IEF 22158
26 juli 2024
Artikel

Om tafel met Simone Poot en Landine Varela

 
IEF 22157
26 juli 2024
Uitspraak

Europese Commissie kan toegang tot EU-wetgeving niet blokkeren

 
IEF 22154
26 juli 2024
Uitspraak

Nike's 'FOOTWARE' merk: nietig verklaard wegens beschrijvendheid

 
IEF 16393

HvJ EU: Geen nieuwe conformiteitsbeoordeling EG-markering door parallelimporteur

HvJ EU 24 nov 2016, IEF 16393; ECLI:EU:C:2016:903 (Lohmann & Rauscher tegen BIOS), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-geen-nieuwe-conformiteitsbeoordeling-eg-markering-door-parallelimporteur

HvJ EU 24 november 2016, IEF 16393; IEFbe 2001; LS&R 1395; ECLI:EU:C:2016:903; C‑662/15 (Lohmann & Rauscher tegen BIOS) Medische hulpmiddelen – Hulpmiddel van klasse I (chirurgisch wondverband) dat door de fabrikant aan een conformiteitsbeoordelingsprocedure werd onderworpen – Parallelimport – Toevoeging op de etikettering van gegevens betreffende de importeur – Aanvullende conformiteitsbeoordelingsprocedure. HvJ EU:

Artikel 1, lid 2, onder f), en artikel 11 van Medischehulpmiddelenrichtlijn 93/42/EEG moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet voorschrijven dat een parallelimporteur van een medisch hulpmiddel als in het hoofdgeding, dat voorzien is van een EG-markering en waarvoor een conformiteitsbeoordeling in de zin van voormeld artikel 11 is uitgevoerd, een nieuwe beoordeling dient uit te voeren om de conformiteit te attesteren van de informatie die zijn identificatie mogelijk maakt en die hij toevoegt aan de etikettering van dat hulpmiddel om het in de lidstaat van invoer in de handel te brengen.

IEF 16392

Beschikking ingezonden door Daan van Eek, Hoogenraad & Haak advocaten.

Aangekruiste onderdelen ex parte schoonmaakmiddelenmerk DASTY van toepassing

Rechtbank Den Haag 15 nov 2016, IEF 16392; (Dasty tegen Fangoo & Zon Impex), https://ie-forum.nl/artikelen/aangekruiste-onderdelen-ex-parte-schoonmaakmiddelenmerk-dasty-van-toepassing

Vzr. Rechtbank Den Haag 15 november 2016, IEF 16392 (Dasty tegen Fangoo & Zon Impex) Merkenrecht. Auteursrecht op de label van de flessen. Recht op afgifte en bewaarneming is voldoende aannemelijk gemaakt. De voorzieningenrechter beveelt staking binnen 24 uur van inbreuk op het Uniemerk DASTY ITALIA en Beneluxmerk DASTY, op last van dwangsom van €5.000 per dag(deel). Verlof tot leggen van beslag tot afgifte en bewaarneming op locatie, tevens ook de op of nabij de locatie bevindende voertuigen. Slechts de aangekruiste onderdelen van deze beschikking zijn van toepassing.

IEF 16391

HvJ EU Levensmiddel dat voor 2015 als geneesmiddel werd verkocht, voorzien van (handels)merk, mag als levensmiddel worden blijven verkocht

HvJ EU 23 nov 2016, IEF 16391; ECLI:EU:C:2016:888 (Bachbloesemproducten), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-levensmiddel-dat-voor-2015-als-geneesmiddel-werd-verkocht-voorzien-van-handels-merk-mag-als-l

HvJ EU 23 november 2016, IEF 16391; IEFbe 2000, RB 2796; LS&R 1394; ECLI:EU:C:2016:888; C-177/15(Bachbloesemproducten) Consumentenvoorlichting- en bescherming. Voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Producten voorzien van handelsmerken of merknamen die bestonden vóór 1 januari 2005. Bachbloesempreparaten. Uniemerk RESCUE. Producten die vóór 1 januari 2005 als geneesmiddelen werden verkocht en die sindsdien als levensmiddelen worden verkocht. HvJ EU:

Artikel 28, lid 2, eerste zinsdeel* [red. artikel 27] claimsVo moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling van toepassing is wanneer een van een handelsmerk of merknaam voorzien levensmiddel vóór 1 januari 2005 als geneesmiddel werd verkocht en sindsdien als levensmiddel wordt verkocht.

IEF 16389

BenGH: Als rechtsmiddelen nog openstaan, kan houder van vervallenverklaard merk, nog merkrechten uitoefenen

BenGH 4 nov 2016, IEF 16389; (Upper At Home tegen The Works), https://ie-forum.nl/artikelen/bengh-als-rechtsmiddelen-nog-openstaan-kan-houder-van-vervallenverklaard-merk-nog-merkrechten-uitoef

BenGH 4 november 2016, IEF 16389; IEFbe 1999; A 2015/1/6 (Upper At Home tegen The Works) Merkenrecht. Upper At Home commercialiseert erotische homeparty's onder de naam Upper(date/athome). In een ander geding is op tegenvordering het merk UPPER volledig en UPPERDARE gedeeltelijk vervallenverklaard. Art. 4.5 lid 3 BVIE bepaalt dat de rechter ambtshalve de doorhaling uit van nietig of vervallen verklaarde inschrijvingen en dat heeft werking tegenover eenieder (ex BenGH Philips/BAT A 87/2). Benelux Gerechtshof:

13. De houder van een merk dat door de rechter vervallen werd verklaard, kan nog wel rechten die uit dat merk voortvloeien inroepen ten aanzien van andere personen dan haar wederpartij in de zaak die aanleiding heeft gegeven tot de vervallenverklaring, in de periode waarin tegen de vervallenverklaring nog rechtsmiddelen mogelijk of aanhangig zijn, maar de merkhouder kan deze rechten ook niet meer inroepen ten aanzien van de voornoemde personen zodra de vervallenverklaring onherroepelijk is geworden, doordat er geen rechtsmiddelen meer tegen openstaan, ook al is het verval nog niet opgenomen in het Merkenregister.

IEF 16388

Niet inventieve aardappelrooimachine: obstakels om bypassband en verplaatsingsmechanisme in te passen zijn overkoombaar

Octrooicentrum , IEF 16388; (Aardappelrooimachine - DeWulf tegen AVR), https://ie-forum.nl/artikelen/niet-inventieve-aardappelrooimachine-obstakels-om-bypassband-en-verplaatsingsmechanisme-in-te-passen

Advies Octrooicentrum NL 18 maart 2016, IEF 163 (DeWulf tegen AVR) Octrooirecht. AVR is rechthebbende op NL1018309 voor een aardappelrooimachine. Verzoekster betwist de geldigheid op grond van een gebrek aan zowel nawerkbaarheid als inventiviteit en wijst op eerdere aardappelrooimachines uit 1995 en 1999 en octrooiaanvragen NL7707857, EP0212151 en WO 96/24240 A. Het advies van Octrooicentrum NL luidt dat de nawerkbaarheidsbezwaren geen doel treffen, maar de conclusies 1-11 niet inventief zijn. De door de uitvinder genoemde obstakels om de bekende bypassband én verplaatsingsmechanisme in te passen, zijn overkoombaar voor de vakman.

IEF 16387

HR: 'Freihaltebedürfnis' van aardrijkskundige aanduiding L'ARGENTINA, intrinsieke kenmerken doen er niet toe

Hoge Raad 11 nov 2016, IEF 16387; ECLI:NL:HR:2016:2573 (Foralways tegen Quilate), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-freihaltebed-rfnis-van-aardrijkskundige-aanduiding-l-argentina-intrinsieke-kenmerken-doen-er-niet

HR 11 november 2016, IEF 16387; ECLI:NL:HR:2016:2573 (Foralways tegen Quilate) Art. 81 lid 1 RO. Merkenrecht. Vordering tot nietigverklaring van inschrijving woordmerk L'ARGENTINA, omdat hier sprake zou zijn van een merk met een beschrijvende geografische aanduiding, het relevante publiek verwacht een verband van de aanduiding met de geografisch  benaming en mist dus onderscheidend vermogen [vgl. Chiemsee, IEF 2814]. De HR volgt de conclusie AG [IEF 16284] en doet de zaak af ex artikel 81 lid 1 RO.

IEF 16386

Uitspraak ingezonden door Martin Hemmer, AKD.

Derden mogen add-ons maken op niet-beschermde normtabellen met normgegevens

Hof Amsterdam 22 nov 2016, IEF 16386; ECLI:NL:GHAMS:2016:5061 (Pearson tegen Bär Software), https://ie-forum.nl/artikelen/derden-mogen-add-ons-maken-op-niet-beschermde-normtabellen-met-normgegevens

Hof Amsterdam 22 november 2016, IEF 16386 ; ECLI:NL:GHAMS:2016:5061 (Pearson tegen Bär Software) Geen databankenrecht. Geen onrechtmatige daad. Pearson geeft psychologische tests uit, waarop - volgens haar - databank- en auteursrechten rusten die door Bär c.s. worden geschonden. De rechtbank oordeelde dat de gegevens geen bescherming toekomen (IEF 12734). Het beroep op basis van databankrechtelijke bescherming van de normtabellen met normgegevens faalt. Ook vorderingen op basis van wanprestatie of onrechtmatige daad falen. Het is toegestaan voor derden, mits geen beschermde trekken van een product worden overgenomen, zogenoemde add-ons te ontwikkelen. Het hof wijst de vordering tot exhibitie van Pearson af en bekrachtigt de vonnissen in de hoofdzaak waarvan beroep.

IEF 16385

Geen spoedeisend belang bij opeising mutant compleet witte tulp

Rechtbank Den Haag 16 nov 2016, IEF 16385; ECLI:NL:RBDHA:2016:13869 (Holland Bolroy Markt tegen gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-spoedeisend-belang-bij-opeising-mutant-compleet-witte-tulp

Vzr. Rechtbank Den Haag 16 november 2016, IEF 16385; ECLI:NL:RBDHA:2016:13869 (Holland Bolroy Markt tegen gedaagden) Kwekersrecht. HBM is houdster van kwekersrecht voor tulpenras Royal Virgin [2001], met het meest in het oog springende kenmerk de compleet witte bloem. Gedaagden hebben een mutant hiervan gevonden, met enkele donkere paarsrode strepen en spikkels en in 2012 onder de naam One Direction gereserveerd. Op grond van algemene voorwaarden en artikel 58 en 57 Zaai- en Plantgoedwet vordert HBM recht op afgifte van alle bloembollen. HBM geeft aan dat pas in maart 2016 voor het eerst een economische relevantie is, omdat de bloemen geveild werden. Echter dat overtuigt niet: HBM is niet-ontvankelijk vanwege ontbreken van spoedeisend belang.

IEF 16384

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff Buruma; Mark van Gardingen en Jan Pot, Brinkhof.

HR stelt prejudiciële vragen over maatstaven voor toewijzing exhibitievordering bij een partij of een derde

HvJ EU 18 nov 2016, IEF 16384; ECLI:NL:HR:2016:2643 (Synthon tegen Astellas), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-stelt-prejudici-le-vragen-over-maatstaven-voor-toewijzing-exhibitievordering-bij-een-partij-of-ee

HR 18 november 2016, IEF 16383; ECLI:NL:HR:2016:2643 (Synthon tegen Astellas)
Handhavingsrichtlijn. Exhibitie. Art. 1019a, 1019b en 843a Rv. Eerder IEF 15313. Wat zijn de maatstaven voor toewijzing van een exhibitievordering in verband met een beweerde IE-inbreuk? De AG meent dat voor niet-technisch inbreukbewijs (staven wie de voorbehouden handelen verricht, waar en hoe) een hogere inzagedrempel moet gelden dan voor technisch inbreukbewijs [IEF 16318]. De vragen:

1. a. Moet art. 6 Handhavingsrichtlijn aldus worden uitgelegd dat bij de aan te leggen maatstaf voor toewijsbaarheid van een exhibitievordering onderscheid moet worden gemaakt al naar gelang de partij van wie exhibitie wordt verlangd, een (beweerdelijke) inbreukmaker is of een derde?
1. b. Indien het antwoord op deze vraag bevestigend luidt, in welk opzicht verschillen dan die maatstaven?

IEF 16382

Conclusie AG: Plaats waar houder van exclusieve distributierecht verkoopdaling heeft, is schadebrengende feit

HvJ EU 9 nov 2016, IEF 16382; ECLI:EU:C:2016:843 (concurrence tegen Samsung en Amazon), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-plaats-waar-houder-van-exclusieve-distributierecht-verkoopdaling-heeft-is-schadebrengen

Conclusie AG HvJ EU 9 november 2016, IEF 16382; IEFbe 1997; IT 2174; ECLI:EU:C:2016:843; Zaak C‑618/15 (concurrence tegen Samsung en Amazon) Procesrecht. Bevoegdheid. Verbintenissen uit onrechtmatige daad. Selectief distributienetwerk met verbod op online doorverkoop buiten een netwerk. Concurrence is een elektronicadetailhandel met een winkel in Parijs en verkoop via een website. Zij heeft met verweerster Samsung een selectieve distributieovereenkomst gesloten voor de verkoop van Samsung-producten. Samsung verwijt nu verzoekster doorverkoop via een onlinemarktplaats het contractuele beding te schenden en beëindigt de relatie. Vordering tot staking van de onrechtmatige verstoring. Aanknopingspunt schadebrengende feit. Conclusie AG:

Artikel 5, punt 3, van EEX-Vo moet aldus worden uitgelegd dat, in geval van schending van het verbod op verkoop buiten een exclusief distributienetwerk door middel van een online aanbod, op websites in verschillende lidstaten, van producten die onder het exclusieve recht vallen, als de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan moet worden aangemerkt: de plaats waar de houder van het exclusieve distributierecht te maken heeft met een verkoopdaling, welke plaats samenvalt met het grondgebied waarop zijn recht wordt beschermd. De oorsprong van de websites waar de betrokken producten op worden aangeboden, is niet relevant bij de vaststelling van de rechterlijke bevoegdheid.