IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22633
28 april 2025
Uitspraak

Voorzieningenrechter wijst inbreukvorderingen in octrooizaak over trappanelen toe

 
IEF 22668
28 april 2025
Uitspraak

Betonblock c.s. trekt ongerechtvaardigd voordeel uit onderscheidend vermogen en reputatie LEGO-merk

 
IEF 22633

Uitspraak ingezonden door Sjoerd Peters en Arvid van Oorschot, Vondst Advocaten

Voorzieningenrechter wijst inbreukvorderingen in octrooizaak over trappanelen toe

Rechtbank Den Haag 26 mrt 2025, IEF 22633; ECLI:NL:RBDHA:2025:5121 (VIC tegen DDW), https://ie-forum.nl/artikelen/voorzieningenrechter-wijst-inbreukvorderingen-in-octrooizaak-over-trappanelen-toe

Vzr. Rb. Den Haag 26 maart 2025, IEF 22633; ECLI:NL:RBDHA:2025:5121 (VIC tegen DDW). Vakman Interieur Concepten (hierna: VIC) beschikt over het Europees octrooi EP 2 700 765 (hierna: EP 765 of het octrooi) voor een product en een werkwijze voor de vervaardiging van plaatmateriaal, onder meer bestemd voor trappanelen. VIC stelt dat DDW, handelend onder de naam Topstairs, met de verhandeling van trappanelen vervaardigd uit laminaatplaten inbreuk maakt op dit octrooi. VIC vordert bij de voorzieningenrechter dat DDW wordt bevolen geen inbreuk meer te maken op het octrooi en geen onrechtmatig handelen jegens VIC te verrichten. Daarnaast vordert zij terugroeping van de aan derden verkochte inbreukmakende trappanelen. Aan deze vorderingen legt VIC – verkort weergegeven – ten grondslag dat DDW met de verhandeling van haar trappanelen inbreuk maakt op conclusies 1 en 14 van EP 765, alsmede op de daarvan afhankelijke conclusies 2 tot en met 13, respectievelijk conclusie 15. DDW voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van VIC, dan wel tot afwijzing van haar vorderingen. In voorwaardelijke reconventie vordert DDW dat VIC wordt geboden om publicaties over deze situatie te verwijderen en een rectificatie te plaatsen.

IEF 22668

Uitspraak ingezonden door Liselotte Bekke, NautaDutilh.

Betonblock c.s. trekt ongerechtvaardigd voordeel uit onderscheidend vermogen en reputatie LEGO-merk

Rechtbank Den Haag 25 apr 2025, IEF 22668; ECLI:NL:RBDHA:2025:7003 (LEGO-Groep tegen Betonblock c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/betonblock-c-s-trekt-ongerechtvaardigd-voordeel-uit-onderscheidend-vermogen-en-reputatie-lego-merk

Vzr. Rb. Den Haag 25 april 2025, IEF 22668; ECLI:NL:RBDHA:2025:7003 (LEGO-Groep tegen Betonblock c.s.). Kort geding. Betonblock c.s. is gespecialiseerd in de ontwikkeling, productie en verkoop van stalen mallen voor het maken van betonblokken. Deze producenten worden onder andere via haar website aangeboden. Hierop wordt herhaaldelijk het woord ‘lego’ en ‘LEGO’ in combinatie met de woorden ‘beton’, ‘blokken’ en 'stenen' gebruikt. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over ‘Betonnen legoblokken’. De LEGO-Groep stelt dat dit inbreuk maakt op de merkrechten van de LEGO-merken. Bij de voorzieningenrechter vordert de LEGO-Groep dat Betonblock c.s. wordt veroordeeld om de inbreuk te staken, op straffe van een dwangsom. Deze vordering baseert de LEGO-Groep op artikel 9 lid 2 sub c UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub c BVIE, dan wel op grond van artikel 2.20 lid 2 sub d BVIE. Ze stellen dat De LEGO-merken bekende merken zijn, waarop Betonblock c.s. inbreuk maakt door het teken voor vergelijkbare producten te gebruiken en op haar website expliciet naar de producten van de LEGO-Groep te verwijzen. Daarmee wordt ongerechtvaardigd voordeel getrokken uit de reputatie en bekendheid van de LEGO-merken, dan wel wordt afbreuk gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van de LEGO-merken.

IEF 22670

Lasterlijke uitlatingen via WhatsApp-status, vordering tot rectificatie gedeeltelijk toegewezen

Antilliaanse Gerechten 10 feb 2025, IEF 22670; ECLI:NL:OGEAC:2025:41 (Eiseres 2 tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/lasterlijke-uitlatingen-via-whatsapp-status-vordering-tot-rectificatie-gedeeltelijk-toegewezen

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 10 februari 2025, IT 4843, IEF 22670; ECLI:NL:OGEAC:2025:41 (Eiseres 2 tegen gedaagde). Eiseres 2 is advocaat en mediator in Curaçao. Gedaagde is een voormalig cliënt van eiseres 2. Oud-collega en vriend van gedaagde, Van Gils, verweer eiseres 2 naar haar door. Eiseres 2 en gedaagde hebben een intakegesprek gehad van ruim een uur. Hiervoor betaalde gedaagde NAF 400,00. Gedaagde heeft voor verdere advisering een voorschot van NAF 3.000,00 betaald. Een tweede gesprek heeft echter niet plaatsgevonden, doordat gedaagde de gemaakte afspraken telkens annuleerde. Gedaagde heeft daarna, in strijd met de waarheid, aan Van Gils gesteld dat zij voor het eerste gesprek een bedrag van NAF 900,00 heeft betaald en vervolgens een bedrag van NAF 4.000,00 als voorschot. Eiseres 2 liet gedaagde daarop via haar gemachtigde sommeren om een rectificatie te sturen aan Van Gils met excuses en erkenning van de onjuiste uitlatingen. Gedaagde voldeed niet aan de sommatie; in plaats daarvan plaatste zij een deel van de sommatiebrief op haar Whatsapp-status, met daarbij opnieuw beschuldigingen richting eiseres 2, onder meer dat zij een bedrieger zou zijn.

IEF 22666

Gerechtshof bevestigt auteursrechtinbreuk door Beukenhorst c.s. op Alta koffiekopje; schadevergoeding verlaagd

Hof Arnhem-Leeuwarden 15 apr 2025, IEF 22666; ECLI:NL:GHARL:2025:2315 (Beukenhorst c.s. tegen Royal Tableware Group B.V. en Baten Promotion B.V), https://ie-forum.nl/artikelen/gerechtshof-bevestigt-auteursrechtinbreuk-door-beukenhorst-c-s-op-alta-koffiekopje-schadevergoeding-verlaagd

Hof Arnhem-Leeuwarden 15 April 2025, IEF nummer, ECLI:NL:GHARL:2025:2315 (Beukenhorst c.s. tegen Royal Tableware Group B.V. en Baten Promotion B.V.). Royal Tableware Group B.V. stelt in de hoofdzaak dat Beukenhorst B.V. en Beukenhorst Kaffee GmbH (samen: Beukenhorst c.s.) inbreuk maken op haar auteursrechten door nagemaakte Alta koffiekopjes op de markt te brengen. Royal Tableware is houdster van de intellectuele eigendomsrechten op het Alta servies. Beukenhorst c.s. hebben de kopjes besteld bij producent Baten nadat hun eerdere leverancier APD wegens productieproblemen niet kon leveren. Royal Tableware vordert onder meer staking van de inbreuk en schadevergoeding. Beukenhorst c.s. roepen in vrijwaring Baten op, stellende dat zij bij haar bestelling heeft gedwaald dan wel dat Baten tekortgeschoten is. De rechtbank Gelderland wijst in de hoofdzaak de vorderingen van Royal Tableware grotendeels toe, waaronder schadevergoeding van € 42.611,42 wegens gederfde winst. De vordering wegens verlies aan exclusiviteit wordt afgewezen. De vorderingen van Beukenhorst c.s. in de vrijwaringszaak worden afgewezen. Beukenhorst c.s. en Royal Tableware stellen hoger beroep in.

IEF 22665

Geluidsopname niet meegewogen in wrakingsverzoek wegens bescherming privacy en portretrecht, verzoek afgewezen

Raad van State 28 mrt 2025, IEF 22665; ECLI:NL:RVS:2025:1325 (Verzoeker tegen staatsraden), https://ie-forum.nl/artikelen/geluidsopname-niet-meegewogen-in-wrakingsverzoek-wegens-bescherming-privacy-en-portretrecht-verzoek-afgewezen

RvS 28 maart 2025, IEF 22665, IT&R 4839; ECLI:NL:RVS:2025:1325 (Verzoeker tegen staatsraden). Wraking. Procesrecht. Op 28 februari 2025 heeft [verzoeker] voor de derde keer een wrakingsverzoek ingediend tegen staatsraden den Ouden, den Heyer en Drop, als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van zijn beroepszaak. Hij stelt dat de staatsraden partijdig zijn en dat hij onvoldoende gelegenheid heeft gehad zijn standpunten te bespreken. Zo was er maar één uur voor de zitting uitgetrokken, te kort voor de complexiteit van zijn zaak. Hij heeft zijn beroepsgronden onvoldoende kunnen bespreken, niet kunnen reageren op onjuiste beweringen van het college van burgemeester en wethouders van Haarlem, en de voorzitter stelde suggestieve vragen zonder het college kritisch te bevragen. Ook verwijt hij de voorzitter vooringenomenheid vanwege het weigeren van getuigen, terwijl hij in zijn slotwoord argumenten wilde aandragen die daartoe aanleiding konden geven.

IEF 22663

Uitspraak ingezonden door Thomas Kriense, Guldemond Advocaten.

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

Hof Arnhem-Leeuwarden 22 apr 2025, IEF 22663; (Tracpartz tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-bevestigt-dat-verzameling-van-productgegevens-door-tracpartz-geen-databank-vormt

Hof Arnhem-Leeuwarden 22 april 2025, IEF 22663, IT 4841 (Tracpartz tegen Snel Parts). Beide partijen zijn actief op de onderdelen markt voor mini-tractoren en verkopen hun goederen online via een webwinkel. Tracpartz trachtte het haar concurrent ervan te weerhouden zogenaamde technische compatibiliteitsinformatie over onderdelen van minitractoren te gebruiken. Tracpartz stelde dat zij exclusieve rechten had op deze gegevens, omdat ze naar eigen zeggen aanzienlijke investeringen had gedaan om ze te verzamelen. Ze noemde deze gegevens haar "bijzondere productinformatie" en was van mening dat dit databankrechtelijke bescherming geniet. Volgens Snel Parts draaide het hier niet om een beschermde databank, maar simpelweg om informatie die vrij beschikbaar is en waar elke concurrent gebruik van mag maken om klanten beter te bedienen. Het hof gaf Snel Parts gelijk. Belangrijk is de constatering dat databankbescherming alleen geldt als de investering specifiek gericht is op het creëren van een databank—dus op de opslag, controle en verwerking van gegevens—en niet op commerciële activiteiten zoals het verzamelen van productkennis voor verkoopdoeleinden. Het feit dat Tracpartz veel tijd en moeite besteedde aan het verkrijgen van technische informatie betekende nog niet dat zij een juridisch beschermde databank had. Daarnaast benadrukte het hof dat het overnemen van vrij beschikbare, feitelijke informatie door concurrenten in beginsel geoorloofd is, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden zoals het omzeilen van technische beveiligingen, iets wat hier niet aan de orde was. De rechtbank had dit in eerste aanleg al helder vastgesteld en het hof bevestigde deze uitspraak [zie IEF 21882].

IEF 22667

Persbericht ingezonden door Pictoright.

Persbericht: Nieuw tussenvonnis Pictoright-Meta: rechtbank gaat door op ingeslagen weg en wijst deskundigen aan om Meta’s methode van waardebepaling te beoordelen

De rechtbank Amsterdam heeft op 16 april 2025 een aanvullend tussentijds vonnis gewezen in de zaak tussen Pictoright en Meta, het moederbedrijf van Facebook en Instagram. In deze zaak oordeelde de rechtbank eerder al dat Meta per juni 2021 een passende vergoeding zal moeten betalen aan de beeldmakers die Pictoright vertegenwoordigt.

In het nieuwe tussenvonnis bevestigt de rechtbank het belangrijkste uitgangspunt van het vorige vonnis: op Meta rust een voortdurende verplichting om zich in te spannen om een licentie te krijgen van Pictoright. De wijze waarop de aan deze licentie gekoppelde vergoeding dient te worden vastgesteld moet volgens de rechtbank betrouwbaar en voldoende controleerbaar zijn. Of de door Meta voorgestelde ‘data discovery’ aan die eisen voldoet, zal nu moeten worden beoordeeld door een team van deskundigen op het gebied van waardebepaling van (auteurs)rechten. In het nieuwe vonnis is dit team nu definitief aangewezen. Zij hebben acht maanden om een definitief rapport aan te leveren, aan de hand waarvan Meta en Pictoright naar verwachting weer met elkaar om tafel kunnen.

Pictoright is tevreden met het tussenvonnis en hoopt dat er met de hulp van de deskundigen een volgende stap gezet kan worden in deze zaak. Pictoright kijkt ernaar uit aan de hand van het deskundigenrapport met Meta toe te werken naar een voor beide partijen bevredigende licentieovereenkomst.

De volledige uitspraak is hier te vinden.

 

IEF 22664

Uitspraak ingezonden door Julie Visser en Arnout Groen, AC&R.

Boombrush maakt geen inbreuk op modelrechten of auteursrechten van de Philips DiamondClean tandenborstel

Rechtbank Den Haag 23 apr 2025, IEF 22664; ECLI:NL:RBDHA:2025:6245 (Philips tegen Boombrush), https://ie-forum.nl/artikelen/boombrush-maakt-geen-inbreuk-op-modelrechten-of-auteursrechten-van-de-philips-diamondclean-tandenborstel

Rb. Den Haag 23 april 2025, IEF 22664; ECLI:NL:RBDHA:2025:6245 (Philips tegen Boombrush). Philips brengt sinds 2011 (doorontwikkelde) varianten van de Sonicare DiamondClean (hierna: DiamondClean) op de markt. Zij is houdster van verschillende modelregistraties (hierna: de DiamondClean-modellen). Het geschil tussen Philips en Boombrush is ontstaan nadat Boombrush in 2019 ook een sonische elektrische tandenborstel op de markt bracht. In 2020 verzocht Philips Boombrush de vermeende auteursrechtinbreuk te staken. Boombrush betwist echter dat sprake is van inbreuk. Ook de sommatie van 2023, die zag op inbreuk op model- en auteursrechten, leidde niet tot een oplossing, waarna deze procedure is gestart. Philips vordert onder andere een verklaring voor recht dat inbreuk wordt gemaakt op de DiamondClean-modellen en op het auteursrecht op de DiamondClean.

IEF 22589

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

In een ontbijtsessie van een uur neemt Peter Teunissen (Radboud Universiteit) ons mee in het leerstuk van fictief makerschap na het ONB-arrest. Op 6 maart 2025, heeft het Hof van Justitie antwoord gegeven op de prejudiciële vragen die gesteld werden in een zaak van drie musici tegen het Orchestre national de Belgique (ONB). Het Hof verklaarde de verplichte overdracht van rechten op grond van een wettelijke regeling (in dit geval een Koninklijk Besluit) onverenigbaar met het Unierecht. Dit arrest heeft verstrekkende implicaties voor de bescherming van uitvoerende kunstenaars en de manier waarop nationale rechtsstelsels invulling geven aan de allocatie van auteurs- en naburige rechten in arbeidsverhoudingen en andere gevallen.

Wat betekent dit voor uw praktijk? En hoe verhoudt dit arrest zich tot de fictieve makersregeling in Nederland en België? Dat behandelen we tijdens deze eerste online update.

IEF 22662

Corrosion niet-ontvankelijk wegens ontbreken van zelfstandig belang bij bedrijfsgeheimen

Hof Den Haag 8 apr 2025, IEF 22662; ECLI:NL:GHDHA:2025:498 (Corrosion & Water-Control Shared Services B.V. tegen geïntimeerde tevens h.o.d.n. X Consultancy), https://ie-forum.nl/artikelen/corrosion-niet-ontvankelijk-wegens-ontbreken-van-zelfstandig-belang-bij-bedrijfsgeheimen

Hof Den Haag 8 april 2025, IEF 22662; ECLI:NL:GHDHA:2025:498 (Corrosion tegen geïntimeerde). Corrosion & Water-Control Shared Services B.V. vordert in hoger beroep dat geïntimeerde wordt veroordeeld wegens het gebruiken en openbaar maken van bedrijfsgeheimen, het schenden van een geheimhoudingsbeding en het plegen van onrechtmatige concurrentie. Geïntimeerde was eerder als opdrachtnemer werkzaam voor Corrosion Offshore Wind Europe B.V. (COWE), een dochtermaatschappij van Corrosion. Na beëindiging van zijn opdracht zou hij betrokken zijn geraakt bij OES, een onderneming die zich richt op vergelijkbare offshore-projecten. Volgens Corrosion heeft hij daarbij vertrouwelijke informatie en knowhow van COWE gebruikt om klanten over te nemen of te benaderen. In eerste aanleg heeft Corrosion onder meer staking van de verweten handelingen, schadevergoeding en vernietiging van gegevens gevorderd. De rechtbank heeft die vorderingen afgewezen, waarna Corrosion in hoger beroep is gegaan.