DOSSIERS
Alle dossiers

Collectieve exploitatie  

IEF 4299

Geen prioriteit

Nederlanse Mededingingsautoriteit, 10 mei 2007. Fresh FM tegen Buma (met dank aan Anja Kroeze, Buma/Stemra).

Het verzoek van Fresh FM om te verklaren dat Buma misbruik maakt van haar economische machtspositie door het hanteren van prijsdiscriminatie tussen verschillende radio-omroepinstellingen en/of het hanteren van een excessief tarief ten opzichte van Fresh FM wordt afgewezen.

Fresh FM verzoekt de Raad te verklaren dat Buma misbruik maakt van haar economische machtspositie door verschillende tarieven te hanteren voor dezelfde commerciële omroepinstellingen, door verschillende tarieven te hanteren voor publieke en commerciële omroepinstellingen, en door extreem hoge tarieven te berekenen in vergelijking met andere collectieve beheersorganisaties in de EG. Daarnaast zouden de wederkerigheidscontracten tussen Buma en de buitenlandse zusterorganisaties nietig zijn op basis van art. 6 Mw.

De Raad geeft aan dat zij in november 2005 een algemeen onderzoek is gestart naar collectieve beheersorganisaties. In februari 2007 concludeerde de Raad dat er thans geen bevredigende methode is om op basis van de Mededingingswet te kunnen beoordelen of collectieve beheersorganisaties excessieve tarieven hanteren.

Met betrekking tot de discriminatie en excessieve tarieven, neemt de Raad een aantal kanttekeningen in acht, te weten het onderhandelde tarief, het niet rivaliserend aspect van auteursrechten en de niet eenduidige welvaartseffecten van prijsdiscriminatie. De Raad onderscheidt vervolgens twee vormen van misbruik van een economische machtspositie: uitsluiting en uitbuiting. 

De Raad acht uitsluiting niet aannemelijk. Zolang Buma namelijk een wettelijke monopoliepositie heeft, kan zij geen rechtstreekse concurrenten benadelen of uitsluiten door het hanteren van prijsdiscriminatie. Daarnaast is Buma niet actief op de downstreammarkt, in casu de markt waarop Fresh FM actief is. Hierdoor is het zeer aannemelijk dat Buma geen prikkel heeft om afnemers van een licentie uit te sluiten of een afnemer te benadelen ten opzichte van een ander.

Er is eveneens geen sprake van uitbuiting door middel van het hanteren van excessieve tarieven. Hoewel uit de voorgenoemde Raad rapportage bleek dat zowel kostenoriëntatie, een internationale tariefsvergelijking en het achterhalen van welvaartseffecten geen bevredigende methoden zijn om te beoordelen of er sprake is van excessieve tarieven in het kader van collectieve beheersorganisaties, past de Raad de methode van vergelijking toe. De Raad baseert de vergelijking op de tarieven die collectieve beheersorganisaties in 2006 hanteerden, en concludeert dat er geen sprake is van een zodanige hoge vergoeding dat sprake is van misbruik van een economische machtspositie.

Met betrekking tot de wederkerigheidscontracten, overweegt de Raad dat de Europese Commissie op basis van gelijksoortige klachten heeft onderzocht of een overtreding van artikel 81 EG Verdrag heeft plaatsgevonden. De Commissie heeft in deze zaken tot nog toe geen overtreding kunnen vaststellen en de klachten afgewezen. Gelet hierop acht de Raad de kans op vaststelling van overtreding van de Mededingingswet zeer gering en acht het niet doeltreffend en doelmatig om deze overeenkomsten nader te onderzoeken. Het verzoek van Fresh FM wordt op grond van prioriteit afgewezen.

Lees het besluit hier en lees hier meer over de Nma rapportage.

IEF 4265

Eerst even voor jezelf lezen

1- Gerechtshof Amsterdam, 28 juni 2007, 1989/06 SKG en 1987/06 KG. Schoenfabriek Wed. J.P. van Bommerl B.V/ tegen La Nuova Alelchi S.P.A. & Van Woensel B.V. (met dank aan Peter Kits, Holland Van Gijzen).

Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep. “Ter zitting heeft het hof geconstateerd dat de schoenen weliswaar niet ídentiek’ zijn (…) doch wel een gelijkenis vertonen die te treffend is om nog toevallig te zijn.” (…) “Dit betekent dat in dit geding voorshands voldoende aannemelijk is geworden dat de omstreden modellen als eerste door Van Bommel op de markt zijn gebracht.

Lees het arrest hier.

2- Benelux Gerechtshof, 28 juni 2007, A 2005/1/16. Bovemij Verzekeringen tegen BMB(met dank aan Pieter Veeze, BBIE).

“Het bepaalde in artikel 13, C, lid 1, BMW (thans artikel 2.20, lid 4, BVIE) brengt niet mee dat voor het verkrijgen van onderscheidend vermogen van een uit één of meer woorden van een officiële taal binnen het Beneluxgebied bestaand teken door het gebruik daarvan, als bedoeld in artikel 3, lid 3, van de Richtlijn, vereist is dat ook de vertaling van dat teken in de andere in het Beneluxgebied gesproken officiële talen in de gebieden waar die talen worden gesproken, door het in aanmerking komende publiek als merk wordt opgevat.”

Lees het arrest hier.

3- Rechtbank Zutphen, 6 juni 2007, HA ZA 06-1254. Kwang Yang Motor Co. Ltd. C.s. tegen Rozendaal Sports on Wheels V.O.F. c.s. (met dank aan Jan-Kees Govers, GoversVanZoest).

“Nu de “Filly”, “Top Boy” en “Cobra”-scooter zich ieder voor hun in hun uiterlijke verschijningsvorm niet van een aantal in de handel zijnde scooters, die niet afkomstig zijn van Kymco, aanmerkelijk onderscheidt en die modellen van Kymco op de scootermarkt derhalve geen eigen plaats innemen, handelt Rozzendaat niet onrechtmatig jegens Kymco en Kybe door de “KB 50”-scooter en de “KB 50 Rally”-scooter in Nederland in het verkeer te brengen en te verhandelen. “

Lees het vonnis hier.

4- Rechtbank Zwolle, 28 juni 2007, KG ZA 07-259. 1850 B.V. c.s. tegen KPN B.V.(met dank aan Michael Kellogg, KPN).

“Het door KPN B.V. in haar hoedanigheid van exploitant van een netwerk verwijzen naar het eigen informatienummer schendt in die omstandigheid dan ook de op haar rustende en jegens 1850 B.V. c.s. in acht te nemen zorgplicht (…) Dit leidt echter niet tot toewijzing van (een van) de vorderingen. De gevraagde voorzieningen zijn daarvoor –nu net van het gestelde opzettelijk handelen van KPN B.V. c.s. kan worden uitgegaan, niet gebleken is van de gesteld onrechtmatige wijze van oplossen en afhandelen van de klachten – te verstrekkend dan wel kan er niet van uit worden gegaan dat zij feitelijk uitvoerbaar zijn.”

Lees het vonnis hier.

5- Rechtbank Leeuwarden, 27 juni 2007, HA ZA 06-364. Lucky Locked Limited tegen Van der Meulen Sneek B.V. (met dank aan Evert van Gelderen, De Gier & Stam)

3e Leeuwarder Jurkjeszaak. “Uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie blijkt immers genoegzaam dat het auteursrecht mede bedoeld is om het uiterlijk van producten met een gebruiksfunctie te beschermen.” (…) “De rechtbank gaat er daarom vanuit dat de Dragonfly auteursrechtelijk beschermd is en dat dit auteursrecht aan Lucky Locket toekomt.”

Lees het vonnis hier.

6- Nederlanse Mededingingsautoriteit, 10 mei 2007. Fresh FM tegen Buma (met dank aan Anja Kroeze, Buma/Stemra).

“Het verzoek van Fresh FM dat de Raad verklaart dat Buma misbruik maakt van haar economische machtspositie door het hanteren van prijsdiscriminatie tussen verschillende radio-omroepinstellingen en/of een excessief tarief zou hanteren ten opzichte van Fresh FM wordt derhalve afgewezen.”

Lees het besluit hier.

7- Rechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht, 12 juni 2007, AWB 06/4910 OCT95. Hollandsche Beton Groep N.V. c.s.  tegen  Octrooicentrum Nederland / Janssen de Jong Infra B.V.

“De conclusie uit het vorenstaande is dat verweerder, gezien de door de derde partij ingestelde nietigheidsactie, de inschrijving daarvan in het octrooiregister en het ontbreken van toestemming van de derde partij tot de afstand, het verzoek tot inschrijving van de akte van gedeeltelijke afstand terecht heeft geweigerd”

Lees de uitspraak  hier.

8 - HvJ EG, 28 juni 2007, zaak C-20/05. Conclusie A-G Verica Trstenjak. Pubblico Ministero tegen Karl Josef Wilhelm Schwibbert.

Voorstel voor prejudiciële beslissing over de navolgende vragen: “Is het aanbrengen van het teken SIAE verenigbaar met richtlijn 92/100/EEG1 van de Raad betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom, alsmede met artikel 3 van het Verdrag en de artikelen 23 tot en met 27 van het EG-Verdrag. Is het eveneens verenigbaar met de richtlijnen 83/189/EEG2 en 88/182/EEG3 van de Raad?”

Lees de conclusie hier.

IEF 4264

De Bern drie-stappen-test

Kamervragen nr. 2060719410. Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de minister van Justitie over het downloaden op internet (ingezonden 27 juni 2007).

"5) Is de thuiskopieregeling getest volgens de Bern drie-stappen-test? Zo ja, wat was hiervan de uitkomst? Zo neen, waarom niet?

6) Hoe verhoudt zich het downloaden van werken die nog niet via legale weg publiekelijk verkrijgbaar zijn tot de Bern-drie-stappen-test?

7) Acht u het mogelijk dat rechthebbenden de thuiskopieregeling succesvol aanvechten bij het Europese Hof op grond van het feit dat deze regeling, die de mogelijkheid openlaat van het downloaden van evident illegaal gedistribueerde werken, kan conflicteren met de Bern drie-stappen-test? Zo ja, welke consequenties kan dat hebben voor het hele Nederlandse thuiskopiebeleid?

8) Welke stappen kunt u nemen om ervoor zorg te dragen dat Nederland niet in een dergelijke juridische procedure belandt? Welke stappen bent u bereid te nemen?"

Lees de kamervragen hier.

IEF 4223

Een onjuist en onwenselijk precedent

rch.JPGRemy Chavannes (Brinkhof): Brein/KPN: het gevaar van een bagatel? Eerder gepubliceerd in Mediaforum 2007-6, pagina 174-178

Na een aantal  Brein-vonnissen over (al te makkelijke?) verstrekking van NAW-gegevens en afsluiting van internetverbinding, is het volgens de auteur tijd voor een tegengeluid.

“De antwoorden van de Haagse voorzieningenrechter in de zaak tussen Brein en KPN zijn in het licht van de feiten te begrijpen, maar vormen een onjuist en onwenselijk precedent.  (…) De realiteit van het ‘internetrecht’ is echter dat er vrijwel uitsluitend uitspraken in kort geding zijn die, bij gebrek aan hardere precedenten, in volgende zaken worden aangehaald, door partijen en door rechters. Dat betekent dat een uitspraak als deze wel degelijk belangrijk is, met name voor wat betreft (a) welke criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van vorderingen tot verstrekking van NAW-gegevens en afsluiting van internetverbindingen; en, even belangrijk (b) hoe streng die criteria in concreto worden toegepast. (…) Als de criteria uit Lycos/Pessers op deze manier gehanteerd (moeten) worden, dan brengt dat het risico met zich mee dat ISP’s zullen concluderen dat het op deze manier opkomen voor de privacy klanten een dure en onzekere – zo niet zinloze – exercitie is.”

Lees het gehele artikel hier.

IEF 4198

Waar een klein land groot in kan zijn

Webwereld bericht dat Stichting Brein voor de acties die in de afgelopen anderhalf jaar tijd tegen piraterij zijn ondernomen, beloond met de EMEA antipiracy award van de De Motion Picture Association, de brancheorganisatie van filmstudio's in Hollywood. Brein werd verkozen uit ongeveer dertig antipiracy-programma's in Europa, het Midden-Oosten en Afrika en kreeg de prijs voor de civiele handhaving met name op het gebied van internet.

Lees hier meer.

IEF 4161

Sector strafrecht

Rechtbank Utrecht, 11 juni 2007, Sector strafrecht, LJN: BA6897.

Ontnemingszaak. Handelaar in inbreukmakende CD’s en DVD’s dient  € 1.510.394,- te worden ontnomen. Bijlage met berekeningen (hoge) winsten inbreukmaker.

Bij arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, is de veroordeelde in zijn strafzaak veroordeeld ter zake van, onder andere,  het medeplegen van het als beroep of bedrijf uitoefenen van het opzettelijk inbreuk maken op eens anders auteursrecht, meermalen gepleegd in of omstreeks de periode van 1 januari 1998 tot en met 16 juni 2001.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft de veroordeelde door middel van of uit baten van de genoemde strafbare feiten of soortgelijke feiten voordeel verkregen dat de rechtbank uiteindelijk schat op een bedrag van € 1.510.394,-. De rechtbank ontleent deze schatting aan de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Op grond van de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank tevens dat de inkomsten uit de strafbare feiten of soortgelijke feiten ponds-ponds zijn verdeeld tussen de veroordeelde en medeverdachte B als oprichters, leiders of bestuurders van de criminele organisatie.

In de bijlage van de uitspraak is de erekening wederrechtelijk verkregen voordeel opgenomen. Aardig om eens te zien wat inbreukmaken oplevert. Een voorbeeld:

"Q 1 Crazy Bites dvd:  De rechtbank gaat uit van 12.850 minus 1.750 is in totaal 11.100 stuks die in de handel zijn gebracht tegen een verkoopprijs van fl. 27,50 per stuk. Volgens eigen opgave kreeg [getuige X] voor de Crazy Bytes dvd fl. 2.500,= voor de eerste uitgave, fl. 5.000,= voor de tweede uitgave en voor de nummers 3, 4 en 5 telkens fl. 15.000,=. De kosten bedragen fl. 7,65 per dvd.

Omzet:
fl. 305.250,= (11.100 stuks x fl. 27,50 =)

Kosten: -/-  
fl. 52.500,= (loon [getuige X]: fl. 2.500,= + fl. 5.000,= + 3 x fl. 15.000,=)
fl. 84.915,= (11.100 stuks x fl. 7,65)

________________
Winst: fl. 167.835,="

Lees het vonnis hier.

IEF 4017

Buiten het toepassingsbereik

nma.gifBesluit Nederlandse Mededingingsautoriteit, 10 mei 2007. Besluit inzake klacht van Koninklijke Horeca Nederland tegen de Vereniging Buma (met dank aan Anja Kroeze, Buma/Stemra).

Besluit naar aanleiding van een klacht van Koninklijk Horeca Nederland (KHN) uit 2005.  KHN stelt middels 11 stellingen (o.a. ‘KHN eist prijstransparantie’)  dat Buma misbruik zou maken van haar wettelijke monopoliepositie.

De zaak is aanvankelijk aangehouden in afwachting van het rapport in het eveneens in 2005  gestarte onderzoek naar het vermeende misbruik van een economische machtspositie door collectieve beheersorganisaties. Dat rapport is in februari verschenen (zie IEF 3533, 23 februari 2007), waarbij de conclusie was dat er thans geen bevredigende methode is om op basis van de Mededingingswet te kunnen beoordelen of collectieve beheersorganisaties excessieve tarieven hanteren.

In de behandeling van de onderhavige volgt de NMa klacht de 11 stelling zoals die door KHN in haar klacht naar voren zijn gebracht. Echt interessant wordt het echter niet. De stellingen van de KHN vallen ofwel buiten het toepassingsbereik van de Mededingingswet, ofwel worden afgewezen op basis van de prioriteitsstelling van de NMa.

Lees het besluit hier.

IEF 3993

Online licenties

Persbericht: Buma/Stemra introduceert online licenseren. Muziekgebruikers kunnen bij Buma/Stemra online hun licenties afsluiten. Buma/Stemra speelt hiermee in op de groeiende vraag van muziekgebruikers naar meer gemak, efficiëntie en transparantie.

Lees hier meer.

IEF 3988

Vijftig euro

“Carnavalsvereniging De Deurzetters boos over naheffing van Buma Stemra” bericht BN De Stem. “Vijftig euro moeten de organisatoren van de verlichte carnavalsoptocht betalen. ‘Wij organiseren de optocht wel, maar de muziek wordt gedraaid door de wagenbouwers en andere deelnemers. Daar kunnen wij verder niets aan doen’ zegt secretaris Wim Kokke van de vereniging.

‘Dat is ook niet belangrijk’, reageert woordvoerster Noortje Bakker van BumaStemra. ‘De organisatie moet ons betalen. Dat is zo geregeld.’ (…)  We schrijven geen organisaties aan. In principe moet iedereen die muziek gebruikt auteursrechten betalen. Dat staat in de Auteurswet en iedere Nederlander wordt geacht de wet te kennen.’

Lees hier meer.

IEF 3897

Op straffe van lijfsdwang of dwangsom

Rechtbank Amsterdam, 25 april 2007, HA ZA 06-3272. Stichting Brein en 123 anderen tegen gedaagde (met dank aan Hanneke Holthuis, Höcker).

De rechtbank legt gedaagde een verbod tot handelen in illegale kopieen op, op straffe van lijfsdwang of dwangsom, naar keuze van BREIN.

Gedaagde is twee maal eerder (15 mei 2005 en 5 juni 2005) op een markt door BREIN aangesproken op het verhandelen van dvd's met ongeautortiseerde kopieen van werken waarop aangeslotenen bij BREIN rechthebbende zijn. Beide keren zijnn de dvd's afgestaan en heeft verdachte een Anti Piraterij Verklaring (APV) ondertekend.

Op 4 maart 2007 wordt hij voor de derde keer betrapt op het handelen in illegale cd's en dvd's met muziek, films en videogames en heeft daardoor een fors bedrag aan boetes verbeurd.

Nu gedaagde geen verweer voert, wijst de rechtbank de gevorderde geldsom toe. Het gevorderde verbod wordt eveneens toegewezen. Met betrekking tot de mogelijkheid van gijzeling, geeft de rechtbank aan dat dit slechts als uiterste middel in aanmerking komt om veroordeelden tot naleving van een opgelegd bevel of verbod te bewegen. De rechtbank vindt in de feiten aanleiding gijzeling toe te passen. Gedaagde is al twee keer eerder aangetroffen met illegale kopien en heeft al twee keer eerder een Anti Piraterij Verklaring ondertekend. Tevens had verdachte in een persoonlijk aan de rechtbank gericht schrijven toegezegd de handel in ongeautoriseerde kopieen verder na te laten.

"In die omstandigheden moet ervan worden uitgegaan dat de dreiging van een dwangsom, die naar aannemelijk is ook niet zal kunnen worden verhaald, nu ...naar zijn eigen zeggen onvermogend is, onvoldoende is om ...te bewegen zijn onrechtmatige handelingen te staken, terwijl ook geen andere, minder ingrijpende, dwangmiddleen beschikbaar zijn om dat doel te bereiken"

De rechtbank legt gedaagde een verbod tot handelen in illegale kopieen op, op straffe van lijfsdwang of dwangsom, naar keuze van BREIN

Lees het vonnis hier.