Portretrecht  

IEF 2595

De uitspraak is een essentieel onderdeel van de rechtspraak

mtraj.bmpRechtbank Amsterdam, 7 september 2006, LJN: AY7784. Inter 2000 tegen Colmar Group

Johan Cruijff is in het kader van de bevordering van sprotbeoefening betrokken geweest bij een project Mosa Trajectum. Hiertoe worden met Inter 2000, houder van diens portretrecht, een licentieovereenkomst en een dienstverleningsovereenkomst gesloten. De licentieovereenkomst stelt dat voor een bedrag van ruim 9 miljoen euro Colmar gebruik mag maken van het portret van Cruijff. Cruijff dient hiertoe promotionele werkzaamheden te verrichten en contact te leggen met geïnteresseerden in de exploitatie van het park. Onder de dienstverleningsovereenkomst verleent Cruijff advies op het gebied van sport.

 

Op 25 april 2006 ontbindt de raadsman van Cruijff de licentieovereenkomst, vanwege onder meer het uitblijven van betalingen en het feit dat slechts 23% van de voorgenomen bebouwing is gerealiseerd. Colmar stelt juist dat Cruijff tekort is geschoten.

Cruijff vordert onder meer elk gebruik van zijn naam, portret en woord- en beeldmerken te staken, alle promotiemateriaal te vernietigen, een bedrag van 3 miljoen te betalen aan Inter 2000 en 6 miljoen aaneen door partijen te kiezen stichting voor gehandicapte kinderen. Volgens Cruijff wordt zijn naam in diskrediet gebracht.

Nu partijen het eens zijn dat hun samenwerking direct wordt beëindigd, betekent dit dat het gebruik van de naam en beeltenis van Cruijff in elk geval per 29 oktober 2006, de einddatum van de licentieovereenkomst, zou moeten worden beëindigd. Derhalve dient het promotiemateriaal niet meer te worden gebruikt. Nu Colmar hier al mee is begonnen en zich oprecht hebben voorgenomen alle materiaal te verwijderen, is er geen reden om een veroordeling uit te spreken. De rechtbank beveelt Colmar derhalve met onmiddelijke ingang elk gebruik van de naam en het portret van Cruijff en de woord- en beeldmerken te staken en al het promotiemateriaal te vernietigen.

"De in de licentieovereenkomst afgesproken vergoeding wordt in de overeenkomst gesplitst in twee bedragen, te weten ruim 3 miljoen en ruim 6 miljoen euro. Volgens Cruijff zijn deze bedragen reeds verschuldigd enkel en alleen voor de overdracht van de portretrechten. Partijen zijn het erover eens dat als de financiering van het sportpark niet rond komt, artikel 8 laatste alinea van de licentieovereenkomst van toepassing is, in welk geval de 6 miljoen - voor zover verschuldigd - ten goede dient te komen aan gehandicapte kinderen, die anders mede van het sportpark hadden kunnen profiteren." Partijen twisten over de vraag of de beide overeenkomsten los van elkaar kunnen worden gezien. De rechtbank 'Haviltext' dat er vooralsnog vanuit kan worden gegaan "dat de overeenkomsten aldus moeten worden uitgelegd dat de betalingsverplichtingen van Colmar niet alleen stonden tegenover de overdracht van de portretrechten, maar evenzeer dienden als tegenprestatie voor het verrichten van promotieactiviteiten door Cruijff en het plegen van inspanningen bij het leggen van contacten met potentiële financiers. (...) Al met al kan het verweer van Colmar zonder nader onderzoek naar de feiten, waarvoor dit kort geding zich niet leent, niet zonder meer worden gepasseerd."

De rechtbank komt tot de conclusie "dat de door Colmar aangevoerde verweren niet van dien aard zijn dat thans op voorhand moet worden gezegd dat deze in (vanwege de jurisdictiebepalingen in de respectievelijke contracten in Nederland en in Spanje) aan te spannen bodemprocedures geen gerede kans van slagen zouden kunnen hebben." De vorderingen ten aanzien van de geldbedragen zijn thans niet toewijsbaar.

Ook de afgifte van financiële stukken ex artikel 843a Rv. wordt afgewezen wegens onvoldoende grond.

 

Lees het vonnis hier.

IEF 2589

Mosa Trajectum

mtrj.bmpActualiteit Rechtbank Amsterdam, 8 september 2006: Naam en portret van Cruijff niet meer verbonden aan project in Spanje.“De betrokkenheid van Johan Cruijff bij het project Mosa Trajectum in Spanje is beëindigd.

Dit is de uitkomst van een kort geding dat Cruijff met zijn bedrijven Interclarion en Inter 2000 tegen een in Spanje wonende Nederlandse zakenman en diens bedrijf Colmar bij de rechtbank Amsterdam had aangespannen.

De naam Cruijff en het portret van Cruijff mogen niet meer in verband worden gebracht met het project, dat volgens de oorspronkelijke plannen zou moeten resulteren in een sportpark met de naam Johan Cruijff Golf & Sports Resort.”

Lees hier iets meer (nog geen vonnis).

IEF 2446

En afbeeldingen

Rechtbank Utrecht, 3 augustus 2006, LJN: AY5691. Eiseres tegen gedaagde. .

Verstekvonnis. In de samnvatting van rechtspraak.nl staat bijna nog meer dan in het vonnis zelf: “De ex-vriend van een Zegveldse is een dwangsom opgelegd van duizend euro per foto als hij seksfoto's van de vrouw op internet niet verwijdert.”

Alleen de zin “Verbiedt gedaagde om foto's en afbeeldingen van eiseres openbaar te maken of openbaar te doen maken” zou er op kunnen wijzen dat er ook nog wat auteursrecht/portretrecht aan te pas is gekomen.

Lees het vonnis hier.

IEF 2400

Moderne coupe

'Wordt het niet eens tijd voor een nieuw kapsel?' Met deze boodschap verspreidde kapper Jamal Saoud 20.000 flyers met de afbeelding van Balkenende en Wilders mét een moderne coupe. Ook zette hij de beeltenis van de twee politici in etalage van zijn kapsalon Haarvisie in Rijswijk.

De Rijksvoorlichtingsdienst zag er de humor niet van in. De directeur-generaal benadrukt nog maar eens dat een beeld van een regeringsleider niet gebruikt mag worden voor commerciële doeleinden zonder toestemming van de betreffende persoon. "Meneer heeft een standaard waarschuwingsbrief gehad. Dat is eigenlijk heel aardig van ons. We hadden hem ook direct voor de rechter kunnen slepen."

Saoud begrijpt het 'gezeur' niet. "De Kijkshop heeft eerder ook Balkenende gebruikt in een campagne en een schadevergoeding moeten betalen. Daar heb ik geen zin in. Het is alleen jammer dat de Kijkshop Balkenende belachelijk maakte en dat ik hem er juist leuker uit laat zien." Saoud haalt de poster van Balkenende uit de etalage.

En Wilders? Die vindt de RVD kinderachtig: "Het is een kleine ondernemer die op creatieve wijze reclame maakt. Ik ben niet van plan om mijn haar te veranderen zoals op de afbeeldingen in zijn zaak. Ik ga er ook geen probleem van maken dat hij mijn gezicht gebruikt. Dat zou ik wel doen als mijn hoofd elke dag in een spotje vóór het achtuur-journaal wordt uitgezonden."

Lees hier iets meer.

IEF 2366

korte hippe

“Een kapper heeft in een advertentie voor zijn zaak minister-president Balkenende een nieuw kapsel aangemeten. Op de afbeelding staat Jan Peter met een korte hippe coup." Er is ‘uiteraard’ geen toestemming verleend en de RVD heeft een sommatie gestuurd.

Lees hier iets meer (Telegraaf).

IEF 2201

Omdat ze het waard is…

Rechtbank Den Haag, 14 juni 2006, HA ZA 01-1664 J. Guldenaar tegen L’Oréal Nederland B.V.

Het portret van het model Joyce Guldenaar is afgebeeld op haarproducten van L’Oréal. In 1998 zijn van het model in opdracht en voor rekening van het modellenbureau Karen Models foto’s gemaakt op verzoek van McCann-Erickson. Dit laatste bedrijf coördineert de reclame en promotieactiviteiten van L’Oréal. De foto’s werden gemaakt voor de verpakking van de producten Feria en Récital Preference van L’Oréal voor de Amerikaanse markt. Joyce Guldenaar heeft van Karen Models voor deze foto’s eenmalig $ 4.000,- gekregen.

Gezien aan L’Oréal slechts toestemming was verleend voor het gebruik van de foto’s in de Verenigde Staten, heeft Joyce Guldenaar L’Oréal in 2001 L’Oréal gesommeerd ieder gebruik van haar portret buiten de VS te staken. In de sommatie werd gevorderd iedere verspreiding van de L‘Oréal producten en reclamemateriaal met haar portret in Nederland, of althans buiten de VS te staken dan wel de schade die zij door dat gebruik heeft geleden te vergoeden.

Beiden partijen hebben geen kopie van de overeenkomst kunnen overleggen. Bij de beoordeling van de inhoud van de overeenkomst, acht de rechtbank het niet aannemelijk dat Guldenaar bezwaar zou hebben gehad tegen het gebruik van haar portret buiten de VS. Dit alles mits die exploitatie wel op een professioneel verantwoorde wijze gebeurt, dus dat Guldenaar voor dat gebruik zou worden betaald. Aangezien Guldenaar voor het wereldwijde gebruik van haar portret niet is betaald, oordeelt de rechtbank toestemming voor dat gebruik niet geacht moet worden te zijn gegeven.

L’Oréal voert het verweer te goeder trouw te hebben gehandeld. De rechtbank honoreert dit verweer voor de periode tot 2001, het moment waarop L’Oréal de sommatiebrief heeft ontvangen. Tot dat moment mocht L’Oréal ervan uitgaan dat Karen Models over toestemming van Guldenaar beschikte. Vanaf het moment dat L’Oréal op de hoogte was van het standpunt van Guldenaar, rustte op L’Oréal de zorgvuldigheidsverplichting om zich te vergewissen van de bevoegdheid van de contractpartners van de L’Oréal-groep wereldwijd. Zij had alles moeten doen wat in haar vermogen lag om te verhinderen dat andere groepen van L’Oréal het portret van Guldenaar wereldwijd zouden gebruiken.

Bij het bepalen van de schadevergoeding haakt de rechtbank aan bij de tarieven die door het reclamebureau McCann-Erickson aan L’Oréal worden gehanteerd. Voor het vaststellen van de precieze omvang van de schade beveelt de rechtbank L’Oréal om nog nadere inlichtingen te geven. Echter, de rechtbank oordeelt dat L’Oréal in ieder geval voor een bedrag van EUR 40.000,- aansprakelijk is. Voor het overige bedrag wordt de zaak naar de rol verwezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 2087

Des Aanschijns

Rechtbank Amsterdam, 18 mei 2006, 338809/KG 06-606 OdC, Chatib Sjarbaini tegen Uniconsult BV (met dank aan Lisette Varossieau, Van der Steenhoven Advocaten).

Voorschotschadevergoeding € 5.000,= vanwege inbreuk op het portretrecht van Sjarbaini.

Uniconsult heeft in een oplage van 2 miljoen de advertentiekrant Lekker Doen!! uitgegeven in haar supermarktketen Dirk van der Broek, Digros en Bas van der Heijden, haar slijterijketen Dirk III en haar reisketen D-reizen. In de uitgave van LEKKER DOEN!, geldig van 6 t/m 12 maart 2006 stond een advertentie van Rexona (deodorant) waarin de opschrift: “Mannen en Zweten…”, en verder met de tekst: “Vrouwen halen vaak flinke neus op als er zo’n zwetende man de kamer binnenkomt. Maar de heren kunnen het echt niet helpen…Het is aangeboren…” Boven deze tekst van de advertentie is een foto afgedrukt van Sjarbaini, zich in het zweet werkend in de sportschool.

Sjarbaini vordert, kort gezegd, een verbod, opgave en voorschot op schadevergoeding. De voorzieningenrechter veroordeelt Uniconsult om aan Sjarbaini € 5000 te voldoen. De overige vorderingen zijn wegens gebrek aan belang afgewezen.

Verbod:  De verbods- en opgave vorderingen wijst de voorzieningenrechter af. De mededelingen van Uniconsult dat zij de foto niet wederom zal gebruiken en dat het fotobureau, waar de foto vandaan komt, de foto zou hebben verwijderd uit haar databestand en dat alle foto’s en ander materiaal zou zijn vernietigd is voor de Voorzieningenrechter aanleiding om geen grond te zien voor de vrees van Sjarbaini dat Uniconsult zijn foto wederom zal gebruiken.

Voorschot schadevergoeding: De voorzieningenrechter wijst wel een voorschot op schadevergoeding toe. Uniconsult heeft de aansprakelijkheid van de materiele en immateriële die Sjarbaini ten gevolge van het plaatsen van de foto heeft geleden erkend, maar zij betwist de hoogte ervan. De voorzieningenrechter komt een voorschot van € 5.000,= op de vergoeding van immateriële schade als redelijk voor, in aanmerking nemend dat LEKKER DOEN! een oplage heeft van 2 miljoen. Het is aannemelijk dat het gebruik van de foto in de advertentie van Rexona in combinatie met de hiervoor genoemde tekst over zweten Sjarbaini onaangenaam heeft getroffen. Een voorschot op vergoeding van materiele schade wordt afgewezen vanwege onvoldoende onderbouwing.

Lees het vonnis hier.

IEF 2047

Gewetensvol

Het College Bescherming Persoonsgegevens heeft zich gebogen over het portretrecht van (vermeende) criminelen en concludeert dat  “Politie en justitie gewetensvol hebben gehandeld bij het publiceren van foto’s van verdachten op internet. Het CBP concludeert dat politie en justitie in Rotterdam, Nijmegen en Katwijk juiste afwegingen hebben gemaakt voordat overgegaan werd tot publicatie van de foto van verdachte op internet. Bovendien zijn de foto’s verwijderd zodra de identiteit van de verdachte bekend was.

Bij het publiceren van foto’s van verdachten op internet dient er in ieder afzonderlijk geval een afweging te worden gemaakt of het opsporingsbelang opweegt tegen de ingrijpende maatregel van publicatie op internet. Daarbij moeten ook de mogelijk beschadigende en onomkeerbare neveneffecten van publicatie op internet voor de verdachten, met name voor ‘first offenders’ (iemand die voor het eerst met de politie in aanraking komt), zorgvuldig worden meegewogen.”

Lees hier meer.

IEF 1882

Geen gedoe dus

Artikeltje in de Volkskrant over games en merk- en portretrechten: “Sensible Soccer zou goed beschouwd een computerspel kunnen zijn zoals een advocaat dat zou ontwerpen. Waarom? In tegenstelling tot de felrealistische voetbalgames Fifa van Electronic Arts en Pro Evolution Soccer van Konami lijken de spelers in Sensible Soccer helemaal nergens op. (…) Geen gedoe dus met de portretrechten van voetballers of het merkrecht van een club.

Klopt, zegt John Hare van uitgever Codemasters (In kleine kring bekend van dit vonnis in  de zaak Tellegen- Codemasters) . ‘We zouden veel geld kwijt zijn aan het recht om de echte clubs en echte spelers af te beelden.’En met een knipoog voegt hij er aan toe: ‘Als je de legale valkuilen weet te vermijden, kun je nog een heel eind komen.’ Het merk- en portretrecht is geen onderwerp dat gamesmakers lichtvaardig aan hun laars lappen.”

Lees het hele artikel hier.

IEF 1859

Goud verzilveren (2)

NRCnext meldt dat hockeyers zelf hun populariteit willen verzilveren. Namens de mannen- en vrouweninternationals voerde oud-hockeyer en advocaat Donk de afgelopen twee jaar (eerder bericht hier) met de hockeybond onderhandelingen over de portretrechten bedoeld voor commerciële doeleinden van de topsporters. Acht jaar lang lag de exploitatie van de verzilverbare populariteit van het Nederlands elftal bij de KNHB.

Donk: "Juridisch gezien liggen die rechten bij de hoofdrolspelers, bij de internationals, dus dat is de discussie niet." Dat de rechten de afgelopen acht jaar bij de bond lagen, had tot gevolg dat “[...] dat de spelers al die tijd beperkingen zijn opgelegd, terwijl de bond niets met die exploitatiemogelijkheden heeft gedaan. Dan is de vraag: waarom heb je die portretrechten dan en waarom wil je die vervolgens per se behouden?" Het einde van de onderhandelingen lijkt nabij met als uitkomst dat de hockeyers zelf hun imagerechten beheren, zonder daarbij de belangen van de bond te schaden.

Donk hield twee jaar geleden op verzoek van strafcornerspecialist Taeke Taekema de door alle A-internationals ‘verplicht’ te ondertekenen overeenkomst tegen het licht. “Wurgcontract is een groot woord, maar het is wel een zéér eenzijdige overeenkomst. Iedere jurist zal beamen dat het op z’n zachtst gezegd vreemd is, dat in vier aparte artikelen is geregeld dat de bond de exclusieve rechten heeft om spelers in te zetten voor commerciële doeleinden. Toch kwam de bond daarmee weg”, aldus Donk.

Aanvoerder Delmee weerlegt de suggestie dat de spelers geldwolven zijn: “ Waar het om gaat is keuzevrijheid; wij willen niet aan de ketting liggen, zeker niet als blijkt dat sommige bedrijven wel degelijk geïnteresseerd zijn in ons, of in sommigen van ons.” Lees hier meer over imagerechten van spelers.