Auteursrecht  

IEF 2427

Niets nieuws onder de zon

Hans Bousie begrijpt de opwinding over de zaak Postma niet en spreekt de uitgevers toe in Boekblad (eerdere berichten hier):

“Een contract voor onbepaalde tijd is gewoon opzegbaar, dat zou dus geen nieuws moeten zijn. Dan zou het nog schokkend zijn dat de auteur haar backlist heeft meegekregen. Schokkend, waarom? Als het auteursrecht zou zijn overgedragen blijft het mooi bij de uitgever, dus dat kan het niet zijn. Dan zal het dus in licentie zijn gegeven en waarschijnlijk voor onbepaalde tijd. Dus ook die verbintenis is opzegbaar. Tel daar bij op dat het tussen Postma en Aspekt niet meer boterde en klaar is het vonnis.

(…) Slechts de conclusie dat een contract voor onbepaalde tijd geen waarborg biedt is op zijn plaats, maar als u voldoende kennis van het auteursrecht in huis zou hebben (een must voor een uitgever) dan zou dit geen nieuws voor u moeten zijn. En daar sluit ik dan maar meteen mee af.

(…) Opvallend in het vonnis vind ik dat Pierik van Aspekt zich blijkbaar niet door een advocaat heeft laten bijstaan. Dat is voor mij nog een reden om het vonnis met een korrel zout te nemen. In de keuken geldt: iedereen kan koken, maar slechts weinigen kunnen zich kok noemen.

Lees de column hier.

IEF 2424

Eerst even voor jezelf lezen

- Rechtbank Zutphen, 1 augustis 2006, LJN: AY5342. Medical Computer Support B.V.  tegen
Gedaagde.

Rechtspraak.nl: “Zonder nadere bewijslevering - waarvoor in kort geding geen plaats is - is voorshands met onvoldoende zekerheid vast te stellen aan wie de auteursrechten van de door MCS bedoelde computerprogrammatuur toebehoren. Daar komt bij, dat ondanks sommatie daartoe MCS heeft nagelaten aan te geven om de broncodes van welke computerprogramma’s het gaat,hetgeen zij ook ter zitting niet heeft verduidelijkt, zodat zij haar vorderingen onvoldoende heeft geconcretiseerd. De vorderingen van MCS moeten daarom worden afgewezen.”

Lees het vonnis hier

- Rechtbank Zutphen, 1 augustus 2006, LJN: AY5345. Vacansoleil B.V. tegen gedaagde.

Rechtspraak.nl: “In beide handelsnamen komt/komen het woord/de woorden “Campingholidays” / “Camping Holidays” voor, zijnde de letterlijke vertaling uit het Engels van Kampeervakanties. Voorshands leidt dit tot de conclusie dat dit woord/deze woorden een louter beschrijvende aanduiding vormt/vormen van de aard van de betreffende ondernemingen. Een dergelijke aanduiding mag evenwel niet met een beroep op het bepaalde in artikel 5 van de Handelsnaamwet worden gemonopoliseerd, zodat Vacansoleil aan het eerdere gebruik van deze woorden dan gedaagde geen rechten kan ontlenen.

Dit brengt met zich, dat de woorden “Vacansoleil” en “vvo Nederland” als de kenmerkende bestanddelen van de door partijen gebezigde handelsnamen dienen te worden beschouwd. Deze woorden wijken zover van elkaar af, dat dientengevolge geen verwarring bij het publiek tussen die ondernemingen is te duchten ook al zijn zij beide in hetzelfde segment van de markt actief.”

Lees het vonnis hier. Eerder bericht hier.

IEF 2423

Drie in één

Prof. mr. P.B. Hugenholtz, Eén noot  bij drie arresten, in Nederlandse Jurisprudentie, aflevering 30, 29 juli 2006. 

NJ 2006, 374, (HvJ EG, C-245/00, 6 februari 2003, SENA - NOS),  NJ 2006, 375, (HR, 28 mei 2004, SENA – NOS),  NJ 2006, 376, (HR 2006,376, 28 november 2003, SENA – Vereniging Nederlandse Kabelkrant Pers).

Helder betoog over billijke vergoedingen en bewijslastverdeling. Een paar citaten:

“Zoals DWFV al voorspelde, heeft het HvJ weinig, trek in deze hete aardappel Weliswaar wordt dapper vooropgesteld dat het begrip billijke vergoeding: een autonome gemeenschapsrechtelijke bepaling is, die binnen de EG. uniform. moet worden uitgelegd (to. 22-24), maar vervolgens  wordt deze pieper snel teruggelegd op het bordje van de lidstaten.

'Bij gebreke ‘aan een communautaire definitie van het begrip billijke vergoeding is er evenwel geen enkele objectieve: reden voor de vaststelling van precieze methodes ter bepaling van een uniforme billijke vergoeding door de gemeenschapsrechter, waardoor het Hof zich 000dzakeljkerwijs. in de plaats zou moeten stellen van de lidstaten; waaraan richtlijn 92/100 geen enkel bijzonder criterium oplegt […]. Het staat dus uitsluitend aan de lidstaten om op hun grondgebied de meest relevante criteria, vast te stellen om er binnen de door het gemeenschapsrecht en in het bijzonder richtlijn 92/100 gestelde grenzen voor te zorgen dat dit communautaire begrip wordt geëerbiedigd’ (ro, 34)."

 “Gelukkig laat het HvJ de nationale wetgever c.q.. rechter niet hélemaal in de steek ‘De enige rol die het Hof in een dergelijke situatie in het kader van een bij hem aanhangig geding kan spelen, is de lidstaten verzoeken op het grondgebied van de Gemeenschap het begrip billijke vergoeding (…)”
 
“Het vaststellen van een billijke vergoeding vergt dus een belangenafweging tussen rechthebbenden en gebruikers. Het Hof voegt daar aan toe dat de billijkheid ‘met name moet worden beoordeeld tegen de achtergrond van de waarde van dit gebruik in het handelsverkeer’ (ro. 37).”

“Opvallend is dat het HvJ de door de HR geformuleerde vragen niet echt beantwoordt, maar zich rechtstreeks uitspreekt over de door het Haagse hof ontwikkelde criteria (Seignette, AMI 2003, p. 118). Daardoor blijft onbeantwoord de belangrijke vraag of de tijdens de totstandkoming van de WNR gewekte verwachtingen een rol mochten spelen bij het bepalen van de vergoeding."

"Ook al lijkt het HvJ grosso modo positief te staan tegenover het Haagse berekeningsmodel, toch casseert de HR. Daartoe geadviseerd door AG Verkade, constateert de HR dat het hof de door het HvJ geformuleerde evenwichtsregel niet (kenbaar) heeft toegepast, en in het bijzonder heeft verzuimd de waarde van het gebruik in het handelsverkeer als uitgangspunt te nemen in plaats van het door het hof tot norm verheven bedrag dat de NOS eertijds aan de NVPI betaalde (ro. 2.8)."

"Tot een nieuw arrest van het Haagse hof is het echter niet meer gekomen. Partijen hebben naar verluidt een schikking bereikt (…).”

"Wat resteert is de conclusie dat de communautaire of nationale wetgever er in de toekomst verstandig aan doet het begrip ‘billijke vergoeding’ materiele invulling te geven. In zijn noot onder NJ 2001, 569 noemde DWFV de bepaling van de billijke vergoeding een ‘collegevoorbeeld’ van zaken die door de wetgever bij gebrek aan politieke besluitkracht aan de rechter waren overgelaten (evenals abortus, euthanasie en staking).”

“Inderdaad, ook ‘de politiek’ brandt zich liever niet aan hete aardappels. De huidige crisis over de thuiskopievergoeding illustreert dit. 

“Tot slot een enkele opmerking over de zaak SENA-NKP. Inzet van die procedure was de billijke vergoeding die exploitanten van kabelkranten aan SENA verschuldigd zijn.”

“SENA vertegenwoordigt dus niet het gehele wereldrepertoire, zoals BUMA dat voor wat betreft het auteursrecht wel doet. In (sprong)cassatie worden tegen het berekeningsmodel allerlei middelen gericht die door de HR echter met een beroep op art. 81 RO worden afgedaan, zonder daarbij recht te doen aan de uitvoerige en lezenswaardige conclusie van de A-G Verkade. Van praktisch belanggebruikte ‘Rome-muziek’. Rust deze op (geld)eiser SENA, zoals de rechtbank heeft gem,eend, of o is vooral de vraag op wie de bewijslast rust van het percentage door de kbelkranten p d ekabelkranten die beschikken over de ‘playlists’? Deze kwestie raakte de kern van het collectieve rechtenbeheer.  

(..) Uit de door de A-G in kaart gebrachte wetsgeschiedenis blijkt echter dat bewijsproblemen door de wetgever onder ogen zijn gezien zonder dat dit heeft geleid heeft tot een wettelijke omkering van de bewijslast. Wie stelt bewijst, ook als men SENA heet, zo mogen we de HR wel samenvatten.”

Neem hier een abonnement op de NJ.

IEF 2421

Artikel 18b Aw

"Hedenochtend zagen wij de duistere kant van mevrouw Nijntje Pluis, en dat dat was bepaald geen fraai gezicht. Kijk, zo'n Ravoo kunnen we er best tien van hebben, maar een doorgedraaid konijn met sterallures aan de deur, daar doe je helemaal niets tegen. Komt nog bij dat Snuffie mee was toen deze brief bezorgd werd.

(...) Ja, de bewuste FFV-afbeelding is inmiddels verwijderd. Kortom, GeenStijl op de knieëen voor een konijn, GeenStijl buigt voor Nijntje. Nijntje pakt GeenStijl van achteren. Nijntje pw0n3d GS. Voor het eerst in de geschiedenis halen we bakzeil voor een konijn, we hebben deze slag verloren. Vertel het alstublieft alstublieft niet verder..."

Lees hier meer (Geenstijl.nl).

IEF 2419

Klarheit im Ausland

Met dank aan het NUV: “22 publishers have reached an agreement with the document delivery service Subito on the delivery of journal articles into non-German speaking countries.

The agreement provides for a fixed-fee for deliveries to other libraries, and for individually set fees (depending on publisher and journal) for deliveries to end users; when delivering documents by email, Subito and its partner libraries are to use DRM to limit the possibility of misuse.

The licensing agreement does not cover deliveries to libraries or end users in German-speaking countries (Germany, Switzerland, Austria, Liechtenstein).

The agreement touches on some of the aspects covered by the judgement of a Munich regional court issued in January 2006. This court had ruled that the delivery of documents to libraries (in- and) outside Germany was not permitted under German copyright law.

With regard to deliveries by Subito to end users (i.e. not libraries) in non-German speaking countries, the court had asked the parties to further substantiate their reasoning as the legality of such a service would depend on the copyright laws of the receiving country. All parties to these legal proceedings decided to appeal this court ruling. The recent agreements are unlikely to have a direct effect on the appeals, they show, however, that licensing agreements between publishers and Subito are possible and a practicable solution.” (via de IPA)

Lees ook hier meer.

IEF 2417

Vrije software

De Free Software Foundation heeft op 27 juli 2006 de tweede draft van GPLv3 uitgebracht. Met name de bepaling die zag op Digital Rights Management (ofwel, Digtial Restrictions Management volgens de Free Software Foundation) en die een offensief tegen DRM in het algemeen bevatte ontlokten veel discussie en is aangepast in die zin dat de bepalingen nu alleen van toepassing zijn op de software zelf.

"The license only directly restricts DRM in the special case in which it is used to prevent people from sharing or modifying GPLv3-covered software. The clarified DRM section preserves the spirit of the original GPL, which forbids adding additional unfree restrictions to free software. GPLv3 does not prohibit the implementation of DRM features, but prevents them from being imposed on users in a way that they cannot remove."

Een andere belangrijke wijziging betreft de mogelijkheid om software uitgebracht onder de GPL te verspreiden via bepaalde file sharing netwerken. Opnieuw is er de mogelijkheid om commentaar te leveren. In het najaar van 2006 wordt een derde draft verwacht en de uiteindelijke versie zou rond januari-maart 2007 uit moeten komen.

Tweede draft hier. Eerdere berichten hier.

IEF 2413

Tweede Leeuwarder Jurkjeszaak

Rechtbank Leeuwarden, 27 juli 2006, KG ZA 06-192, Lucy Locket Ltd tegen Locket vs Intertoys en Boland/Party Partners. (Met dank aan Evert van Gelderen en Michael Gerrits, De Gier & Stam Advocaten).

Tweede Leeuwarder Jurkjeszaak. In de Eerste Leeuwarder Jurkjeszaak (vonnis hier) kwam de rechtbank nog met prachtige formulering: "De beide jurken lijken opvallend sterk op elkaar, met name ook in de totaalindrukken." Maar hoewel er, terecht, redelijk wat geknipt en geplakt is, kom die uitspraak helaas niet meer terug in dit vonnis. Inbreuk, afgifte en gedeeltelijke (richtlijnconforme) proceskostenveroordeling.

In deze zaak gaat het weer om twee jurkjes. Lucky Locket brengt in Nederland een kinderjurk van het model Wild Witch (boven) op de markt. Boland  brengt, via Intertoys, een gelijkende jurk op diezelfde Nederlandse markt onder de naam Heksenjurk (onder). Intertoys  maakt met de verkoop van de jurk volgens eiseres Lucky Locker inbreuk op het aan haar ie-rechten.

Het reciprociteistverweer van intertoys (de jurkjes zijn in Engeland op de markt gebracht) gaat, waarschijnlijk niet geheel onverwacht, niet op.

Model, materiaal en kleurstelling zijn volgens Intertoys vormgevingselementen die  bepaald zijn door een een wijd verbreide stijl en dus niet beschermd. Maar naar oordeel van de voorzieningenrechter is voldoende aannemelijk geworden dat de Wild Witch jurk binnen de genoemde grenzen een zodanig gebruik heeft gemaakt van de kleurcombinaties, materialen en vormgevingselementen die de Wild Witch  jurk een eigen karakteristiek uiterlijk geven, waardoor deze zich onderscheidt van andere meisjesjurken. Aan de Wild Wich  jurk komt derhalve voorshands auteursrechtelijke bescherming toe.

De vergelijking tiussen de jurken brengt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat er sprake is van inbreuk. De Heksenjurk van gedaagde stemt in het geheel genomen sterk overeen met de Wild Witch jurk: “Het opvallendste verschil is nog, dat de Heksenjurk kennelijk goedkoper is (na)gemaakt dan de Wild Witch jurk”.

Geen grensoverschrijdend verbod voor België. Voor afgifte jurkjes door (afnemers van) Intetoys is in dit kort geding wel plaats, omdat Lucky Locket zich voor de tweede keer in korte tijd geconfronteerd ziet met een inbreuk door Intertoys en belang heeft bij een spoedige beëindiging van de inbreuk.

Over de gevraagde volledige richtlijnconforme proceskostenvergoeding stelt de voorzieningenrechter dat toetsing aan  de maatstaven van redelijkheid en billijkheid er toe leiden dat Intertoys niet gehouden is de volledige proceskosten te vergoeden. “Van een naar verhouding grootschalige inbreuk is, mede gelet op de omstandigheid dat Lucky Locket wereldwijd opereert, niet gebleken en de voorzieningenrechter acht het niet aannemelijk geworden dat er sprake is van piraterij. De jurken waren bovendien al besteld voor de eerdere veroordelingen en na sommatie meteen uit de winkels verwijderd.

Lees het vonnis hier.

IEF 2411

Doe-het-zelf arrest

Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2006, LJN: AY4979. Fan Media B.V. tegen SBS Broadcasting B.V.

Hoger beroep van dit vonnis waar de rechtbank bepaalde dat RTL de programmanaam Klussen & Wonen terug moest geven aan SBS6.

Tenfold produceerde het programma Klussen & Wonen voor SBS. Voor het programma werd per seizoen een productieovereenkomst werd gesloten. Rond maart / april 2003 heeft FAN, handelende onder de naam Tenfold, bij een door beide partijen ondertekende ongedateerde akte al haar ie-rechten m.b.t. onder meer het programma Klussen & Wonen overgedragen aan SBS. Op 20 juli 2004 werd het faillissement van Tenfold uigesproken.

Het Hof oordeelt dat de titel niet auteursrechtelijk is beschermd en niet als merk is gedeponeerd. Volgens de productieovereenkomst komen de rechten op de titel aan partijen gezamenlijk toe. Enkel met betrekking tot de formatrechten (en niet de titel!) bevatte de productieovereenkomst de volgende bepaling: "Indien partijen geen overeenstemming kunnen bereiken omtrent een vervolgserie van het Programma, is de Producent, in overleg met SBS, gerechtigd om het Programma aan te bieden aan andere Nederlandse televisiezenders."

Fan Media betoogde dat het haar aldus vrijstond om met een ander - lees: RTL - in zee te gaan. Het Hof oordeelt dat "onder de gegeven omstandigheden het bedoelde gebruik van de titel door FAN in strijd komt met de zorgvuldigheid die haar in het maatschappelijk verkeer jegens SBS betaamt, zodat dit gebruik voorshands als onrechtmatig moet worden aangemerkt".

"Die omstandigheden bestaan met name hierin, dat het programma al vijf jaar onder de titel "Klussen & Wonen" door SBS is uitgezonden, dat SBS tot en met het seizoen 2002/2003 met (de rechtsvoorganger van) FAN was overeengekomen dat zij voor 50 procent gerechtigd was op de titel en dat SBS, op wier zender het programma sinds het seizoen 2000/2001 te zien is geweest, daarmee een bepaalde goodwill bij het kijkerspubliek heeft opgebouwd. Onder deze omstandigheden staat het FAN niet vrij om, zonder daarover met SBS overeenstemming te bereiken, diezelfde titel te gebruiken voor een voortaan door RTL uit te zenden identiek of vergelijkbaar programma over doe-het-zelven, waaraan niet afdoet dat FAN als zelfstandige producent het voorheen door SBS uitgezonden programma zelf heeft ontwikkeld en de titel heeft bedacht" (rov 4.11)

De vraag aan wie de intellectuele eigendomsrechten toekomen en of Tenfold paulianeus heeft gehandeld vereist volgens de rechter nader feitelijk onderzoek en leent zich aldus niet voor dit kort geding.

Lees het arrest hier.

IEF 2410

GeZetteld

Afgelopen donderdag hebben KaZaa, Universal Music, Sony BMG, EMI en Warner Music een wereldwijd geldende schikking getroffen waarmee de rechtzaken in Australie en de Verenigde Staten tot een einde komen. Volgens nu.nl gaat het om een bedrag van 100 miljoen dollar.
 
"Under the terms of the settlement, Kazaa has agreed to pay a substantial sum in compensation to the record companies that took the legal action to stop copyright infringement on the Kazaa network. Kazaa will also introduce filtering technologies ensuring that its users can no longer distribute copyright-infringing files."

Lees hier en hier meer

IEF 2406

De Boelelaan 1105

- K.J. Koelman, The Public Domain Commodified: Technological Measures and Productive Information Usage (L.M.C.R Guibault, P.B. Hugenholtz, eds,  The Future Of The Public Domain., pp. 105-119, Kluwer, pages 105-119, 2006) 

- K.J. Koelman, Noot bij Rb. Haarlem 22 maart 2006 (Mom/VNU), AMI, pages 136-139, 2006.

- K.J. Koelman, The Public Domain Commodified: Technological Measures and Productive Information Usage (L.M.C.R Guibault, P.B. Hugenholtz, eds,  The Future Of The Public Domain., pp. 105-119, Kluwer, pages 105-119, 2006) 

According to some, information is increasingly being treated as a “commodity.” That is to say, instead of a valuable input to the development of (democratic) society and an important factor for the growth of the individual, it is viewed as a mass-produced good of trade that is “consumed” rather than learned or enjoyed.

This paper addresses the questions whether technological measures and their protection contribute to the process of the so-called “commodification” of information and how they may affect the size of the “public domain.”  The article concludes that there may be credible arguments for the legislature to intervene and to ensure that productive usage of non-copyrightable material cannot be hindered by applying a combination of technological measures and contracts.

- K.J. Koelman, noot bij Rb. Haarlem 22 maart 2006 (Mom/VNU), AMI, pages 136-139, 2006. 

Indien publicatie op internet wordt beschouwd naar analogie met de papieren wereld, is dit een alleszins acceptabel resultaat. Het staat immers buiten kijf dat publicatie in een ander blaadje van dezelfde uitgever een aparte openbaarmaking is. Op internet kunnen de zaken echter gecompliceerder liggen. De reden hiervoor is dat de hyperlink zich moeilijk laat wringen in het adagium ‘wat offline geldt, moet ook online gelden’.

Ofschoon de Hoge Raad zich daarover nog niet heeft uitgesproken en niet alle uitspraken eenduidig één kant opwijzen, lijkt de tendens te zijn dat het aanbrengen van hyperlinks naar werken die zich elders op een server bevinden op zichzelf niet als ‘openbaar maken’ dient te worden gekwalificeerd.

De laatste tijd leggen rechters, als ze een schadevergoeding toekennen wegens auteursrechtinbreuk, regelmatig een soort punitive damages op, zoals we die uit de Verenigde Staten kennen. (…) Naar Nederlands recht kan de opzet weliswaar een rol spelen bij de vraag of een schadevergoedingsvordering überhaupt kan worden gehonoreerd, d.w.z. bij de vraag of de daad de gedaagde kan worden toegerekend. Maar, al is opzettelijk gehandeld, in civielrechtelijke zaken bestaat voor strafboetes geen wettelijke basis.

Lees beide artikelen hier.