IEF 22147
23 juli 2024
Uitspraak

Pularys-portemonnees maken inbreuk op Secrid-portemonnees

 
IEF 22145
23 juli 2024
Uitspraak

123inkt vijfmaal in het ongelijk gesteld: Google Shopping advertenties van Media Concept zijn niet misleidend

 
IEF 22146
22 juli 2024
Uitspraak

Executiegeschil tussen Loendersloot en MHCS c.s.

 
IEF 18469

Conclusie AG naburige rechten Spedidam

16 mei 2019, IEF 18469; ECLI:EU:C:2019:423 (Spedidam), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-naburige-rechten-spedidam

Conclusie AG 16 mei 2019, IEF 18469, IEFbe 2884; ECLI:EU:C:2019:423 (Spedidam) Is het toelaatbaar dat een lidstaat in zijn wetgeving inzake het auteursrecht voorziet in een vermoeden dat de uitvoerend kunstenaar van een bepaald werk een openbare instelling die tot taak heeft audiovisuele opnamen te bewaren, toestemming heeft gegeven om het werk te publiceren en indien nodig, te exploiteren door middel van een stilzwijgende overdracht van de rechten van de uitvoerend kunstenaar? Dat is de kernvraag waar het in dit verzoek om een prejudiciële beslissing om gaat.

IEF 18468

Parool mag artikelen over vastgoedhandel gewoon publiceren

Gerechtshoven 14 mei 2019, IEF 18468; ECLI:NL:GHAMS:2019:1610 (X tegen het Parool), https://ie-forum.nl/artikelen/parool-mag-artikelen-over-vastgoedhandel-gewoon-publiceren

Gerechtshof Amsterdam 14 mei 2019, IEF 18468; IT 2779, ECLI:NL:GHAMS:2019:1610 (X tegen het Parool) Mediarecht. Privacyrecht. Het Parool heeft artikelen gepubliceerd over de kopers van politiepanden op de Wallen en hun banden met criminelen. De betrokken kopers vorderen te verklaren dat publicatie van de artikelen onrechtmatig is. Tevens vorderen zij het offline halen van de artikelen, een rectificatie in de krant en vergoeding van immateriële schade. Publicatie van de artikelen was niet onrechtmatig volgens de rechtbank. Nu wordt geoordeeld dat één bewering in het laatste artikel onrechtmatig was wegens het ontbreken van nuancering en/of wederhoor. De artikelen worden verder rechtmatig bevonden. Plaatsing van een rectificatie bij het laatste artikel in het digitale archief volstaat. De overige vorderingen zijn niet toewijsbaar.

IEF 18467

Onrechtmatig handelen door aanzetten tot merkinbreuk schoonmaakmiddel

Rechtbank Rotterdam 27 feb 2019, IEF 18467; ECLI:NL:RBROT:2019:1696 (Zon Impex tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/onrechtmatig-handelen-door-aanzetten-tot-merkinbreuk-schoonmaakmiddel

Rechtbank Rotterdam 27 februari 2019, IEF 18467; ECLI:NL:RBROT:2019:1696 (Zon Impex tegen X) Merkinbreuk. Zon Impex heeft bij gedaagde containers met Dasti-schoonmaakproducten besteld. Gedaagde deed zich voor als bestuurder van de rechtspersoon en deelde ten onrechte aan Zon Impex mee dat hij de Dasti-producten met toestemming van Dasty Italia verkocht en dat Zon Impex deze ook in Nederland op de markt mocht brengen. Door die mededelingen te doen en vervolgens ervoor te zorgen dat de Dasti-producten werden geleverd, handelde gedaagde in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt. Hij moet immers hebben geweten dat die producten inbreuk maakten op de IE-rechten van Dasty Italia. Dat is onrechtmatig jegens Zon Impex, dit moet hem, als degene die in strijd met de waarheid heeft verklaard, worden toegerekend.

IEF 18464

Uitspraak ingezonden door Ruben Verweij en Niels Mulder, DLA Piper

Opwerpen vrijwaringsincident twee jaar na dagvaarding komt voor eigen risico

Rechtbank Den Haag 15 mei 2019, IEF 18464; (Pure Handling tegen Hennessy), https://ie-forum.nl/artikelen/opwerpen-vrijwaringsincident-twee-jaar-na-dagvaarding-komt-voor-eigen-risico

Rechtbank Den Haag 15 mei 2019, IEF 18464; ECLI:NL:RBDHA:2019:4887 (Pure Handling tegen Hennessy) Eiseres(sen) in de hoofdzaak is Hennessy. Eiseres in het incident en gedaagde in hoofdzaak is Pure Handling. Het geschil in de hoofdzaak gaat over vermeende merkinbreuk door Pure Handling op verschillende Unie- en Benelux-merken van Hennessy c.s. voor onder meer alcoholische drank en op daaruit voortvloeiende vorderingen tot niet-inbreuk, schadevergoeding, winstafdracht en nevenvorderingen. Pure Handling wil LB11 mede-gedaagde in de hoofdzaak en anonieme contractspartijen van Pure Handling in vrijwaring oproepen. Er was geen beletsel voor Pure Handling om dit incident eerder op te werpen, zodat het er alle schijn van heeft dat deze gang van zaken uitsluitend bedoeld is om de hoofdzaak te vertragen. Anders dan Pure Handling aanvoert, kan Hennessy c.s. in dit geval niet worden verweten dat zij de zaak vertraagt door verweer te voeren in dit incident, nu Pure Handling vordert om een onbepaald aantal anonieme waarborgen in vrijwaring op te roepen. De door Pure Handling gekozen strategie om pas bij conclusie van antwoord, ruim twee jaar na het uitbrengen van de dagvaarding, dit incident op te werpen, komt voor haar risico. De eisen van een doelmatige procesvoering brengen in het onderhavige geval mee dat de vordering om LB 11 in vrijwaring op te roepen, moet worden afgewezen.

IEF 18463

Uitspraak ingezonden door Ruben Verweij en Niels Mulder, DLA Piper

Vrijwaring in incidententrein afgewezen

Rechtbank Den Haag 15 mei 2019, IEF 18463; (Bacardi tegen Pure Handling), https://ie-forum.nl/artikelen/vrijwaring-in-incidententrein-afgewezen

Rechtbank Den Haag 15 mei 2019, IEF 18463; ECLI:NL:RBDHA:2019:4890 (Bacardi tegen Pure Handling) Eiseres is Bacardi c.s., houdster en licentiehoudster van Uniemerken en Benelux-merken voor onder meer alcoholhoudende dranken. Gedaagde en eiseres in het vrijwaringsincident is Pure Handling. Het belang van Bacardi c.s. bij voortzetting van de hoofdzaak zonder verdere vertraging door (vrijwarings-)incidenten dient in dit geval te prevaleren boven het belang van Pure Handling bij het oproepen van LB 11 in vrijwaring [IEF 17251]. Toestaan van de vrijwaring zou meebrengen dat de hoofdzaak mogelijk onredelijk (verder) wordt vertraagd en gecompliceerd. Dat Pure Handling zo lang heeft gewacht met het opwerpen van dit incident valt moeilijk te rijmen met het door haar ter zitting nogmaals benadrukte ‘grote belang’. Gelet op de wederzijdse belangen van partijen en de eisen van een doelmatige procesvoering wordt de vordering van Pure Handling tot oproeping van LBI 1 in vrijwaring dan ook afgewezen.

IEF 18462

Uitspraak ingezonden door Lars Bakers en Marissa Brinks, Bingh.

Stier in tweede Rodeo-merk springt, anders dan in eerste merk, niet in het oog

Hof 's-Hertogenbosch 14 mei 2019, IEF 18462; (Service-Bund tegen Rodeo), https://ie-forum.nl/artikelen/stier-in-tweede-rodeo-merk-springt-anders-dan-in-eerste-merk-niet-in-het-oog

Hof 's-Hertogenbosch 14 mei 2019, IEF 18462; ECLI:NL:GHSHE:2019:1822 (Service-Bund tegen Rodeo) Merkenrecht. Service Bund is een verband van toeleveranciers van levensmiddelen in de horeca en houder van het internationale woordmerk 'RODEO'. Rodeo expoiteert een franchiseformule voor restaurants in Nederland en België. Rodeo is houder van Benelux woord- en beeldmerken  'Saloon Restaurant Rodeo' en 'Rodeo Latin American Grill Restaurant'.  Rodeo biedt daarnaast op haar menukaart verschillende gerechten aan onder de naam 'Rodeo' en heeft de website: www.restaurant-rodeo.nl. Verzet van Service-Bund was niet mogelijk aangezien 2e merk beschouwd werd als gebruik van het 1e merk in afwijkende vorm [IEF 16931]. Alleen grief 1 slaagt nu deels, maar kan niet tot vernietiging van het bestreden vonnis leiden omdat de vorderingen van Service-Bund hoe dan ook niet toewijsbaar zijn.

IEF 18457

Achterdocht heeft onvoldoende basis in concrete en onderbouwde feiten

Hof Arnhem-Leeuwarden 19 feb 2019, IEF 18457; ECLI:NL:GHARL:2019:1595 (Op elkaar lijkende dorpels), https://ie-forum.nl/artikelen/achterdocht-heeft-onvoldoende-basis-in-concrete-en-onderbouwde-feiten

Hof Arnhem - Leeuwarden 19 februari 2019, IEF 18457, IT 2776; ECLI:NL:GHARL:2019:1595 (Op elkaar lijkende dorpels) Bewijsbeslag. Slaafse nabootsing. Vordering tot inzage in selectie van beslagen documenten en bescheiden. Appellant stelt dat haar voormalig werknemer bedrijfsinformatie over de dorpelmarkt (boven- en onderkant van kozijnen), tekeningen of prijsstellingen ter beschikking heeft gesteld. De omstandigheid dat de nieuwe dorpels op elkaar lijken en dat geïntimeerden hun producten (aanvankelijk) ook dezelfde productaanduiding hebben gegeven, is onvoldoende aanwijzing om aannemelijk te achten dat er onrechtmatig is gehandeld. Deze en andere omstandigheden hebben achterdochtig gemaakt, maar deze achterdocht heeft een onvoldoende basis in concrete en onderbouwde feiten. Er is onvoldoende aannemelijk maken dat er is tekort geschoten of onrechtmatig is gehandeld.

IEF 18461

Uitspraak ingezonden door Joris Vos, IT-student

NRC mag naam hoogleraar UvA niet publiceren nu dit niet bijdraagt aan #MeToo debat

Rechtbanken 13 mei 2019, IEF 18461; ECLI:NL:RBAMS:2019:3451 (X tegen NRC Media), https://ie-forum.nl/artikelen/nrc-mag-naam-hoogleraar-uva-niet-publiceren-nu-dit-niet-bijdraagt-aan-metoo-debat

Rechtbank Amsterdam 13 mei 2019, IEF 18461; IT 2778, ECLI:NL:RBAMS:2019:3451 (X tegen NRC Media) Privacyrecht. Mediarecht. Eiser is hoogleraar geweest aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam. Wegens een onderzoeksrapport waarin hem grensoverschrijdend gedrag wordt verweten besluit hij ontslag te nemen. Hierover was NRC van plan een artikel te publiceren. Eiser stelt dat dit artikel onrechtmatig is, omdat het onvoldoende steun vindt in het feitenmateriaal. Hierna moeten dus het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer tegen elkaar worden afgewogen. Het artikel draagt bij aan het publieke debat. Daarnaast is eiser een publieke figuur. Ook is zijn voorgespiegelde gedrag zodanig geweest dat hieraan het waardeoordeel ‘grensoverschrijdend gedrag’ mag worden verbonden. Echter is hier onvoldoende bewijs voor, en zal een dergelijke publicatie grote gevolgen hebben. Ook zal het noemen van de naam van eiser niets bijdragen aan het publieke debat. Derhalve wordt NRC Media verboden de voor- en/of achternaam van eiser te noemen, en veroordeeld in de proceskosten.

IEF 18458

HvJ EU: Gebruik van tekens die een voorstelling van de aan de BOB verbonden regio kunnen oproepen, kan onrechtmatig zijn

HvJ EU 2 mei 2019, IEF 18458; ECLI:EU:C:2019:344 (Queso manchego), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-gebruik-van-tekens-die-een-voorstelling-van-de-aan-de-bob-verbonden-regio-kunnen-oproepen-kan

HvJ EU 2 mei 2019, IEF 18458; IEFbe 2882; RB 3313; C-614/17; ECLI:EU:C:2019:344 (Queso manchego) Gebruik van tekens die een voorstelling van de aan de beschermde oorsprongsbenaming (BOB) verbonden regio kunnen oproepen – Begrip ‚normaal geïnformeerde en redelijk oplettende gemiddelde consument’ – Europese consumenten of consumenten van de lidstaat waar het product met de BOB wordt vervaardigd en hoofdzakelijk wordt geconsumeerd. Gebruik van een beeldmerk dat een beeld oproept van het geografisch gebied waarmee een BGA is geassocieerd kan onrechtmatig zijn. HvJ EU:

1)      Artikel 13, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen moet aldus worden uitgelegd dat het gebruik van beeldtekens een voorstelling van een geregistreerde benaming kan oproepen.

IEF 18459

Inventarisatie documenten wodka-merken

Rechtbank Den Haag 8 mei 2019, IEF 18459; ECLI:NL:RBDHA:2019:4561 (FKP tegen Spirits), https://ie-forum.nl/artikelen/inventarisatie-documenten-wodka-merken

Rechtbank Den Haag 8 mei 2019, IEF 18459; ECLI:NL:RBDHA:2019:4561 (FKP tegen Spirits) FKP en Spirits zeggen rechthebbende te zijn op wodkamerken in een aantal landen. Zij wensen beide dat de door hen gestelde rechtstoestand als de werkelijke rechtstoestand wordt vastgesteld en stellen over en weer dat de ander inbreuk maakt op de merken [IEF 17916]. Zij vorderen dat de ander (verdere) merkinbreuk wordt verboden en wordt veroordeeld tot betaling van schadevergoeding. Partijen gaan inventariseren welke resterende documenten FKP dient te overleggen. Dit dient te geschieden binnen een termijn van zes maanden na betekening van dit vonnis. De rechtbank gelast een comparitie van partijen.