Conclusie A-G over advocaatkosten in buitengerechtelijke stap
HvJ EU Conclusie A-G 11 november 2021, IEF 20340, IEFbe 3321; ECLI:EU:C:2021:918 (Koch Media GmbH tegen FU) Koch Media is een onderneming die computerspellen verkoopt en is op het Duitse grondgebied houdster van de exclusieve naburige rechten op het computerspel “This War of Mine”. FU is een natuurlijk persoon en heeft, zonder een bedrijfs- of beroepsbelang na te streven en in strijd met de rechten van Koch Media, dit computerspel tussen 26 en 28 november 2014 op ten minste dertien tijdstippen via zijn internetaansluiting op een onlineplatform voor filesharing geplaatst en aan derden beschikbaar gesteld voor download. Koch Media heeft een advocatenkantoor in de arm genomen, dat in haar naam een aanmaning naar FU heeft gestuurd waarin onder ander € 20.000 euro schadevergoeding is gevorderd. De diensten van de advocaat brachten € 984,60 met zich mee, deze heeft Koch Media ook van de inbreukmaker gevorderd.
Uitspraak ingezonden door Jaap Bremer en Allard van Duijn, BarentsKrans.
Inbreuk op auteursrecht straatmeubilair
Rechtbank Amsterdam 17 november 2021, IEF 20338; ECLI:NL:RBAMS:2021:6610 (IPV Delft tegen Van Vilsteren) IPV Delft is een ingenieurs- en ontwerpbureau dat meubels ontwerpt voor de openbare ruimte. Van Vilsteren is een eenmanszaak in het verhandelen van meubilair voor de openbare ruimte. IPV Delft c.s. heeft het auteursrecht op de Falco Linealijn van straatmeubilair. Van Vilsteren heeft ook straatmeubilair op de markt gebracht (hierna: Van Vilsteren Objecten). IPV Delft c.s. stelt dat de Van Vilsteren Objecten inbreuk maken op het auteursrecht dat zij hebben op de Falco Linealijn. IPV Delft c.s. vordert onder andere dat de rechtbank Van Vilsteren beveelt de auteursrechtinbreuken, slaafse nabootsing en het onrechtmatig handelen te staken. Er wordt in deze zaak onder meer overwogen dat er op detailniveau verschillen zijn tussen het straatmeubilair van beide partijen maar dat die ondergeschikt zijn aan de totaalindruk van de objecten. De rechtbank oordeelt dan ook dat Van Vilsteren inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van IPV Delft c.s. op de straatmeubilairserie uit de Falco Linealijn. Daarnaast heeft Van Vilsteren zich schuldig gemaakt aan slaafse nabootsing.
Dirk Visser: Ook stukjes van een Ferrari als model beschermd
In zijn nieuwe column op Mr-online gaat Dirk Visser in op de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU van 28 oktober 2021 over een onderdeel van de Ferrari FXX K, [IEF 20278].
"Een zichtbaar gedeelte van een sportauto dat duidelijk is afgebakend door lijnen, een omtrek, kleuren, vormen of een specifieke textuur kan beschermd zijn als Europees ‘niet-ingeschreven gemeenschapsmodel."
Lees verder >>
Opeising van modelrechten scooters
Rechtbank Den Haag 11 augustus 2021, IEF 20335; ECLI:NLRBDHA:2021:8800 (Sanyang tegen gedaagden) Zie ook [IEF 20220]. Sanyang produceert en verkoopt scooteronderdelen. Gedaagde sub 2 is statutair directeur en enig aandeelhouder van een BV, een holdingsmaatschappij van intellectuele eigendomsrechten. De rechtszaak draait om de vraag wie de ontwerper van scootertype 1 (model-01 en model-03) en type 2 ( model-02 en model-04) is. De BV heeft de modelrechten van beide scootertypen. Sanyang stelt dat zij de ontwerper is van de vormgeving van de scooters en vordert een bevel om de modelrechten aan haar over te dragen. De rechtbank oordeelt dat het bij de vormgeving van scooter type 1 niet duidelijk is of Sanyang de ontwerper is. De BV hoeft deze modelrechten daarom niet over te dragen. Betreffende scooter type 2 oordeelt de rechtbank, vanwege een ouder Chinees modelrecht op naam van Sanyang, dat de modelrechten van dit type aan Sanyang moeten worden overgedragen.
Stoomschilmachine maakt geen inbreuk op octrooi
Rechtbank Den Haag 10 november 2021, IEF 20336; ECLI:NLRBDHA:2021:12267 (Kiremko tegen Tomra) Kiremko ontwikkelt en produceert machines voor gebruik in de aardappelverwerkende industrie, waaronder de stoomschilmachine ‘Strata Invicta’. Tomra is een producent van sorteer-, schil- en verwerkingsmachines voor producten zoals aardappels. Tomra is houdster van het Europese octrooi EP 385 voor een ‘Steam Peeling Processing System’. Het geschil is nu of de Strata Invicta inbreuk maakt op EP 385. Kiremko vordert onder andere een verklaring voor recht dat de Strata Invicta van Kiremko niet onder de beschermingsomvang van EP 385 valt. De rechtbank oordeelt dat Kiremko met de verhandeling van de Strata Invicta geen inbreuk maakt op EP 385.
Octrooi voldoet niet aan inventiviteitsvereiste
Gerechtshof Den Haag 29 juni 2021, IEF 20333, LS&R 1997; ECLI:NL:GHDHA:2021:2055 (Nutrition tegen Noba) Nutrition ontwikkelt en produceert veevoeders en daarvoor bestemde producten. Noba houdt zich bezig met het ontwikkelen, produceren en verhandelen van vetproducten voor de diervoederindustrie. Nutrition was houdster van het Europese octrooi EP 371 betreffende middenlange keten vetzuren bruikbaar als antimicrobiële agentia. Volgens Nutrition maakt Noba in haar producten Vital Pure en Dry Vital Pure gebruik van de onder EP 371 beschermingsomvang vallende techniek. Nutrition vorderde in eerste aanleg daarom onder andere een aan Noba op te leggen verbod om (in)direct inbreuk te maken op het Nederlandse deel van EP 371. Noba heeft niet bestreden dat haar producten Vital Pure en Dry Vital Pure onder de beschermingsomvang van EP 371 vallen, zij stelt echter dat EP 371 nietig is wegens gebrek aan inventiviteit. De rechtbank oordeelde dat EP 371 niet inventief is. Zij heeft het Nederlandse deel van EP 371 vernietigd. In hoger beroep vordert Nutrition vernietiging en Noba bekrachtiging van het vonnis. Het hof oordeelt dat het Nederlandse deel van EP 371 nietig is wegens gebrek aan inventiviteit. Dat betekent dat het vonnis wordt bekrachtigd.
Octrooi voorafgaand aan pleidooi herroepen
Gerechtshof Den Haag 20 april 2021, IEF 20332, LS&R 1996; ECLI:NL:GHDHA:2020:1626 (Bayer tegen Ceva) Bayer maakt onderdeel van Bayer AG, dat zich richt op onderzoek en ontwikkeling naar farmaceutische producten en diergeneesmiddelen. Ceva maakt onderdeel uit van de Ceva groep, dat gespecialiseerd is in de ontwikkeling van medicijnen en andere farmaceutische producten voor dieren. Bayer was houdster van octrooi EP 496. Binnen Europa zijn verschillende procedures gevoerd tussen de Bayer groep en de Ceva groep wegens (niet-)inbreuk op buitenlandse delen van EP 496, waarbij door Ceva ook de geldigheid van het octrooi is bestreden. Op 17 september 2020 heeft de Technische Kamer van Beroep het octrooi volledig herroepen wegens gebrek aan inventiviteit. In eerste aanleg vorderde Bayer onder andere een op EP 496 gebaseerd inbreukverbod met nevenvorderingen. Ceva voerde verweer, onder andere stellende dat het octrooi inventiviteit ontbeerde en dat zij geen inbreuk maakte. De vorderingen van Bayer zijn toen afgewezen. Bayer vordert in hoger beroep vernietiging van het vonnis. Vanwege de herroeping van het octrooi gaan grieven van Bayer niet op, en zijn haar inbreukvorderingen niet toewijsbaar zijn. Bayer erkent dat zij in appel over het inhoudelijke geschil als de in het ongelijk gestelde partij moet worden beschouwd.
Veilinghuis heeft recht op vergoeding opslagkosten
Rechtbank Amsterdam 10 november 2021, IEF 20331; ECLI:NL:RBAMS:2021:6457 (Frans veilinghuis) Eiser en gedaagde zijn beiden kunsthandelaar. Tijdens een door eiser georganiseerde veiling in 2018 in een Frans veilinghuis, heeft eiser elf tekeningen aan gedaagde verkocht. Gedaagde heeft de koopsom in januari 2020 op de derdengeldenrekening van eiser gestort. Eiser vordert nu € 35.200,00 aan opslagkosten. Eiser onderbouwt zijn vordering met het feit dat tijdens de veiling in 2018 melding is gemaakt van de opslagvoorwaarden en dat gedaagde door deelname aan de veiling zowel bekend is geworden als akkoord is gegaan met de opslagvoorwaarden. Daarnaast zijn de opslagvoorwaarden te raadplegen via de website van het Franse veilinghuis. Gedaagde ontkent dat hem voor of tijdens de veiling informatie over de opslagtarieven is verstrekt. De rechtbank vindt deze betwisting onvoldoende gemotiveerd en oordeelt dat de opslagvoorwaarden van toepassing zijn. De vordering van eiser wordt in beginsel toegewezen, het gevorderde bedrag wordt wel verminderd naar € 30.015,34.
Partijen octrooizaak niet ontvankelijk
Hof Den Haag 6 april 2021, IEF 20330; ECLI:NL:GHDHA:2053 (Mahltig tegen Intel) Intel is een technologiebedrijf gespecialiseerd in het fabriceren van chips en processoren. Mahltig is een Duitse vennootschap opgericht om octrooi EP 299 en de bijbehorende octrooifamilie waaronder EP 062 te exploiteren. Octrooi EP 229 is op 8 november 2015 aan Mahltig verleend. Tegen EP 229 is door Intel oppositie ingesteld bij het Europees Octrooibureau. Op 1 september 2020 heeft de Technische Kamer van Beroep (TKB) EP 229 in volle omvang herroepen wegens gebrek aan inventiviteit. Op 8 september 2020 is de afstand van EP 062 ingeschreven in het Nederlands octrooiregister. In eerste aanleg is het Nederlandse deel van EP 299 vernietigd. Mahltig heeft tegen het bestreden vonnis 12 grieven geformuleerd. Daarnaast heeft Mahltig ook inbreuk op octrooi EP 062 aan haar vorderingen ten grondslag gelegd. Intel bestrijdt de grieven van Mahltig, zij vordert bekrachtiging van het vonnis en vernietiging van EP 062. Vanwege de herroeping van EP 229 door de TKB en de afstand van het Nederlandse deel van EP 062 door Mahltig hebben Mahltig en Intel geen belang meer hebben bij hun beroep tegen het vonnis en bij het ten aanzien van EP 062 gevorderde. Het hof verklaart partijen daarom niet-ontvankelijk in hun beroep.
Vacature: advocaat-stagiair(e) IE-recht bij Dirkzwager
Dirkzwager is voor haar sectie Intellectuele Eigendom, IT-recht en Privacy op zoek naar een gedreven advocaat-stagiair(e) met een commerciële instelling.
Wat ga je doen? We vinden het belangrijk dat je gedurende je advocaat-stage kennismaakt met alle pijlers van de sectie IE/IT/Privacy en in brede zin ervaring opdoet. Je gaat dus werken met veel verschillende collega’s. Jouw patroon wordt Christel Jeunink, die veel ervaring heeft op IE-recht.
Lees verder >>