Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
20.065 artikelen gevonden
IEF 2881

Geen hamerstuk

Wijziging diverse wetten inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten en de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (30.392) , begint hier Wijziging diverse wetten inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten en de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (30.392)  

Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de handhaving, via de civielrechtlijke procedure, van intellectuele-eigendomsrechten, grootschalige namaak ('counterfeit') en piraterij effectiever te bestrijden.

Het voorstel is op 19 oktober 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamercommissie voor Justitie heeft op 31 oktober 2006 het blanco eindverslag uitgebracht. Dit eindverslag is ingetrokken en de commissie bespreekt op 7 november 2006 de procedure.

Lees hier meer.

IEF 2880

Een hem onbekende vrouw

edv.gifRechtbank Utrecht, 2 november 2006, KO ZA 06-1005. Eduvision B.V. tegen De Werkschool B.V. (Met dank aan Theo Bosboom, Dirkzwager).

Een verstekvonnis is ook een vonnis. “De advocaat van Eduvision heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling een envelop met inhoud afkomstig van de Werkschool aan de voorzieningenrechter overhandigd. De advocaat van Eduvision had deze envelop enkele minuten voordat de mondelinge behandeling zou aanvangen van een hem onbekende vrouw overhandigd gekregen met het verzoek om deze envelop aan de voorzieningenrechter te verstrekken. Aangezien gedaagde niet in deze procedure is verschenen, zullen deze stukken bij de beoordeling van deze zaak buiten beschouwing worden gelaten.”

De voorzieningenrechter veroordeelt de Werkschool om met iedere inbreuk op de auteursrechten van Eduvision te staken en gestaakt te houden en meer in het bijzonder om iedere vorm van verveelvoudiging en openbaarmaking van de brochures en teksten van de website en andere auteursrechtelijke beschermde werken van Eduvision te staken en gestaakt te houden, waaronder het verspreiden, aanbieden en gebruiken van de brochure “ICT & internet” van de Werkschool.

Werkschool wordt ook veroordeeld om zich te onthouden van ieder onrechtmatig handelen jegens Eduvision en meer in het bijzonder om het onrechtmatig aanhaken hij en het slaafs nabootsen van de brochures en website van Eduvision te staken en gestaakt te houden, waaronder het verspreiden, aanbieden en gebruiken van de brochure “ICT & Intemet” van de Werkschool. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de werkelijk gemaakte proceskosten (totaal E. 9.678,56).

Lees het vonnis hier.

IEF 2879

Buitengerechtelijke handhaving

mwk.gifMichael W. Kellogg (bedrijfsjurist  KPN Telecom): Over de absolute grenzen van de proceskostenveroordeling onder de Handhavingsrichtlijn.

Kort artikel naar aanleiding van de proceskostenveroordeling in het vonnis in de octrooizaak Technische Verlichting B.V. tegen T.P.S. Purchasing van de Rechtbank Den Haag van 27 oktober jl. (de wapperverbod-zaak). 

"Pragmatisch gezien lijkt er weinig reden om de (vermeende) inbreukmaker die het heft in eigen hand neemt en als “pre-emptive strike” zelfstandig een procedure begint (zeker als ondertussen zijn afnemers in de markt worden “bewerkt”), anders zou moeten worden behandeld dan de (vermeende) inbreukmaker, die rustig afwacht tot een inbreukprocedure tegen hem wordt gestart. Op grond van de Handhavingsrichtlijn lijkt een dergelijk onderscheid echter wél te moeten worden gemaakt. Op basis van art. 2 en 3 van de Handhavingsrichtlijn, lijkt het toepassingsgebied van de Handhavingsrichtlijn (en daarmee art. 14 hiervan) beperkt te zijn tot gevallen waarin een IE-recht in rechte wordt gehandhaafd, maar niet in gevallen van buitengerechtelijke  handhaving, zoals door het “wapperen” van octrooien in de markt."

Lees het volledige artikel hier. Besproken vonnis Rechtbank Den Haag hier. Besproken artikel Visser en Tsoutsanis hier.

IEF 2878

De volgende figuren spreken voor zich

ttg.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 2 november 2006, KG ZA 06819. TomTom International B.V. tegen Garmin Corporation c.s (Met aanvankelijke dank aan Annemarie Kwaspen van Lovells Advocaten, inmiddels ook verspreid door de Rechtbank Den Haag).

Haags Gemeenschapsmodellenrecht. Kort recht toe recht aan vonnis, met veel plaatjes en een nieuw record proceskostenveroordeling.

TomTom is niet gecharmeerd van de G-300 en G500 navigatieapparaten die Garmin op de markt brengt, omdat deze inbreuk zouden maken op haar EU-modelrecht op de TomTomGo. Na een uitvoerige vergelijking van de apparaten van Garmin en het model van TomTom oordeelt de rechter dat Garmin geen inbreuk maakt. Daarbij trekt de rechter het zich niet aan dat journalisten en analisten een andere mening zijn toegedaan.

“In dit kader verdient opmerking dat voorshands voldoende aannemelijk is geworden dat een deel van de overeenkomst in het vooraanzicht te wijten is aan de technische maatregel om een aanraakscherm te gebruiken, waardoor een  knoppenbank aan de zijkant die bij de voorbekende modellen nog in zwang was, niet langer noodzakelijk werd. Zo was het logisch om het lcd-scherm in het vooraanzichtsymmetrisch te plaatsen. Daaraan doet onvoldoende af dat er reeds een model op de markt was met een aanraakscherm, te weten de Streetpilot 2610 van Garmin zelf, die echter nog steeds was voorzien van knopjes aan de zijkant van het scherm. Garmin heeft overtuigend toegelicht dat deze knopjes werden gehandhaafd voor de bediening door motorrijders met handschoenen aan, terwijl deze eis voor deonderhavige modellen was losgelaten. Evenmin is onderscheidend te achten de keuze voor een interne antenne, die immers evenzeer technisch van aard is.

Het feit dat sommige journalisten en analisten in een aantal publicaties hebben aangegeven dat de modellen van Garmin namaak of een kopie zouden zijn van de TomTom GO, voor zover al relevant, maakt dit oordeel niet anders. Ten eerste is immers geenszins zeker dat dit communis opinio zou zijn. Enig nader bewijs in de vorm van een ter zake dienend marktonderzoek ontbreekt, terwijl voor verder onderzoek in het kader van dit kort geding geen plaats is. Ten tweede zullen deze schrijvers niet bekend zijn geweest met het voorshands aannemelijke feit dat enige overeenstemming in het vooraanzicht vooral gebaseerd is op het gebruik van een aanraakscherm in de TomTom GO waarmee de tot dan toe gebruikelijke knoppenbank aan de zijkant (bij reguliere toepassing in auto’s) overbodig was geworden. Volgens dezelfde analyse is er evenmin sprake van inbreuk op het nietingeschreven modelrecht betreffende de TomTom GO.”

De rechter wijst de gevorderde en niet betwiste proceskosten ad € 37.000 (richtlijnconform) volledig toe.

Lees het vonnis hier.

 

IEF 2877

Een originele freestechniek

frdo.gifVoorzieningenrechter Rechtbank Middelburg, 8 maart 2006, LJN: AZ1169. Karel Mintjens N.V. tegen V.D.V. Meubelen B.V

Auteursrecht en Zeeuws Gemeenschapsmodellenrecht. Vandaag gepubliceerd meubelvonnis van begin maart (hopelijk doet het voorbeeld navolgen en zetten ook andere rechtbanken en hoven nog niet gepubliceerde IE-uitspraken alsnog op rechtspraak.nl).

Mintjens is producent van een meubellijn met  de naam ‘Frodo’(afbeelding). Naast twee tafels heeft Mintjens een dressoirkast en een vitrinekast in elk twee uitvoeringen per 3 juni 2004 als gemeenschapsmodel laten inschrijven.

VDV voert een meubellijn onder de naam ‘Freedom/Fortuna’ waarvan een dressoirkast en een vitrinekast deel uitmaken. Deurwaarder J.H.L. God heeft vastgesteld dat zich een dressoirkast en een vitrinekast uit deze meubellijn in een winkelpand van GB Meubelen BV te Tilburg bevonden. Volgens Mintjens maken de meubelen van de ‘Freedom/Fortuna’ meubellijn inbreuk op haar auteurs- en modelrechten.

“Tussen partijen is niet in discussie dat in de meubelbranche al enkele jaren meubelen worden ontworpen die hetzelfde strakke, rechthoekige en robuuste uiterlijk hebben met vierkante poten, kaderdeuren en brede zijwanden. Deze elementen komen voor in zowel de ‘Frodo’ meubellijn als de getoonde meubelen van de ‘Freedom/Fortuna’ meubellijn. (…) De meubelen van beide meubellijnen zijn daarmee (tevens) onderdeel van een bepaalde stijl of trend, die zich blijkens de door VDV overgelegde producties, al geruime tijd vóór het ontwerp van de ‘Frodo’ meubellijn heeft ingezet.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan van de meubelen van VDV, zoals dat blijkt uit de door Mintjens overgelegde producties, niet worden gezegd dat deze zijn te beschouwen als een nabootsing of verveelvoudiging in de zin van de Auteurswet dan wel als gebruik van het model waarvoor de inschrijving als gemeenschapsmodel is verkregen.

Bezien tegen de achtergrond van de eerder genoemde heersende trend in de meubelbranche is de totaalindruk van de meubelen uit de ‘Frodo’ meubellijn, die als stijlvol en sierlijk gekarakteriseerd kan worden, in meer dan slechts ondergeschikte mate afwijkend van de totaalindruk van de getoonde meubelen uit de ‘Freedom/Fortuna’ meubellijn, die overwegend een plompe en massieve indruk maken. Juist de elementen die binnen de trend aan de meubelen uit de ‘Frodo’ meubellijn het eigen karakter geven en bepalend zijn voor de totaalindruk ervan (het effect van het ‘zwevende’ bovenblad en de uitgefreesde hoeken die doorlopen in het bovenblad) ontbreken bij de getoonde meubelen van VDV.

De gevraagde voorzieningen worden geweigerd.

Lees het vonnis hier.

IEF 2876

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 2 november 2006, KG ZA 06819. TomTom International B.V. tegen Garmin Corporation c.s. (Met dank aan Annemarie Kwaspen, Lovells).

Gemeenschapsmodellenrecht. TomTom stelt dat concurrent Garmin inbreuk maakt op haar als ingeschreven model voor  “draagbare elektronische navigatie-inrichtingen” (afbeeldingen in het vonnis). De vordering wordt afgewezen. Proceskostenveroordeling van E. 37.248,00.

Lees het vonnis hier. Eerder bericht hier.

IEF 2875

Een gerelativeerde soortgelijkheid

camcab.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 1 november 2006, HA ZA 06-0427. Campina Nederland Holding B.V., tegen CBM B.V.

Na melk tegen sojamelk van eergisteren, vandaag  melk tegen geitenmelk  Zuivelabrikant Campina maakt bezwaar tegen het beeldmerk met woordelement Cabrima voor geitenmelkproducten, waarbij kan worden aangetekend dat het woord cabrima een samenstelling zou zijn van het latijnse cabra (geit) en het woord prima. Dat het woord Campina waarschijnlijk ook een latijnse oorsprong heeft, wordt in het vonnis niet vermeld.

Campina is een bekend merk en beide merken worden gebruikt voor zuivelproducten, maar volgens de rechtbank is de soortgelijkheid van waren evenwel niet volkomen: “terwijl het bij Campina met name gaat om koemelkzuivel, richt CBM zich exclusief op geitenmelk. De door CBM gekozen markt betreft een zeer specifiek deel van de totale zuivelmarkt en wordt gekenmerkt door een publiek dat veelal bewust, uit noodzaak of uit principe, kiest voor geitenmelkproducten. De rechtbank zal dan ook uitgaan van een gerelativeerde soortgelijkheid.

Tussen Campina  en Cabrima is volgens de rechtbank zeker overeenstemming aan te wijzen, maar “vergeten mag evenwel niet worden dat de visuele waarneming van een woordmerk impliceert het lezen wat er staat. Het is evident dat het zelfs de minder geschoolde lezer niet zal ontgaan dat er bij CAMPINA iets anders staat dan bij CABRIMA. Auditief is de overeenstemming nog minder dan het overeenkomstige letterbeeld doet vermoeden. (…) Bij de beoordeling van de visuele overeenstemming kan ook in aanmerking worden genomen hoe het merk of teken wordt gepresenteerd. (…) Naar oordeel van de rechtbank presenteert CBM op deze wijze haar teken op een manier waardoor de visuele overeenstemming met het merk van Campina nog minder wordt. Dominerend op de verpakking is feitelijk de aandui ding geitenmelk en niet het teken Cabrima.De verpakking voor geitenmelk onderscheidt zich nog meer van verpakkingen voor koemelk  en daarmee van de verpakkingen van Campina — door de afwijkende inhoudsmaat.
 
De rechtbank begrijpt dan ook dat de pijn voor Campina vooral zit in het gebruik van het teken Cabrima in een ovaal met het gebruik van de kleur groen. Campina stelt dat dit groene logo, gebruikt voor kaas, van CBM in ontoelaatbare mate overeenstemt met haar beeldmerk dat ook ovaalvormig en hoofdzakelijk groen is.

Na protest van Campina gebruikt CBM echter sindsdien meer algemeen en ook voor kaas het rode logo. Campina heeft niet betwist dat CBM het logo niet meer gebruikt en van de beweerdelijk inbreukmakende productverpakking zijn ook geen geschikte afbeeldingen overgelegd. Veronderstellenderwijs er van uitgaande dat het groene logo in ontoelaatbare mate overeenstemt met het beeldmerk is het volgens de rechtbank bovendien niet aannemelijk dat dit gebruik zoveel impact zal hebben gehad bij het relevante publiek dat gesproken kan worden van enige “nawerking”. Campina heeft ook niet onderbouwd dat het oude logo nog in enige mate “voortleeft in de herinnering van het publiek.

De slotsom is dat de vorderingen van Campina worden afgewezen. “Naar oordeel van de rechtbank is er onvoldoende overeenstemming tussen de merken van Campina en de tekens van CBM om te concluderen tot verband tussen merk en teken. Nu associatie niet aannemelijk is geworden is er ook geen sprake van verwarringsgevaar. De afwezigheid van overeenstemming zal het publiek geen samenhang tussen de merken doen vermoeden en voert tot de conclusie dat er ook geen sprake is van verwateringsgevaar. Bij haar oordelen weegt de rechtbank mee dat de overeenstemming tussen de waren moet worden gerelativeerd. Geitenmelk onderscheidt zich van koemelk.

Lees het vonnis hier.

IEF 2873

Bewerken & mededingen

vsnv.bmpBoekblad bericht dat volgens de NMa de adviestarieven die door de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) en haar contractpartners in de modelcontracten VvL/GAU zijn opgenomen, in strijd zijn met de Mededingingswet.

“In tegenstelling tot wat de Volkskrant vandaag schrijft, gaat het niet alleen om het tarief per woord van de literaire vertalers. Ook de percentages die zijn opgenomen in het modelcontract voor oorspronkelijk werk en alle andere tarieven en afgeleiden daarvan, dus bijvoorbeeld ook die voor scenarioschrijvers, zijn in strijd met de Mededingingswet. Dit geldt ook voor de scenaristen verenigd binnen de VsenV.”

De VSenV besluit de tarieven voorlopig te schrappen, maar legt zich er niet bij neer.

Lees hier meer (alleen abonnees).

IEF 2872

Hamerstuk

Wijziging Goedkeuringswet inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) (30.633)  

Dit wetsvoorstel strekt tot nakoming van de toezegging aan de Eerste Kamer te bevorderen dat in de Goedkeuringswet bij het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (30.403) een parlementair instemmingsrecht bij besluiten van het Comité van Ministers wordt opgenomen.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 31 oktober 2006 als hamerstuk afgedaan.

Lees hier meer.

IEF 2871

Hameropbrengst

BTR.bmpO.a. nu.nl bericht over koninklijk volgrecht: “ Een tekening van toen nog prinses Beatrix heeft dinsdagmiddag op een veiling bijna 12.000 euro opgeleverd. Veilinghuis Sotheby's in Amsterdam spreekt van een groot succes. (…) De koningin verdient zelf ook nog wat aan de veiling van haar tekening. Volgens dit jaar ingevoerd recht krijgt de koningin 3 procent van de hameropbrengst, ongeveer 330 euro.  Lees hier meer.