DOSSIERS
Alle dossiers

Vormgeving  

IEF 6496

Een duidelijk verschil

rho.gifRechtbank Breda, 16 juli 2008, HA ZA 07-384, Riho International B.V. tegen Van Loon-Sealskin B.V. (met dank aan Klos Morel Vos & Schaap).

Bodem in badenzaak. Contractueel IE-recht. Auteursrecht, modellenrecht en/of slaafse nabootsing komen niet (meer) ter sprake. Geschil draait om de woorden ‘duidelijk verschil’in de onthoudingsverklaring.

Vertonen, wat Sealskin bestrijdt,  de nieuwe baden van Riho een duidelijk verschil met de baden van Sealskin? De Rechtbank Breda voegt nog de criteria  ‘in het oog springend verschil’ en (duidelijk of goed) ‘waarneembaar’ en/of ‘voelbaar’ verschil aan toe en concludeert  dat er inderdaad sprake van een duidelijk verschil is.

“4.5. (…) In de eerste plaats oordeelt de rechtbank van belang bij de uitleg dat het gaat om een schriftelijke onthoudingsverklaring van een professionele partij, gericht tot een andere professionele partij, beide producenten van baden en uit dien hoofde bij uitstek deskundig ten aanzien van de (verschillen) in vormgeving van ligbaden en "de rest van de markt". In de tweede plaats is van belang dat de verklaring werd voorbereid enerzijds en beoordeeld anderzijds door advocaten, die over de tekst en de achtergronden daarvan hebben gecorrespondeerd. Dit geeft reden om aan de taalkundige betekenis van de schriftelijke overeenkomst in beginsel veel betekenis toe te kennen. In de derde plaats is van belang dat Sealskin een op IE-recht gebaseerd kort geding aanhangig had geinaakt, zodat de advocaten over een weer moesten/mochten verwachten dat het begrippen apparaat uit het IE-recht bekend was, waaronder de betekenis van "de rest van de markt".

Als eerste constatering geldt dan dat de woorden "duidelijk verschil" niet een begrip vormen dat in het ( IE-)recht gangbaar en begripsmatig is omlijnd Daar is geen hulp voor de taalkundige uitleg te vinden. In beginsel is het dus, naar algemeen spraakgebruik, een goed waarneembaar verschil. Ter beoordeling staat vervolgens of er feiten zijn die reden geven om deze taalkundige inhoud van een nadere omlijning te voorzien. In het voetspoor van genoemd arrest is zeer zwaarwegend wat de correspondentie tussen de advocaten van de partijen inhield. In dit geval heeft Sealskin geen voorafgaande correspondentie overgelegd en betreft het uitsluitend de brieven van de advocaat van Riho van 6 en 12 mei 2005. Temeer zijn deze belangrijk omdat het een eenzijdige onthoudingsverklaring van Riho betreft en Riho in deze brieven haar bedoelingen omtrent de inhoud en de betekenis daarvan heeft uiteengezet. “

(…) 4.13. Op grond van al hetgeen hiervoor is overwogen komt de rechtbank tot het oordeel dat de baden met de namen Lima, Panama en Bogota die door Riho zijn vervaardigd en op de markt zijn gebracht elk voor zich een duidelijk verschil, als bedoeld in de door Riho ondertekende onthoudingsverklaring van 23 mei 2005, vertonen met respectievelijk de Senso 180, de Senso 145 en de Senso 6-hoek van Sealskin. De reeconventionele vorderingen worden daarom integraal afgewezen.”

Schadevergoeding: €158,000,-  Proceskosten  €20.000,- (incl. 2 x salaris procureur  €8000,- (4 punten x tarief €2000,- ).

Lees het vonnis hier.

IEF 6492

Verlichting

“De Apeldoornse lampengroothandel en -fabrikant Aldenkamp Verlichting is gisteren hard terechtgewezen door topdesigner Marcel Wanders. Aldenkamp heeft schaamteloos en doelbewust Wanders' topmodel Big Shadow gekopieerd en daar actief mee geadverteerd, zo betoogde diens raadsman Jan-Kees Govers gisteren in kort geding.

(…) Weliswaar verwees rechter Vergunst beide partijen terug naar de onderhandelingstafel om te schikken, maar in heldere bewoordingen maakte hij duidelijk dat Aldenkamp zwaar over de schreef is gegaan. (…) “De rechter stelde vast dat Aldenkamp ,,ongelooflijk stom bezig'' was geweest. ,,Je moet nu op de blaren gaan zitten. Schuiven.''

Lees hier meer (De Stentor via deondernemer.nl). 

IEF 6490

Nou ja, bijna niets

mdsph.gif925people.nl bericht over de lingerieoorlog tussen Marlies Dekker en Sapph: “Bij de rechtbank zijn ze wel wat toestanden gewend, maar het advocatenteam van lingeriemerk Sapph scoort een textiele primeur: onder hun toga's dragen twee vrouwelijke juristen niets. Nou ja, bijna niets.

In het eigenhandig door Heilbron verklungelde filmpje zijn naast mr. Jasper van Kasbergen de jonge juristes Babette Edelman (links) en Siobhan de Jong in beeld. Schalks gunnen ze ons een blik onder hun juristenburka's, een uitdossing die niet naadloos strookt met de kledingmores der magistraten. 'Ze behoren tot ons juridische team', bevestigt Heilbron. 'Maar ze hebben geen pleidooi gehouden. Het was vandaag alleen een rolzitting. Vandaar ook die papieren rollen waar ze mee lopen.' [ In de rechtszaal werd het gewaagde advocatentrio overigens ingeruild door decent geklede collega's van Köster Advocaten, meldt de Telegraaf].

De lingerie-oorlog tussen Marlies Dekker en Sapph is voorlopig niet gestreden. (...)  Maar intussen heeft Dekkers haar zaken tegen andere vermeende copycats wel laten vallen. Zo blijkt uit een bij 925 bekende mailwisseling tussen Dekkers en Livera dat het laatste merk niet langer wordt aangepakt.”

Lees hier (+ filmpje) en hier meer. Eerder bericht over het advocatenteam hier.

IEF 6443

Alle weren

Rechtbank ’s-Gravenhage, 16 juli 2008, HA ZA 08-491, Sierra Entertainment Inc. Tegen Davilex Games B.V.

Procesrechtelijke incidenten. Geen inhoudelijk oordeel over de gestelde inbreuk op Sierra’s Gemeenschapswoordmerk RED BARON (computerspellen) en Sierra’s  auteursrecht op de vormgeving van de titel RED BARON. Vorderingen m.b.t. bevoegdheid, nietigheid van dagvaarding, zekerheidsstelling en procureursverlies worden afgewezen.

“Davilex heeft voor alle weren als incidentele vorderingen ingesteld (…)De rechtbank merkt vooraf op dat het Nederlandse burgerlijk procesrecht weliswaar geen gesloten systeem van incidentele vorderingen kent, doch dat niet iedere vordering zich voor een incidentele behandeling leent, bijvoorbeeld de vordering tot nietigverklaring van de beslagexploten en bepaalde proceshandelingen. Uit een oogpunt van proceseconomie zal de rechtbank niettemin alle vorderingen van Davilex reeds thans beoordelen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6379

The Sun Company Benelux tegen Sol de Mallorca

Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008, HA ZA 06-3533.

Merkenrecht, handelsnaamrecht, auteursrecht huisstijl. Het 6e vonnis in dit zonnestudiofranchisegeschil.

“4.41. Sol de Mallorca c.s. (…) vorderen daarom in reconventie primair een verklaring voor recht dat zij binnen twee weken na de betekening van voormeld vonnis het gebruik van de handelsnaam, het merk en de huisstijl van Sun hebben gestaakt en gestaakt hebben gehouden.
(…) 4.44. Hierboven onder 4.8 heeft de rechtbank al overwogen dat de kwestie van de inbreuk in 2006 juist door Sol de Mallorca c.s. in reconventie aan de orde is gesteld. Sun kan zich daaraan niet onttrekken door te stellen dat zij dat debat gaarne in een andere door haar nog te initiëren procedure had gevoerd. Het dient dan ook voor rekening van Sun te komen dat zij geen of summier verweer heeft gevoerd in reconventie.
4.45. Zodanig verweer lag in het bijzonder op de weg van Sun nu de voorzieningenrechter al het voorlopig oordeel had gegeven dat de verbeurde dwangsommen hooguit zouden kunnen zien op een tweetal cadeaubonnen met het beeldmerk. In het licht van hetgeen hierboven met betrekking tot het beeldmerk is overwogen ligt het niet in de rede deze bonnen als inbreukmakend, dat wil zeggen inbreukmakend op enig recht van Sun, aan te merken.
4.46. Bij gebreke aan onderbouwd verweer zal dan ook de primair gevoerde verklaring
voor recht worden gegeven.”

Lees hier meer

IEF 6345

De ontwerper vogelvrij

fs.gifFloortje Smits, Pellicaan Advocaten (als jurist gelieerd aan Fatboy the Original): De ontwerper vogelvrij. Kort commentaar bij Fatboy / Sitting Bull.

De voorzieningenrechter miskent hier dat zowel de vraag naar ontlening als de inbreukvraag beoordeeld wordt door te kijken naar de overeenstemming tussen de producten.

In de recent gewezen uitspraak tussen Fatboy the Original B.V. en Sitting Bull Gmbh (Vzr. Rb ’s-Hertogenbosch 17 juni 2008, KG ZA 08-212, IEF 6301) stond de vraag centraal of het ontwerp van de FATBOY THE ORIGINAL auteursrechtelijke bescherming geniet en of de zitzak van Sitting Bull daar inbreuk op maakt. De voorzieningenrechter brak met eerdere rechtspraak (Vzr. Rb. Haarlem 21 september 2007, KG ZA 07-435 en Rb. ’s-Hertogenbosch 6 juni 2007, HA ZA 06-718) en oordeelde dat FATBOY THE ORIGINAL geen auteursrechtelijke bescherming geniet. Een van de eerste ontwerpschetsen zou “overgetekend” zijn van een eerder product: de AIRBAG. Belangrijk is hier te vermelden dat Fatboy de (auteurs)rechten op de AIRBAG heeft.

Het is interessant op basis van welk materiaal de voorzieningenrechter tot dit oordeel is gekomen en welk onderscheid (niet) wordt gemaakt tussen ruwe schets en uiteindelijk ontwerp.

Centraal stond een eerste ruwe ontwerpschets van ontwerper J. Setäla. Deze schets diende om het ontwerpproces van FATBOY THE ORIGINAL in stappen weer te geven. De eerste werkelijk aantoonbare verschijningsvorm dateert van 1999, met een fotoreportage in een Fins blad. Deze eerste ruwe schets is door Sitting Bull c.s. gekopieerd en over een van het internet gehaalde foto van de Airbag geplaatst. 

De Airbag doet volgens de voorzieningenrechter dus af aan de originaliteit van de FATBOY THE ORIGINAL. Maar: tegelijkertijd oordeelt de voorzieningenrechter, bij behandeling van de inbreukvraag, dat de Airbag slechts minimale gelijkenis vertoont met de werkelijke uitvoering van FATBOY THE ORIGINAL! (rov. 4.5): “ (…) de (uiteindelijke) uiterlijke verschijningsvorm van de Airbag door zijn karakteristieke banden en de gestikte naad in het midden, waardoor meer de vorm van een stoel ontstaat en de rug door de banden de functie van rugleuning vervult, [is] zo afwijkend van de Sitzsack van Sitting Bull c.s, dat reeds hierom niet kan worden gezegd dat de FATBOY THE ORGINAL en/of de Sitzsack inbreuk maken op eventuele auteursrechten op de Airbag.”

Enerzijds oordeelt de rechter dus dat de FATBOY THE ORIGINAL niet auteursrechtelijk beschermd is, doordat die zou zijn ontleend aan de AIRBAG. Volgens de rechter stemmen de AIRBAG en de FATBOY THE ORIGINAL dus sterk overeen. Anderzijds oordeelt de rechter echter dat de zitzakken van Sitting Bull (die op hun beurt weer zeer sterk overeenstemmen met de FATBOY THE ORIGINAL) geen inbreuk maken op die AIRBAG. Dat lijkt tegenstrijdig: óf de AIRBAG stemt overeen met de FATBOY THE ORIGINAL (wat maakt dat de FATBOY THE ORIGINAL niet origineel is), óf de AIRBAG stemt niet overeen met de FATBOY THE ORIGINAL en de Sitting Bull producten (maar dan is de FATBOY THE ORIGINAL dus wel origineel). De voorzieningenrechter miskent hier dat zowel de vraag naar ontlening als de inbreukvraag beoordeeld wordt door te kijken naar de overeenstemming tussen de producten.

Aan een eerste ontwerpschets is zeer zwaar in deze procedure gehecht en die schets bleek voor Fatboy fataal. Ontwerpers kunnen maar beter gewaarschuwd worden: neem pas het potlood ter hand zodra je zeker bent van de precieze uiterlijke kenmerken, details en maatvoering van het product… 

FS

Afbeeldingen Airbag en Fatboy hier.

IEF 6342

Vers uit Arnhem

vntnl.gifGerechtshof Arnhem, 24 juni 2008, zaaknr. 200.002.754, Openbareverkopen.nl B.V. tegen Internetnotarissen B.V. (met dank aan Mark Jansen, Dirkzwager).

Databankenrecht. Geschriftenbescherming. Auteursrecht. Hof vernietigt  kort- gedingvonnis Rechtbank Almelo in databankenzaak (zie IEF 5599). Objectbeschrijvingen op veilingsite en veilingvoorwaarden komen wel in aanmerking voor bescherming op grond van de Databankenwet.

“5.16 Internetnotarissen heeft onbetwist gesteld dat zij per maand 150 veilingadvertenties aan haar website toevoegt. Gelet op de omvang van de hiervoor in rechtsoverweging 5.15 vermelde overname door Openbareverkopen van de veilingadvertenties van Internetnotarissen, in verhouding tot de door Internetnotarissen per maand op haar website geplaatste veilingadvertenties en mede gelet op de eerder vermelde omvangrijke investeringen die Internetnotarissen zowel in technisch, financieel en menselijk opzicht met betrekking tot haar databank heeft gepleegd, is het hof van oordeel dat Openbareverkopen zowel in kwantitatief als in kwalitatief opzicht een substantieel deel van de databank van Internetnotarissen heeft opgevraagd dan wel heeft hergebruikt. Daarbij is van belang dat, gelet op de door de Notarissen te betalen - geringe - bijdrage voor het gebruik van de website, de door Internetnotarissen gepleegde investeringen pas geruime tijd na de exploitatie van de databank kunnen worden terugverdiend. Openbareverkopen daarentegen heeft met haar handelwijze in korte tijd en op eenvoudige wijze geprofiteerd van de commerciële waarde van de databank van Internetnotarissen waardoor zij schade heeft toegebracht aan de door Internetnotarissen verrichte investeringen.

5.17 Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen heeft Internetnotarissen zich dan ook terecht beroepen op de in artikel 2 lid 1 sub a Dw bedoelde bescherming. “

Lees het arrest hier.

IEF 6303

Volgens Gielen

De Telegraaf bericht: “Marlies Dekkers spant een bodemprocedure aan tegen het lingeriemerk Sapph en wil bovendien dat Livera de lingerielijn van Yolanthe Cabau van Kasbergen uit de winkels haalt. Dat heeft haar advocaat Charles Gielen donderdag gezegd.

Volgens Gielen lijkt een aantal bh's en broekjes van Sapph te veel op de exclusieve ontwerpen van Marlies Dekkers. Ook de onlangs geïntroduceerde lingerielijn van Yolanthe Cabau van Kasbergen en de collectie van het bedrijf Syl Design vertonen sterke gelijkenissen met de ontwerpen van Dekkers.

(…) Als reactie op de juridische stappen van Dekkers, doet Heilbron op zijn beurt aangifte tegen Dekkers wegens bedrijfsspionage. „Een van haar medewerkers probeerde tijdens een lingeriebeurs in het Britse Harrogate een bedrijfsmap van Sapph te stelen”, zegt Heilbron. „Als Marlies wat van me wil hebben, kan ze het me ook gewoon vragen.”

Lees hier meer.

IEF 6301

Uit een oud Fins boek

sittbull.gifVzr. Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 17 juni 2008, KG ZA 08-212, Fatboy-The-Original B.V. tegen Sitting Bull GmbH. c.s. en Zet BVBA (met dank aan Fleur Folmer, NautaDutilh, Peter Claasssen (AKD Prinsen van Wijmen) en Jeff Keustermans (De Bandt Keustermans & van den Brande).

Wel gemeld, nog niet samengevat. Auteursrecht en slaafse nabootsing. Over weinig producten zal zo vaak zijn geprocedeerd met zoveel verschillende uitkomsten. In de serie wel-niet-wel komt de Rechtbank Den Bosch nu, na een eerder eigen ja, nu met een ietwat ontstemd niet. De Fatboy-the-Original komt geen auteursrechtelijke bescherming toe nu het ontwerp hiervan is overgetrokken van een foto van een ander zitkussen. Het zitkussen van Fatboy heeft wat vormgeving betreft geen eigen plaats in de markt, zodat ook van een onrechtmatige nabootsing in casu geen sprake is.

De Finse ontwerper Setälä pretendeert de ontwerper te zijn van een zitzak, de Fatboy-the-Original. Setälä heeft al zijn intellectuele eigendomsrechten op de Fatboy-the-Original overgedragen aan Fatboy. Sitting Bull c.s. brengen een zitzak op de markt genaamd “Sit on it” (zie bij afbeeldingen links, allen Sitting Bull).

Zet heeft zich gevoegd als partij. Voor voeging in kort geding is reeds voldoende dat de gevoegde partij een rechtstreeks en in rechte erkenbaar belang heeft om met eigen argumentatie als partij in het geding op te komen (HR 15 november 1996, NJ 1997, 482). Zet heeft in casu een dergelijk belang nu zij met fatboy in België in een soortgelijke procedure is verwikkeld.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat de Fatboy-the-Original niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Volgens de voorzieningenrechter tonen Sitting Bull c.s. en Zet overtuigend aan dat de schetstekening van Setälä uit 1998, waaromtrent deze zelf heeft verklaart dat het één van de oudste ontwerp-tekeningen van de Fatboy-the-Original betreft, is overgetrokken van de foto van J. Suppanen van een ander zitkussen genaamd Airbag. “Het over elkaar leggen van de schets van Setälä op de foto van de Airbag van J. Suppanen maakt pijnlijk duidelijk dat de karakteristieke belijning van de Airbag precies onder de schets van Setälä valt. Klaarblijkelijk heeft Setälä deze schets vervaardigd door simpelweg overtrekken van de foto van Suppanens ontwerp. Aldus mist het ontwerp van Setälä originaliteit, zodat aan de Fatboy-the-Original op basis hiervan geen auteursrechtelijke bescherming toekomt.”

De voorzieningenrechter hecht slechts beperkte waarde aan het vonnis van 7 juni 2007 van de meervoudige kamer van zijn eigen  rechtbank (zie: IEF 4110), omdat volgens hem niet kan worden uitgesloten dat dat vonnis slechts is uitgelokt om een vorm van precedent te verkrijgen. De gedaagde in deze zaak en fatboy hadden immers al voor het vonnis een vaststellingsovereenkomst gesloten en de betreffende foto van de Airbag is toen niet meer door de gedaagde ingebracht. De rechtbank heeft haar vonnis dus gewezen op grond van onvolledige informatie en een naar het zich, volgens de voorzieningenrechter, laat aanzien onware mededeling van Setälä.

Saillant detail is dat Fatboy ook de rechten op de Airbag heeft verworven en roept deze bij wijzing van haar eis in tegen Sitting Bull c.s. De Voorzieningenrechter gaat hierin niet mee. “Nog afgezien van de vraag of aan de Airbag auteursrechtelijke bescherming toekomt (het debat tussen partijen is hierover niet gevoerd en Setälä meende kennelijk van niet, anders had hij niet overgetrokken) is de (uiteindelijke) uiterlijke verschijningsvorm van de Airbag, door zijn karakteristieke banden en gestikte naad in het midden, waardoor meer de vorm van een stoel ontstaat en de rug door de banden de functie van rugleuning vervult, zo afwijkend van de Sitzsack van Sitting Bull c.s., dat reeds hierom niet kan worden gezegd dat de Fatboy-the-Original en/of de Sitzsack inbreuk maken op eventuele auteursrechten op de Airbag.”

Ook de vordering op basis van slaafse nabootsing strandt. Het zitkussen van Fatboy heeft volgens de voorzieningenrechter wat vormgeving betreft geen eigen plaats in de markt, zodat ook van een onrechtmatige nabootsing in casu geen sprake is. Van nabootsen van 'de lijn' van Fatboy kan geen sprake zijn, het moet gaan om concrete producten. Ook bij de slaafse nabootsing laat de voorzieningenrechter zich weinig gelegen liggen aan het eerdere vonnis van zijn rechtbank, onder meer omdat de gedaagde in die zaak een weinig serieus verweer zou hebben gevoerd.

De proceskostenveroordeling wordt teruggebracht naar EUR 20.000,- en de kosten van de gevoegde partij worden afgewezen omdat zij “niets extra bijgedragen aan dat wat zijdens Sitting Bull c.s. reeds werd aangevoerd en aan producties overgelegd. De voeging was verregaand overbodig en kon slechts dienen om te voorkomen dat Sitting Bull c.s. verweren zouden laten liggen”.

Lees het vonnis hier. Inmiddels ook op rechtspraak.nl: LJN BD4200.