Diffamerende effect
Rechtbank Amsterdam, 13 december 2005, LJN: AU9606. Eiser tegen de TROS / Opgelicht. Acteur wil liever niet in beeld.
Eiser vordert, kort gezegd, de Tros te veroordelen om in het programma Opgelicht het portret van eiser niet te tonen dan wel op zodanige wijze dat de onherkenbaarheid is gegarandeerd en de naam eiser in het programma niet te noemen behoudens indien dat geschiedt met de initialen S.B., alles op straffe van een dwangsom. Eiser stelt hiertoe dat hij een redelijk belang als bedoeld in artikel 21 van de Auteurswet heeft om zich tegen openbaarmaking van zijn portret te verzetten, omdat hij als acteur niet herkenbaar in beeld wenst te komen betreffende zaken die in het verleden in de publiciteit hebben gespeeld.
De Tros heeft verklaard dat zij in het programma Opgelicht van 13 december 2005 bepaalde feiten over het betalingsgedrag van eiser aan de orde wil stellen en dat zij daaruit de conclusie wil trekken dat er een patroon van oplichting in zit. Voorts wil zij mensen tegen eiser waarschuwen. Eiser ontkent niet dat hij schulden heeft gemaakt, zowel in het verleden als ook nog in dit jaar, maar ontkent wel dat er sprake is van een bepaald patroon en dat hij de opzet heeft mensen op te lichten.
De vrijheid van meningsuiting van de Tros brengt mee dat zij op basis van bepaalde feiten conclusies mag trekken, mits zij hierbij de nodige zorgvuldigheid betracht. De door haar in het onderhavige geval te trekken conclusies zijn niet van elke grondslag ontbloot. Voorstelbaar is dat de Tros een bepaald patroon in de handelingen van eiser ziet. Eiser ontkent de door de Tros gestelde feiten niet, wel de door haar daaraan verbonden conclusies. Nu de Tros ter zitting wederom de mogelijkheid aan eiser heeft gegeven om een weerwoord in het programma naar voren te brengen, kan voorshands niet gezegd worden dat zij niet de nodige zorgvuldigheid heeft betracht en het programma, zoals ter zitting door de Tros is toegelicht, onrechtmatig is jegens eiser.
Verder heeft eiser een beroep gedaan op zijn portretrecht. In beginsel mag de Tros het portret van eiser tonen, tenzij een redelijk belang van eiser zich tegen de openbaarmaking verzet. eiser heeft een dergelijk belang, gezien het diffamerende effect dat van het tonen van zijn foto in het programma Opgelicht uitgaat. Het tonen van de foto is derhalve in beginsel in strijd met artikel 21 van de Auteurswet, tenzij het belang van de Tros zwaarder weegt.
De Tros heeft aangevoerd dat zij in het programma, dat misstanden zoals oplichting aan de kaak stelt, een waarschuwing jegens eiser wil doen uitgaan. Nu, zoals hiervoor overwogen, de waarschuwing niet van elke grondslag is ontbloot, heeft de Tros belang bij het op de een of andere manier bekend maken van de identiteit van eiser. Door dat te doen met een portret en de aanduiding eiser dient de Tros dit belang op een niet onredelijke wijze. De belangenafweging valt daarom uit in het voordeel van de Tros.
Onder de gegeven omstandigheden kan niet gesproken worden van een dusdanige inbreuk op het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van eiser, dat dit een beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting van de Tros rechtvaardigt. De vorderingen worden dan ook afgewezen. Lees het vonnis hier.
Lex Bruinhof van Wieringa Advocaten reageert in een artikel op Wieringa's corporate weblog op vonnis en Visser in de Portretrecht voor Panden-zaak (eerdere berichten
Een geanominiseerd portretrecht-vonnis van de Rechtbank Den Haag van 26 oktober 2005. Leraar A poseerde voor een amateurschildersgroep welke onder leiding stond van B. B vroeg na afloop van de posseersessie of hij foto's van A mocht maken. De verklaring van B aan A voor het maken van de foto's was dat het lesmateriaal betrof om de betreffende naaktstudies van A op een andere avond af te kunnen maken. A heeft hiervoor toestemming verleend. De foto van A is vervolgens door B op zijn website te koop aangeboden. De naakt foto van A is vervolgens op de school waar hij lesgeeft gaan circuleren.
Uit een overzicht van ingezonden brieven aan Fanny & Alma, een wekelijkse rubriek in het Parool (tentamenvraag: denkt deze acteur terecht dat hij een zaak heeft?): “Dames, Ik heb in de PS van de Week van 27 november 2004, op bladzijde 20 en 2, een interview gelezen van uw hand met ‘Sinterklaas”. Mijns inziens banale vragen en banale antwooorden. Ik acteer elk jaar als de Amsterdamse Sinterklaas, u plaatst een foto van mij als Sinterklaas en wekt daarmee de stellige suggestie dat ik degene ben die de antwoorden heb gegeven. Dit is niet het geval en u schaadt mijn aanzien hiermee. Ik neem hiermee geen genoegen en onderneem juridische stappen tegen u. A. (Parool, 29 oktober 2005)
Meer dan een jaar na de uitspraak van het EHRM in de zaak over het portretrecht van prinses Caroline van Monaco (
Goed nieuws voor liefhebbers van Hoge Raad 19 januari 1979, NJ 1979, 383: De KRO blaast de klassieke televisieserie 't Schaep met de 5 Pooten nieuw leven in. De avonturen van Kootje, Lukas en Doortje in het Amsterdamse café 't Schaep met de 5 Pooten zijn vanaf november 2006 weer op de buis te zien, meldde een KRO-woordvoerster maandag. Namen van acteurs die in de nieuwe serie gaan spelen, zijn nog niet bekend. Lees
O.a. het parool bericht dat de Nederlandse hockey-internationals munt willen slaan uit hun portretrechten en dat alle internationals, met uitzondering van Teun de Nooijer en Taeke Taekema hun krachten hebben gebundeld in de Stichting Beheer Imagerechten.
Rechtbank Zutphen, 18 juli 2005 LJN: AU1424, 71250 / KG ZA 05-190. Eiseres tegen Reformatorisch Dagblad. Redelijk portretrecht.