IEF 22146
22 juli 2024
Uitspraak

Executiegeschil tussen Loendersloot en MHCS c.s.

 
IEF 22143
22 juli 2024
Uitspraak

Degene die zelf deelneemt aan publiek debat moet dulden dat deze uitingen verder verspreid worden

 
IEF 22135
19 juli 2024
Artikel

Memes in een juridische notendop: EU vs Amerika

 
IEF 18768

Verwarring publiek bij woordmerk

Antilliaanse Gerechten 9 okt 2019, IEF 18768; ECLI:NL:OGEAA:2019:666 (Inversiones tegen VBA), https://ie-forum.nl/artikelen/verwarring-publiek-bij-woordmerk

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 9 oktober 2019, IEF 18768; ECLI:NL:OGEAA:2019:666 (Inversiones tegen VBA) Merkenrecht. Inversiones is een onderneming gestart en heeft een bewijs van registratie van een woordmerk verkregen. Inversiones heeft het woordmerk zowel in Aruba als in veel andere landen laten registreren. Inversiones voert alsnog geen bedrijf of activiteiten anderszins. VBA heeft zich ingeschreven bij de Kamer van Koophandel van Aruba met soortgelijk woordmerk. Inversiones beveelt in deze zaak het gebruik van het aan eiseres toebehorende en uitsluitend door eiseres te gebruiken woordmerk of enig ander teken dat zodanig overeenstemt met dat woordmerk dat daardoor bij het publiek verwarring omtrent de herkomst van de waren en/of diensten zou kunnen ontstaan te staken en gestaakt te houden. Het Gerecht wijst de vordering toe.

IEF 18767

Beheer Facebookpagina komt toe aan werkgever

Rechtbank Gelderland 18 okt 2019, IEF 18767; ECLI:NL:RBGEL:2019:4651 (Stichting Dierenopvangtehuis tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/beheer-facebookpagina-komt-toe-aan-werkgever

Rechtbank Gelderland, 18 oktober 2019, IEF 18767, IT&R 1912; ECLI:NL:RBGEL:2019:4651 (Stichting Dierenopvangtehuis tegen gedaagde) Kort geding. Beheer Facebookpagina. Gedaagde was in dienst bij het Dierenopvangtehuis en had vanuit haar persoonlijke account op Facebook een facebookpagina aangemaakt van het dierenasiel. Hierop plaatste zij regelmatig haar eigen mening met betrekking tot producten of diensten van en voor het asiel. De voorzitter van het asiel had via een mail verzocht om dit na te laten en dit alleen via haar eigen facebookpagina te doen, omdat dit het asiel problemen op zou kunnen leveren. Gedaagde weigert uiteindelijk de facebookpagina over te dragen aan het bestuur en doet op twitter enkele uitspraken over het bestuur. Dierenopvangtehuis vordert op straffe van dwangsom het beheer van de facebookpagina en de gegevens hiervan te krijgen van gedaagde. De vordering wordt toegewezen. Het beheer van de facebookpagina komt toe aan de werkgever, omdat de facebookpagina door de voormalige werknemer voor de werkgever is aangemaakt. De uitlatingen van de voormalige werknemer zijn niet onrechtmatig jegens werkgever.

IEF 18749

Nationaal Mediarechtcongres op 14 november

Weinig blijft zo resoneren als de openbare schandpaal, zeker sinds de digitale variant haar intrede deed; iets wat diverse daders, slachtoffers en klokkenluiders inmiddels hebben ondervonden. Welke grenzen stelt de rechter aan het publiceren van namen en beschuldigingen, en aan het doorlinken naar bronmateriaal? En hoe oordeelt de rechter over het gebruik van heimelijke opnames in tv-programma’s?

Jens van den Brink, partner bij Kennedy Van der Laan en hoofd van het mediateam, geeft inzicht met zijn overzicht van uitspraken pers- en mediarecht tijdens het Nationaal Mediarechtcongres van deLex op 14 november 2019.

Ook op het programma:
-    de opkomst van nieuwe Mediaplatforms leidt tot grote verschuivingen in het medialandschap. Wat zijn de achterliggende businessmodellen en welke juridische kaders gelden? Ennèl van Eeden (PWC), Remy Chavannes (Brinkhof) en een panel met o.a. Frank Volmer (STER) en Janneke Slöetjes (Netflix) gaan hier op in.
-    actualiteiten commerciële mediaregulering, door Arjo Kramer (Talpa)
-    actualiteiten publieke mediaregulering, door Madeleine de Cock Buning (UU)

IEF 18765

Artikel ingezonden door Erwin Angad-Gaur, voorzitter Platform Makers.

Angad-Gaur: 'De waarde van auteursrecht'

Toespraak door Erwin Angad-Gaur, voorzitter Platform Makers, tijdens de bijeenkomst 'De waarde van Auteursrecht' op 10 oktober jl.
"Geen week lijkt voorbij te gaan zonder dat wij direct of indirect over het auteursrecht horen,  op 10 oktober jl. Een fotografenstaking, een geruchtmakende plagiaatzaak, afkoop van rechten door De Persgroep, vertalers die de noodklok luiden, de inkomenspositie van kunstenaars, door zowel de SER als de Raad voor Cultuur op de agenda geplaatst; de Arbeidsmarktagenda Cultuur. Maar ook het debat over ‘artikel 13’ (inmiddels artikel 17) in de nieuwe Europese Auteursrechtrichtlijn, discussies over handhaving en Stichting BREIN, de stijgende omzet van platenmaatschappijen uit streamingdiensten – en de achterblijvende inkomsten van artiesten. Het auteursrecht lijkt aanweziger en dichterbij dan ooit. Maar toch – in al zijn details en nuances – vaak onbekend, bij zowel beleidsmakers als consumenten, gebruikers en veel makers zelf.

IEF 18764

Ingezonden door Fulco Blokhuis, Boekx Advocaten.

Leidt openbaarmaking van MIDI-files via een website tot inbreuk auteursrecht?

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 3 apr 2019, IEF 18764; (Buma/Stemra tegen Younique), https://ie-forum.nl/artikelen/leidt-openbaarmaking-van-midi-files-via-een-website-tot-inbreuk-auteursrecht

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 3 april 2019, IEF 18764, IT 2909; (Buma/Stemra tegen Younique) Tussenvonnis. Buma/Stemra exploiteert en handhaaft auteursrechten met betrekking tot muziekwerken op basis van overeenkomsten van overdracht met componisten, schrijvers en uitgevers en wederkerigheidsovereenkomsten met zusterorganisaties in het buitenland. Buma exploiteert en handhaaft daarbij de openbaarmakingsrechten, Stemra de verveelvoudigingsrechten. Buma/Stemra verleent licenties aan online aanbieders van downloadbare muziekbestanden. Younique produceert met name MIDI-files, vaak gebruikt voor live optredens van muzikanten, van bekend repertoire. Een MIDI (Musical Instrument Digital Interface) file is een digitaal muziekwerk dat tot stand komt doordat een door Younique ingehuurde muzikant verschillende instrumentenpartijen inspeelt. Hierbij wordt het geluid digitaal verwerkt en opgeslagen als MIDI-bestand. Daarnaast produceert Younique ook MP3-bestanden die gebruikt worden om muziekwerken aan te bieden. Buma/Stemra vordert staking van iedere openbaarmaking of verveelvoudiging in Nederland van een door Buma/Stemra vertegenwoordigd muziekwerk of een gedeelte daarvan zonder dat daarvoor auteursrechtelijke toestemming is verkregen, voornamelijk als het gaat om exploitatie van de website van Younique. De Geschillencommissie auteursrechten wordt om uitleg verzocht teneinde meer duidelijkheid te verkrijgen over hoe in deze zaak moet worden beslist. De zaak is na dit tussenvonnis geschikt.

IEF 18763

Uitspraak ingezonden door Merel Rondhuis, Tjeerd Overdijk en Berber van der Wansem, Vondst Advocaten.

Indruk dat ondernemingen gelieerd zijn vormt inbreuk handelsnaamrecht

Rechtbank Midden-Nederland 10 okt 2019, IEF 18763; (Nicomax tegen Nico-Fastening), https://ie-forum.nl/artikelen/indruk-dat-ondernemingen-gelieerd-zijn-vormt-inbreuk-handelsnaamrecht

Rechtbank Midden-Nederland 10 oktober 2019, IEF 18763; (Nicomax tegen Nico-Fastening) Nicomax en Nico-Fastening zijn allebei opgericht door dezelfde persoon en zijn dragers van zijn voornaam. Nicomax is gericht op de distributie van pneumatische gereedschappen en bevestigingsmiddelen voor de bouw. Nicomax was sinds haar oprichting agent van o.m. Max Europe en distributeur van diens producten van het merk MAX. Ook Nico-Fastening is distributeur en producent van pneumatische gereedschappen en bevestigingsmiddelen voor de bouw, en is sinds september 2019 tevens distributeur binnen de Benelux van de Max-producten. Volgens Nicomax maakt Nico-Fastening inbreuk op het handelsnaamrecht en het domeinnamenrecht van Nicomax. In het onderhavige geval is wel degelijk inbreuk gemaakt op het handelsnaamrecht en domeinnamenrecht van Nicomax, aangezien het relevante publiek niet kan weten dat beide ondernemingen niet aan elkaar gelieerd zijn.

IEF 18762

Artikel ingezonden door Bas Pinckaers, secretaris Nederlandse Groep van AIPPI.

AIPPI World Congress London 2019

Van 15 t/m 18 september 2019 vond het AIPPI World Congress plaats in Londen in het Queen Elizabeth II Centre. Een prachtige locatie, tegenover de Westminster Abbey en vlak bij het Palace of Westminster en Middlesex Guildhall, waar op dat moment  het UK Supreme Court de zaak over de rechtmatigheid van de verdaging van het parlement behandelde.

Ongeveer 50 leden van de Vereniging voor Intellectuele Eigendom (VIE), de Nederlandse groep van AIPPI, hebben dit congres bezocht, waarvan tien leden zich onder leiding van voorzitter Gwen ten Berge hebben ingezet dat bijgaande resoluties zijn aangenomen:

- Resolution of Standing Committee on Client Attorney Privilege
- Plausibility (Study Question)
- Copyright in artificially generated works (Study Question)
- IP damages for acts other than sales (Study Question)
- Consumer Survey Evidence (Study Question)

De teksten van de laatste vier resoluties zijn tot stand gekomen op basis van de rapporten en commentaren die onder meer door de VIE en andere nationale groepen zijn opgesteld en op basis van de discussies die in Londen hebben plaatsgevonden.

Het volgende AIPPI World Congress zal plaatsvinden in Hanzhou, China van 11 t/m 14 oktober 2020. Daar zullen delegaties van alle nationale groepen discussiëren over vier nieuwe vragen met de bedoeling resoluties aan te nemen. De nieuwe vragen betreffen de volgende onderwerpen:

- Inventorship of inventions made using artificial intelligence
- Descriptiveness as a defence in trademark proceedings
- IP rights in data
- Standing to litigate and effect on remedies

Zodra de nieuwe Study Questions en working guidelines definitief zijn vastgesteld, kunnen leden van de VIE zich bij het secretariaat aanmelden voor deelname aan een werkgroep voor de betreffende vragen.

IEF 18761

Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH.

Afspraken uit licentieovereenkomst bepalen mede recht op naam 'Invitria'

Rechtbank Den Haag 16 okt 2019, IEF 18761; ECLI:NL:RBDHA:2019:10913 (Medical Workshop tegen Sharpsight), https://ie-forum.nl/artikelen/afspraken-uit-licentieovereenkomst-bepalen-mede-recht-op-naam-invitria

Rechtbank Den Haag 16 oktober 2019, IEF 18761, LS&R 1745; ECLI:NL:RBDHA:2019:10913 (Medical Workshop tegen Sharpsight) Medical Workshop is een totaalleverancier in oogheelkunde. De heer Gonçalves, bestuurder van Sharpsight, is oogarts en houder van een aantal octrooien waaronder het Europees octrooi EP 2 109 425 B1. Dit octrooi ziet op een hulpmiddel voor het vereenvoudigen van intra-vitreale injecties. Eind 2009 hebben Medical Workshop en Sharpsight een licentieovereenkomst gesloten m.b.t. Invitria, een product voortgekomen uit het octrooi. Medical Workshop is houdster van het Uniewoordmerk INVITRIA. In 2019 heeft Sharpsight het Uniewoordmerk INVITRIA gedeponeerd voor waren en diensten in klasse 10. Na publicatie door het EUIPO heeft Medical Workshop oppositie ingesteld tegen dit depot, waarop nog niet is beslist.
Medical Workshop wil dat Sharpsight ieder gebruik van het merk Invitria staakt en gestaakt houdt. Geoordeeld wordt dat Medical Workshop en Sharpsight redelijkerwijs konden verwachten dat de naam Invitria aan het product verbonden zou blijven. Dit leidt ertoe dat (Sharpsight via Gonçalves, omdat hij de octrooihouder is en hij na afloop van de Licentieovereenkomst als enige recht heeft het product te (doen) produceren en verhandelen, ook het recht heeft de naam Invitria voor het product te gebruiken.

IEF 18760

Uitspraak ingezonden door Cathy Brocklebank en Sanne Kleerebezem, Okkerse & Schop.

Inbreuk op handelsnaam en merkrecht duurzame energie

Rechtbank Midden-Nederland 20 sep 2019, IEF 18760; (SGZE tegen SGDE), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-handelsnaam-en-merkrecht-duurzame-energie

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 20 september 2019, IEF 18760; (SGZE tegen SGDE) Eiser SGZE is beheerder van een garantiefonds ter ondersteuning van de markt voor zonnepanelen. SGZE gebruikt de domeinnaam www.sgze.nl. Verweerder SGDE houdt zich bezig met het beheer van een garantiefonds ter ondersteuning van de markt voor duurzame energie en is merkhouder van het Benelux-woordmerk SGDE voor de klassen 35, 36 en 45. Door de visuele en auditieve overeenstemming tussen merk en teken, de omstandigheid dat de diensten soortgelijk zijn en SGZE en SGDE zich beiden (ook) richten op de gemiddelde consument is verwarringsgevaar aannemelijk. Onder andere wordt opgemerkt dat SGDE niet bij toeval in zijn algemeenheid dicht tegen SGZE lijkt aan te schuren. De volgorde en tekstgebruik van de algemene voorwaarden van SGDE is opvallend gelijk aan dat van SGZE. Verweerder SGDE wordt veroordeeld iedere inbreuk op het merkenrecht en de handelsnaam 'SGZE' van SGZE te staken en gestaakt te houden, waaronder het gebruik van het teken 'SGDE'.