Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
19.993 artikelen gevonden
IEF 7833

Verwarring in hoofde van het relevante publiek

Hof van Beroep te Brussel, 31 maart 2009, nr. 2008/AR/1577, 2dehands.nl tegen E-Zone N.V.  (met dank aan Jeff Keustermans,  De Bandt Keustermans & Van den Brande).  

Benelux handelsnaamrecht en domeinnaamrecht. Ook een buitenlandse handelsnaam geniet in België bescherming wanneer deze effectief in België wordt gebruikt of er minstens bekend is. Handelsnamen zijn ingeburgerd in België. Gevaar voor verwarring. Inbreuk. Domeinnaam te kwader trouw geregistreerd. Kort in citaten:

Handelsnamen: 14. Ten onrechte stelt geïntimeerde dat appellante enkel de bescherming kan inroepen van haar handelsnaam "2dehands.be" aangezien haar handelsnamen "2dehands.nl" en "tweedehands.nl" geen uitstraling zouden hebben in België. Ook een buitenlandse handelsnaam geniet in België bescherming wanneer deze effectief in België wordt gebruikt of er minstens bekend is. Rekening moet worden gehouden met een steeds groter wordende mobiliteit, zodat de lokale bescherming van de handelsnaam dient te worden vervangen door een ruimere geografische bescherming. Dit is in het bijzonder in casu het geval aangezien appellante haar diensten aanbiedt via het internet en haar "Nederlandse" websites over de landsgrenzen heen toegankelijk zijn, onder meer voor Belgen.

15 (…) In casu kan niet ernstig betwist worden dat de handelsnamen van appellante die weliswaar uit zichzelf een zwak onderscheidend vermogen hebben, sterk onderscheidend zijn geworden ingevolge inburgering bij het relevante publiek. (…) Ook voor wat betreft de handelsnaam 2dehands.be wordt de bekendheid op grond van inburgering door appellante voldoende aannemelijk gemaakt.

20 (…) In casu is aangetoond dat er verwarringsgevaar bestaat tussen de respectieve benamingen als dusdanig en dat de door appellante gevoerde handelsbenamingen en het gebruik daarvan ouder zijn dan het gebruik van de domeinnaam door geïntimeerde.

Domeinnaam: 26. In casu staat voldoende vast dat de domeinnaam door geïntimeerde geregistreerd werd en gebruikt wordt met het oog op het behalen van een commercieel voordeel door internetgebruikers naar haar website (en deze van een rechtstreekse concurrent van appellante, eBay), te lokken, steunend op de mogelijke verwarring in hoofde van het relevante publiek.

Op deze wijze profiteert geïntimeerde door de registratie en het gebruik van de domeinnaam "tweedehands.ben van de naam en faam van appellante en haar diensten om inkomsten te genereren (zonder zelf de inspanningen te doen die redelijkerwijze mogen worden verwacht van een concurrent die op eerlijke wijze handel drijft). Kwade trouw in hoofde van geïntimeerde staat dan ook vast.

Lees het arrest hier.

IEF 7832

Functioneel water

Reclame Code Commissie, 16 april 2009, dsr 2009/00196, Lemmens tegen Vrumona (met dank aan Ebba Hoogenraad, Hoogenraad & Haak advocaten
 
Reclamerecht. Gemotiveerde uitspraak RCC over naamgeving van een nieuwe variant uit het 'waterplus'-segment. Geen misleidende handelspraktijk. Niet vergeten ingrediëntendeclaraties te lezen in de supermarkt.

“Klager stelt dat de consument door de naam Vitaminwater en het gebruik van het merk Sourcy wordt misleid over het feit dat dit product geen bron/mineraalwater is, maar een frisdrank. De Commissie stelt voorop dat uit de naam Vitaminwater onmiskenbaar blijkt dat het om een samengesteld product gaat. Bij een samengesteld product kan, voor wat betreft de aard van het product en de gebruikte ingrediënten, niet uitsluitend van de productnaam worden uitgegaan, nu de productnaam in een dergelijk geval doorgaans slechts een indicatie van de belangrijkste ingrediënten en/of smaken geeft. De redelijk geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument moet geacht worden hiervan op de hoogte te zijn en zal om die reden de ingrediëntendeclaratie lezen voordat hij tot de aankoop van het product besluit.

Uit de ingrediëntendeclaratie blijkt dat aan Vitaminwater naast andere stoffen ook suiker is toegevoegd, waardoor het in feite een frisdrank is. Volgens adverteerder behoort Vitaminwater tot de productgroep "functional water" of "water+". Naar het oordeel van de Commissie kan de gemiddelde consument inmiddels met het bestaan van deze specifieke productgroep bekend worden verondersteld. Adverteerder heeft onweersproken gesteld dat deze productgroep reeds vijf jaar bestaat en dat de gemiddelde consument op de hoogte is van het feit dat bekende bron/mineraalwatermerken ook dergelijke producten op de markt brengen.”

Lees de uitspraak hier.

IEF 7831

Over de naam een mat gelegd

Rechtbank Utrecht, 15 april 2009, LJN: BI1190, Run2day Franchise B.V. tegen Gedaagde

Geen IE-inbreuk na beëindiging franchiseovereenkomst. Tussentijdse beëindiging geoorloofd wegens niet voeren overleg. Geen schending non-concurrentiebeding

4.16.  Door Run2Day is aangevoerd dat de op 8 oktober 2007 door gedaagde geplaatste mededeling op de website van Runnersworld [‘As from 2Day: Runnersworld’- IEF] inbreuk maakt op haar intellectuele eigendomsrechten. Gedaagde betwist dit. De rechtbank is van oordeel dat de mededeling geen inbreuk maakt op intellectuele eigendomsrechten van Run2Day. Nog afgezien van het feit dat Run2Day geen inzicht heeft gegeven in de door haar geregistreerde merken, vormt, zonder nadere toelichting die ontbreekt, het enkele gebruik van "2Day" nog geen inbreuk zelfs indien veronderstellenderwijs ervan uit wordt gegaan dat Run2Day de woordcijfercombinatie "Run2Day" heeft laten registeren. Het feit dat, zoals Run2Day stelt, de woordcijfercombinatie "2Day" refereert aan de Run2Day-organisatie, betekent nog niet dat daarmee een inbreuk van intellectuele eigendomsrechten is gegeven. Ander feiten of omstandigheden zijn niet gesteld of gebleken.(…).

4.17.  Ter comparitie is door Run2Day nog naar voren gebracht dat ook de voortzetting van het gebruik van de naam Run2Day in de vloer van de winkel en het gebruik van de naam en slogan van Run2Day op de pui van de winkel eveneens inbreuken vormen op artikel 3. Door gedaagde is onweersproken gesteld dat hij over de naam, die was verwerkt in de vloer, een mat had gelegd. De rechtbank is van oordeel dat in redelijkheid niet van Run2Day kan worden verlangd dat hij direct na het beëindigen van de franchiseovereenkomst overgaat tot vervanging van de, blijkens de overgelegde foto's, stenen vloer waarin het logo is verwerkt. De niet door Run2Day weersproken oplossing die door gedaagde is gekozen, het leggen van een mat over de vloer, acht de rechtbank in dat stadium voldoende, zodat niet van een inbreuk op artikel 3 sprake is. Door gedaagde is onweersproken gesteld dat hij het bord met de naam van Run2Day direct van de gevel heeft gehaald, zodat ook ten aanzien hiervan geen inbreuk op artikel 3 is komen vast te staan.

4.18.  Ten aanzien van de slogan heeft  gedaagde verklaard dat hij zich niet had gerealiseerd dat deze ook toebehoorde aan Run2Day. Ook heeft hij verklaard dat in juli 2008 de pui van Runnersworld is opgericht. De rechtbank is van oordeel dat in beginsel het gebruik van de slogan een inbreuk op artikel 3 vormt. De franchiseovereenkomst bevat echter een nadere bepaling in het geval de (voormalig) franchisenemer in strijd met artikel 3 handelt. Volgens artikel 30 is de (voormalig) franchisenemer bij overtreding van artikel 3 een boete verschuldigd. Deze boete is, volgens de tekst van artikel 30, echter slechts verschuldigd indien "ook na schriftelijke sommatie" de (voormalig) franchisenemer nalatig blijft met het nakomen van zijn verplichtingen onder artikel 3. Door gedaagde is onbetwist gesteld dat door Run2Day nooit een sommatie is verzonden. De dagvaarding in de onderhavige procedure bevat ook geen verwijzing naar het gebruik van de slogan. Wel wordt in de processtukken van het kort geding van 22 oktober 2007 melding gemaakt van het gebruik van de slogan. Echter de vordering in kort geding was juist gericht op nakoming door gedaagde van de franchiseovereenkomst tot einde looptijd en niet op het staken van het gebruik van de slogan of andere aan Run2Day gerelateerde zaken. Het had daarom op de weg gelegen van Run2Day, gelet op de betwisting door gedaagde inzake de sommatie, om hierover haar standpunt nader te preciseren. Nu zij dit niet heeft gedaan houdt de rechtbank vast aan de tekst van artikel 30 van de franchiseovereenkomst, opgesteld door een professionele partij als Run2Day, waarbij eerst na sommatie een aanzienlijke boete verschuldigd is. Nu hieraan niet is voldaan, kan Run2Day geen aanspraak maken op de boete ten aanzien van het gebruik van de slogan na beëindiging van de franchiseovereenkomst.

Lees het vonnis hier.

IEF 7830

Het bestaande octrooirecht rust bij een andere man

Rechtbank Middelburg, 17 december 2008, LJN: BI1608, De Clerq, Brants & Partners tegen Gedaagde.

“Eiseres exploiteert een formeel geaccrediteerd patent attorneys kantoor. Zij ontwerpt en begeleidt desgevraagd octrooiaanvragen. Gedaagde is patentaanvrager. Gedaagde heeft eiseres gevraagd hem te begeleiden bij zijn aanvraag voor het verkrijgen van octrooi voor (een bepaalde verbetering aan) een Barronex-motor. Het bestaande octrooirecht van deze motor rust bij een andere man.

Op 23 september 2005 heeft de gedaagde bij het Europese octrooi Bureau zijn octrooiaanvraag ingediend. Eiseres heeft twee facturen verstuurd, een van 9844,60,- en een van 288,75,-. Gedaagde heeft deze facturen niet betaald. Eiseres vordert betaling. (…) De meest kenmerkende prestatie, te weten het verrichten van de werkzaamheden, wordt in het onderhavige geval door De Clerq, Brants & Partners verricht, terwijl gedaagde daartegenover de prijs dient te voldoen. De vordering dient daarom naar Belgisch recht te worden beoordeeld.”

Lees het vonnis hier

IEF 7829

NEN-normen

Kamerstukken II 2008/09,28325, nr. 105. Bouwregelgeving 2002-2006; Brief minister met reactie op uitspraak van de Rechtbank Den Haag over status NEN-normen in wetgeving.

"Dit betekent volgens ons evenwel nog niet dat verwezen NEN-normen kosteloos ter beschikking van belanghebbenden moeten worden gesteld. (...) Dit neemt niet weg dat het kabinet een onderzoek zal instellen naar de mogelijkheden om de beschikbaarheid van NEN-normen waarnaar in regelgeving wordt verwezen, waar nodig te verbeteren door het afkopen van de rechten op die normen en/of door ze goedkoper te maken.

Daarbij zal het hoogstwaarschijnlijk niet om Europese en internationale normen kunnen gaan omdat het auteursrecht van dergelijke normen niet volledig bij het NEN berust. Dit onderzoek moet tevens inzicht geven in wat dit de overheid zou gaan kosten. Het is immers de overheid die het NEN dan moet compenseren, aangezien het auteursrecht van de normen daar berust. De afweging of normen daadwerkelijk kunnen worden afgekocht dan wel de prijs daadwerkelijk kan worden verlaagd, zal per beleidsterrein en afhankelijk van de manier van verwijzing naar de normen moeten worden gemaakt. Vervolgens zal op basis van de uitkomsten van dit onderzoek met het NEN worden onderhandeld over de financiële vergoeding."

Lees de brief hier.

IEF 7828

BBIE oppositiebeslissingen

- LECLERC tegen LE CLERCQ (Toegew.)
- Think tegen THINK CHIC (Toegew.)
- Think tegen THINK CHIC ETAM (Afgew.)
- LECLERC tegen  LE CLERCQ PLANONTWIKKELING (Toegew.)
- everis tegen EVRY (Toegew.)
- LORMAR tegen LIMAR (Afgew.) 
- PLUSANTE GEZONDHEID tegen GEZONDHEID MAGAZINE VOOR GEZOND LEVEN (Afgew.)

Lees de beslissingen hier.

IEF 7827

Deze zaak was wel het hoogtepunt

Gerechtshof Arnhem, 3 maart 2009, LJN: BI1243, Strafzaak achtergrondmuziek.

Auteursrecht. “Meermalen, telkens opzettelijk voorwerpen, waarin met inbreuk op eens anders auteursrecht, immers het auteursrecht berustte niet bij verdachte, werken, te weten muziekwerken met of zonder woorden, waren vervat, openlijk ter verspreiding aanbieden en  ter verveelvoudiging of ter verspreiding voorhanden hebben en/of hebben bewaard uit winstbejag.” Gevangenisstraf van 12 maanden na belastingfraude en het bedrijfsmatig overtreden van de Auteurswet 1912, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

“Voorts heeft verdachte bedrijfsmatig gedurende een lange periode de Auteurswet 1912 overtreden. Aannemelijk is geworden dat verdachte na de ontbinding van de zogeheten overeenkomst achtergrondmuziek is doorgegaan met het ongeautoriseerd leveren van [repertoire] aan horecaondernemingen en dat verdachte vervolgens ook zijn verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst niet is nagekomen. Blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 3 februari 2009 is verdachte reeds tweemaal veroordeeld wegens overtreding van artikel 31b van de Auteurswet 1912. Ook heeft verdachte ter zake van het onderhavige feitencomplex reeds diverse civiele procedures verloren. Kennelijk heeft verdachte deze illegale maar lucratieve activiteit hardnekkig ondanks dit soort waarschuwingen voortgezet. Het hof is er dan ook niet gerust op dat met deze strafzaak een einde komt aan het illegale handelen van verdachte mede nu verdachte ter zitting heeft verklaard nog steeds in dezelfde branche werkzaam te zijn. Voor de ernst van het onder 4 bewezenverklaarde is tekenend dat getuige-deskundige [D] ter zitting in hoger beroep heeft verklaard dat hij in de 24 jaar dat hij bij de stichting Stemra werkzaam was, niet anderszins heeft meegemaakt dat er door iemand gedurende zo’n lange periode zoveel inbreuken op eens anders auteursrecht werden gemaakt. Deze zaak was wel ‘het hoogtepunt’.

Gezien het bovenstaande acht het hof oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden in beginsel gerechtvaardigd. In de omstandigheden dat de behandeling van de strafzaak lang heeft geduurd en dat het oude feiten betreft, ziet het hof evenwel aanleiding om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. Alles afwegende acht het hof passend en geboden een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Het hof zal aldus een zwaardere straf opleggen dan door de advocaat-generaal is geëist. Aangezien de Wet voorwaardelijke invrijheidstelling inmiddels in werking is getreden, zal het hof aldus (netto) ook een zwaardere straf opleggen dan door de rechtbank is opgelegd."

Lees het arrest hier.  

IEF 7826

Niet het portretrecht maar het auteursrecht

Rechtbank Maastricht, sector kanton, 15 april 2009, LJN: BI1157, Eiser tegen Gedaagde (Gebruik eigen portret)

Auteursrecht. Portretrecht. Gebruik eigen portret in strijd met auteursrecht fotograaf. Algemene voorwaarden van de Fotografenfederatie zijn niet van toepassing op de (niet-contractuele) relatie, maar vormen wel een rechtens aanvaardbaar en geaccepteerd uitgangspunt om - naar analogie - op die basis de schade te begroten.

Eiser stelt dat  gedaagde zonder toestemming twee foto’s heeft geplaatst op gedaagdes eigen website www.careercommitment.com. De foto’s zijn genomen bij een interview van gedaagde in het najaar van 2005 en gepubliceerd in het magazine U&UWV. Met eiser is de kantonrechter van oordeel dat het gebruiken van het eigen portret in het kader van de Auteurswet 1912 enkel is toegestaan indien de opdracht tot het maken van dat portret door gedaagde zelf was gegeven. In dit geval is de opdracht verstrekt door het UWV (voormalig werkgeefster van gedaagde), zodat het verweer van gedaagde niet opgaat. Niet het portretrecht maar het auteursrecht staat in deze kwestie centraal.  (…) Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, concludeert de kantonrechter dat ten aanzien van de beide foto’s sprake is van schending van het auteursrecht van eiser door gedaagde.

Voor wat betreft de hoogte van de schadevergoeding heeft het navolgende te gelden.De algemene voorwaarden van de Fotografenfederatie zijn weliswaar niet van toepassing op de (niet-contractuele) relatie tussen eisende partij en gedaagde, maar vormen wel een rechtens aanvaardbaar en geaccepteerd uitgangspunt om - naar analogie - op die basis de schade te begroten, zodat de kantonrechter de vordering voor dat gedeelte aan [eisende partij] zal toewijzen.

(…) Veroordeelt [gedaagde] om aan [eisende partij] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 900,- en  tot betaling van de kosten van het geding, in totaal begroot op €425,25.

Lees het vonnis hier.  

IEF 7768

Boek9.nl Jurisprudentielunch Octrooirecht

Morgen. Nog een paar stoelen vrij. Jurisprudentielunch Ontwikkelingen Octrooirecht in de rechtspraak. Willem Hoyng en Bart van den Broek (Howrey). Woensdag 22 april 2009 van 11.30 - 14.00 uur De Balie, Amsterdam.

Op woensdag 22 april organiseren deLex, uitgever van IEForum.nl en Lexlumen in de Balie in Amsterdam opnieuw een intensieve Jurisprudentielunch. Tijdens een informele lunch brengen Willem Hoyng en Bart van den Broek u op de hoogte van de meest recente jurisprudentie van 2008 en 2009 op het gebied van het Octrooirecht. In slechts 2 uur bent u volledig op de hoogte over de actuele Octrooirecht ontwikkelingen in de rechtspraak. Aan de orde komen bijvoorbeeld de arresten Monsanto versus Cefetra, Rb. 24 september 2008 (IEF 5859 en IEF 5889) als Boston Scientific/Medinol, HR 6 maart 2009 (IEF 7641)

Deze jurisprudentielunch levert u twee PO-punten voor de Nederlandse Orde van Advocaten.

Aanmelden en meer informatie hier.

IEF 7825

Jouw Leven

Vzr Rechtbank ’s-Gravenhage, 20 april 2009, KG ZA 09-363, Gieskes tegen Steijn Sports B.V. (met dank aan Helen Maatjes, Intellectueel Eigendom Advocaten)

Handelsnaamrecht. Merkenrecht. Eiser Gieskes geeft persoonlijke trainingen  onder de handelsnaam Your Life Personal Training, heeft deze naam geregistreerd als Benelux-beeldmerk en gebruikt de domeinnaam yourlife.nl. Gieskes maakt bezwaar tegen het gebruik door gedaagde van de tekens en het logo Your Life en Your Life Sportsclub. De vorderingen van eiser worden toegewezen. 1019h proceskosten: €6000,-

4.8 Hoewel er dus onmiskenbaar verschillen zijn tussen merk en teken, zijn er opvallende overeenkomsten. De woorden Your Life zijn in beide gevallen uitgevoerd in grote letter, gevolgd door een omschrijving van diensten op hei gebied van sport, uitgevoerd in veel kleinere drukletter zonder hoofdlettergebruik. In zowel merk als teken is nadrukkelijk een vierkant aanwezig. Het kleurgebruik is deels hetzelfde (zwart en wit), terwijl rood en oranje in hetzelfde kleurgebied liggen. Rood en oranje liggen als het ware in elkaars verlengde, net als de beschreven diensten.

4.9 Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter wordt de totaalindruk in merk en teken bepaald door de dominant aanwezige woordelementen, in het bijzonder de identieke woorden Your Life. Aan het verschil tussen de toevoegingen Personal Training in het merk enerzijds en Sportsclub in het teken anderzijds, komt geen belang van betekenis toe, nu deze beide verwijzen naar diensten op het gebied van de sport die in elkaars verlengde liggen, waarmee eerder de overeenstemming wordt benadrukt dan dat zij merk en teken van elkaar onderscheiden. Zowel in het merk als in het teken hebben de beeldelementen met name een figuratieve functie, terwijl deze bovendien door het gebruik van de overeenstemmende elementen - vierkante en rechthoekige vlakverdelingen - een zelfde beeld oproepen. Aldus moet naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet alleen het logo van Steijn Sports, maar ook het teken Your Life, al dan niet in combinatie met Sportsclub, worden aangemerkt als overeenstemmend met het merk van Gieskes.

4.1 1 Gegeven de overeenstemming tussen het merk van Gieskes enerzijds en de door Steijn Sports gebuikte tekens (zowel de woorden Your Life, al dan niet gevolgd door Sportsclub, als ook het logo) anderzijds, alsmede de soortgelijkheid van de diensten waarvoor het merk is ingeschreven en de diensten die onder die tekens worden aangeboden, is het gevaar voor verwarring bij het publiek gegeven. Geenszins uitgesloten moet worden geacht dat het publiek zal menen dat Gieskes een sportschool is begonnen dan wel dat een economisch verband bestaat tussen beide ondernemingen.

4.1 2 Het voorgaande leidt tot de slotsom dat naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter Steijn Sports met het gebruik van het logo, als ook met het teken Yoor Life en het teken Your Life Sportsclub inbreuk maakt op het merk van Gieskes in de zin van artikel 2.20 lid 1 onder b BVIE.

Lees het vonnis hier.