IEF 22166
30 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: Servier

 
IEF 22165
30 juli 2024
Uitspraak

Bunq maakt geen inbreuk op "Easy-merken" Easygroup

 
IEF 22164
30 juli 2024
Uitspraak

Rijschool gebruikt verwarrende handelsnaam

 
IEF 16370

Uitspraak ingezonden door: Otto Volgenant, Boekx Advocaten

 

Proefproces over drones leidt tot aanpassing van de wet

Rechtbank Den Haag 9 nov 2010, IEF 16370; ECLI:NL:RBDHA:2016:13313 (NVJ tegen De Staat Der Nederlanden), https://ie-forum.nl/artikelen/proefproces-over-drones-leidt-tot-aanpassing-van-de-wet

Rechtbank Den Haag 9 november 2016, IEF 16370; ECLI:NL:RBDHA:2016:13313 (NVJ tegen De Staat Der Nederlanden) Drones. Onrechtmatige overheidsdaad. Procedure NVJ en een journalist tegen de Staat over de door hen onwerkbaar en discriminatoir geachte regelgeving voor journalistiek gebruik van drones. Journalisten mogen drones tot 4 kg gebruiken voor nieuwsgaring. Met die verruiming van de regelgeving per 1 juli 2016 is de overheid voldoende tegemoetgekomen aan het belang van de vrijheid van nieuwsgaring. Voor zwaardere drones geldt een zwaarder juridisch regime, waarbij voorafgaand gemeld moet worden waar en wanneer de drone gaat vliegen. Die extra regels zijn volgens de rechter toegestaan, omdat zwaardere drones meer risico’s met zich meebrengen. Ten gronde oordeelt de rechtbank dat de huidige regelgeving geen ongerechtvaardigde inmenging in de vrijheid van nieuwsgaring vormt in de zin van artikel 10 EVRM en evenmin in strijd is met 14 EVRM.

IEF 16360

HvJ EU: Vernietiging van de beoordeling van het Gerecht over 'Simba toys'

HvJ EU 10 nov 2016, IEF 16360; C-30/15 P (Simba Toys), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-vernietiging-van-de-beoordeling-van-het-gerecht-over-simba-toys

HvJ EU 10 november 2016, IEF 16360; zaak C-30/15 P (Simba Toys tegen EUIPO) Gemeenschapsmerk. Octrooi. Op verzoek van Seven Towns, een Britse vennootschap die met name de intellectuele- eigendomsrechten beheert die verbonden zijn aan de „Rubik’s cube”, heeft het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) in 1999 de vorm van deze kubus als driedimensionaal gemeenschapsmerk ingeschreven voor „driedimensionale puzzels”. In 2006 heeft Simba Toys, een Duitse speelgoedproducent, het EUIPO verzocht om nietigverklaring van het driedimensionale merk, met name op grond dat dit merk een technische oplossing bestaande in het draaivermogen ervan bevatte en een dergelijke oplossing enkel als octrooi en niet als merk kon worden beschermd. Aangezien het EUIPO deze vordering heeft afgewezen, heeft Simba Toys bij het Gerecht beroep tot vernietiging van de beslissing van het EUIPO ingesteld. Bij arrest heeft het Gerecht het beroep van Simba Toys verworpen. Het Gerecht heeft in het bijzonder geoordeeld dat de grafische voorstelling van de vorm van de Rubik’s cube geen technische oplossing bevatte die in de weg stond aan de bescherming ervan als merk, en dat deze dus kon worden ingeschreven als Uniemerk. Tegen dit arrest heeft Simba Toys hogere voorziening ingesteld bij het Hof van Justitie. 

HvJ EU oordeelt tot de afwijzing van de vordering tot nietigverklaring van het Gerecht. Volgens het HvJ interpreteerde het Gerecht de criteria voor de beoordeling van artikel 7 (1) (e) (ii) 40/94 te eng. Anders dan het Gerecht heeft verklaard, wijst het Hof erop dat in het kader van dit onderzoek de wezenlijke kenmerken van de kubusvorm moeten worden beoordeeld op basis van de technische functie van de door deze vorm weergegeven waar.

IEF 16359

HvJ EU: er is geen verschil tussen uitlening van een papieren boek en de uitlening van e-book

HvJ EU 10 nov 2016, IEF 16359; (VOB tegen Stichting Leenrecht), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-er-is-geen-verschil-tussen-uitlening-van-een-papieren-boek-en-de-uitlening-van-e-book

HvJ EU 10 november 2016, IEF 16359; IEFbe 1992; C-174/15; (VOB tegen Stichting Leenrecht) Auteursrecht. Naburige rechten. De rechtbank Den Haag heeft vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de EU over het uitlenen van e-books. Kort samengevat is de vraag of openbare bibliotheken e-books mogen uitlenen tegen betaling van de wettelijke leenrechtvergoeding. Er wordt ook (voorwaardelijk) een vraag gesteld over of de verkoop van een  e-book leidt tot uitputting van het distributierecht.
HvJ EU: De rechters van het Europese Hof beslisten op 10 november dat er geen verschil is tussen een uitlening van een papieren boek en de uitlening van  e-book. Het HvJ volgt hiermee de conclusie van de A-G.

IEF 16367

Uitspraak ingezonden door: Benjamin van Kessel en Alexander Odle, Nineyards Law

 

Inbreuk op het ‘OVIS’ merk van DeclaCare

Rechtbank Amsterdam 9 nov 2016, IEF 16367; (Declacare B.V. tegen NControl B.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-het-ovis-merk-van-declacare

Rechtbank Amsterdam 9 november 2016, IEF 16367 (Declacare B.V. tegen NControl B.V.) Merkinbreuk. Het betreft de inbreuk op het OVIS merk van Declacare. DeclaCare houdt zich bezig met de levering van compressie-, litteken- en wondproducten. Zij heeft een dienst waarin bestelling geautomatiseerd worden: OVIS. OVIS wordt als product op de website van NControl opgenomen. DeclaCare heeft NControl verzocht het gebruik van het merk OVIS te staken, omdat NControl zonder toestemming een identieke naam voor een product/dienst zou gebruiken waarvoor DeclaCare een merkinschrijving heeft verkregen. NControl voert verweer dat het merk van DeclaCare nietis is, nu dit te kwader trouw gedeponeerd zou zijn. Volgens de voorzieningenrechter zijn er geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat DeclaCare het oogmerk had NControl te beletten een product te verkopen o.i.d. Ook zijn er geen feiten die ondersteunen dat DeclaCare kwaad in de zin heeft gehad bij de merkaanvraag. NControl heeft bovendien niet afdoende weersproken dat DeclaCare een legitiem doel nastreefde met de keuze voor OVIS en de registratie van haar merk, zoals door DeclaCare is bepleit. De voorzieningenrechter verbiedt NControl de naam OVIS te gebruiken voor diensten op het gebied van gezondheidszorg en informatie met betrekking tot gezondheidszorg.

IEF 16366

INTA-BASCAP Regional Workshop: Brussels, Belgium

Wednesday, November 30, 2016
Le Plaza Hotel Brussels
Brussels, Belgium

The International Trademark Association (INTA) and the International Chamber of Commerce (ICC) Business Action to Stop Counterfeiting and Piracy (BASCAP) are pleased to invite you to attend and participate in an INTA–BASCAP workshop on the roles and responsibilities of intermediaries in enforcing IP rights. This one-day workshop, Intermediaries and Rights Holders—Working Together to Stop Counterfeiting and Piracy, will take place at Le Plaza Hotel Brussels on November 30, 2016. 

The event will bring together key stakeholders to explore opportunities for rights holders, intermediaries, and governments to work together on solutions. BASCAP will present some of its findings in the recent report entitled “Roles and Responsibilities of Intermediaries: Fighting Counterfeiting and Piracy in the Supply Chain,” and INTA will share some of its best practices for addressing the sale of counterfeits through voluntary collaboration. Workshop sessions will focus on several of the key types of intermediary categories, with speakers discussing the challenges and opportunities to cooperate on innovative responses. 

IEF 16354

Reliëfmotief van Birkenstock heeft geen commerciële herkomst

Gerecht EU (voorheen GvEA) 9 nov 2016, IEF 16354; Zaak T-579/14 (Birkenstock tegen BHIM), https://ie-forum.nl/artikelen/reli-fmotief-van-birkenstock-heeft-geen-commerci-le-herkomst

Gerecht EU 9 november 2016, IEF 16354; IEFbe 1991; Zaak T-579/14 (Birkenstock tegen BHIM) Uniemerk. Afbeelding van een reliëfmotief. Het betreft een beroep tegen de beslissing van de eerste kamer van beroep van het EUIPO van 15 mei 2014 inzake de internationale inschrijving van het beeldmerk dat een patroon van elkaar kruisende golvende lijnen weergeeft. Verzoekster voert met name aan dat de kamer van beroep zich niet heeft gebaseerd op het internationale merk in zijn ingeschreven vorm, te weten een afbeelding waarvan het oppervlak duidelijk is afgebakend en die niet samenvalt met de vorm van de waren, maar dat zij het merk op ongerechtvaardigde wijze heeft uitgebreid door te stellen dat dit merk kon worden herhaald en voortgezet. Het EUIPO is van mening dat de kamer van beroep op goede gronden heeft geoordeeld dat het betrokken teken een oppervlakpatroon weergaf en elk onderscheidend vermogen miste voor de betrokken waren. In casu dient te worden geoordeeld dat, gelet op de banale aard van het betrokken teken en het oneindig aantal verschillende dessins die als oppervlakpatroon worden gebruikt, de kamer van beroep op goede gronden heeft vastgesteld dat het betrokken teken niet op significante wijze afweek van de norm of van wat in de betrokken sectoren gangbaar was. Zij heeft derhalve terecht vastgesteld dat het relevante publiek het teken zou opvatten als een eenvoudig oppervlakpatroon, dat wordt toegepast voor decoratieve of technische doeleinden, en niet als de aanduiding van een bepaalde commerciële herkomst.

IEF 16365

Uitspraak ingezonden door: E.A.C. Jansen en M. Wiegerinck, Arnold & Siedsma

 

Sprake van onrechtmatige uitlatingen nu niet is voldaan aan de voorwaarden van vergelijkende reclame

Rechtbank Den Haag 8 nov 2016, IEF 16365; ECLI:NL:RBDHA:2016:13311 (Natuurlijk Beter Leven en Aliter Curari tegen DR. Rath Health Programs), https://ie-forum.nl/artikelen/sprake-van-onrechtmatige-uitlatingen-nu-niet-is-voldaan-aan-de-voorwaarden-van-vergelijkende-reclame

Vzr. Rechtbank Den Haag 8 november 2016, IEF 16365; LS&R 1391; RB 2792; ECLI:NL:RBDHA:2016:13311 (Natuurlijk Beter Leven en Aliter Curari tegen DR. Rath Health Programs) Onrechtmatige uitlatingen. Vergelijkende reclame. Voedingssuplement. Health Programs is distributeur van voedingssuplementen en heeft met Aliter Curari is een distributieovereenkomst gesloten. Volgens Aliter doet Health Programs in een informatiebrief uitlatingen tegen derden dat Aliter imitatieproducten aanbiedt. Aliter stelt dat de informatiebrief verschillende mededelingen bevat die onrechtmatig zijn omdat sprake is van ongeoorloofde vergelijkende reclame, aantasting van de eer en goede naam en handelen met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt. De voorzieningenrechter stelt dat de informatiebrief van Health Programs een aantal passages bevat die voorhands onrechtmatig moeten worden geacht jegens Aliter Curari en Natuurlijk Beter Leven, omdat niet is voldaan aan art. 6:194a lid 2 BW en omdat de reputatie wordt aangetast.

IEF 16364

Uitspraak ingezonden door: Judith de Snoo en Arnout Groen, Hofhuis Alkema Groen

Sonja Bakker heeft geen plagiaat gepleegd

Rechtbank Noord-Holland 9 nov 2016, IEF 16364; ECLI:NL:RBNHO:2016:8389 (Pols tegen Sonja Bakker), https://ie-forum.nl/artikelen/sonja-bakker-heeft-geen-plagiaat-gepleegd

Rechtbank Noord-Holland 9 november 2016, IEF 16364; ECLI:NL:RBNHO:2016:8389 (Pols tegen Sonja Bakker) Auteursrecht. Plagiaat. Slaafse natbootsing. Pols heeft net als Sonja Bakker een dieetboek geschreven. Pols stelt meerdere maren dat er sprake is van plagiaat, gepleegd door Sonja Bakker, omdat de boeken te veel overeenkomen. Pols vordert een verklaring voor recht dat Sonja Bakker onrechtmatig heeft gehandeld door een inbreuk te maken op haar auteursrecht. Subsidiair vordert zij een verklaring voor recht dat Sonja Bakker onrechtmatig heeft gehandeld door delen van haar boek slaafs na te bootsen. Naar het oordeel van de rechtbank is er onvoldoende onderbouwd dat teksten uit het boek van Pols een op een zijn overgenomen in het boek van Sonja Bakker. Mogelijk bestaat er een bepaalde gelijkenis tussen bepaalde zinnen of zinsopbouw, maar volgens de rechtbank laat dit zich goed verklaren door de omstandigheid dat het hier in beide gevallen gaat om dieetboeken. De vorderingen op basis van de gestelde inbreuk op het auteursrecht worden dan ook afgewezen. Dit geldt ook voor de vordering op grond van slaafse nabootsing.

IEF 16363

Uitspraak ingezonden door: Fulco Blokhuis en Otto Volgenant, Boekx Advocaten

Het auteursrecht dient niet ter bescherming van didactische inzichten

Rechtbank Den Haag 9 nov 2016, IEF 16363; (Vereniging GEU tegen Stichting Snappet), https://ie-forum.nl/artikelen/het-auteursrecht-dient-niet-ter-bescherming-van-didactische-inzichten

Rechtbank Den Haag 9 november 2016, IEF 16363 (Vereniging GEU tegen Stichting Snappet). Inbreuk auteursrecht. Snappet biedt basisscholen een dienst aan waarbij de leerlingen een draagbare tabletcomputer in bruikleen krijgen. Op deze tabletcomputer is door Snappet ontwikkelde software geïnstalleerd. De software doet een voorstel voor opgaven die leerlingen kunnen maken die aansluiten bij onderwerpen die op dat moment worden behandeld. GEU stelt dat Snappet inbreuk heeft gemaakt op haar auteursrechten op educatieve uitgaven, door delen daarvan te verveelvoudigen en openbaar te maken, in het bijzonder door subjectieve keuzes in de opbouw en volgorde van de leerlijnen over te nemen. De rechtbank oordeelt onder andere dat keuzes bij de uitwerking van een leerlijn die enkel zijn ingegeven door didactisch inzichten geen eigen intellectuele schepping kunnen vormen of daaraan kunnen bijdragen. De toepassing van een didactisch inzicht leidt tot de betreffende keuze, die daarom geen vrije en creatieve keuze van de maker kan zijn. Het auteursrecht dient niet ter bescherming van didactische inzichten.

IEF 16362

Beschikking ingezonden door: Thomas Kriense, Stichting BREIN

 

Inbreuk op auteursrecht door ruim 1500 uploads van Tv-series

Rechtbank Rotterdam 25 okt 2016, IEF 16362; (Stichting Brein tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-auteursrecht-door-ruim-1500-uploads-van-tv-series

Rechtbank Rotterdam (ex parte beschikking) 25 oktober 2016, IEF 16362 (Stichting Brein tegen X) Auteursrecht. Inbreukverbod. Stichting BREIN heeft een ex parte-beschikking ex art. 1019e Rv d.d. 25 okt. 2016 van de Rechtbank Rotterdam behaald tegen een uploader van Tv-series op het Usenet. De uploader was verantwoordelijk voor het uploaden van ruim 1500 afleveringen van populaire Tv-series. De voorzieningenrechter gebiedt de inbreuk op auteursrechten te staken en gestaakt te houden onder last van een dwangsom van 2.000,- euro per dag (een gedeelte van een dag daaronder begrepen) dat in strijd met het inbreukverbod wordt gehandeld, met een maximum van €50.000,-.