbestedingsprocedure en worden verstrekt aan geïnteresseerde inschrijvers en/of opdrachtgevers ( i.c. kan aansluiting worden gezocht bij hetgeen in jurisprudentie over juridische teksten is bepaald).
Er is bovendien onmiskenbaar sprake van een overeenstemmende totaalindruk tussen het bestek van gedaagden en het bestek van Syncera: grote stukken tekst, inclusief taal- en of schrijffouten, stemmen nagenoeg woordelijk overeen en vormgeving, opmaak en indeling vertonen grote gelijkenis. Van toeval kan geen sprake zijn: Synthese c.s. hebben ter zitting zelf verklaard aan het door Syncera ter beschikking gestelde elektronische bestand hebben 'geschaafd'. Dat sprake is van inbreukmakende ontlening door eenvoudige herhaling staat dan ook vast voor de voorzieningenrechter. Lees het vonnis hier. (Met dank aan Vivien Rörsch, De Brauw Blackstone Westbroek)
Kopieergedrag
Politie: Kopieergedrag autobranden de kop in drukken. De politie neemt de autobranden in de Rotterdamse Vreewijk zeer serieus, omdat het gaat om „enig kopieergedrag” van de rellen in de Franse steden. Dit soort incidenten moet je de kop indrukken, zei een politiewoordvoerder maandag. Ook maandag houden agenten de wijk extra in de gaten. Lees hier meer.
Kort door de bocht
Noot bij Vrz. Rb. Rotterdam 21 juli 2005 (BREIN c.s. tegen Directwarehouse), K.J. Koelman, AMI 2005, p. 211-214: Een uitvoerige motivering is in kort geding niet nodig. Maar het gaat wel erg kort door de bocht om, zoals deze rechter doet, een wetsartikel in een vonnis te kopiëren en vervolgens te concluderen dat daaruit volgt dat de vorderingen toewijsbaar zijn. De feiten zijn als volgt: op de meeste commercieel uitgebrachte dvd’s staan de films zodanig versleuteld, dat zij alleen kunnen worden afgespeeld op dvd-spelers waarin de juiste sleutels en decryptie-algoritmes zijn ingebouwd. (...) Gedaagde verkocht software waarvan de maker blijkbaar langs andere weg beschikking had gekregen over de sleutels en daarom niet contractueel gebonden was om maatregelen te nemen die het maken van ontsleutelde digitale kopieën belemmeren. Met deze software konden films op een pc worden gedecrypteerd. Als de films eenmaal zijn ontcijferd, is het een koud kunstje om ze in ontsleutelde vorm op de computer vast te leggen.
De rechter oordeelt dat het aanbieden van de software onrechtmatig is op grond van art. 29a Aw. Maar hij gaat niet na of de betreffende beveiliging wel valt onder de definitie van ‘technische voorzieningen’ van art. 29a lid 1 Aw. Als dit niet het geval zou zijn, zou de bepaling niet van toepassing zijn. Het probleem is nu dat niet duidelijk is welke technische beveiligingssytemen eronder vallen. De wetstekst kan suggereren dat de bepaling iedere door de rechthebbende aangebrachte beveiliging beschermt. De toelichting bij de wet impliceert daarentegen dat alléén technische voorzieningen die een handeling verhinderen die als verveelvoudigen of openbaar maken kan worden gekwalificeerd, op bescherming kunnen rekenen.[3] De vraag is dan of de techniek waar het hier om gaat zo’n handeling belet. Lees de hele noot hier.
De Auteurswet gewijzigd
De Auteurswet gewijzigd: Artikel 29a Aw (bescherming van technische voorzieningen), K.J. Koelman, AMI 2005, p. 197-200: Bij wet van 18 augustus 2004, Stb. 2004, 410 (wetsvoorstel 28 482) is de Auteurswet op een aantal punten ingrijpend gewijzigd. Vanaf AMI 2005/2 wordt telkens één nieuw of gewijzigd wetsartikel onder de loep genomen. In deze aflevering staat artikel 29a Aw over de bescherming van technische voorzieningen centraal.
Omdat iedereen met een computer relatief goedkoop en gemakkelijk exacte kopieën kan maken, zou het auteursrecht wegspoelen door het ‘elektronisch vergiet’. Auteursrechthebbenden zouden daarom een steun in de rug verdienen en die kregen ze met de bescherming van technische voorzieningen. Dit zijn technieken waarmee wordt gecontroleerd wat een gebruiker met een werk kan doen – zo kan kopiëren technisch worden verhinderd. In de eerste Europese voorstellen werd slechts het maken of aanbieden van omzeilingsmiddelen voor dergelijke technieken verboden. Maar omdat de WIPO-verdragen voorschrijven dat de handeling van het omzeilen moet worden aangepakt, richt de aangenomen Auteursrechtrichtlijn, en dus ook onze Auteurswet, zich tevens daarop. De Auteurswet verklaart verwijtbaar omzeilen en het maken of aanbieden van omzeilingsmiddelen of diensten tot onrechtmatige daden. De artikelen 19 WNR en 5a Dw doen hetzelfde in de nabuur- en databankrechtelijke context. Lees het hele artikel hier.
In favour of humans (2)

Niet alleen het printen van octrooien wordt ons makkelijker gemaakt (zie eerder bericht hier), het BMB meldt vandaag in een rondgestuurde e-mail dat ook het online register van het Bureau vanaf 1 januari 2006 aanzienlijk wordt verbeterd:
Publicatie via BMB-online gaat dagelijks plaatsvinden (nu maandelijks) ten aanzien van depots, registraties, mutaties en vernieuwingen. Verder zijn de zoekmogelijkheden uitgebreider en de printmogelijkheden beter. Een ander belangrijk voordeel is ook dat verwezen wordt naar Internationale en Europese merken, die geldig zijn in de Benelux. Dit gaat aanvankelijk via een link, maar het is de bedoeling dat deze informatie in de toekomst geïntegreerd wordt. De dagelijkse publicatie op BMB-online geldt met ingang van 1 januari 2006 tevens als de officiële publicatie.
Anoniem domein
Het College Bescherming Persoonsgegevens is van mening dat de registratie van een domeinnaam eenvoudig anoniem moet kunnen, meldt nu.nl. Nut en noodzaak voor algemene toegang tot de gegevens van de beheerder van een internetdomein ontbreken, verklaarde J. Broekema donderdag op zijn voorlaatste dag als lid van het CBP.
Broekema meent dat er geen directe aanleiding is om de domeininformatie voor iedereen beschikbaar te maken zoals de SIDN al jaren doet. Het is volgens het CBP niet de bedoeling dat alles van het ene op het andere moment in een kluis verdwijnt, maar het moet voor belangstellenden eenvoudig zijn om hun persoonsinformatie verborgen te houden.
Of e.e.a. volgens het CPB ook zou moeten gelden voor merk-, model-, en octrooiaanvragen en-registraties blijkt niet uit het bericht. Ook wordt niet duidelijk hoe na de door het CBP voorgestelde aanpassing bijv. merkhouders in staat worden gesteld inbreukmakende domeinnaamhouders op te sporen en te dagvaarden. Lees hier iets meer.
pseudo-anagram
