Uitspraak ingezonden door Dominique Geerts, &Co Advocaten.
Boska kaasschaven niet auteursrechtelijk beschermd
Vzr. Rb. Midden-Nederland 19 juli 2024, IEF 22155; ECLI:NL:RBMNE:2024:4318 (Boska tegen gedaagde) Boska, aanbieder van kaasschaven, kaasraspen en smeermessen, had sinds 2009 een samenwerking met Plus. Na het eindigen van de samenwerking in 2023 brengt PLUS de kaasschaven van gedaagde op de markt onder het private label ‘Klaverland’. Boska vordert gedaagde te verbieden inbreuk te maken op haar auteursrechten, dan wel anderszins onrechtmatig handelen jegens Boska.
Uitspraak ingezonden door Dirk Visser en Bram Bogaerts, Visser Schaap & Kreijger.
Vorderingen EUR tegen platform Studeersnel afgewezen
Rb. Amsterdam 24 juli 2024, IEF 22153, IT 4590; ECLI:NL:RBAMS:2024:4425 (Erasmus tegen Studeersnel c.s.). De rechtbank heeft de vorderingen van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) tegen het platform Studeersnel dat zij inbreuk maakt op het auteursrecht van de EUR en meer moet doen om inbreuken op haar platform tegen te gaan afgewezen. De conclusie van de rechtbank is “dat Studeersnel geen weloverwogen interventie verricht op haar platform, geen concrete kennis heeft van informatie op haar platform, geen bedrijfsmodel heeft dat gericht is op het maken van inbreuken en voldoende passende technische maatregelen neemt” (ov. 5.28). Daarom hoeft Studeersnel niet meer te doen dan ze nu doet om de inbreuken op het auteursrecht van de EUR tegen te gaan. De EUR heeft volgens de rechtbank niet bewezen dat de door haar gevorderde filter- ander andere maatregelen effectief en proportioneel zijn. De rechtbank bevestigt wel dat de onderwijsmaterialen van de EUR auteursrechtelijk beschermd zijn en dat de EUR daarop de auteursrechthebbende is. Ook wordt het eveneens bij de procedure betrokken bedrijf Tentamentrainingen veroordeeld wegens auteursrechtinbreuk voor het overnemen van tentamens van de EUR in tentamenbundels die te koop werden aangeboden. De EUR bestudeert het vonnis en overweegt hoger beroep.
Verzoek om schorsende werking afgewezen
UPC CoA 19 juni 2024, IEF 22152, IEFbe 3759; UPC_CoA_301/2024 (ICPillar tegen ARM). In deze zaak verzoekt appellant, ICPillar, bij het Hof van Beroep van het UPC om schorsende werking toe te kennen aan een beschikking uit Rule 220.2 RoP. Volgens Rule 223.5 RoP is er echter geen schorsende werking voor beschikkingen op grond van Rule 220.2 RoP. Op basis van artikel 74 UPCA kan het Hof van Beroep van het UPC op een gemotiveerd verzoek beslissen dat aan een beschikking schorsende werking toekomt. De UPCA prevaleert boven de RoP, dus het Hof van Beroep wijst erop dat het toekennen van schorsende werking op een beschikking van Rule 220.2 RoP mogelijk is. Er dient wel sprake te zijn van uitzonderlijke omstandigheden, gezien het beginsel dat de procedure van het Gerecht in Eerste aanleg zoveel mogelijk ongehinderd moet worden voortgezet.
Blue Band mag niet langer plantaardige roomboter verkopen onder de naam ‘Roombeter’
Vzr. Rb. Midden-Nederland 23 juli 2024, IEF 22150, RB 3842; ECLI:NL:RBMNE:2024:4462 (de Stichting en NZO tegen Upfield). Upfield Nederland B.V. (hierna: Upfield) heeft begin 2023 een plantaardig alternatief voor roomboter op de markt gebracht onder de merknaam BLUE BAND en de productnaam ROOMBETER. De Stichting Nederlands Voorlichtingsbureau voor Melk- en Zuivelproducten (hierna: de Stichting) en de voegende partij de Nederlandse Zuivelorganisatie (hierna: NZO) maken bezwaar tegen deze productnaam. Zij krijgen hierin gelijk. Volgens Europese regelgeving mogen bepaalde benamingen, zoals ‘room’ en ‘boter’ alleen worden gebruikt voor zuivelproducten. Het Hof van Justitie van de Europese Unie is erg strikt in de uitleg van deze regelgeving, zoals onder andere blijkt uit het arrest ‘TofuTown’ [zie IEF 16863]. Ook de Hoge Raad heeft zich over dergelijke kwesties uitgelaten, bijvoorbeeld in de zaak NZO tegen Alpro [zie IEF 18655]. Uit deze strikte uitleg volgt dat met de productnaam ROOMBETER gebruik wordt gemaakt van de aan zuivelproducten voorbehouden benaming ‘room’ voor een niet-zuivelproduct, in strijd is met de Europese regelgeving. Het maakt hierbij niet uit dat het voor consumenten eventueel wel duidelijk is dat het gaat om een plantaardig alternatief voor roomboter.
Kate Barton wordt Global CEO van Dentons
Dentons, 's werelds grootste global advocatenkantoor, heeft bekendgemaakt dat de Global Board of Directors en het Global Advisory Committee Kate Barton hebben verkozen tot de volgende Global CEO van het kantoor. Barton komt van EY, waar ze een zeer vooraanstaande carrière heeft gehad in verschillende leidinggevende rollen, meest recentelijk als Global Vice Chair. Zij zal Dentons oprichter Elliott Portnoy opvolgen, die de functie van Global CEO al sinds 2013 vervult.
Barton leidde meerdere business units bij EY. Naast haar functie als Global Vice Chair was ze CEO van Tax, Law, and People Advisory Services. “Kate heeft uitgebreide ervaring in het leiden van een complexe en mondiale professionele serviceorganisatie en beschikt over uitstekende vaardigheden in het beheren van mensen, processen en systemen”, aldus Portnoy. “Ze is de ideale persoon om ons bedrijf te leiden en heeft mijn onvoorwaardelijke steun.”
Geen auteursrecht op liedje ‘Zin In Jou'
Vzr. Rb. Midden-Nederland 18 juli 2024, IEF 22149; ECLI:NL:RBMNE:2024:4268 (Eiser tegen gedaagden c.s.). Eiser stelt dat hij auteur en producent is van het door [A] gezongen nummer [nummer 1]. Hij meent dat gedaagden c.s. inbreuk maakt op zijn auteurs- en persoonlijkheidsrechten door openbaarmaking en verveelvoudiging. Gedaagden c.s. betwist dit. In dit kort geding vordert eiser een voorlopige voorziening. Deze wordt echter niet toegewezen, nu de voorzieningenrechter van oordeel is dat het auteursrecht van eiser niet voldoende aannemelijk is gemaakt. De vorderingen van eiser zijn uitsluitend gebaseerd op een alleen aan eiser toekomend auteurschap van het lied [nummer 1]. Gedaagden c.s. stelt dat er sprake is van co-auteurschap, wat onder andere te zien is op de manier waarop eiser het lied bij Spotify heeft aangemeld. Ter zitting heeft eiser dit bevestigd. Van dit ter zitting gestelde co-auteurschap kan eveneens niet uitgegaan worden, nu een productie van gedaagden c.s. een verklaring bevat van [C] over de totstandkoming van het nummer. Hij verklaart op zijn beurt dat [B] de auteur is van het nummer. Hieruit wordt dus niet evident duidelijk waar de auteursrechten liggen. Om ervan uit te gaan dat eiser co-auteur is van het nummer, is bewijsvoering nodig en daar leent dit kort geding zich niet voor. Een voorlopig oordeel over de vraag of er sprake is van een auteursrechtinbreuk, zoals door eiser is gesteld, kan op grond van het voorgaande onbeantwoord blijven.
IE-klassieker: Windsurfing Chiemsee
HvJ EU 4 mei 1999, IEF 22148; ECLI:EU:C:1999:230 (Windsurfing Chiemsee)
Onderwerp:
Geografische benaming, inburgering
Feiten:
Windsurfing Chiemsee maakte bezwaar tegen het gebruik van de naam ‘Chiemsee’ op kleding door Huber en Attenberger.
Rechtsregel (rechtsoverweging 37 en 47):
Een geografische benaming kan geen merk zijn als deze in de toekomst als herkomstaanduiding kan worden gebruikt. Inburgering als merk is mogelijk. Dan heeft de geografische benaming namelijk een nieuwe betekenis gekregen, die niet meer enkel beschrijvend is.
Uitspraak ingezonden door Anouschka Heemskerk, Roeland Grijpink en Dirk Henderickx, HOYNG ROKH MONEGIER.
Pularys-portemonnees maken inbreuk op Secrid-portemonnees
Vzr. Rb. Den Haag 18 juli 2024, IEF 22147 (Secrid tegen Chwiłowicz). Eiser in deze kort geding procedure is Secrid, een Nederlandse familieonderneming die zich bezighoudt met het ontwikkelen, produceren en verkopen van portemonnees. Zij brengt de portemonnees onder het woordmerk SECRID op de markt in meer dan 80 landen, waaronder België, Nederland en Luxemburg. Sinds 2010 biedt zij in het bijzonder de Miniwallet en Slimwallet aan, die zich kenmerken door een harde massieve kaarthouder met ruimte voor zes kaarten, welke met een knop aan de onderzijde trapsgewijs naar boven kunnen worden geschoven. Secrid is in dat kader de houdster van een tweetal modelregistraties. Verweerder in deze zaak is Chwiłowicz, de eigenaar van de Poolse eenmanszaak Jaguar. Onder de (handels)namen Jaguar en Pularys brengt Chwiłowicz leren producten, waaronder portemonnees, op de markt. Secrid is van mening dat de portemonnees van Chwiłowicz, evenals de promotie daarvan middels 'secrid' hashtags, inbreuk maken op haar intellectuele eigendomsrechten.
Uitspraak ingezonden door Rutger Stoop & Radha Pull ter Gunne, DLA Piper.
123inkt vijfmaal in het ongelijk gesteld: Google Shopping advertenties van Media Concept zijn niet misleidend
Hof Amsterdam, 16 juli 2024, IEF 22145, IT 3841, RB 4585 (Digital Revolution tegen Media Concept en Google). De hier onderhavige zaak betreft een hoger beroep tegen het oordeel van de rechtbank Amsterdam [zie IEF 20756]: daaruit bleek dat Media Concept, een Duits bedrijf dat zich bezighoudt met de verkoop van onder meer printerbenodigdheden en kantoorartikelen, zich niet schuldig heeft gemaakt aan misleidende reclame, misleidende vergelijkende reclame en misleidende (oneerlijke) handelspraktijken. Zowel de procedure in eerste aanleg als het hoger beroep zijn ingesteld door Digital Revolution, een internetbedrijf dat zich, handelend onder de naam 123inkt, eveneens bezighoudt met de verkoop van printerbenodigdheden en kantoorartikelen. Het betreft hier de bodemprocedure van een eerder ingestelde kort geding procedure, waar Digital Revolution zowel in eerste aanleg, als in hoger beroep [zie IEF 19027] en in cassatie bij de Hoge Raad [zie IEF 20061] in het ongelijk is gesteld.
Uitspraak ingezonden door Diego Guerrero Obando en Timme Geerlof, Windt Le Grand Leeuwenburgh.
Executiegeschil tussen Loendersloot en MHCS c.s.
Vzr. Rb. Den Haag 18 juli 2024, IEF 22146 (Loendersloot tegen MHCS c.s.). Dit is een executiegeschil volgend op het vonnis van 14 juni 2023 van de Rechtbank Den Haag in een zaak tussen Loendersloot en MHCS c.s. [ zie IEF 21518]. Als gevolg van laatstgenoemd vonnis diende Loendersloot uiterlijk op 6 januari 2024 aan een opgavebevel te voldoen. Dat heeft zij gedaan, waarna MHCS c.s. zich op het standpunt stelde dat de opgave onvolledig en/of onjuist zou zijn, en dat Loendersloot om die reden dwangsommen heeft verbeurd. MHCS c.s. heeft daarop aangekondigd dat zij over zal gaan tot (het treffen van executiemaatregelen ten behoeve van de) inning van deze dwangsommen. Loendersloot heeft vervolgens het executiegeschil ingeleid.