Bijdragen ingezonden door Jurian van Groenendaal en Otto Volgenant, Boekx Advocaten.
 Eerder dit voorjaar organiseerde de NVJ een debat over het overnemen van nieuws door andere media. Onder de omineuze titel ‘jatdebat’ werd een journalistieke discussie gevoerd over het (online) overnemen van andermans nieuws. De traditionele media beschuldigden de online concurrentie van diefstal: ‘Jullie stelen als de raven’. Marcel van Lingen, hoofdredacteur van het ANP, zette in een opinie op Villamedia.nl de zaak op scherp met de stelling dat het overnemen van nieuws altijd jatten is, ook als je de bron vermeldt. Hij noemt dit ‘zwartrijden in de journalistiek’. Onderzoeksjournalisten soms maandenlang laten speuren en dan onverkort en zonder bronvermelding het opgediepte materiaal overnemen is het ergst. Maar onverkort overnemen mét bronvermelding van datzelfde materiaal deugt dus evenmin, volgens Van Lingen.
     
    
        In dat debat ging het vooral om journalistieke-ethische normen.  Normen die overigens primair worden gedreven door het financiële belang,  want een onderzoeksjournalist kost geld. Er worden een hoop uren  gemaakt die terugverdiend moeten worden. Overname van nieuws, met of  zonder bronvermelding, verziekt elk fair verdienmodel, betoogde Van  Lingen. De door hem bepleitte waarde-uitwisseling tussen media die  elkaars nieuws overnemen leidde een vervolg van de discussie in. 
Maar  hoe zit het juridisch? Mogen de media elkaars nieuws zonder toestemming  overnemen? Is bronvermelding altijd verplicht? Is een link naar het  originele nieuwsbericht toegestaan? Advocaten Jurian van Groenendaal en  Otto Volgenant geven antwoord. 
Free flow of information
Het  vrijelijk uitwisselen van ideeën en nieuws is één van de belangrijkste  functies van de media. De Europese Ministers van Buitenlandse Zaken  verwoordden dit recent als volgt: By facilitating the free flow of  information and ideas on matters of general interest, and by ensuring  transparency and accountability, independent media constitute one of the  cornerstones of a democratic society. Bij alle journalistieke en  financiële bezwaren tégen het overnemen van nieuws moet steeds goed in  de gaten worden gehouden dat het vrijelijk stromen van nieuws één van de  hoekstenen van een democratische samenleving vormt. Dat uitgangspunt  wordt ook vanuit juridische optiek gewaarborgd. Want nieuwsfeiten kunnen  niet worden gemonopoliseerd omdat zij buiten het auteursrecht vallen.  Dat uitgangspunt is al sinds 1886 verankerd in de Berner Conventie, een  verdrag waar vrijwel alle landen van de wereld bij zijn aangesloten. De  fraaie ouderwetse bewoordingen van dat verdrag leren dat er geen  bescherming is voor ‘nieuwstijdingen of gemengde berichten die louter  het karakter van persberichten dragen’. 
Nieuwsfeiten zijn niet beschermd
Het  auteursrecht geeft geen bescherming aan feiten. Feiten vormen geen  uitdrukking van een intellectuele schepping van de maker, en zo’n  schepping is een vereiste voor auteursrechtelijke bescherming. Het  nieuwsfeit dat er na urenlang overleg een doorbraak is bereikt in een  politiek overleg is een feit dat géén juridische bescherming geniet. En  ook bijvoorbeeld de quotes van de politici die het nieuws van de  doorbraak meldden mogen vrijelijk worden overgenomen door andere media.  Hoe lang de journalist daar ook buiten de vergaderzaal voor heeft staan  posten. En ook het feitelijke verloop van een voetbalwedstrijd  (doelpunten, wissels, gele en rode kaarten etc.) behoort niet toe aan de  journalist die de wedstrijd verslaat, maar is vrij beschikbaar voor  iedereen die daar kennis van wenst te nemen. De media – ook de media die  niet ter plekke waren – mogen deze informatie aan hun publiek kenbaar  maken. Het is niet mogelijk om van deze partijen een vergoeding te  eisen. De financiële investering in het vergaren van dit nieuws zal op  een andere manier moeten worden terugverdiend.  
Bronvermelding is bij het overnemen van nieuwsfeiten niet verplicht
In  de journalistiek is het gebruikelijk dat er naar het oorspronkelijke  medium wordt verwezen. ‘Het Parool onthulde dat…’ etc. Er is goede grond  om naar het oorspronkelijke medium te verwijzen. Deze verdient niet  alleen de ‘credits’, maar zal vaak ook breder en diepgaander onderzoek  hebben verricht. De overnemende media houden aldus enige gepaste afstand  van dat onderzoek – dat ze zelf niet hebben (over)gedaan – en  informeren hun publiek daarmee adequaat. In het jatdebat is gesteld dat  het helemaal niet nodig is om bron of schrijver te vermelden omdat enkel  de blote nieuwsfeiten worden ‘gerecycled’. En dat is juridisch de  spijker op de kop. Blote feiten zijn immers niet auteursrechtelijk  beschermd. En er bestaat geen juridische verplichting om de journalisten  of de media die verantwoordelijk waren voor het vergaren van het nieuws  te noemen. Hoeveel maanden onderzoeksjournalistiek er ook voorafging  aan de scoop, er is geen juridische gehoudenheid om de naam te noemen  van de journalist die hier zo hard voor werkte. Misschien is het  journalistiek gebruikelijk, of wordt het gevoeld als een morele plicht  (of als een moreel gebrek wanneer er door een ander niet aan  bronvermelding wordt gedaan), maar dat is een andere discussie. Er is  geen juridisch afdwingbare plicht tot bronvermelding. En dus ook geen  recht op schadevergoeding wanneer er geen bron wordt vermeld. Natuurlijk  mag niet de misleidende indruk worden gewekt dat de ene krant het  nieuws uit eigen onderzoek heeft ‘ontdekt’ terwijl het werk in  werkelijkheid door een andere krant werd gedaan. Dat zou al snel  onrechtmatig zijn. Maar het zo extreem toe-eigenen van andermans scoops  komt tot nog toe in de praktijk niet voor. 
Teksten en foto’s zijn bijna altijd auteursrechtelijk beschermd
Maar  dit betekent niet dat media die investeren in journalistiek helemaal  met lege handen staan. Want wanneer er wél sprake is van een  intellectuele schepping ontstaat er bescherming door het auteursrecht.  En daar is bij een uitgeschreven nieuwsbericht of een uitgewerkte radio-  of televisiereportage al snel sprake van. Zodra door de journalist  creatieve keuzes worden gemaakt in de wijze van het vastlegging van zijn  berichtgeving, ontstaat een werk waarop auteursrecht rust. Het Europese  Hof van Justitie (de hoogste rechter voor wat betreft ons auteursrecht)  heeft in 2009  in een belangrijke zaak over de ‘ondergrens’ van het  auteursrecht bepaald dat een fragment van 11 woorden al  auteursrechtelijk beschermd kan zijn. Het ging in die zaak om een  fragment uit de tekst van een dagbladartikel. Dat fragment bestond uit  één zoekterm met de vijf woorden ervoor en de vijf woorden erna. Het Hof  bepaalde dat afzonderlijke zinnen, of zelfs zinsneden, de  oorspronkelijkheid van een persartikel aan de lezer kunnen overdragen.  Een enkel woord is onvoldoende, maar zelfs hele korte fragmenten worden  dus beschermd door het auteursrecht. Op grond van deze uitspraak kan  worden betoogd dat bijvoorbeeld Google News toestemming behoeft van de  uitgevers voor het laten zien van zoekresultaten die bestaan uit  fragmenten van nieuwsartikelen. Google is in België al door de rechter  op de vingers getikt voor deze dienst, en bereikte eind 2012 een  schikking met de Belgische uitgevers. Begin 2013 kwam Google ook in  Frankrijk tot zaken met de uitgevers voor het gebruik van hun  nieuwsfragmenten in Google News.
De lat voor auteursrechtelijke  bescherming ligt dus erg laag. In het voorbeeld van het nieuwsfeit van  een urenlang politiek overleg dat tot een doorbraak heeft geleid, zal de  reportage van de wakkere journalist die buiten de vergaderzaal postte  zonder twijfel beschermd zijn. Die juridische bescherming geldt dan voor  de eigen formulering van het nieuws, niet voor het nieuwsfeit van de  doorbraak zelf. 
Voorheen: de persexceptie
Tot een paar jaar  geleden bestond er een ruime wettelijke regeling voor het overnemen van  auteursrechtelijk beschermde nieuwsberichten door andere media, mits er  netjes aan bronvermelding werd gedaan. Kort gezegd: ‘overname uit de  pers door de pers’ was toegestaan. Deze zogeheten persexceptie vormde  een uitzondering op het exclusieve recht dat de auteur heeft op zijn  verslag of reportage. Deze uitzondering gold alleen voor ‘de pers’.  Onder de pers worden media begrepen die periodiek content leveren,  dagbladen, weekbladen, actualiteitenrubrieken op radio of televisie,  maar bijvoorbeeld ook roddelbladen. Voorheen was het zelfs aan  knipselkranten toegestaan om nieuwsberichten uit de media over te nemen,  omdat knipselkranten – op basis van een arrest van de Hoge Raad uit  1995 – als ‘pers’ werden gezien. Die tijd is echter voorbij. De  Nederlandse rechter heeft hier in 2011 een einde aan gemaakt. De  persexceptie heeft nu nauwelijks meer praktische betekenis. Wanneer in  de media een zogeheten auteursrechtvoorbehoud is gemaakt, is overname  door andere media niet toegestaan, ook niet met bronvermelding. Zo’n  voorbehoud wordt vrijwel altijd gemaakt en is meestal te vinden in de  gebruiksvoorwaarden, in het colofon of in een disclaimer. Consequentie  van het gebruik van zo’n voorbehoud is dat media het hergebruik van hun  artikelen, reportages en verslagen kunnen verbieden, of daar – tegen  betaling – toestemming voor geven. 
Embedden en linken
In  februari 2014 heeft het Europese Hof van Justitie in een baanbrekende  uitspraak bepaald dat linken naar en ‘embedden’ van materiaal van een  andere vrij toegankelijke website toegestaan is. De crux is of de  content een nieuw publiek bereikt. Een website die vrij toegankelijk is  heeft volgens het Hof álle internetgebruikers als publiek. Er wordt dus  geen nieuw publiek bereikt wanneer een andere website naar dat artikel  linkt. En dus is daar geen toestemming voor nodig. Dit geldt volgens het  Hof van Justitie net zo goed voor een ‘embedded link’ waarbij de  content waarnaar gelinkt wordt in de website van de ‘linker’ wordt  getoond. Een voorbeeld te verduidelijking. Als nu.nl linkt naar een  artikel dat op de website van detelegraaf.nl staat, en dat artikel wordt  getoond op de website van nu.nl, dan wordt er in de redenering van het  Hof van Justitie geen nieuw publiek met het Telegraafartikel bereikt. Er  is daarom geen toestemming nodig voor deze manier van linken. Als De  Telegraaf deze wijze van linken wil voorkomen, dan zal dat via  technische maatregelen bewerkstelligd moeten worden. En, voor de goede  orde, content die alleen voor abonnees beschikbaar is mag niet via een  link op een andere website aan een wijder publiek worden aangeboden. 
Conclusie
Zwartrijden  is verboden. Wie zonder vervoerbewijs in de tram zit is strafbaar. Maar  het overnemen van nieuwsfeiten is niet hetzelfde als zwartrijden. Zoals  bij vrijwel elke analogie gaat ook deze vergelijking mank. Blote  nieuwsfeiten mogen juist wel worden overgenomen. Dat is de bedoeling van  nieuws. Verspreiding van nieuws is de kerntaak van de media. Free flow  of information is het uitgangspunt. Voor het overnemen van méér dan  alleen de blote nieuwsfeiten is wel toestemming vereist. En de lat voor  auteursrechtelijke bescherming ligt dan laag. Maar voor het linken naar  een geheel artikel, en zelfs het ‘embedded’ tonen daarvan op de eigen  website, is juist weer geen toestemming nodig volgens een baanbrekende  recente uitspraak. Kortom: het juridisch kader biedt de mogelijkheid  geoorloofd te jatten, én het biedt de mogelijkheid om op te treden tegen  stelende raven. 
Jurian van Groenendaal, Otto Volgenant.