IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 18027

Uitspraak ingezonden door Charissa Koster, DayOne Advocaten

Privacy moeder in autobiografisch boek niet geschonden

Rechtbank Amsterdam 11 okt 2018, IEF 18027; (Eiseres tegen Uitgeverij van Oorschot), https://ie-forum.nl/artikelen/privacy-moeder-in-autobiografisch-boek-niet-geschonden

Rechtbank Amsterdam 11 oktober 2018, IEF 18027; IT 2651 (Eiseres tegen Uitgeverij van Oorschot) Vrijheid van meningsuiting. Privacy. Eiseres is moeder van de schrijfster van De Porseleinenkast, Faxen aan Ger en is uitgegeven door Uitgeverij van Oorschot. Het boek bevat een bundeling van door schrijfster geschreven faxen. Uit de passages blijkt dat de moeder van schrijfster afkeer tegen haar heeft. Gevorderd is dat het boek uit de handel wordt gehaald, omdat er onjuiste en beschadigende beweringen zijn gedaan. Deze vinden geen steun in de feiten en doen ze dat wel, dan wordt de persoonlijke levenssfeer van eiseres geschonden. De rechtbank oordeelt dat het werk is aan te merken als autobiografisch dagboek, maar de gemiddelde lezer zal begrijpen dat het boek niet altijd een objectieve beschrijving van de werkelijkheid betreft. Om deze reden is de persoonlijke levenssfeer van eiseres ook niet geschonden. Bovendien is door het autobiografische karakter haar moeder moeilijk te fingeren of zijn daarin moeilijk wijzigingen aan te brengen. De passages zijn niet buiten proportie grievend, het gedrag van eiseres wordt in het boek ook wel eens goedgepraat, de moeder heeft een beperkte rol in het boek en de boek is maar 800 keer gedrukt. Hierdoor weegt de uitingsvrijheid van Uitgeverij van Oorschot zwaarder. De rechtbank wijst de vordering af. 

IEF 18025

Wet bescherming bedrijfsgeheimen dinsdag als hamerstuk in de Eerste Kamer

, IEF 18025; https://ie-forum.nl/artikelen/wet-bescherming-bedrijfsgeheimen-dinsdag-als-hamerstuk-in-de-eerste-kamer

Het wetsvoorstel Wet bescherming bedrijfsgeheimen wordt op 16 oktober 2018 als hamerstuk afgedaan in de Eerste Kamer. Lees hier het verslag, nota naar aanleiding van het verslag , tweede nota van wijziging en de brief van de minister inzake toezegging betreffende dit wetsvoorstel.

IEF 18024

Corrigendum: In en rond Buma/Stemra

Corrigendum: Hoewel VCTN en Ntb/Kunstenbond ook bij inschakelen van Hopstaken als adviseur van de RvT en voordracht voor de openstaande RvT functie, wegens diens achtergrond en verleden bij de organisatie, vragen hebben en houden, hechten wij eraan de eerdere publicatie op dit punt te rectificeren [ zie IEF 18012].

IEF 18023

Artikel ingezonden door professor Sierd Schaafsma, Universiteit Leiden/Hof Den Haag

Prof. Sierd Schaafsma - Reactie op cassatie in belang der wet

Is de voorzieningenrechter in Den Haag binnen Nederland exclusief bevoegd ter zake van inbreuk op Gemeenschapsmodellen en Uniemerken? Of zijn ook andere voorzieningenrechters in den lande bevoegd? Over deze vraag heerst al meer dan tien jaar verdeeldheid. De vraag is onlangs aan de Hoge Raad voorgelegd: op 31 augustus 2018 stelde A-G van Peursem hierover cassatieberoep in het belang der wet in (zie IEF 17968).

De A-G geeft een nieuwe wending aan het debat. Prof. Schaafsma (Universiteit Leiden/Hof Den Haag) reageert in dit artikel.

IEF 18022

ADVERTORIAL Wolters Kluwer

25 oktober - Digital Transformation: Formulating A Legal Tech Strategy

Meld u aan voor een lunchbijeenkomst (Engelstalig) van Wolters Kluwer en Vialegis op donderdag 25 oktober! Tijdens de sessie zullen een aantal experts hun ervaringen met u delen op het gebied van ‘legal tech.’ Barend Blondé, Partner bij FrahanBlondé, vertelt over het selecteren van de juiste technologieën binnen de juridische afdeling en waar u rekening mee moet houden tijdens het implementatieproces. Er wordt ook ingegaan op hoe ‘legal tech’ juridische afdelingen op vele vlakken ondersteunt, inclusief het uitvoeren van administratieve werkzaamheden, het genereren van rapportages, en risicobeheer, zelfs als de werkdruk stijgt. U ontdekt hoe onze tools bijdragen aan de efficiëntie en productiviteit van de juridische afdeling en de business die ze bedienen.

Deelname is gratis. We hopen u te mogen verwelkomen!

IEF 18020

Uitspraak ingezonden door Wouter Seinen, Steffen Hagen en Itse Oosterhoff, Baker McKenzie

Idee Unga te sparen miniatuurproducten niet vatbaar voor auteursrecht, ook niet via de achterdeur van slaafse nabootsing

Rechtbanken 10 okt 2018, IEF 18020; ECLI:NL:RBMNE:2018:5020 (Unga tegen Boost), https://ie-forum.nl/artikelen/idee-unga-te-sparen-miniatuurproducten-niet-vatbaar-voor-auteursrecht-ook-niet-via-de-achterdeur-van

Rechtbank Oost-Brabant 10 oktober 2018, IEF 18020; ECLI:NL:RBMNE:2018:5020 (Unga tegen Boost) Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Partijen zijn wereldwijd actief als aanbieders van loyaliteitsprogramma's aan winkeliers. Unga heeft het programma "Little Shop" voor Albert Heijn ontwikkeld, waarbij miniaturen uit het assortiment cadeau worden gedaan aan de consument. Zij heeft Migros benaderd om hetzelfde concept aan te bieden, maar vernam dat Boost al zo'n programma aan Migros had gepresenteerd: "Mini Market". Unga stelt dat zij auteursrecht heeft op het Little Shop-format en op (de vormgeving van) de Little Shop-producten, omdat zij voortdurend creatieve keuzes heeft gemaakt. Omdat zij de producten met zorg heeft uitgezocht, ontworpen en verzameld, stelt zij dat ze verzamelauteursrecht heeft. Naar oordeel van de rechtbank is de omschrijving van het format te abstract: het is een opsomming van een aantal algemene (bekende) elementen, zoals het ontvangen van een miniatuurproduct, in een blinde verpakking, bij een bepaalde aankoopbedrag, bestemd voor kinderen, gedurende een bepaalde periode. De ideeën hierachter komen niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. Deze zijn ook onvoldoende concreet uitgewerkt. Unga heeft daarnaast onvoldoende onderbouwd waarom de miniatuurproducten zichzelve een werk zouden zijn of waarom de verzameling in aanmerking komt voor auteursrechtelijke bescherming. Geen slaafse nabootsing. Het is ook niet de bedoeling dat een idee via de achterdeur van slaafse nabootsing toch bescherming geniet. Vorderingen worden afgewezen. 

IEF 18017

Uitspraak ingezonden door Alexandra van Beelen, TRIP advocaten.

Bouw7 wijst zich terecht aan als alternatief voor Admicom: geen merkinbreuk door toelaatbare vergelijkende reclame

Rechtbank Noord-Nederland 10 okt 2018, IEF 18017; (Admicom tegen Bouw7), https://ie-forum.nl/artikelen/bouw7-wijst-zich-terecht-aan-als-alternatief-voor-admicom-geen-merkinbreuk-door-toelaatbare-vergelij

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 10 oktober 2018, IEF 18017; RB 3217 (Admicom tegen Bouw7) Merkenrecht. Vergelijkende reclame. Admicom is houdster van de woordmerken "VAKWARE" en "ADMICOM". Voor deze termen heeft Bouw7 heeft advertentieruimte gekocht d.m.v. Adwords. Advertenties leiden naar een webpagina van Bouw7 in welke url "admicom" voorkomt en waar Bouw7 als alternatief voor Admicom wordt aangeprezen. Mr. ing. N.M. Keijser heeft in opdracht van Admicom onderzoek gedaan naar de applicaties van partijen op basis van de door partijen beschikbaar gestelde informatie en heeft geconcludeerd dat Bouw7 geen alternatief vormt voor Admicom. De voorzieningenrechter oordeelt dat in het rapport van Keijser t.a.v. 63 functionaliteiten ten onrechte is vermeld dat zij in de software van Bouw7 zouden ontbreken. Keijser heeft daarbij nagelaten zich ook te baseren op de software zelf. Bouw7 heeft aannemelijk gemaakt dat haar software en die van Admicom in dezelfde behoeften voorzien en stelt daarmee terecht dat het een alternatief kan zijn. Van belang is daarbij dat de ondernemer tot wie zich de advertentie zich richt Bouw7 als alternatief ziet. Omdat Bouw7 zich nadrukkelijk van Admicom onderscheidt door de presentatie van haar software, is er geen sprake van misleiding. Omdat er voldaan is aan de voorwaarden voor vergelijkende reclame, kan van merkinbreuk geen sprake zijn. De vorderingen van Admicom worden afgewezen. 

IEF 18016

Ono Pharmaceutical voert onterecht aan dat Nederlandse rechter bevoegd is in octrooiprocedure

Gerechtshoven 9 okt 2018, IEF 18016; ECLI:NL:GHDHA:2018:2606 (Ono Pharmaceutical tegen Pfizer), https://ie-forum.nl/artikelen/ono-pharmaceutical-voert-onterecht-aan-dat-nederlandse-rechter-bevoegd-is-in-octrooiprocedure

Hof Den Haag 9 oktober 2018, IEF 18016 (Ono Pharmaceutical tegen Pfizer) Octrooirecht. Procesrecht. Ono, Japanse onderneming die zich toelegt op ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen, heeft in 2003 een Europese octrooiaanvrage gedaan bij het EOB, die in 2010 is gepubliceerd als EP 2 206 517 A1. Pfizer heeft bij het Verwaltungsgericht München een opeisingsprocedure aanhangig gemaakt strekkende tot het verkrijgen van mede-eigendom. Zij schrijft dat zij de zaak aanbrengt bij de onbevoegde bestuursrechter en verzoekt de zaak door te zenden naar het Landgericht München. Ook heeft zij het EOB verzocht de verleningsprocedure van EP 517 te schorsen. De Legal Division van het EOB heeft Ono c.s. meegedeeld dat de verleningsprocedure is geschorst. Ono c.s. stelt dat Pfizer onrechtmatig jegens haar handelt door in Duitsland een opeisingsactie te voeren als gevolg waarvan het octrooi niet door EOB wordt verleend, terwijl Pfizer weet dat de actie geen kans van slagen heeft. De schade is dat Ono c.s. geen octrooi verkrijgt en deze niet kan handhaven. Zij betoogt dat de Nederlandse rechter daarom als rechter van de plaats van de schade bevoegd is op grond van art. 6 sub e Rv. De voorzieningenrechter heeft zich echter onbevoegd verklaard en het hof gaat daar in mee.  Ono c.s. vordert ook opheffing van de schorsing van de verleningsprocedure bij het EOB. Hiermee vraagt zij in feite aan de Nederlandse rechter om op de stoel van het EOB te zitten. Dit vormt een ontoelaatbare doorkruising van het (systeem van het) EOV en de daarin besloten liggende toedeling van bevoegdheden. De Nederlandse rechter is daardoor niet bevoegd. 

IEF 18019

Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever.

Bas Kist - Kavanaugh bier? 'Als het maar bitter is...'

Heeft de Amerikaanse Brian William goud in handen met zijn aanvraag tot merkregistratie voor het merk Kavanaugh Beer? Brian William, een Amerikaan uit de staat Ohio, denkt vermoedelijk dat hij goud in handen heeft. Op 27 september, op de dag dat rechter Brett Kavanaugh zijn emotionele betoog hield voor de Amerikaanse Senaatscommissie voor Justitie, diende William in de Verenigde Staten een aanvraag tot merkregistratie in voor het merk Kavanaugh Beer.

IEF 18015

Geen bevoegdheid Nederlandse rechter octrooiprocedure "Salahieh octrooifamilie"

Hof Den Haag 9 okt 2018, IEF 18015; ECLI:NL:GHDHA:2018:2607 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-bevoegdheid-nederlandse-rechter-octrooiprocedure-salahieh-octrooifamilie

Hof Den Haag 9 oktober 2018, IEF 18015 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation) Procesrecht. Partijen zijn sinds 2016 verwikkeld in octrooiprocedures over met behulp van een katheter implanteerbare kunstmatige hartkleppen, de ‘Salahieh octrooifamilie'. Boston Scientific heeft in toevoeging van de octrooifamilie EP 2 985 006 A1 aangevraagd. Geïntimeerde heeft het EOB verzocht de verleningsprocedure te schorsen, plus een opeisingsprocedure aanhangig gemaakt bij het Verwaltungsgericht München, waarbij zij de mede-eigendom claimt. Het EOB heeft de verleningsprocedure geschorst. Boston Scientific voert aan dat Lifesciences Corporation onrechtmatig jegens haar handelt door het bij het EOB indienen van een verzoek tot schorsing in de wetenschap dat de daaraan ten grondslag liggende opeisingsactie in Duitsland kansloos is. Daardoor lijdt zij schade: ze krijgt niet het Europese octrooi. Zij betoogt dat de Nederlandse rechter daarom als rechter van de plaats van de schade bevoegd is op grond van art. 6 sub e Rv. De voorzieningenrechter verklaarde zich echter onbevoegd op grond van hetzelfde artikel. Het hof gaat daar in mee. De vordering van Boston Scientific is ook gericht om de schorsing van de verleningsprocedure bij het EOB op te heffen. Nu het gaat om een verdragsrechtelijk systeem van bevoegdheidstoedeling, waarbij de aan de orde zijnde bevoegdheid bij verdrag is toegekend bij de door dat verdrag in het leven geroepen supranationale organisatie, ligt onbevoegdverklaring immers het meest voor de hand (en niet niet-ontvankelijkverklaring).