Auteursrecht  

IEF 7003

Buiten Nederland (2)

Weblog Marie-José Klaver op NRC.nl: `Wat is online muziekgebruik buiten Nederland?De eerste reactie op het Buma vonnis “Buma mag op grond van een uitspraak van de kort geding rechter in Haarlem geen licenties meer geven voor “online muziekgebruik buiten Nederland”. Advocaat en hoogleraar Intellectueel eigendomsrecht aan de Universiteit Leiden Dirk Visser vraagt zich af wat “online muziekgebruik buiten Nederland” eigenlijk inhoudt. “Met kabel en satelliet kan je muziekgebruik tot een bepaald territorium beperken maar met aanbod via internet is dat buitengewoon lastig. Internet-aanbod is in de regel wereldwijd”, aldus Visser. De jurist vreest dat het vonnis betekent dat Buma nu geen licenties meer mag geven voor muziekgebruik op websites die van buiten Nederland toegankelijk zijn. “Dat is een goed verdedigbare lezing van het vonnis”, aldus Visser.”

Lees hier meer. Eerder bericht + vonnis hier.

IEF 7001

Buiten Nederland

Vzr. Rechtbank Haarlem 19 augustus 2008, LJN: BE8765, The Performing Right Society Limited tegen Vereniging Buma.

Auteursrecht, met als hamvraag: Wat is online-muziekgebruik buiten Nederland? Hebben website-eigenaren nu toestemming nodig van alle honderden nationale Buma’s?

“De voorzieningenrechter in kort geding verbiedt de Nederlandse muziekrechtenorganisatie BUMA om licenties voor online muziekgebruik (via satelliet, kabel of internet) van het muziekrepertoire van de Britse muziekrechtenorganisatie PRS buiten Nederland aan te bieden, af te sluiten of daaraan uitvoering te geven. BUMA is niet bevoegd dergelijke licenties te verlenen, nu PRS haar die rechten nimmer heeft overgedragen. Een redelijke contractsuitleg van de wederzijdse overeenkomst tussen partijen brengt dat ook niet mee.

Voorts leidt de beschikking van de Europese Commissie van 16 juli 2008 in de zogenoemde CISAC-zaak niet van rechtswege tot nietigheid van de gebiedsbeperking in de wederzijdse overeenkomst. En als al tot nietigheid van de gebiedsafbakening in de wederzijdse overeenkomst zou moeten worden geconcludeerd, dan heeft BUMA daarmee niet het recht om licentierechten van het PRS-repertoire, die zij zelf niet van PRS overgedragen heeft gekregen, wel zelf over te dragen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6597

Het kalenderjaar 2007

Leo de Deugd - Sapph IntimatesRechtbank Utrecht, 23 juli 2008, KG ZA 08-634, Leo de Deugd tegen Sapph Intimates B.V. c.s. (met dank aan eiser / FNV Kiem). 

Auteursrecht, persoonlijkheidsrechten fotograaf. Geschil over gebruikslicentie.

“4.20 Vaststaat tussen partijen dat op de overeenkomst de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Ingevolge artikel 15 van de algemene voorwaarden wordt gebruik van een  foto dat niet is overeengekomen, beschouwd als een inbreuk op de auteursrechten van fotograaf. In de overeenkomst is terzake van de licentie bepaald dat De Deugd aan Sapph Intimates een gebruikslicentie verstrekt voor Nederland voor de duur van het kalenderjaar 2007. Voorts is in de overeenkomst aangegeven dat De Deugd nog in de gebruikslicentie zou omschrijven wat het doel en tijdsduur van de licentie zouden zijn en waar de foto's wel en niet voor zouden mogen worden gebruikt. Niet gesteld of gebleken is dat deze nadere invulling van de gebruikslicentie heeft plaatsgevonden. De omvang van de licentie is dan ook niet geheel duidelijk uit de overeenkomst af te leiden. Op dit punt zal derhalve in bodemprocedure hoogstwaarschijnlijk nadere bewijslevering moeten plaatsvinden. In kader van dit kon geding kan dan ook slechts op de navolgende punten met voldoende zekerheid worden aangenomen dat sprake is van schending van de auteursrechten van De Deugd:

- ter zitting is gebleken dat zich op intenet nog immer pagina's van Sapph Intimates bevinden die foto's van De Deugd bevatten, terwijl Sapph Intimates onvoldoende aannemelijk heeft gemankt dat zij het niet in haar macht heeft hieraan een einde te maken,, Tussen partijen is niet in geschil dat dit een schending van de licentie en van het auteursrecht van De Deugd oplevert, nu de licentie beperkt is tot het kalenderjaar 2007;

- uit de overeenkomst in combinatie met artikel 16 van de algemene voorwaarden volgt bij publicatie van foto's naamsvermelding van de fotopaf verplicht is. Sapph Intimates heefi erkend dat zij dat één keer heeft verzuimd, namelijk ter gelegenheid van de zogenaamde Scheveningen Beach Party:

-tenslotte heeft Sapph Intimates erkend dat zij op grond ten de overeenkomst de foto’s van De Deugd niet mocht wijzigen door daarin te snijden, en dat zij daarmee in strijd heeft gehandeld in het geval van het billboard bij de Van Brienenoordbrug.

4.21. Sapph Intimates stelt zich op het standpunt dat deze schendingen onvoldoende zijn om het gevorderde verbod te rechtvaardigen. De voorzieningenrechter volgt Sapph niet in dit standpunt. Vaststaat dat De Deugd Sapph Intimates herhaaldelijk heeft gewezen op het feit dat zijn foto’s zich nog op de website van Sapph Intimates bevonden. Sapph Intimates had naar aanleiding van deze meldingen op een deugdelijke wijze nader onderzoek moeten doen en alles in het werk moeten stellen om de foto’s van haar website te verwijderen. Terzake van de aanwezigheid van de foto’s op haar website kan Sapph Intimates wel degelijk een verwijt worden gemaakt dat – in combinatie  met de overige vaststaande schendingen – voldoende ernstig is om toewijzing van het gevorderde verbod te rechtvaardigen. Het gevorderde verbod wordt dan ook toegewezen. De dwangsom zal worden beperkt en aan een maximum worden gebonden.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6595

Zonder toestemming of vergoeding

Persbericht FNV Kiem (Wie het vonnis heeft mag het mailen): “Sapph met de billen bloot. FNV KIEM heeft voor fotograaf Leo de Deugd een kort geding aangespannen en gewonnen tegen lingerie merk Sapph Intimates BV. Het lingeriemerk heeft in het afgelopen jaar verzaakt de fotograaf  voor zijn meerwerk en licentievergoeding te betalen en gebruikte de foto’s van De Deugd zonder toestemming. Ook is aan de fotograaf een schadevergoeding toegekend omdat Sapph het auteursrecht herhaaldelijk heeft geschonden.

Sapph heeft behalve het niet nakomen van het contract als het gaat om het betalen van meerwerk en de licentievergoeding, foto’s van de fotograaf op hun internetsite gezet en gehouden zonder toestemming of vergoeding. Sapph is met reclamecampagnes en dus de foto’s van De Deugd groot geworden en dat is ten koste van De Deugd gegaan. Ook heeft het lingeriemerk in de foto’s gesneden, de foto’s voor andere doeleinden dan afgesproken gebruikt en de foto’s zonder toestemming in het buitenland gebruikt. De rechter heeft SAPPH dan ook veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 26.000,-.”

Lees hier meer.

IEF 6594

Eerst even voor jezelf spelen

Rechtbank Arnhem 15 augustus 2008, KG ZA 08-373. Otto Simon B.V. tegen Nedac Sorbo B.V. (Met dank aan Karianne Thomas en Remco van Leeuwen, Van Doorne)

Merkenrecht, auteursrecht. Cryptospraak, depot te kwader trouw.

"Als verweer beroept Nedac Sorbo zich voorts op de nietigheid van merk IV ex artikel 2.4 onder f jo artikel 2.28 lid 3 onder b BVIE, als ook op grond van artikel 31 lid 1 onder b Gemeenschapsverordening, wegens deponering te kwader trouw. Nedac Sorbo stelt daartoe dat haar logo ouder is dan het merk. Zij voert daarvoor aan dat zij het logo vanaf februari 2008 op speelgoedbeurzen presenteert en dat sinds maart 2008 speelgoed met het logo in ongeveer 900 Nederlandse en 300 Belgische supermarkten ligt. Nedac Sorbo heeft ter illustratie afleverbonnen aan supermarkten met leverdata in maart 2008 overgelegd. Otto Simon betwist niet dat speelgoed met het logo vóór deponering van merk IV in de supermarkten lag, maar stelt dat zij al in 2007 werkte aan de ontwikkeling van dat merk. Volgens haar is er sprake geweest van bedrijfsspionage."

Lees het vonnis hier.

IEF 6590

Romina, Samira, Christy, Melissa, Isabella, Irena en Naomi

Rechtbank Rotterdam, 21 mei 2008, LJN BD8858, Meubelco BVBA tegen Sefa Meubel

Wel gemeld, nog niet samengevat. Meubellijnen. Modellenrecht, auteursrecht. “De enkele beschikbaarstelling van de meubelen aan derden doet aan de nieuwheid niet af, nu zeker niet ondenkbaar is dat deze aankopen zijn geschied ten gevolge van misbruik jegens ontwerper Meubelco. Advertentie is geen bewijs voor verkoop.

Meubelco vordert onder meer een verbod op de verhandeling van meubels uit de lijnen ‘Romina’, ‘Samira’, ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’. In deze procedure stelt eiser Meubelco dat haar het model- en/of auteursrecht toekomt op de door haar onder de namen ‘Romina’ en ‘Samira’ gevoerde meubellijnen en daarnaast het auteursrecht op de door haar onder de namen ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’ gevoerde meubellijnen. De door Sefa Meubel aangeboden meubels maken volgens Meubelco inbreuk op die rechten.

De Voorzieningenrechter beoordeelt eerst de modelrechtelijke vorderingen. Om voor modelregistraties in aanmerking te komen is, zo blijkt uit artikel 3.3 Benelux- verdrag intellectuele eigendom (hierna: BVIE), vereist dat het model nieuw is en dat het over een eigen karakter beschikt.

Allereerst komt de nieuwheid aan bod. Tussen partijen is niet in geschil dat de meubellijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ door Meubelco reeds sinds 2005 op de markt zijn gebracht en dat Meubelco de modelrechten op ‘Romina’ en ‘Samira’ heeft doen registreren op respectievelijk 24 april 2007 en 16 mei 2007. Het, op het eerste gezicht wat dubieuze oordeel van de voorzieningenrechter is, dat nu artikel 3.3 BVIE ziet op het vóór de datum van de depotaanvraag op de markt brengen van identieke modellen door een ander dan degene die de aanvraag heeft ingediend, het feit dat Meubelco zelf reeds voor de data van het verkrijgen van de modelrechten de meubellijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ op de markt heeft gebracht niet af doet aan de geldigheid van de verkregen modelrechten.

Meubelco heeft ter zitting aangevoerd en onderbouwd, dat door haar (dan wel door haar werknemers) de meubellijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ zijn ontworpen. Sefa Meubel stelt zelf ook wel eens meubels uit deze lijnen bij Meubelco te hebben gekocht. Vervolgens heeft Meubelco de betreffende meubelen in China laten produceren. De enkele beschikbaarstelling van de meubelen aan derden waar de door Sefa Meubels overgelegde aankoop- facturen op zien - nog daargelaten dat die stukken nog wel enige vragen oproepen - doet aan de nieuwheid niet af, nu zeker niet ondenkbaar is dat, zoals Meubelco ter zitting heeft gesteld, deze aankopen zijn geschied ten gevolge van misbruik door Kar Trading International, Rosella Meubelen en/of (een van) de Chinese ontwerper(s) jegens de ontwerper Meubelco.

De voorzieningenrechter concludeert vervolgens dat is voldaan aan de eis van een eigen karakter. De door Meubelco gevoerde meubellijnen genaamd ‘Romina’ en ‘Samira’ genieten naar voorlopig oordeel dan ook modelrechtelijke bescherming.

Met betrekking tot de vraag of er inbreuk wordt gemaakt op het modelrechten op ‘Romina’ en ‘Samira’ door de verkoop door Sefa Meubels van ‘Isabella’ en ‘Irena’ stelt de rechter dat een advertentie in een krant waarin die laatstgenoemde meubels zijn afgebeeld niet voldoende bewijst dat die meubels ook daadwerkelijk verkocht worden. Het zou gaan om een vergissing: Dat de gepubliceerde advertenties in ‘Merhaba’ onder de namen ‘Isabella’en ‘Irena’ de meubels van de lijnen ‘Romina’ en ‘Samira’ weergeven is op zichzelf erkend, maar Sefa Meubels stelt dat het hier een vergissing betreft. Hoewel die stelling op zichzelf niet zeer aannemelijk is kan, gelet op de excuusbrief d.d. 3 maart 2008 (zie onder 2.7) aangaande de in de krant ‘Merhaba’ verschenen advertenties aangaande de meubelen ‘Isabella’en ‘Irena’ binnen dit kort geding, waar voor verdere bewijsvoering geen plaats is, niet het - voorshands - bewijs worden ontleend dat Sefa Meubels de in de advertentie afgebeelde meubelen ook werkelijk heeft verkocht.

Op basis van ander bewijsmateriaal oordeelt de Voorzieningenrechter dat het bed van de door Sefa Meubels gevoerde slaapkamermeubellijn ‘Isabella’ naar voorlopig oordeel inbreuk maakt op het modelrecht van het door Meubelco gevoerde modelrecht op het tweepersoonsbed van de door haar gevoerde meubellijn ‘Romina’.  Daarnaast is er voor zover het het tweepersoonsbed uit de slaapkamerlijn ‘Isabella’ betreft sprake van onrechtmatig handelen door Sefa Meubel, nu uit voornoemd feitenbestand blijkt dat sprake is van een slaafse nabootsing.

Een inbreuk op de modelrechtelijke bescherming, dan wel onrechtmatig handelen door Sefa Meubel, van de overige meubels uit de lijn ‘Romina’ (een kaptafel, een garderobekast en een nachtkastje) en de meubellijn ‘Samira’ is voorshands binnen dit kort geding onvoldoende aannemelijk geworden.

Voorts heeft Meubelco aangevoerd, hetgeen door Sefa Meubels wordt betwist, dat Sefa Meubels inbreuk maakt op haar auteursrechten aangaande de door haar gevoerde meubellijnen onder de namen ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’.

Voor het auteursrecht is van belang of de door Meubelco gevoerde modellijnen ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’ voldoen aan de uit het auteursrecht voorvloeiende vereisten van nieuw en oorspronkelijk werk dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. Voorshands is binnen dit kort geding door Meubelco niet aannemelijk gemaakt dat de meubels in deze modellijnen als nieuw en oorspronkelijk werk zijn aan te merken. Meubelco heeft ter zitting ook zelf aangegeven dat een gedeelte van dit assortiment door leveranciers al gedurende lange tijd op de markt wordt gebracht. Nu naar voorlopig oordeel door Meubelco niet aannemelijk is gemaakt dat zij op de meubellijnen ‘Christy’, ‘Melissa’ en ‘Naomi’ auteursrecht bezit, zal de vordering voor zover het deze meubellijnen betreft worden afgewezen. Gelet op het voorgaande is er daarnaast geen sprake van onrechtmatig handelen door Sefa Meubels dienaangaande, nu niet is gebleken van slaafse nabootsing(en) welke een vorm van ongeoorloofde mededinging oplevert.

Er wordt onder meer een ruim verbod toegewezen en een kostenveroordeling van € 25.000,--.

Lees het vonnis hier.

IEF 6588

Tientallen vervalste schilderijen van grote schilders

“De Nederlandse auteursrechtenorganisatie Pictoright heeft onlangs bij oud-seksbaas Theo Heuft tientallen vervalste schilderijen van grote schilders zoals Picasso, Chagall en Miró in beslag genomen. Het vermoeden bestaat dat een deel van de werken geschilderd is door 'meestervervalser' Geert Jan Jansen.

(…) Theo Heuft opende drie jaar geleden samen met 'meestervervalser' Geert Jan Jansen zijn chique galerie in hartje Amsterdam, pal onder de rook van het Van Gogh en het Rijksmuseum. De beroemde vervalser Jansen, begin jaren negentig in Frankrijk in de boeien geslagen wegens het zeer succesvol namaken van onder meer Picasso's, meldde dat hij zijn leven had gebeterd. De vervalser zou alleen nog maar schilderen 'in de stijl van' beroemde kunstenaars. Theo Heuft stelde gisteren in de rechtbank niet op de hoogte te zijn geweest van enige overtreding van de auteurswet door de verkoop van de beroemde schilderijen. "Toen ik begreep wat er aan de hand was, ben ik er direct mee gestopt", aldus de grijzende Amsterdammer.”

Lees hier meer (De Telegraaf).

IEF 6598

Ik ben niet van plan om het te gaan doen en ik heb gezegd waarom

Handelingen II 2007/08, nr. 103, pag. 7358-7358. Voortzetting van de behandeling van het verslag van een algemeen overleg met de minister van Economische Zaken over Bagatelregeling mededingingswet/Jaarverslag NMa (31200 XIII, 24036, nr. 58), ... en de motie-Aptroot over het stellen van eisen aan de jaarverslagen van de auteursrechtenorganisaties (31200 XIII, nr. 64).

Minister Van der Hoeven: Voorzitter. Laat ik beginnen met te citeren uit het werk van de Kamer, dat wil zeggen uit het verslag van het algemeen overleg van 14 mei 2008: ’’De minister laat een extern onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de wisselwerking tussen het mededingingsrecht en de auteursrechten, inclusief de tariefstijgingen. Dit geldt dus niet voor de interne bedrijfsvoering.’’ Dat heb ik toen zo gezegd. Het staat in het verslag van de Kamer en daaraan heb ik mij gehouden. Ik heb verder aangegeven dat het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteursrechten en naburige rechten de bevoegdheid krijgt om tariefstijgingen preventief te toetsen. Ik heb gezegd wat voor extern onderzoek ik zal laten doen.

Daarna heb ik een brief gestuurd aan de Kamer waarin ik heb uitgelegd waarom ik het niet wenselijk vind om daar de financiële positie van die CBO’s in te betrekken. Die financiële positie is geregeld in de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten. Dat wetsvoorstel ligt voor om te wijzigen. Met die wijzigingen wordt het toezicht versterkt: de bezoldiging van bestuurders, de tarieven, de tariefgrondslagen en de statuten worden openbaar gemaakt. Er worden ook nadere eisen gesteld aan het jaarverslag en de jaarrekening. Dat is in een brief van 19 maart 2008 aan de Kamer gemeld. Dat wetsvoorstel gaat deze zomer in procedure. Het strekt ook tot uitvoering van onder andere door de heer Aptroot ingediende moties over de aanscherping van het toezicht. Als de heer Aptroot niet tevreden is met de maatregelen die in dat wetsvoorstel worden voorgesteld, denk ik dat de behandeling van het wetsvoorstel het juiste moment is om dit aan de orde te stellen.

Het CvTA doet onderzoek naar de verdeling van gelden en fondsvorming bij de vijf wettelijke CBO’s die nu onder het toezicht vallen. Daarover is de Kamer geïnformeerd op 28 maart 2007 en via de beleidsbrief auteursrecht van 20 december 2007. De uitkomsten van dat onderzoek worden binnenkort verwacht. Het verzoek in deze motie voegt daar niets aan toe. Daarom ontraad ik het aanvaarden van deze motie.

De heer Aptroot (VVD): De koppeling ligt iets anders. Kan de minister zich indenken dat gezien het feit dat de werkgroep van de vaste commissie voor Justitie onderzoek doet naar auteursrechten, deze informatie over de huidige situatie, ook financieel, toegevoegde waarde heeft voor de Kamer en dat zij er om die reden om vraagt?

Minister Van der Hoeven: Ik ben niet van plan om het te gaan doen en ik heb gezegd waarom, namelijk omdat de zaken die worden gevraagd al worden gedaan."

Lees de handelingen hier.

IEF 6581

Is hier sprake van een revolutie?

Margriet Koedooder: Commissie EU zegt: USE IT OR LOSE IT!

“Tijdens de zomervakantie heeft de Europese Commissie een voorstel voor een wijziging van Richtlijn 2006/116/ EC uitgebracht. Het voorstel bevat in principe twee initiatieven: de verlenging van de duur van de naburige rechten van 50 naar 95 jaar én het harmoniseren van de duur van het auteursrecht op muziekwerken die bestaan uit muziek en tekst.
 
Opmerkelijk is de ‘ruil’ die in het voorstel is opgenomen. Enerzijds wil de Europese Commissie instemmen met het verzoek van (met name) de muziekindustrie en collectieve rechtenorganisaties de beschermingsduur te verlengen. Maar daar moet van de Commissie dan wel tegenover staan, dat artiesten hun overgedragen rechten op de uitvoeringen van de geluidsopnamen terug kunnen krijgen indien de platenmaatschappij de opnamen niet verder wenst te exploiteren. Is hier sprake van een revolutie? In ieder geval van een nieuwigheidje naar Nederlands recht.”

Lees hier meer.

IEF 6572

Eerst even voor jezelf lezen

lptst.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 31 juli 2008, KG ZA 08-685, Vlaar Ergonomie c.s. tegen Markant Nederland c.s.

Auteursrecht, modellenrecht. Foto van Laptopstandaard.        

“4.4. Voorshands is niet in te zien dat onder ‘een voortbrengsel waarin het model is verwerkt of waarop het is toegepast’ ook moet worden begrepen een foto van dit voortbrengsel. Bovendien wekt een tweedimensionale afbeelding van een voortbrengsel, waarin het Gemeenschapsmodel is verwerkt, per definitie een andere algemene indruk dan het driedimensionale Gemeenschapsmodel. Het vorenstaande brengt met mee dat eisers zich niet op grond van het modelrecht kunnen verzetten tegen het gebruik door een derde van een foto van de laptopstandaard.

(…) 4.10. Bij de beantwoording van de vraag of 3D Tradelink inbreuk maakt op het auteursrecht op de fotografische afbeelding van de laptopstandaard met laptop komt het erop aan of sprake is van ontlening. De voorzieningenrechter stelt vast dat in de advertentie van 3D Tradelink een afbeelding van de laptopstandaard met laptop is opgenomen, die identiek is aan het auteursrechtelijk beschermde werk, hetgeen door gedaagden ook is erkend. Inbreuk op het auteursrecht van eisers is daarmee gegeven. Dat de foto is opgenomen in een meeromvattend werk, de advertentie, doet daar niet aan af. Voor wat betreft de toestemming voor het gebruik van de fotografische afbeelding door eisers aan 3D Tradelink (oud) geldt, zoals hiervoor is overwogen, dat 3D Tradelink zich in beginsel niet op die aan een andere rechtspersoon gegeven toestemming kan beroepen.”

Lees het vonnis hier.

fmx.gifRechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht, 30 juli 2008, AWB 07/3547 OCT95, E.L. du Pont de Nemours and Company tegen Octrooicentrum Nederland (met dank aan Martijn de Lange,  Octrooicentrum Nederland).

“5. Verweerder heeft het ABC beperkt tot de samenstelling van werkzame stoffen, genoemd in de handelsvergunning. Eiseres meent daarentegen dat aansluiting moet worden gezocht bij het basisoctrooi.

6. Ter beoordeling staat derhalve wat in dit geval als prooduct in de zin van de Verordening moet worden beschouwd. 7. Ingevolge artikel 1, onder 8, en artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b van de Verordening, in onderlinge samenhang bezien, is de omschrijving van de werkzame stof of van de samenstelling van werkzame stoffen van het gewasbeschermingsmiddel in de handelsvergunning bepalend voor het antwoord op deze vraag.

8. In de handelsvergunning van 26 juli 2002 is in paragraaf IV de samenstelling van het gewasbeschermingsmiddel vermeld. Daarbij zijn als werkzame stoffen aangeduid: cymoxanil en famoxadone. Hieruit blijkt dat de combinatie van deze twee werkzame stoffen als het in de handelsvergunning geïdentificeerde product moet worden beschouwd.

9. Niet in geschil is dat de handelsvergunning is verleend voor de combinatie van vorengenoemde twee werkzame stoffen. Voor dit product heeft verweerder aan eiseres een ABC verleend. Voor een andere productomschrijving, zoals bijvoorbeeld famoxadone is geen handelsvergunning gevraagd of verkregen.

10. Het betoog van eiseres dat het product niet op basis van de handelsvergunning maar aan de hand van de -ruimere- omschrijving in het octrooi moet worden gedefinieerd. gaat voorbij aan artikel 3 van de Verordening.”

Lees het vonnis hier.