IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22665
24 april 2025
Uitspraak

Geluidsopname niet meegewogen in wrakingsverzoek wegens bescherming privacy en portretrecht, verzoek afgewezen

 
IEF 22663
24 april 2025
Uitspraak

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

 
IEF 1050

De Huilende Professor

Bericht in het AD: “Bassie kan weer lachen. Tot gisteren hadden ’s lands beroemdste clown en diens acrobatische broer het aan de stok met Voorburger Fenno Werkman over 45 videobanden met de originele opnames van ’Bassie en Adriaan en de huilende professor’ (..) Bassie en Adriaan hebben de rechten in handen van alle opnames van het duo en wilden daarom ook deze banden hebben.” 
 
Filmverzamelaar Werkman zou de banden eind jaren tachtig van een kennis bij een videobedrijf in Hilversum hebben gekregen. Toen hij ze dit jaar op marktplaats.nl zette haalde hij zich de woede op de hals van Adriaan. “Hij belde me op vanuit Spanje en maakte me uit voor rotte vis. Nou, dan schiet ik in de contramine’’, aldus Werkman gisteren tegenover de voorzieningenrechter van de Haagse rechtbank.” Tijdens het kort geding bleek dat Werkman de rechten van de tegenpartij ook helemaal niet betwistte, maar alleen gepikeerd was door de houding van Adriaan. Na overleg werd de zaak vervolgens geschikt. 1000 euro bewaarloon voor Werkmans, die de banden voor vrijdag dient terug te geven aan Bassie en Adriaan. Lees hier iets meer.
 
IEF 1049

Valbescherming misleidend

Voorzieningenrechter Rechtbank Dordrecht, 13 oktober 2005, LJN: AU4279, KG ZA 05-134. Latchways Plc en Eurosafe Solutions BV tegen Kedge Safety Systems BV (KSS) en Consolidated Nederland BV. Misleidende reclame.

Partijen liggen in de clinch of een verankeringsvoorziening voor valbeveiliging bij het werken op het dak van Kedge wel aan de Europese Norm EN 795 van juli 1996 voldoet. Partijen vervaardigen beiden een dergelijk product. Latchways vervaardigt het product Mansafe, dat door middel van schroeven moet worden aangebracht in de dakbeplating. KSS brengt de Kedge op de markt. Dit product wordt bevestigd op/aan de bitumineuze bedekking van het dak. KSS heeft de Kedge door een onafhankelijk instituut (Prüf- und Zertifizierungsstelle im BG-Prüfzert Zentrum für Sicherheitstechnik der Bau-Berufsgenossenschaft Rheinland und Wetsfalen ("ZS") laten testen of deze aan de EN 795 voldoet.

Op basis van van dit onderzoek verkondigt KSS in haar reclameuitingen onder meer "Productsterkte Kedge voldoet aan eisen gesteld in EN 795; getest op diverse daksystemen in praktijkomgeving en testopstellingen door ZS (Zentrum für Sicherheitstechnik, Duitsland), volgens EN 795; Thermische eigenschappen; Gebruikstemperatuur getest bij -20ºC tot +60ºC."

Latchways heeft de Kedge ook laten testen. Volgens deze testresultaten is de Kedge niet zo veilig als KSS doet geloven. Latchways vordert dat de voorzieningrechter KSS zal bevelen iedere overtreding van art. 18 Warenwet in het bijzonder wegens onveiligheid de verhandeling van de Kedge te staken en iedere misleidende mededeling over het product te staken. KSS mag van de voorzieningenrechter geen misleidende mededelingen meer doen over haar product Kedge.

De voorzieningenrechter volgt niet het betoog van Latchways dat de Kedge onveilig is in de zin van art. 18 Warenwet. "De norm van onveiligheid in art. 18, aanhef en onder c Warenwet is niet gerelateerd aan de vereisten van EN 795. Het enkele niet (volledig) voldoen aan de vereisten van EN 795 brengt nog niet met zich dat een product een bijzonder gevaar kan opleveren in de zin van art. 18 Warenwet." Ook al zou er sprake zijn dat het product niet aan alle vereisten van EN 795 zou voldoen, dan betekent dat niet dat het product een bijzonder gevaar oplevert voor de veiligheid als bedoelt in art. 18 Warenwet.

De mededelingen met de strekking dat het product Kedge ook onder praktijkomstandigheden en onder temperaturen van -20ºC tot +60ºC volgens EN 795 is getest acht de voorzieningenrechter misleidend. "Waar tussen partijen niet in geschil is dat, wil een verankeringsvoorziening commercieel verhandelbaar zijn, het relevante publiek verwacht dat deze volgens EN 795 is getest, is
-naar voorlopig oordeel- het openbaar doen van zodanige mededelingen over de Kedge, zonder de juistheid c.q. volledigheid ervan waar te maken, onrechtmatig jegens concurrenten op de markt voor verankeringsvoorzieningen, zoals Latchways en haar Nederlandse distributeurs, zoals Eurosafe." Lees vonnis

IEF 1048

Assens vangnet houdt het niet

Gerechtshof Leeuwarden, 12 oktober 2005, Schneider tegen Cordis. In een octrooigeschil tussen Schneider en Cordis, bedrijven die zich beide bezighouden met het ontwikkelen en op de markt brengen van stents (zeer veel verkochte medische hulpmiddelen voor dotterbehandelingen), werd op 8 juni 2005 door de rechtbank in Den Haag aan Cordis een verbod op octrooiinbreuk opgelegd. Cordis vreesde banenverlies en zelfs noodgedwongen sluiting van haar productiefaciliteiten in Roden als gevolg van de executie van het vonnis door Schneider, en klopte aan bij de voorzieningenrechter in Assen om te vragen om schorsing van de executie hangende de uitkomst van het hoger beroep.

De voorzieningenrechter in Assen oordeelde bij vonnis 23 juni 2005 dat weliswaar geen sprake was van kennelijke misslagen in het vonnis van de Haagse rechtbank, maar dat er toch reden was tot schorsing van de tenuitvoerlegging omdat de gedwongen beëinding door Cordis van de productie in Roden "ernstige en onomkeerbare sociaal-economische gevolgen zal (kunnen) hebben."

Het hof in Leeuwarden is het bepaald niet eens met de voorzieningenrechter in Assen. In zijn arrest van gisteren, 12 oktober, stelt het hof voorop dat geen inhoudelijke beoordeling van het geschil in de hoofdzaak kan plaatsvinden en dat - conform vaste rechtspraak - alleen bij misbruik van de bevoegdheid tot executie ruimte kan bestaan voor staking van de tenuitvoerlegging. Van dergelijk misbruik kan sprake zijn bij een klaarblijkelijke juridische of feitelijk misslag in het vonnis in de hoofdzaak, of indien op grond van na het vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten executie klaarblijkelijk een noodtoestand voor de geëxecuteerde zou doen ontstaan.

Het hof ziet geen klaarblijkelijke misslagen in het vonnis in de hoofdzaak van 8 juni en merkt op dat het niet de taak is van de rechter in een executiegeschil om te onderzoeken of er in het vonnis in de hoofdzaak al dan niet processuele misslagen voorkomen. Alleen bij zodanig vormverzuim dat niet meer gesproken kan worden van een "fair trial" in de zin van art. 6 EVRM zou dan ruimte kunnen bestaan voor een schorsing.

Het hof onderzoekt vervolgens of op grond van na het vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten, executie klaarblijkelijk een noodtoestand voor Cordis zou doen ontstaan. Het hof overweegt dat zij Cordis en Schneider bij het pleidooi in hoger beroep in overweging heeft gegeven om tot een licentie-overeenkomst te komen hangende het hoger beroep in de hoofdzaak, en dat zij daarvoor zelfs het wijzen van arrest met twee weken heeft opgeschort. Op die manier zou het dreigende (mogelijk zelfs algehele) banenverlies bij Cordis kunnen worden afgewend. Schneider had ook laten weten hier niet onwelwillend tegenover te staan. Partijen konden echter niet tot overeenstemming komen en hebben het hof aldus bericht, terwijl volgens het hof niet is gebleken dat de door Schneider aan een licentie verbonden voorwaarden dusdanig belastend waren dat Cordis daaraan redelijkerwijs niet kon of behoefde te voldoen. Onder die omstandigheden meent het hof dat de sluiting van de faciliteiten van Cordis niet zozeer een als gevolg van de executie ontstane noodtoestand is, maar dat "als causa efficiens daarvoor heeft te gelden de daartoe strekkende wilsbesluiten van (de directie) van Cordis."

Ten overvloede merkt het hof nog op dat het beschermen van belangen van derden, zoals werknemers van Cordis, niet behoort te geschieden door middel van het toelaten van inbreuk op het octrooirecht.

Lees hier het arrest van 12 oktober

Lees hier het bericht dat eerder verscheen op IEForum.nl over het vonnis van 23 juni.

IEF 1047

Merkenrechten van de Mens

Kappen nou met dat merkhouder! De wereldtournee van het reizende circus Budweiser-Budvar heeft dinsdag Straatsburg aangedaan, in een geslaagde poging om zelfs het Hof voor de Rechten van de Mens tot een uitspraak te verleiden in de Amerikaans-Tsjechische Herkomstaanduidingenoorlog. Gevolgen voor Nederland zijn terminologisch interessant, maar verder is de uitspraak eigenlijk weinig opzienbarend. Wellicht dat een handige advocaat of fiscalist er nog iets interessant mee kan doen.

Anheuser-Busch Inc.(Budweiser) beriep zich voor het hof op artikel 1, Protocol 1 van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (Bescherming van eigendom Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft recht op het ongestoord genot van zijn eigendom), teneinde een Portugese weigering om het  merk in te schrijven ongedaan te maken. De weigering geschiedde op grond van de een bilateraal verdrag dat pas na het verrichten van het depot in werking was getreden.

Het hof oordeelt echter dat een aanvraag voor een merkregistratie slechts een voorwaardelijk recht is en alleen een geregistreerd merk als 'eigendom' in de zin van dit artikel kan worden aangemerkt, mits het geen inbreuk op de rechten van derden maakt. Van eigendom i.c. dan ook geen sprake.

Tegenstanders van het woord 'merkhouder' kunnen de uitspraak wellicht gebruiken om de discussie in hun voordeel te beslechten en er voor te zorgen dat bij geregistreerde merken voortaan wordt gesproken van de 'eigenaar van het merk' en niet van de 'merkhouder'. Dat dat een aanpassing van de BMW en de BVIE vereist, is vanzelfsprekend niet meer dan een detail. Lees persbericht over uitspraak hier.

IEF 1046

Europawijd (2)

De Europese Commissie heeft de reacties naar aanleiding van de "Study on a community initiative on the cross border collective management of copyright" inmiddels geinventariseerd en heeft vandaag een aanbeveling gedaan (eerder bericht hier). Om online muziekwinkels in staat te stellen op eenvoudiger wijze een licentie te verkrijgen die dan gelijk voor de hele EU van toepassing is, werden drie opties voorgesteld:

1) niets doen,
2) het verbeteren van de samenwerking tussen collecting societies en,
3) het aanwijzen van 1 organisatie door rechthebbenden welke organisatie dan het werk kan licentieren in de hele EU.

De Commissie verkiest zelf optie 3, maar uit de reacties blijkt echter dat er tussen stakeholders wel degelijk discussie bestaat over wat nu echt de beste optie is, optie 2 of 3?

"Stakeholders are divided between Options 2 and 3, with commercial users favouring Option 2, the majority of collective rights managers favouring modified versions of Option 2 and the music publisher’s community, the independent record labels and certain collective rights managers favouring Option 3."

De Commissie gaat voor de middenweg: "the Commission recommends that right-holders and commercial users of copyright-protected material should be given a choice as to their preferred model of licensing. Different online services might require different forms of EU-wide licensing policies. The recommendation therefore proposes the elimination of territorial restrictions and customer allocation provisions in existing licensing contracts while leaving right-holders who do not wish to make use of those contracts the possibility to tender their repertoire for EU-wide direct licensing"

"The recommendation also includes provisions on governance, transparency, dispute settlement and accountability of collective rights managers, which should introduce a culture of transparency and good governance enabling all relevant stakeholders to make an informed decision as to the licensing model best suited to their needs."

IEF 1045

Nog een amendement

Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 29 874 (R 1777), nr. 17. Goedkeuring en uitvoering van de Akte tot herziening van artikel 63 van  het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, het Verdrag inzake octrooirecht, het Verdrag inzake de toepassing van  artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van  Europese octrooien. Amendement van het lid Blom ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 121 Ontvangen 11 oktober 2005.

"Dit amendement voorziet erin dat Nederland het Vertalingenprotocol niet eerder bekrachtigt dan nadat de andere staten dat protocol hebben bekrachtigd. Vanwege de geringe reciprociteit die ondertekening van het protocol met zich meebrengt zal de concurrentiepositie van het octrooihoudende Nederlandse bedrijfsleven bij ondertekening verslechteren. Aangezien ondertekening van het Vertalingenprotocol ook onaantrekkelijk is voor het eigen octrooihoudende bedrijfsleven in potentiële protocollanden neemt de kans af dat deze landen het protocol zullen aannemen en aanwenden om hun taalpolitieke standpunt in het kader van het Gemeenschapsoctrooi te wijzigen."

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel I, eerste lid, wordt toegevoegd: met dien verstande dat het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, niet eerder wordt bekrachtigd voor Nederland dan nadat alle staten buiten Nederland die partij zijn bij het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 1992, 47), tevens partij zijn geworden bij het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien.

IEF 1044

NUVjes

Nieuwe 'Copyright Notice': Nieuwsbulletin van het NUV over auteursrecht en aanverwante juridische aangelegenheden, uitsluitend bestemd voor medewerkers van ledenbedrijven van het Nederlands Uitgeversverbond. Editie oktober. Inhoudsopgave digitale editie hier. Met o.a:

- Samenstelling Commissie Auteursrecht Justitie. De Commissie Auteursrecht is ingesteld bij Besluit tot instelling van een Commissie Auteursrecht als adviescollege van het Ministerie van Justitie ter advisering over het auteursrecht en naburige rechten. De commissie is per 1 september 2005 als volgt samengesteld: prof. mr. J.H. Spoor (voorzitter), mr. B.J. Drijber, prof. mr. E.J. Dommering, prof. mr. F.W. Grosheide, prof. mr. P.B. Hugenholtz, mr. D.W.F. Verkade, mr E.J. Numann, mw. mr. J.A. Schaap en mr. N. van Lingen. Laatstelijk toegetreden is de heer Drijber, Europees recht en mededingingsrecht, die prof. Mortelmans vervangt.


- Reproregeling bedrijfsleven wordt verlengd. VNO-NCW, MKB-Nederland en Stichting Reprorecht zijn na rijp beraad in hun gezamenlijke ‘Monitorgroep’ conclusie gekomen dat de ‘Introductieregeling Reprorecht Bedrijfsleven’, zoals deze in maart 2004 is afgesproken voor de jaren 2003, 2004 en 2005, dusdanig naar wens heeft gefunctioneerd, dat een verlenging mogelijk is. Voor 2006 zal dit worden geëffectueerd tezamen met de inning voor 2005. Voor 2007 en 2008 spreken de partijen de intentie uit om de regeling te continueren, met inachtneming van de hierna genoemde wijzigingen.
 
- Privé-kopie: consument mag een kopie maken voor privé-gebruik, maar dit is geen recht. Dit was het oordeel van het Hof van Beroep te Brussel in een recente uitspaak in een zaak die consumentenorganisatie ‘Test-Aankoop’ aanspande tegen vier grote producenten: Sony, EMI, BMG en Universal Music. o stelt het Hof dat de c Het Hof bevestigt met dit arrest het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van mei 2004. Ook het Franse gerecht kwam tot dit oordeel in een rechtszaak die door een Franse consumentenorganisatie was ingesteld.
 Bij de behandeling van het wetsvoorstel tot implementatie van de Auteursrechtrichtlijn kwam minister Donner desgevraagd tot dezelfde conclusie. Uitgevers en producenten zijn derhalve wel degelijk gerechtigd om het kopiëren technisch onmogelijk (of heel moeilijk) te maken.
 
- Evaluatie van de Databankrichtlijn. De Europese Commissie heeft in augustus een concept-mededeling geschreven over de evaluatie van de Databankrichtlijn (96/9/EG). Het stuk is ter commentaar voorgelegd aan alle belanghebbende organisaties.

- B.I.G. campagne gaat tweede fase in. De vervolgcampagne is gericht op het vermeerderen van kennis en het belonen van deze kennis over het kopiëren en downloaden van games en software.  Er zijn drie nieuwe commercials gemaakt, waarin deze keer niet Peter R. de Vries figureert, maar de doelgroep zelf die de discussie aangaat en haar mening geeft over wat wel en niet mag. Tot slot zullen ouders/opvoeders (de secundaire doelgroep) meer worden aangesproken op het gedrag van hun kinderen via een uitgebreide campagne.

- Hulpprogramma Auteursrecht Geregeld? Voor de uitgevers van onderwijs- en studiemateriaal heeft de Groep Educatieve Uitgeverijen (GEU) een computer hulpprogramma voor het regelen van overnamerechten ontwikkeld: ‘. Dit programma leidt de gebruiker door het woud van bestaande regelingen voor het overnemen van tekst, beeld en geluid in educatieve uitgaven.

IEF 1043

Steigeren

Het Noordhollands Dagblad bericht dat de architecten Tania Concko en Pierre Gautier een schadevergoeding krijgen van de gemeente Zaanstad omdat de gemeente hun ontwerp van de wandelsteiger in Zaandam heeft gekopieerd. Het college van B&W laat middels een besluitnota schadevergoeding aan de architecten weten het auteursrecht op de steiger voor Zaanwerf 'onbewust en onbedoeld' te hebben geschonden.

Interessant is dat de inbreuk de verlenging betreft van de eerder naar ontwerp en met toestemming van de architecten gerealiseerde wandelsteiger. Om er één geheel van te maken werd het ontwerp van het eerste deel gekopieerd. "Volgens juristen van Zaanstad was er een grote kans dat de gemeente een rechtszaak zou verliezen. Uiteindelijk zijn Zaanstad en de architecten akkoord gegaan met een vergoeding van 24.000 euro." Lees hier meer.

IEF 1042

Nog eentje dan

De consumentenbond wil snel een verbod op reclames gericht op kinderen. Dit stelt zij, nadat uit eigen onderzoek is gebleken dat bijna de helft van de voedingsreclame rond kinderprogramma's over ongezonde producten gaat. 'Daar komt nog bij dat veel van die reclames kinderen aanzetten tot extra consumptie van snoep en andere dikmakers doordat zij van alles moeten sparen.'

Ondanks het feit dat de voedingsmiddelenindustrie begin juni een reclamecode heeft opgesteld voor voedingsmiddelen, heeft de consumentenbond geen vertrouwen in zelfregulering. De reclamecode, die onder meer bepalingen bevat als "In een reclame-uiting specifiek gericht op kinderen mag bij de aanprijzing van een voedingsmiddel niet de indruk worden gewekt dat de consumptie van het aangeprezen voedingsmiddel hen meer status of populariteit onder leeftijdgenoten biedt dan de consumptie van een ander voedingsmiddel.', leidt volgens de consumentenbond niet tot een gezonder eetpatroon.

De bond probeert nu, samen met de steun van de Hartstichting, een verbod op reclame voor ongezonde producten gericht op kinderen te bewerkstelligen.

 

IEF 1041

Constaterende en overwegende

Kamerstuk  30300 VIII, nr. 18, 2e Kamer. Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2006; Motie van het lid Atsma , voorgesteld tijdens het Nota-overleg van 10 oktober 2005, om te realiseren dat omroepverenigingen in het bezit blijven van de rechten van hun eigen programma's en producties 
“Motie. De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende, dat omroepverenigingen zich willen ontwikkelen tot dynamische maatschappelijke organisaties; constaterende, dat over het overdragen van rechten van programma’s aan de publieke omroep afspraken gemaakt moeten worden met de Raad van Bestuur; overwegende, dat het verplicht overdragen van programmarechten de mogelijkheden van omroepverenigingen om te ondernemen beperkt; verzoekt de regering te bewerkstelligen dat omroepverenigingen in het bezit blijven van de rechten van hun eigen programma’s en producties, en gaat over tot de orde van de dag. Atsma “