Octrooirecht  

IEF 18519

AG concludeert tot verwerping cassatie nu inventiviteit wel is aan te nemen

Hoge Raad 10 mei 2019, IEF 18519; ECLI:NLPHR:2019:608 (Sandoz tegen AstraZeneca), https://ie-forum.nl/artikelen/ag-concludeert-tot-verwerping-cassatie-nu-inventiviteit-wel-is-aan-te-nemen

Conclusie AG HR 10 mei 2019, IEF 18519, LS&R 1713; ECLI:NLPHR:2019:608 (Sandoz tegen AstraZenenca) Octrooirecht. Tweede medische indicatie. In dit kort geding staat de vraag centraal of voorliggend octrooi van AstraZeneca geldig is. Zowel voor de rechtbank als voor het hof (zie IEF 18122 en LS&R 16674) bleef het octrooi in stand. In cassatie speelt enkel nog de inventiviteitsvraag. De conclusie van de AG strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

IEF 18493

Uitspraak ingezonden door Yves Janssen, Huver Advocaten

Mobiele inklapbare sanitaire inrichting is niet inventief

Hof Den Haag 28 apr 2019, IEF 18493; ECLI:NL:GHDHA:2019:1182 (MSS tegen TWT), https://ie-forum.nl/artikelen/mobiele-inklapbare-sanitaire-inrichting-is-niet-inventief

Hof Den Haag 28 mei 2019, IEF 18493; ECLI:NL:GHDHA:2019:1182 (MSS tegen TWT) Octrooi. Kort geding. De MSS-groep houdt zich bezig met het leveren van mobiele sanitaire oplossingen voor (grote) evenementen. MSS is houdster van het Europese octrooi EP 2 780 515 met als titel “Mobile sanitary unit for accommodating at least three sanitary facilities”. De vorderingen van MSS in eerste aanleg strekten samengevat tot een verbod aan TWT om inbreuk te maken op de conclusies 1 t/m 3 en 5 t/m 15 van EP 515 (in alle landen waarin dit octrooi van kracht is), een recall, rectificaties, en overlegging van diverse gegevens betreffende ontwerp, productie en exploitatie van de volgens MSS inbreukmakende inrichting van TWT. De voorzieningenrechter wees de vorderingen af [IEF 16998]. Het verweer van TWT houdt onder meer in dat het octrooi nietig is wegens gebrek aan inventiviteit. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis. Er bestaat een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het octrooi in (een) bodemprocedure(s) nietig zal worden geoordeeld. De gevraagde voorzieningen, die alle strekken tot handhaving van het octrooi, zijn om die reden niet toewijsbaar. Voor nadere bewijslevering is in het kader van dit kort geding geen plaats.

IEF 18480

Diner-lezing door Nederlandse groep van Union-ip op vrijdag 21 juni

Op vrijdag 21 juni organiseert de Nederlandse groep van Union-ip de diner-lezing 'The Beauty & the Beast'. Een voordracht over functionaliteit; het snijvlak tussen design en techniek. Met als gastsprekers:
- Martin Senftleben, professor aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en advocaat bij Bird & Bird
- Walter Hart, Associate Partner, Nederlands & Europees Octrooigemachtigde bij EP&C

IEF 18476

Conclusie AG: klachten octrooi met ondergrens voor boor in staalplaat ongegrond

Hoge Raad 19 apr 2019, IEF 18476; ECLI:NL:PHR:2019:510 (Tata Steel IJmuiden tegen ArcelorMittal France), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-klachten-octrooi-met-ondergrens-voor-boor-in-staalplaat-ongegrond

Conclusie AG HR 19 april 2019, IEF 18476, IEFbe 2886; ECLI:NL:PHR:2019:510 (Tata Steel IJmuiden tegen ArcelorMittal France) Octrooirecht. Deze octrooizaak gaat over de beschermingsomvang van EP 0 971 044 B1 (hierna: EP 044 of het octrooi), waarvan ArcelorMittal houdster is, voor een bepaald soort staalplaat met hoge treksterkte, zie ook [IEF 16130]. Het octrooi vermeldt in de conclusies als ondergrens voor het element boor in de staalsamenstelling >0,0005 gewichtsprocenten (hierna: wt%). Tata Steel zoekt in deze zaak zekerheid alvorens de markt te betreden voor staal met een bepaald gewichtspercentage boor (clearing the way in jargon) en vordert daartoe brede verklaringen voor recht, onder meer inhoudend dat met staalplaten met minder dan 0,00045 wt% boor die verder wel aan de kenmerken van de conclusies van EP 044 beantwoorden, niet onder de beschermingsomvang van EP 044 wordt gekomen.  AG acht alle klachten van Tata Steel - juiste maatstaf voor de beschermingsomvang is miskend, uitvindingsgedachte is niet als gezichtspunt maar als uitgangspunt gehanteerd en weginterpreteren van het conclusiekenmerk van de boor-ondergrens - ongegrond.

IEF 18455

Beslissing tot afstand van recht op royalty’s moet in redelijkheid worden genomen

Rechtbanken 20 mrt 2019, IEF 18455; ECLI:NL:RBROT:2019:3142 (Hoogleraar tegen Erasmus MC), https://ie-forum.nl/artikelen/beslissing-tot-afstand-van-recht-op-royalty-s-moet-in-redelijkheid-worden-genomen

Rechtbank Rotterdam 20 maart 2019, IEF 18455, LS&R 1708; ECLI:NL:RBROT:2019:3142 (Hoogleraar tegen Erasmus MC) Beginsel van formele rechtskracht. Octrooirecht. Geschil tussen hoogleraar en werkgever/ziekenhuis. Eiser, hoogleraar, meent dat Erasmus MC zo lichtzinnig met zijn belangen is omgegaan dat dit jegens hem een onrechtmatige daad oplevert. Hij verwijt Erasmus MC onder andere dat zij, zonder zijn toestemming, in de schikking met bedrijf Biotempt afstand heeft gedaan van haar rechten.
Erasmus MC voert aan dat het een non-profit onderzoeksinstituut is dat in de eerste plaats tot doel heeft om kennis beschikbaar te maken aan de maatschappij. Het verstrekken van licenties aan de industrie is een middel, geen doel. Daarbij is uitgangspunt dat als een dossier niet binnen afzienbare tijd tot inkomsten leidt, het dan niet verantwoord is om hier verder in te investeren. Ook tegenover de uitvinder is Erasmus MC niet verplicht om het octrooi tot het einde der dagen aan te houden. Beoordeeld dient te worden of Erasmus MC in de gegeven omstandigheden in redelijkheid de beslissing heeft kunnen nemen om afstand van haar recht op royalty’s te doen. De zaak wordt verwezen naar de rol.

IEF 18444

Uitspraak mede ingezonden door Wim Maas, Taylor Wessing.

Frand-verweer Asus faalt omdat zij niet bereid was te goeder trouw te onderhandelen

Gerechtshoven 7 mei 2019, IEF 18444; ECLI:NL:GHDHA:2019:1065 (Philips tegen Asus), https://ie-forum.nl/artikelen/frand-verweer-asus-faalt-omdat-zij-niet-bereid-was-te-goeder-trouw-te-onderhandelen

Hof Den Haag 7 mei 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:1065, IEF 18444; (Philips tegen Asus) Octrooirecht. Hoger beroep ingesteld door Philips naar aanleiding van de uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2017 (zie IEF 16669). Zaak draait om octrooirecht op het gebied van draadloze communicatie. Philips houdt octrooien op dit gebied waarop zij meent dat Asus inbreuk maakt, en vordert derhalve onder anderen een inbreukverbod. Asus heeft hiertegen verweer gevoerd, waaronder (en meest relevant) een Frand-verweer. De rechtbank heeft de vorderingen van Philips afgewezen en in reconventie het Nederlandse deel van het octrooi vernietigd wegens gebrek aan nieuwheid. Echter nu niet alle elementen van conclusie 1 van het octrooi ‘direct en ondubbelzinnig’ uit de stand van de techniek blijken moet worden geoordeeld dat er wel sprake is van nieuwheid. Ook lag gezien de stand van de techniek de uitvinding voor de gemiddelde vakman niet voor de hand, en dus moet deze inventief worden geacht. Asus voert een Frand-verweer aan. Dit verweer wordt verworpen wegens gebrek aan bereidheid om te goeder trouw over een licentie te onderhandelen. Het gedrag van Asus wordt gekwalificeerd als hold-out hetgeen in de weg staat aan een Frand-verweer, of dat nu op het mededingingsrecht, de pre-contractuele goede trouw/misbruik van recht of de Frand-verklaring wordt gebaseerd. Het hof oordeelt dat er sprake is van inbreuk en verbiedt Asus deze voort te zetten. Asus wordt veroordeeld in de proceskosten.

IEF 18446

Uitspraak ingezonden door Judith Krens, Charlotte Garnitsch en Marthe Riewald, Taylor Wessing.

Nederlandse rechter bevoegd bij zaken aangaande aangevraagde bescherming op Nederlands grondgebied

Rechtbanken 8 mei 2019, IEF 18446; (Pfizer tegen Roche c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/nederlandse-rechter-bevoegd-bij-zaken-aangaande-aangevraagde-bescherming-op-nederlands-grondgebied

Rechtbank Den Haag 8 mei 2019, IEF 18446; ECLI:NL:RBDHA:2019:4515 (Pfizer tegen Roche) Procesrecht. Octrooirecht. Bevoegdheid Nederlandse rechter bij octrooi-aanvragen. Pfizer en Roche houden zich beiden bezig met productie van geneesmiddelen. Wanneer het basisoctrooi van het hier betreffende geneesmiddel afloopt heeft Roche nog een aantal octrooi-aanvragen en toekomstige octrooi-aanvragen boven de markt hangen voor behandelingen die worden beschreven in het SmPC van het betreffende geneesmiddel. Pfizer wenst de markt te betreden met haar biosimilar van dat geneesmiddel, maar kan niet een klassieke clearing-the-way actie (nietigheidsactie) starten omdat de betreffende octrooi-aanvragen nog niet zijn verleend en/of er nog geen octrooi-aanvragen zijn ingediend. Zij tracht nu zogenoemde Arrow-verklaringen te verkrijgen. Roche betwist de bevoegdheid van de Nederlandse rechter. EVEX van toepassing. Rechter neemt bevoegdheid aan. Er zijn voldoende aanknopingspunten om Nederland als locus delicti aan te wijzen, nu Roche hier octrooirechtelijke bescherming wenst. Dat nog geen afsplitsingen vaststaan staat niet aan bevoegdheid in de weg. Roche zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Of dit een veroordeling moet zijn op grond van 1019h Rv staat ter discussie, nu niet duidelijk is of dit incident aangemerkt kan worden als een procedure ter handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Deze beslissing wordt aangehouden tot de beslissing in de hoofdzaak.

IEF 18415

Wiko maakt inbreuk op toch geldig telecom octrooi Philips

Gerechtshoven 16 apr 2019, IEF 18415; ECLI:NL:GHDHA:2019:1066 (Philips tegen Wiko), https://ie-forum.nl/artikelen/wiko-maakt-inbreuk-op-toch-geldig-telecom-octrooi-philips

Hof Den Haag 16 april 2019, IEF 18415; ECLI:NL:GHDHA:2019:1066 (Philips tegen Wiko) Octrooirecht. Nieuwheid. Inbreuk. In eerste aanleg (zie IEF 17198) heeft de rechtbank Den Haag geoordeeld dat het octrooi dat Philips aan haar vorderingen ten grondslag legt nietig is omdat het de vereiste inventiviteit ontbeert. Tegen dit vonnis is Philips in hoger beroep gekomen. In dit hoger beroep brengt Philips verschillende hulpverzoeken in. Deze hulpverzoeken zijn niet zoals door Wiko wel betoogd onduidelijk, omdat het hulpverzoek voor de gemiddelde vakman duidelijk zal zijn, en overige bezwaren onvoldoende zijn onderbouwd. In het licht van deze hulpverzoeken, en omdat overige vermeend nieuwheidsschadelijke documenten niet voldoende direct en ondubbelzinnig bleken dient het octrooi als nieuw te worden aangemerkt. Wiko heeft onvoldoende gesteld, laat staan onderbouwd om te kunnen concluderen dat het octrooi niet inventief is. Verder heeft Wiko niet bestreden dat zij telefoons op de markt brengt die voldoen aan de geoctrooieerde standaarden. Het hof houdt de beslissingen aan tot het eindarrest dat zal worden gewezen na de pleidooien.

IEF 18410

Hoger beroep HP afgewezen omdat aankoop printer een licentie tot gebruik impliceert

Hoge Raad 19 apr 2019, IEF 18410; ECLI:NL:HR:2019:650 (Hewlett-Packard tegen Digital Revolution), https://ie-forum.nl/artikelen/hoger-beroep-hp-afgewezen-omdat-aankoop-printer-een-licentie-tot-gebruik-impliceert

HR 19 april 2019, IEF 18410; ECLI:NL:HR:2019:650 (Hewlett-Packard tegen Digital Revolution) Octrooirecht. Cassatie. HP is van mening dat Digital Revolution inbreuk maakt op het door haar gehouden octrooi EP 617. In eerste instantie (zie IEF 15475) en in beroep (zie IEF 16892) is geoordeeld dat er geen sprake is van een inbreuk. HP vordert dat Digital Revolution wordt verboden inbreuk te maken op het octrooi, en (onder meer) schadevergoeding en/of winstafdracht. In reconventie vordert Digital Revolution nietigverklaring van het octrooi. Het oordeel dat het niet relevant is dat een eerder beschreven werkwijze afwijkt van de in het octrooi beschreven werkwijze geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, nu elke geheugeneenheid de onder bescherming gestelde werkwijze kan uitvoeren, mits de printer is voorzien van bepaalde software. Digital Revolution heeft verder aangevoerd dat zij geen cartridges aanbiedt of levert aan ‘anderen dan hen, die krachtens licentie tot toepassing van de geoctrooieerde uitvinding bevoegd zijn’. Zij stelt daartoe dat de aanschaf van een HP printer impliceert dat een licentie wordt verkregen om die printer te gebruiken. Dat verweer slaagt. Het beroep in cassatie faalt, HP wordt veroordeeld in de proceskosten.

IEF 18408

Uitspraak ingezonden door Roeland Grijpink, HOYNG ROKH MONEGIER

Alle vorderingen met betrekking tot miniwallet en cardprotector toegewezen

Rechtbank Den Haag 16 apr 2019, IEF 18408; ECLI:NL:RBDHA:2019:3684 (New-Bring), https://ie-forum.nl/artikelen/alle-vorderingen-met-betrekking-tot-miniwallet-en-cardprotector-toegewezen

Vzr. Rechtbank Den Haag 16 april 2019, IEF 18408; ECLI:NL:RBDHA:2019:3684 (New-Bring) Secrid tegen twee gedaagden die kaarthouders van het merk New-Bring op de markt brengen. Gedaagde 1 stelt dat niet hij maar CGIW (gedaagde 2) achter het aanbieden van de producten zit. De voorzieningenrechter verwerpt dit verweer en is van voorlopig oordeel dat minst genomen dreigende inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van Secrid c.s. en onrechtmatig handelen jegens Secrid c.s. door X aannemelijk is. Alle vorderingen (octrooien, model, auteursrechten en slaafse nabootsing, zowel met betrekking tot de miniwallet als de cardprotector) worden toegewezen.