Uitspraak ingezonden door Paul Geerts, bureau Brandeis
Conclusie A-G HvJ: zichtbaar afgebakend deel kan als gemeenschapsmodel worden beschermd
HvJ Conclusie A-G 15 juli 2021, IEF 20129; ECLI:EU:C:2021:628 (Ferrari tegen Mansory Design) Mansory Design produceert en verkoopt zogenaamde tuning-kits voor Ferrari's, waarmee ze het uiterlijk van de auto op andere Ferrari modellen kan laten lijken. Ferrari stelt dat hiermee inbreuk wordt gemaakt op meerdere niet ingeschreven gemeenschapsmodellen. De belangrijkste vraag in deze zaak is onder welke voorwaarden bepaalde niet als gemeenschapsmodel ingeschreven losse onderdelen van het voorbrengsel voor bescherming in aanmerking komen. Allereerst concludeert de A-G dat de beschikbaarstelling van het volledige model ook leidt tot de beschikbaarstelling van het model van een deel van dat voortbrengsel. Ten tweede concludeert hij dat een zichtbaar deel van het voortbrengsel, dat afgebakend is door bijvoorbeeld lijnen of kleur als gemeenschapsmodel kan worden beschermd. Het zelfstandigheidscriterium hoeft hier volgens de A-G geen rol bij te spelen.
Bijdrage ingezonden door Allard Ringnalda, Klos c.s.
Noot van Allard Ringnalda bij het Brompton/Chedech Get2Get-arrest
Art. 2-5 Auteursrechtrichtlijn 2001/29; art. art. 10 Aw.
Brompton is houdster van de auteursrechten op de vormgeving van de Brompton vouwfiets. De auteursrechtelijke bescherming van de vormgeving van de Brompton vouwfiets omvat volgens Brompton een combinatie van vormgevingskenmerken die samenhangen met de mogelijkheid om de fiets in drie standen te vouwen. Chedech brengt in België een vouwfiets op de markt die dezelfde combinatie van vormgevingskenmerken bevat. Volgens Chedech komt aan de vormgeving geen auteursrechtelijke bescherming toe omdat zij technisch noodzakelijk is voor het toegepaste vouwmechanisme. Volgens Brompton is daarvan geen sprake omdat er vormgevingsalternatieven bestaan voor vouwfietsen die in drie standen kunnen worden gevouwen. Het Hof van Justitie antwoordt dat technisch noodzakelijke productvormgeving auteursrechtelijk beschermd kan zijn, mits zij het resultaat is van een eigen intellectuele schepping van de auteur. Dat dat het geval is, kan uit het enkele bestaan van vormgevingsalternatieven niet worden afgeleid. Nagegaan moet worden welke factoren de keuzes van de maker hebben beïnvloed, waarbij het bestaan van een octrooi in aanmerking genomen kunnen worden. Lees hier verder. [IEF 19259]
8e editie Data, Cybersecurity & Privacy (DCSP) nu verkrijgbaar!
The magazine Data, Cybersecurity & Privacy (DCSP) edition number 8 has been published! Once again, an edition where many of your data, cybersecurity and privacy related questions will be answered. Soon also available online. What to expect:
Columns
- Rob van den Hoven van Genderen about eHealth and the AI-regulation;
- Peter van Schelven about Secure Software Development and OWASP;
- Hans Schnitzler about ‘Datacracy’;
- Bernold Nieuwesteeg about the discussion about digital autonomy that must become part of the Dutch political debate.
Oud werkgever blijft rechthebbende van octrooien
Rechtbank Rotterdam 14 juli 2021, IEF 20127; ECLI:NL:RBROT:2021:7343 (Eiser tegen Mourik) Eiser is in 2010 in dienst getreden bij Mourik, een internationaal opererende onderneming in de petrochemische industrie. In de arbeidsovereenkomst is overeengekomen dat alle onstane rechten gedurende de arbeidsovereenkomst toekomen aan Mourik. Tijdens zijn dienstverband heeft eiser een tweetal uitvindingen gedaan, ter zake waarvan Mourik octrooiaanvragen heeft ingediend. Ook is ten aanzien van de tweede uitvinding een Innovatieovereenkomst tussen eiser en toenmalige werkgever tot stand gekomen. In 2019 is eiser ergens anders in dienst getreden. Eiser vordert nu ontbinding van de Innovatieovereenkomst en overdracht van de twee octrooien. Hij stelt dat er sprake is geweest van dwaling en dat de vergoeding die eiser destijds heeft gekregen niet in verhouding staat tot de uiteindelijk gemaakte omzet dankzij de uitvinding. De rechter gaat hier niet in mee en stelt dat de octrooien aan Mourik blijven toebehoren, maar dat eiser wel aanspraak maakt op de in de Innovatieovereenkomst afgesproken vergoeding.
Annotatie ingezonden door Alfredo dos Santos Gil, Nederlandse Publieke Omroep (NPO), op persoonlijke titel geschreven.
Noot van Alfredo dos Santos Gil bij het Bild-Kunst-arrest
Je mag niet linken als je niet kan linken (ook niet als het je toch lukt)!
Alfredo dos Santos Gil
De VG Bild-Kunst-zaak van het HvJ EU [IEF 19815] is een nieuwe aftakking in de weelderige jurisprudentie over het begrip mededeling aan het publiek via het internet. Het omzeilen van een doeltreffende technische bescherming tegen framed linken levert een nieuwe openbaarmaking op door de linkende partij. Het gaat om aanklikbare links of om automatisch werkende links (geïntegreerde of inline links), die de oorspronkelijke inhoud laten verschijnen binnen de frames van de linkende site.
Uitspraak ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird.
Ruim omschreven merkdepot is niet zomaar te kwader trouw
Court of Appeal (UK) 26 juli 2021, IEF 20124; A3/2020/1374 (Sky tegen Skykick) Het Britse bedrijf Sky is merkhouder van Uniemerken met betrekking tot televisie-uitzendingen, telecom en meer. Deze merken zijn ook ingeschreven in het Verenigd Koninkrijk als nationale woordmerken. Sky heeft een vordering wegens inbreuk op de merken ingesteld tegen SkyKick, een Amerikaanse onderneming die zich voornamelijk bezighoudt met het aanbieden van cloud-services. SkyKick heeft aangevoerd dat de ingeroepen merken geheel of gedeeltelijk nietig zijn. Het Britse Court of Appeal oordeelt nu in deze zaak ook over de vraag wanneer een merkdepot te kwader trouw gedaan is. Sir Christopher Floyd is van mening dat het ontbreken van een commerciële reden of strategie niet relevant is voor de vraag of er sprake is van kwade trouw. Een ruime merkbeschrijving is begrijpelijk, zo zegt hij, en het afdekken van nog niet omschreven waren binnen dezelfde categorie levert geen kwade trouw op. Skykick had beter moeten motiveren waarom er sprake is van kwade trouw aan de zijde van Sky.
Rechtbank Den Haag exclusief bevoegd vanwege specialistische kennis medisch octrooi
Rechtbank Gelderland 13 januari 2021, IEF 20121; ECLI:NL:RBGEL:2021:3724 (RUMC tegen Glycostem) RUMC is een academisch ziekenhuis dat deel uitmaakt van Radboud Universiteit en is houdster van internationale octrooiaanvraag voor en alternatieve methode voor het genereren en vermeerderen van NK-cellen, die ingezet kunnen worden bij de bestrijding van kanker. Glycostem is houdster van meerdere voor NK-cel technologie relevante octrooien. Partijen hebben vanaf 2005 samengewerkt op het gebied van NK-cellen en hebben hiertoe een Cooperation Agreement gesloten. Glycostem is van mening dat de samenwerking tussen RUMC en MWH Foundation onrechtmatig is ten aanzien van de door de Cooperation Agreement gegenereerde onderzoeksresultaten en dat hiermee inbreuk wordt gemaakt op het octrooi van Glycostem. In dit vonnis in incident is bepaald dat de rechtbank Gelderland onbevoegd is en dat de rechtbank Den Haag kennis dient te nemen van het geschil. Voor een inhoudelijke beoordeling over de vraag aan wie het octrooi toekomt, is namelijk specialistische kennis nodig, waarover de rechtbank Den Haag wel beschikt.
Te specifieke markt zit verwarringsgevaar in de weg
Rechtbank Den Haag 21 juli 2021, IEF 20120; ECLI:NL:RBDHA:2021:7805 (Holland Gaas tegen Ventiguard) Holland Gaas legt zich toe op de productie en installatie van gaassystemen voor de tuinbouwsector. Ventiguard houdt zich bezig met de in- en verkoop van insectengaas voor de glastuinbouw. De gaassystemen waar het in deze zaak om gaat, hebben tot doel schadelijke insecten op een milieuvriendelijke manier uit kassen te weren en nuttige insecten in de kassen te houden. Holland Gaas is houdster van het Nederlandse octrooi voor geleidingsinrichting van luchtdoorlatend insectengaas. Ventiguard heeft een insectengaassysteem verkocht ten behoeve van installatie in een kas in Frankrijk. Holland Gaas is van mening dat Ventiguard hiermee inbreuk maakt op haar octrooi. De rechtbank is het hier niet mee eens en oordeelt dat niet is voldaan aan het kenmerk dat de geleidingsinrichting ten minste een tweetal langwerpige elementen omvat die T-vormig met elkaar zijn verbonden. Ook is de markt waarin partijen actief zijn zodanig specifiek, dat afnemers op de hoogte zijn van wie systemen afkomstig zijn. Van verwarringsgevaar is dus geen sprake. De vorderingen van Holland Gaas worden afgewezen.
Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Universiteit Leiden
Wordt met “Teamleiders.nu” aangetoond dat we met “Dairy Partners” niks opschieten?
De Hoge Raad beantwoordde begin dit jaar in zijn “Dairy Partners”-arrest vragen over de beschermingsomvang van beschrijvende handelsnamen:
Conclusie P-G: eiser had op de hoogte kunnen zijn van eventuele wanprestatie
HR Conclusie P-G 18 juni 2021, IEF 20119; ECLI:NL:PHR:2021:726 (Roka tegen Silife c.s.) Liquistone is rechthebbende van een octrooi van onder meer een octrooi dat de techniek voor het stabiliseren van siliciumzuur en de voortbrengselen van het stabiliseren van het siliciumzuur onder bescherming stelt. Liquistone en Silife Ltd. sloten op 29 mei 2010 een exclusieve licentieovereenkomst. Op 6 april 2013 sloten Liquistone en Roka een exclusieve licentieovereenkomst met betrekking tot hetzelfde octrooi. De P-G concludeert in deze uitgebreide conclusie dat geen van de klachten tot cassatie kunnen leiden, onder andere omdat Roka heeft nagelaten om bij Silife navraag te doen. Roka wist, of had moeten weten, dat Liquistone wanprestatie jegens Silife zou plegen, wanneer de tussen hen gesloten licentieovereenkomst niet rechtsgeldig zou worden ontbonden.