IEF 22155
25 juli 2024
Uitspraak

Boska kaasschaven niet auteursrechtelijk beschermd

 
IEF 22153
25 juli 2024
Uitspraak

Vorderingen EUR tegen platform Studeersnel afgewezen

 
IEF 22152
25 juli 2024
Uitspraak

Verzoek om schorsende werking afgewezen

 
IEF 18642

De IE rechtspraak van de zomer van 2019

Vrijdag 30 augustus 2019 bespreekt Dirk Visser tijdens Leiden Revisited de onderstaande rechtspraak van de afgelopen zomer. Hierbij alvast de PowerPoint. Aanmelden kan hier.
 
HvJ EU 29 juli 2019,  C-469/17, IEF 18623 (Funke, „Afghanistan-Papiere”)
HvJ EU 29 juli 2019,  C-476/17, IEF 18613 (Pelham, „Metall auf Metall“)
HvJ EU 29 juli 2019, C-516/17, IEF 18644 (Spiegel Online/Volker Beck)

Als er tijd voor is:
Rb. Amsterdam 12 juli 2019, IEF 18590 (Dijkstra/Dutch News)
Rb. Amsterdam 17 juli 2019, IEF 18599 (Geldof/Overamstel)
Hof Den Haag 23 juli 2019, ECLI:NL:RBDHA:2016:13329, IEF 18605 (Snappet/GEU)
Hof Amsterdam 30 juli 2019, IEF 18616 (Rezvani/Klarenbeek)
Hof Arnhem 14 juni 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5012, IEF 18537 (Dairy Partners)

IEF 18641

Bas Kist: MasterCard verliest merken

MasterCard heeft een gevoelige nederlaag geleden. Het Europese merkenbureau EUIPO heeft onlangs twee belangrijke merkregistraties van het bedrijf ongeldig verklaard.
Met deze merken in zwart-wit – sinds 2012 geregistreerd in Europa – hoopte Mastercard de bescherming van zijn bekende geel-rode ‘ballen-logo’ uit te breiden naar elk gebruik van twee overlappende cirkels, ongeacht de kleuren.

IEF 18640

Antwoord prejudiciële vragen beroep op informatievereisten

HvJ EU 23 jan 2019, IEF 18640; (Walbusch tegen Zentrale zur Bekämpfung), https://ie-forum.nl/artikelen/antwoord-prejudici-le-vragen-beroep-op-informatievereisten

HvJ EU 23 januari 2019, IEF 18640, IEFbe 2927, IT 2842; C‑430/17 (Walbusch tegen Zentrale zur Bekämpfung) Consumentenbescherming. Vervolg op prejudicieel gestelde vragen [IEFbe 2331 en IT 2343]. Hier is van belang of verweerder zich met succes kan beroepen op de minder strenge informatievereisten bij beperkte weergavemogelijkheid overeenkomstig de BGB (Duits Burgerlijk Wetboek), EGBGB (Duitse wet tot invoering van het Burgerlijk Wetboek) en richtlijn 2011/83. Het antwoord op de vraag of de minder strenge informatievereisten hier gelden, hangt af van de uitlegging van artikel 8 lid 4 eerste zin, en artikel 6 lid 1 (h) van richtlijn 2011/83/EU. De vraag rijst evenwel of een zo uitgebreide informatieplicht over het herroepingsrecht verenigbaar is met de doelen van richtlijn 2011/83/EU. Het zou een onevenredige beperking van de vrije reclamevoering kunnen zijn de handelaar, ongeacht beperkingen in ruimte en tijd van het door hem voor de reclame gebruikte middel voor communicatie op afstand, te verplichten de omvangrijke instructies voor herroeping meteen en rechtstreeks in dit middel voor communicatie op afstand mee te delen en het modelformulier voor herroeping daarbij te voegen. Er zijn prejudiciële vragen gesteld aan het Hof met betrekking tot het beroep op de minder strenge informatievereisten met het oog op de consumentenbescherming.

IEF 18639

Jong IE borrel verplaatst naar donderdag 12 september

Ha mede Jong IE’er,

Na de uiterst succesvolle “start van de zomer” borrel bij Strand Zuid hebben Patty, Selmer, Roeland en Sarah het stokje overgedragen aan ondergetekenden. Wij hebben er zin in en gaan ons best doen een paar legendarische borrels te organiseren! De volgende Jong IE borrel zal in plaats van donderdag 5 september op donderdag 12 september plaatsvinden. Informatie over de locatie en het tijdstip volgt binnenkort!

We hopen jullie 12 september in grote getalen te mogen verwelkomen. Tot dan!

Menno Kroon
Simone Poot
Pien Haase
Mathijs Peijnenburg

IEF 18638

Opname in EVR proportioneel, strafrechtelijke gegevens staan voldoende vast

Hof Amsterdam 20 aug 2019, IEF 18638; ECLI:NL:GHAMS:2019:3074 (X tegen Ansvar), https://ie-forum.nl/artikelen/opname-in-evr-proportioneel-strafrechtelijke-gegevens-staan-voldoende-vast

Hof Amsterdam 20 augustus 2019, IEF 18638, IT 2840; ECLI:NL:GHAMS:2019:3074 (X tegen Ansvar) Kort geding. Opname in Extern Verwijzingsregister (EVR) voor vijf jaar. Belangenafweging art. 6 lid 1 sub f AVG. Appelant is eigenaar van een Mercedes-Benz en heeft de Mercedes ten behoeve van de verzekering laten taxeren. De auto verkeert in goede staat en er zijn geen gebreken of schades waargenomen. Er doet zich een aanrijding met een Volkswagen voor, waarbij aannemelijk is dat appellant opzettelijk in het Vragenformulier en het aanrijdingsformulier schade heeft vermeld, die niet (geheel) door de aanrijding van de Volkswagen met de Mercedes kan zijn veroorzaakt. De te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens staan in voldoende mate vast. Aannemelijk is dan ook dat de bodemrechter de opname van appellant in het EVR proportioneel zal achten.

IEF 18637

Verlaging kartelboetes ondernemingen leesmappen

CBB 20 aug 2019, IEF 18637; ECLI:NL:CBB:2019:357 (Leesmappenkartel), https://ie-forum.nl/artikelen/verlaging-kartelboetes-ondernemingen-leesmappen

CBb 20 augustus 2019, IEF18637; ECLI:NL:CBB:2019:357 (Leesmappenkartel) Overtreding artikel 6 van de Mededingingswet (kartelverbod) door leesmapondernemingen. Geen beroep op artikel 7, tweede lid, van de Mededingingswet (bagatelbepaling). De Autoriteit Consument en Markt deed onderzoek naar een mogelijke overtreding van het kartelverbod door ondernemingen die actief zijn op het gebied van distributie, verhuur en verkoop van leesmappen aan afnemers in Nederland. ACM stelde een overtreding vast en legde boetes op aan ondernemingen die leesmappen verspreiden en hun feitelijk leidinggevers. Deze ondernemingen hadden de markt onderling verdeeld. Zij spraken af om elkaars klanten niet te werven en maakten afspraken over elkaars werkgebied. Ter controle daarvan wisselden de verschillende leesmapondernemingen regelmatig informatie uit. De door ACM gekozen constructie van hoofdelijke aansprakelijkheid bij de boete-oplegging aan de feitelijk leidinggevenden verdraagt zich niet met de Wet. De hoogte van de boetes worden opnieuw voorgesteld.

IEF 18636

Top Logistics heeft in hoger beroep bewijsaanbod onvoldoende gespecificeerd

Hof Den Haag 16 jul 2019, IEF 18636; ECLI:NL:GHDHA:2019:1899 (Top Logistics tegen MHCS), https://ie-forum.nl/artikelen/top-logistics-heeft-in-hoger-beroep-bewijsaanbod-onvoldoende-gespecificeerd

Hof Den Haag 16 juli 2019, IEF 18636, ECLI:NL:GHDHA:2019:1899 (Top Logistics tegen MHCS) Merkenrecht. MHCS verhandelt luxe producten waaronder alcoholhoudende dranken. In deze hoedanigheid is zij houdster van verschillende merken waaronder het Hennessy-merk. Top Logistics verricht logistieke diensten. Zij maakt volgens MHCS inbreuk op haar merkrechten, doordat zij producten zou decoderen. In dit hoger beroep verzet Top Logistics zich tegen de in eerste instantie toegewezen exhibitievordering van MHCS. Deze vordering is echter terecht toegewezen. Ook het bevel tot staking van het faciliteren van de inbreuk is terecht toegewezen, nu het bewijsaanbod van Top Logistics onvoldoende gespecificeerd is.

IEF 18635

BRCP niet rechthebbende op websites Jeroen Bosch

Rechtbank Amsterdam 19 jun 2019, IEF 18635; ECLI:NL:RBAMS:2019:5033 (BRCP tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/brcp-niet-rechthebbende-op-websites-jeroen-bosch

Rechtbank Amsterdam 19 juni 2019, IEF 18635, IT 2838; ECLI:NL:RBAMS:2019:5033 (BRCP tegen X) Auteursrecht. BRCP is opgericht met als doel de kennis van het werk van Jheronimus Bosch te verdiepen door middel van moderne technische hulpmiddelen. Gedaagde is bij dit project betrokken. Dit project heeft al voor meer rechtszaken gezorgd, zie IEF 17792 en IEF18302. In deze zaak vordert BRCP een verklaring voor recht dat zij rechthebbende is op de verschillende websites van het project. Dit wordt wat betreft de ‘showcase website’ echter afgewezen nu artikel 8 Aw niet van toepassing is. Wat betreft de publieke website wordt geoordeeld dat dit geen gemeenschappelijke werk is, en dat de vordering van BRCP ook op dit punt dient te worden afgewezen. Het onderzoeksportaal komt niet in aanmerking voor bescherming nu hier geen creatieve keuzes zijn gemaakt. Wel is BRCP rechthebbende op de domeinnaam.

IEF 18634

Franchiseovereenkomst niet geldig ontbonden nu daar geen reden toe was

Rechtbank Gelderland 25 mrt 2019, IEF 18634; ECLI:NL:RBGEL:2019:2630 (De Groene Zuster tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/franchiseovereenkomst-niet-geldig-ontbonden-nu-daar-geen-reden-toe-was

Rechtbank Gelderland 25 maart 2019, IEF 18634, LS&R 1724; ECLI:NL:RBGEL:2019:2630 (De Groene Zuster tegen X) Verbroken Franchiserelatie. De Groene Zuster drijft een onderneming op het gebied van medische thermografie. Gedaagde heeft met de Groene Zuster een franchiseovereenkomst gesloten voor onbepaalde tijd. Zij mag derhalve het logo en merk ‘De Groene Zuster’ gebruiken. De Groene Zuster wenste deze samenwerking te beëindigen. Gedaagde heeft echter niet voldaan aan de beëindiging. Of de overeenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd is niet vast komen te staan. Ook is niet aannemelijk geworden dat gedaagde is tekortgeschoten in de nakoming van de franchiseovereenkomst, deze is dus niet rechtsgeldig ontbonden. Wel rechtsgeldig ontbonden wederzijdse rechten en plichten blijven gedurende opzegtermijn van kracht. Wat betreft misgelopen omzet van gedaagde, deze is niet met voldoende zekerheid vast te stellen, de vordering wordt dus afgewezen. Bij haar vordering tot vergoeding van misgelopen winst heeft zij geen belang. 

IEF 18633

Spoedeisend belang bij vordering nu faillissement dreigt

Rechtbank Den Haag 19 jul 2019, IEF 18633; Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBDHA:2019:7376 (Nirea tegen Z&P Expat), https://ie-forum.nl/artikelen/spoedeisend-belang-bij-vordering-nu-faillissement-dreigt

Rechtbank Den Haag 19 juli 2019, IEF 18633; ECLI:NL:RBDHA:2019:7376 (Nirea tegen Z&P Expat) Handelsnaam. Merkenrecht. Boete. Spoedeisend belang. Nirea exploiteert een onderneming onder de handelsnaam Expatise. Nirea houdt in deze hoedanigheid enige merken. Z&P is ook een onderneming gaan drijven onder deze naam. Nirea heeft bij brief gesommeerd gebruik van deze merknaam te staken. Z&P heeft een onthoudingsverklaring ondertekend, maar gebruikt de term toch nog. Nirea vordert voor de rechter te gebieden gebruik van de handelsnaam te staken en verbeurde boetes te betalen. Dit eerste wordt afgewezen nu Nirea haar activiteiten heeft verhangen naar een andere vennootschap met dezelfde bestuurders, namelijk Z&P Advies. Wel is aannemelijk dat er spoedeisend belang is bij betaling van de boetes nu een faillissement dreigt voor Z&P.