Auteursrecht  

IEF 1666

Watermerk

In de strijd tegen het illegaal filmen van films in bioscopen komt Philips met een nieuw wapen. Door films digitaal te watermerken wordt aan het beeld een datum en plaats toegevoegd, die noch op het scherm, noch op de videocamera te zien zijn. Met speciale software kan achteraf worden bepaald in welke bioscoop en wanneer de film is opgenomen. Op grond hiervan kan de desbetreffende bioscoop worden gewaarschuwd (of aangepakt). Lees hier iets meer.

IEF 1663

Gemengde gevoelens

Wetsvoorstel implentatie volgrecht (29912). Is al aangenomen (zie hier), maar hierbij nog even de vandaag gepubliceerde prettig leesbare Handelingen 1e kamer , nr. 17, pag. 786-792.      

Minister Donner: "Voorzitter. Er is ooit gezegd: “If lawyers have a distinctive expertise of their own, thus consist in the art of handling cases.” Deze uitspraak deed Kronman in de The lost lawyer en zij wordt gerepeteerd in Asser-Vranken. Het gaat hierbij dus om de kunst om met de casus om te gaan. Er zijn genoeg casussen over kunst geweest die bij de bespreking van dit wetsontwerp een plaats hebben gevonden. Wij hebben ze ongeveer allemaal aan de orde gehad: de objecten van design, de haute couture mode, litho’s, afgietsels van beeldhouwwerken van Rodin en siersmeedkunst.

Kortom, wij hebben gezamenlijk een goed handboek voor de praktijk opgesteld aan de hand waarvan in de toekomst alle zaken kunnen worden besproken. Tegelijkertijd waarschuw ik: de wet geeft niet voor iedere casus een pasklaar antwoord. Dat zou de wet te gecompliceerd maken en daarmee zouden wij de advocaten het brood uit de mond stoten.

Duidelijk bleek uit de reacties in deze Kamer dat de leden bij het voor ons liggende wetsvoorstel gemengde gevoelens hadden. Inderdaad, wij zouden dit wetsontwerp niet bespreken als de keus aan ons was. De bespreking ervan vloeit namelijk voort uit de wens om in Europa tot één regeling te komen. Ik weet niet of je in dezen een scherp onderscheid kunt maken tussen rationaliteit en emotie. De impliciete vooronderstelling dat de huidige wetgeving berust op rationaliteit zou ik niet geheel kunnen delen. Er zijn veel voorbeelden die het tegendeel aantonen. Ik weet ook niet of alle wetgeving die op emotionele argumenten steunt, per definitie symboolwetgeving is. Lees de volledige Handelingen hier.

IEF 1657

De geest van de waarschuwing (3 & 4)

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 16 februari 2005. Eén kort geding, twee arresten: (1) Goliath B.V. tegen Canenco B.V en (2) Jakks Pacific Inc. tegen Canenco B.V. Het Haagse Hof nuanceert de feiten en vernietigt dit vonnis van de Haagse voorzieningenrechter.
 
De voorzieningenrechter stelde eerder vast dat Goliath en Jakks jegens de afnemers gesteld zouden hebben dat er sprake zou zijn van inbreuk, maar dat er bij marginale toetsing geen sprake is van inbreuk op auteursrecht of (ongeregistreerd) modellenrecht, en dat Goliath en Jakks daarom onrechtmatig gehandeld hebben.

Het hof acht echter aannemelijk dat distributeur Goliath aan Intertoys, Bart Smit en Toys ‘r Us slechts heeft meegedeeld dat Jakks, de producent van Fly Wheel, aan concurrent Canenco heeft laten weten dat zij bezwaar heeft tegen de verkoop van de Rip Racer omdat daarmee intellectuele eigendomsrechten van Jakks geschonden zouden worden. Deze mededeling kan niet als in strijd met de waarheid worden aangemerkt en er is dus geen sprake van onrechtmatig handelen. Of er wel of geen sprake is van inbreuk kan volgens het hof in het midden blijven.

Ook Jakks kan niet worden tegengeworpen dat zij de mededeling aan haar distributeur heeft gedaan. Afgezien van de uiteindelijke rechtsgeldigheid van de aanspraken, is het voor het hof aannemelijk dat de mededeling serieus was bedoeld.

Tussen Jakks en Goliath is over deze zaak overleg geweest en  Goliath beschikte over een (concept-)brief van de Franse advocaat van Jakks. Tussen Jakks en Goliath bestaat daarnaast een contractuele relatie en zij hebben een gezamenlijk en gerechtvaardigd belang bij handhaving van eventuele intellectuele eigendomsrechten op de Fly Wheel. Aan het kan niet worden tegengeworpen dat zij 'samen optrekken'. Niet aannemelijk is geworden dat Jakks en Goliath welbewust hebben samengespannen tegen Canenco met het oogmerk Canenco te schaden en dat de mededeling aan Canenco als een loos dreigement moet worden aangemerkt."

Op hun beurt vorderen Goliath en Jakks Canenco te gelasten een rectificatiebrief te sturen. Zij moesten immers na betekening van het vonnis van de voorzieningenrechter gedwongen rectificatiebrieven sturen met een onjuiste inhoud. Het hof overweegt dat het versturen van een rectificatie - een zuiver feitelijk doen - zich naar haar aard niet leent voor ongedaanmaking. Een eventuele waardevergoeding (art. 6:210 lid 2) dient in een afzonderlijke procedure aanhangig gemaakt te worden. 

Maar eigenlijk hebben Goliath en Jakks onvoldoende belang bij de vordering tot ongedaanmaking. Het staat hen immers vrij na vernietiging van het vonnis zelf een brief sturen aan haar afnemers. Een rectificatie van de wederpartij zou daar weinig aan toevoegen in de ogen van het hof.

Lees arrest 1 hier, arrest 2 hier.

IEF 1648

Diensten

Het zou mooi zijn als iemand een artikel of beschouwing zou willen wijden aan de veelbesproken Dienstenrichtlijn / Bolkensteinrichtlijn en de consequenties voor de Intellectuele Eigendom (abstracts mogen vanzelfsprekend worden gemaild). Tot die tijd alleen even heel kort wat relevante bepalingen uit het voorstel van de Commissie:

Artikel 16: Oorsprongslandbeginsel

1. De lidstaten zien erop toe dat de dienstverrichters alleen moeten voldoen aan de nationale bepalingen van hun lidstaat van oorsprong die binnen het gecoördineerde gebied vallen.

Artikel 17. Algemene afwijkingen van het oorsprongslandbeginsel.

Artikel 16 is niet van toepassing op:
(...)13) de auteursrechten, naburige rechten en rechten bedoeld in Richtlijn 87/54/EEG van de Raad [78] en Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad [79], alsmede de industriële eigendomsrechten;

Preambule: “j) Waarom is het oorsprongslandbeginsel niet van toepassing op bepaalde aspecten of activiteiten (artikel 17)?
(…) De mate waarin de nationale regelingen uiteenlopen. Wat sommige activiteiten en aspecten betreft, zijn de verschillen tussen de nationale benaderingen nog te groot of is de communautaire integratie nog te gering voor toepassing van het oorsprongslandbeginsel. Voor zover mogelijk, legt de richtlijn een harmonisatie of een grotere administratieve samenwerking op om het voor de toepassing van het oorsprongslandbeginsel noodzakelijke wederzijds vertrouwen tot stand te brengen. Op sommige punten echter zijn een dergelijke harmonisatie of samenwerking momenteel nog onmogelijk, zodat een afwijking moet worden opgenomen. Het gaat daarbij om afwijkingen inzake bepaalde activiteiten (…) zoals de intellectuele eigendom.

Voorstel voor een richtlijn van het Europese Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt [SEC(2004) 21] /* COM/2004/0002 def. - COD 2004/0001 */  Documentatie en achtergrond hier.

IEF 1647

Uit de lucht (2)

Rechtbank Almelo, 22 december 2005 (vandaag op rechtspraak.nl), LJN: AV1919. Air Time Paragliding tegen Paragliding Inferno.

De prequel van dit eerder gepubliceerde en wel geanonimiseerde vonnis over auteursrecht op een website en een folder. Lees hier een eerder 'persbericht' van Air Time.

Air Time stelt dat grote delen van haar website en folder overgenomen zijn door Inferno.

Ten aanzien van de folder staat vast "(...) dat op tien pagina’s van de 16 pagina’s tellende folder van Inferno gelijke teksten dan wel overeenstemmende teksten als in de folder van Air Time zijn te vinden. Dat hele alinea’s letterlijk hetzelfde zijn kan uiteraard geen toeval zijn." Air Time wordt als maker van de folder aangemerkt en kan zich dus terecht beroepen op haar auteursrecht. De vordering ten aanzien van de folder wordt toegewezen.

Ten aanzien van de website stellen beide partijen maker te zijn van de lay-out van de site. Voldoende aannemelijk is volgens de rechtbank dat Air Time de maker van de lay-out van de site is, op basis van de producties van Air Time. De vraag is vervolgens of de Auteurswet van toepassing is op de lay-out van de website. Ja, zegt de rechtbank Almelo. " Uit de literatuur en jurisprudentie blijkt dat ook een origineel ontworpen lay-out (grafische vormgeving) van een website met een eigen karakter voldoet aan de vereisten om als ‘werk’ als bedoeld in de Auteurswet beschouwd te worden . ."

Nu de site van Inferno vele overeenstemmende elementen bevat, is er sprake van onrechtmatig handelen. Lees het vonnis hier.

IEF 1646

Nu wel of juist niet

Persbericht BVE raad: Nieuwe webportal over auteursrecht voor het MBO. Op initiatief van de Bve Raad, Stichting PRO en Stichting Reprorecht is een nieuwe portal gelanceerd: www.auteursrechtenonderwijs.nl. Deze portal laat docenten en andere medewerkers uit het mbo zien welk auteursrechtelijk gebruik nu wel of juist niet geregeld is. Lees hier meer.

IEF 1645

Verzoek tot vervolgrecht (2)

Hoor en wederhoor. Een korte opmerking van Tim Erpenbeek de Wolff, directeur Beeldrecht, naar aanleiding van het het bericht “verzoek tot vervolgrecht” (zie eerder vandaag). 

De Eerste Kamer heeft vorige week definitief de invoering van het volgrecht voor kunstenaars goedgekeurd. In NRC Handelsblad van 9 en 10 februari jongstleden wordt daar uitgebreid aandacht  aan besteed. Het is jammer dat de lezer daarbij onjuist geïnformeerd wordt.

Het volgrecht kent voor- en tegenstanders. Feit is dat ook Nederland er, krachtens Europese wetgeving, “aan” moet.
Het droit de suite (en niet “suivre’)  geldt in Nederland in tegenstelling tot wat meermalen gemeld wordt, (nog) niet voor erfgenamen van kunstenaars. Slechts levende kunstenaars van wie werk wordt doorverkocht boven de 3000 euro, hebben recht op een vergoeding. In Frankrijk is dat drempelbedrag, zoals in alle ons omringende landen, veel lager waardoor de rechtvaardiging van dat volgrecht zoveel acceptabeler wordt: ook kunstenaars die nog niet arrivé zijn, krijgen een vergoeding bij doorverkoop van hun werk. Ook bekende Nederlandse kunstenaars (waaronder Karel Appel) ontvangen sinds jaar en dag volgrechtvergoedingen uit bijvoorbeeld Frankrijk en Denemarken`.

In Engeland is het volgrecht enkele dagen geleden van kracht geworden. Het drempelbedrag aldaar is 1000 euro.
In Nederland zal de administratieve rompslomp voor de kunsthandel en veilingwezen vooralsnog meevallen dankzij de hoge drempel en het feit dat er vooral van reeds overleden kunstenaars een groot aantal werken wordt verkocht. Beeldrecht pleitte tevergeefs lange tijd voor collectieve afspraken tussen kunstenaars en marktpartijen en zal ook nu, bij het ontbreken daarvan,  het voor alle partijen zo efficiënt mogelijk willen inrichten.

(De implementatiewetgeving is overigens vandaag gepubliceerd in Staatsblad 2006,60, ziewww.volgrecht.nl)

IEF 1644

Schrikkelbericht

Onder de titel "Oranjefeest cafés mogelijk verstoord" bericht zibb.nl dat "Horecaondernemers die een graantje willen meepikken van de oranjekoorts rond het WK Voetbal komende zomer, rekening moetenhouden met een factuur van Videma. De auteursrechtenorganisatie start een grootscheepse campagne om ‘vertoning van tv-beelden in cafés legaal te maken’." Lees hier meer. Persbericht Videma hier.

IEF 1643

Verzoek om vervolgrecht

De NRC is tegen het volgrecht. In het hoofdartikel van 10 februari jl. schrijft de krant o.a: "De hele Europese Unie is gedegradeerd als vestigingsplaats voor kunsthandelaren en daarmee ook voor kunstenaars. Om die reden hebben vooraanstaande kunstenaars als Karel Appel, Georg Baselitz en Arnulf Rainer partij voor de galerieën gekozen en tegen het volgrecht geprotesteerd. Amerika en Zwitserland worden aantrekkelijker vestigingsplaatsen omdat daar het volgrecht niet bestaat. Het aandeel van Europa op de internationale kunstmarkt is al snel aan het dalen, ten gunste van Amerika en New York, waar de grote transacties heen verhuizen.

De Britse regering, die heeft laten berekenen dat de invoering van het volgrecht daar wel 1 miljard euro per jaar kost aan omzetderving van de kunsthandel, heeft in Brussel uitstel van de maatregel tot 2012 bedongen.

De Eerste Kamer heeft aan minister Donner gevraagd de maatregel in 2008 te evalueren. Dat zal dan toch eerst in Brussel moeten gebeuren, waar de Nederlandse regering een coalitie zou moeten vormen om de volgrecht-richtlijn weer in te trekken. Europa moet de creatieve bedrijvigheid maximale ruimte geven." Lees het gehele artikel hier.

IEF 1642

Toelaatbare reproductie

‘Lucratief archiveren’, column van Caspar Wenckebach in het FD van gisteren over het cachen van websites door zoekmachines. Columns scheren meestal helaas slechts over de oppervlakte, en ook Wenckebach ziet geen gelegenheid om de juridische diepte in te gaan. Jammer, maar wellicht komt dat nog.

“Maar het is altijd een beetje blijven rommelen rond de juridische toelaatbaarheid van Google Cache. Vorige maand deed een Amerikaanse rechter uitspraak in een door een advocaat aangespannen zaak tegen Google. De advocaat was het oneens met het door Google zonder toestemming archiveren van op zijn website gepubliceerde artikelen. De rechter was echter van mening dat Google zich niet aan auteursrechtinbreuk schuldig had gemaakt. Volgens de rechter was daarbij van belang dat het alleen maar ging om het maken van een tijdelijke technische kopie. Bovendien werd de advocaat verweten dat hij eenvoudig aan Google had kunnen aangeven dat zijn webpagina's niet door Google gearchiveerd mogen worden. Uit het vonnis klinkt door dat de rechter het eigenlijk maar een onzinclaim vindt, maar ik denk dat het laatste woord er nog niet over gesproken is. Er is hier natuurlijk niet alleen maar sprake van het maken van een tijdelijke technische kopie, maar van een geheel zelfstandige commerciële dienst, waarmee Google geld verdient. “

In het Rapport van de Studiecommissie Informatiemaatschappij van de Vereniging voor Auteursrecht, 10 oktober 2002 wordt nog getwijfeld aan de toelaatbaarheid van zoekmachine-caching onder het Europese / Nederlands auteursrecht, maar verder is er, zo te zien, nog maar weinig over gepubliceerd.

“Zo geeft de MvT (pagina 38) bijvoorbeeld wel aan dat de voorgestelde bepaling beoogt “(bepaalde vormen van) ‘cachen’” mogelijk te maken, maar wordt verder niet aangegeven voor welke vormen dit wel en niet zou gelden. Hierdoor is bijvoorbeeld niet duidelijk wat naar toekomstig auteursrecht zou gelden voor de zogenaamde Google-cache (regelmatig op-gevraagde pagina’s die de zoekmachine Google voor haar klanten in cache houdt). Google zou kunnen betogen dat deze vorm van cachen economisch essentieel is, in ieder geval voor Google zelf, maar anderzijds is ook verdedigbaar  dat de Google-cache zelfstandige economische betekenis heeft, aangezien lang niet iedere zoekmachine een dergelijke service voor versneld opvragen van webpagina’s aanbiedt. In dat geval wordt niet voldaan aan de eisen van een toelaatbare reproductie.

Door te volstaan met het in vrijwel gelijke bewoordingen overnemen van artikel 5 lid 1 Richt-lijn. en ook in de MvT nogal op de vlakte te blijven, zal de reikwijdte van de beperking in belangrijke mate een kwestie van rechtersrecht worden. De Studiecommissie vindt het op zichzelf ongelukkig dat de wetgever de gelegenheid voorbij laat gaan om op onderdelen meer verduidelijking te bieden c.q. grenzen aan te geven. Anderzijds biedt de voorgestelde bepaling de nodige flexibiliteit bij het beantwoorden van vragen waartoe de Richtlijn en de aangepaste Auteurswet in de praktijk aanleiding zullen geven.”

Nadere beschouwingen en doorwrochte meningen over het onderwerp zijn altijd welkom. Schroom niet en mail.

Lees column Caspar Wenckebach hier, rapport studiecommisie hier.