IEF 22148
24 juli 2024
Uitspraak

IE-klassieker: HvJ EG Windsurfing Chiemsee

 
IEF 22147
23 juli 2024
Uitspraak

Pularys-portemonnees maken inbreuk op Secrid-portemonnees

 
IEF 22145
23 juli 2024
Uitspraak

123inkt vijfmaal in het ongelijk gesteld: Google Shopping advertenties van Media Concept zijn niet misleidend

 
IEF 18935

Website-eigenaar schendt auteursrecht op foto

Rechtbank Rotterdam 10 jan 2020, IEF 18935; ECLI:NL:RBROT:2020:124 (ANP tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/website-eigenaar-schendt-auteursrecht-op-foto

Ktr. Rechtbank Rotterdam 10 januari 2020, IEF 18935, IT 2998; ECLI:NL:RBROT:2020:124 (ANP tegen gedaagde) Gedaagde heeft zonder toestemming een auteursrechtelijk beschermde foto uit het fotoarchief van ANP op haar website geplaatst. ANP is bij ontdekking hiervan een samenwerkingsverband aangegaan met het Belgische bedrijf Permission Machine. Permission Machine heeft aan gedaagde kenbaar gemaakt dat hij met het plaatsen van de foto een auteursrecht schendt. Gedaagde betwist deze bevoegdheid van Permission Machine. Er wordt geoordeeld dat op ANP een stelplicht en bewijslast rust en dat zij eerder en duidelijker op deze kwestie toegespitste concrete informatie aan de organisatie had kunnen verschaffen. Dit neemt niet weg dat gedaagde verder onvoldoende heeft betwist dat de foto gedurende een aanzienlijke tijd op haar website publiekelijk zichtbaar was zonder toestemming van de auteursrechthebbende. Dit is een onrechtmatige openbaarmaking van een auteursrechtelijk beschermd werk. Gedaagde wordt veroordeeld in het betalen van een fortfaitaire schadevergoeding, waarbij wordt gekeken naar wat ANP in redelijkheid had kunnen vragen indien gedaagde vooraf toestemming had gevraagd voor het gebruik zoals hier aan de orde.

IEF 18934

Impressie tweede opleidingsdag Mr. S.K. Martens Academie

Wat leert het Cofemel-arrest? Waarom is de Artiestenverloning-toets onjuist? Hoe gaat de richtlijn oneerlijke handelspraktijken veranderen? Deelnemer Anne-Fleur Filemon en hoofddocent Vivien Rorsch over de tweede opleidingsdag van de Mr. S.K. Martens Academie op 21 november jl.

“Wie van jullie heeft wel eens te maken met modellenrecht?” Met die vraag trapt Jesse Hofhuis (Hofhuis Alkema Groen) af. Twijfelend steken twee deelnemers hun vingers in de lucht. “Als IE-jurist word je verondersteld kennis te hebben van het modellenrecht, maar in de praktijk heb je er zelden mee te maken.” In twee uur behandelt Jesse de voorschriften van het modeldepot, de beschermingsvoorwaarden: nieuwheid en eigen karakter, de beschermingsomvang en de beperkingen. Jesse laat zich kritisch uit over het Jägermeister-arrest. Op basis van een sterk staaltje doelredeneren oordeelt het hof dat artikel 36 1c Modellenverordening vereist dat de afbeelding waarvoor aanspraak op bescherming wordt gemaakt, duidelijk identificeerbaar moet zijn. EUIPO kan dus een model weigeren vanwege onbegrijpelijkheid, terwijl de afbeelding prima reproduceerbaar is.

IEF 18933

Uitspraak ingezonden door Daniël Haije en Bram Duivenvoorde, Hoogenraad & Haak.

Inbreuk op Uniemerken en handelsnaamrecht van Expert

Rechtbank Den Haag 8 jan 2020, IEF 18933; ECLI:NL:RBDHA:2020:186 (Expert tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-uniemerken-en-handelsnaamrecht-van-expert

Rechtbank Den Haag 8 januari 2020, IEF 18933; ECLI:NL:RBDHA:2020:186 (Expert cs tegen gedaagde) Gedaagde voert een eenmanszaak genaamd ‘Outletexpert’. Expert cs voert aan dat gedaagde in het kader van Uniemerken inbreuk maakt op artikel 9 lid 2 sub b, dan wel sub c Verordening (EU) 2017/1001 en in het kader van handelsnamen inbreuk maakt op artikel 5 Handelsnaamwet. De naam ‘Expert’ en niet de Uniebeeldmerken of het logo met de oranje ster die Expert cs hanteert voor zijn merk genieten grote bekendheid voor elektronicawinkels van Expert cs. De naam ‘Expert’ komt dan ook een relatief grote bescherming toe. Bij beoordeling van de mate van overeenstemming wegen de punten van overeenstemming zwaarder dan de punten van verschil. Geoordeeld wordt dat de mate van overeenstemming van het teken voor de waren en diensten waarvoor de Uniemerken zijn geregistreerd zodanig is dat er mogelijk verwarring kan ontstaan en gedaagde dus inbreuk maakt op de Uniebeeldmerken op grond van artikel 9 lid 2 sub b UMVo. Ook wat betreft de handelsnaam is het enige verschil dat het woord ‘outlet’ is toegevoegd onvoldoende om het gevaar van verwarring weg te nemen, zodat er tevens sprake is van inbreuk op het handelsnaamrecht van Expert cs op grond van artikel 5 Hnw.

IEF 18932

Kunsthandel moet volgrechtvergoedingen betalen aan Pictoright

Rechtbank Amsterdam 7 jan 2020, IEF 18932; ECLI:NL:RBAMS:2020:35 (Pictoright tegen kunsthandel), https://ie-forum.nl/artikelen/kunsthandel-moet-volgrechtvergoedingen-betalen-aan-pictoright

Ktr. Rechtbank Amsterdam 7 januari 2020, IEF 18932; ECLI:NL:RBAMS:2020:35 (Pictoright tegen kunsthandel) Pictoright is een auteursrechtorganisatie bij wie vele Nederlandse kunstenaars en erfgenamen van kunstenaars zijn aangesloten en voor wie Pictoright als belangenbehartiger optreedt. Het volgrecht is het recht van een kunstenaar om te delen in de opbrengst bij professionele doorverkoop van originele (kunst)werken. Pictoright heeft een Amsterdamse kunsthandel aangeschreven met het verzoek de eigen administratie te controleren op mogelijke volgrechtverplichtingen voor bij Pictoright aangesloten rechthebbenden en hiervan opgave te doen maar ontvangt geen reactie. Er wordt een minnelijk regeling getroffen waar de kunsthandel zich niet aan houdt. Er wordt te weinig opgave gedaan van volrechtelijke verkopen. De inmiddels gesloten Amsterdamse kunsthandel moet ruim 15.500 euro betalen aan Pictoright voor volgrechtvergoedingen.

IEF 18931

Artikel ingezonden door Alfredo dos Santos Gil, Nederlandse Publieke Omroep (NPO), op persoonlijke titel geschreven.

Alfredo dos Santos Gil: u kunt het toch gewoon regelen, TuneIn!

De eerder door mij beschreven zaak Warner Music en Sony Music Entertainment/TuneIn [IEF 18923] heeft een (nog onbesproken) staartje gekregen in de volgende uitspraak van de High Court of Justice, Business and Property Courts of England and Wales, Intellectual Property List (Chancery Division) van 18 december 2019, [2019] EWHC 3374 (Ch). Deze beslissing geeft een interessante kijk op de gevolgen van de eerdere uitspraak in het hoofdgeding.

IEF 18930

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff, en Luuk Jonker en Robbert Sjoerdsma, Holla Advocaten.

Vragen van uitleg aan HvJ EU over GMVo

Hoge Raad 10 jan 2020, IEF 18930; ECLI:NL:HR:2020:26 (EPAL tegen PHZ), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-van-uitleg-aan-hvj-eu-over-gmvo

Hoge Raad 10 januari 2020, IEF 18930; ECLI:NL:HR:2020:26 (EPAL tegen PHZ) Cassatie. Onrechtmatige daad Uniemerkenrecht. EPAL is houdster van het merk EPAL voor opnieuw te gebruiken pallets. EPAL is met het beheer en de controle op kwaliteit van zogeheten EUR/EPAL-pallets belast. EPAL stelt dat PHZ europallets die waren voorzien van het merk EPAL, niet alleen heeft gerepareerd, maar ook verder heeft verhandeld, [IEF 18619].  Kan EPAL zich als houdster van het gemeenschapsmerk verzetten tegen de verdere verhandeling van tweedehands, van het EPAL-merk voorziene, pallets die zijn gerepareerd door PHZ of door anderen dan EPAL-licentienemers? Er zullen vragen van uitleg aan het HvJ EU worden gesteld, zie ook [IEF 18770].

IEF 18929

Uitspraak ingezonden door Helen Maatjes, The Legal Group.

Gebruik stemgeluid in theatershow is rechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 9 jan 2020, IEF 18929; ECLI:NL:RBMNE:2020:24 (Eiseres tegen Artiest), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruik-stemgeluid-in-theatershow-is-rechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 9 januari 2020, IE 18929, IT 2997; ECLI:NL:RBMNE:2020:24 (Eiseres tegen Artiest) Verweerder heeft in zijn theater-show een fragment van Opsporing Verzocht laten zien waarin de stem van eiseres te horen was. Eiseres stelt dat verweerder haar portretrecht heeft geschonden, onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van haar persoonsgegevens en haar persoonlijke levenssfeer ex artikel 8 EVRM heeft geschonden. Het portretrecht ziet op een afbeelding van (een deel van) het gelaat van een persoon, zodanig dat de geportretteerde kan worden herkend. De stem valt hier niet onder, waardoor het beroep op het portretrecht in de zin van artikel 21 Auteurswet niet slaagt. De stem is wel te kwalificeren als biometrisch persoonsgegeven en is in dit geval ook te herleiden naar de identiteit van eiseres. De huidige verwerking van dit biometrisch persoonsgegeven valt echter onder de vrijheid van de artistieke uitdrukkingsvorm. Hierdoor kan eiseres geen beroep doen op het vergeetrecht in de zin van artikel 17 Algemene verordening gegevensbescherming. Ten slotte slaagt het beroep op een schending van haar persoonlijke levenssfeer ook niet, omdat dit niet opweegt tegen het recht op vrijheid van meningsuiting in de zin van artikel 10 EVRM. Bepalend hiervoor was het feit dat eiseres geen bezwaar had gehad als er een andere stem werd gebruikt bij dezelfde beelden, terwijl eiseres dan nog steeds wordt geconfronteerd met de herinneringen van de overval.

IEF 18928

Betaalde samenwerking vlogger en Hoeksche Hoeve resulteert wél in reclame-uiting

RCC 20 dec 2019, IEF 18928; 2019/00696 (Aanklager tegen Vlogger en Hoeksche Hoeve), https://ie-forum.nl/artikelen/betaalde-samenwerking-vlogger-en-hoeksche-hoeve-resulteert-w-l-in-reclame-uiting

Reclame Code Commissie 20 december 2019, IE 18928, IT 2996; 2019/00696 (Aanklager tegen Vlogger en Hoeksche Hoeve) Vlogger en Hoeksche Hoeve worden aangeklaagd omdat zij volgens aanklager in een vlog reclame maken voor het merk Boerderijchips, zonder te vermelden dat er sprake is van een betaalde samenwerking. Hoeksche Hoeve verweert zich met de stelling dat de vlog een informatief karakter heeft. Dit treft echter geen doel, omdat voor de vraag of er sprake is van reclame niet relevant is of er continu of alleen op bepaalde momenten in de vlog reclame in de zin van artikel 1 Nederlandse Reclame Code wordt gemaakt. De vlog is meer dan alleen informatief, omdat het Boerderijchips-logo meerdere malen duidelijk zichtbaar is. Daarnaast volgt uit de overeenkomst tussen vlogger en Hoeksche Hoeve dat vlogger een bepaald geldbedrag zou ontvangen voor de gemaakte reclame. Dit toont aan dat er sprake is van een Relevante Relatie in de zin van artikel 3 Reclame Code Social Media (RSM) tussen vlogger en Hoeksche Hoeve. Deze relatie moet volgens datzelfde artikel worden genoemd in de vlog of in de beschrijving ervan. Tot slot heeft Hoeksche Hoeve zich niet gehouden aan de zorgplicht beschreven in artikel 6 RSM. Dat Hoeksche Hoeve naar eigen zeggen geen invloed heeft kunnen uitoefenen op de inhoud van de vlog doet hier niet aan af.

IEF 18927

Artikel ingezonden door Alexander Tsoutsanis, DLA Piper.

Alexander Tsoutsanis: desire 20.20 – van minder naar meer evenwicht in octrooidebat

1. Onlangs verscheen een reactie van mijn hand [IEF 18805] op het in BIE verschenen commentaar van Kleemans en Drok op een vonnis van de rechtbank Den Haag tussen Eli Lilly en Fresenius Kabi (ECLI:NL:RBDHA:2019:6107) [IEF 18534]. Kleemans c.s. [IEF 18824] en Hoyng [IEF 18547] hebben daar onlangs op gereageerd.

2. De zaak gaat over een geschil tussen twee farmaceuten, waarbij de vraag is of een generiek geneesmiddel tegen kanker inbreuk maakt op een octrooi. Meer specifiek gaat het om de vraag of de beschermingsomvang van het octrooi, mede gelet op de uitvindingsgedachte, verder strekt dan de bewoordingen van de octrooiconclusies, gelezen in het licht van de beschrijving, die
uitsluitend op één specifieke toedieningsvorm zien.

3. Al sinds de jaren ’70 is krachtens het Protocol bij de bepaling van beschermingsomvang een ‘redelijk’ evenwicht het  uitgangspunt, waarbij het ‘midden’ wordt gehouden tussen een billijke bescherming van de octrooiaanvrager en een redelijke mate van rechtszekerheid voor derden.

Lees hier het gehele artikel van Alexander Tsoutsanis.