Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
20.052 artikelen gevonden
IEF 1714

Botcement

Rechtbank 's-Hertogenbosch, 16 februari 2006, LJN: AV2919. Heraeus Kulzer GmbH tegen Biomet Nederland B.V.

Botcementzaak. Presentatie als identiek product, misleidende reclame en merkinbreuk door ex-afnemer. Nagenoeg identieke verpakking  mag wel gebruikt blijven worden. Vonnis met heel veel (r)-etjes.

Heraeus is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de ontwikkeling, productie en distributie van botcement. Botcement wordt gebruikt bij het vastzetten van bijvoorbeeld heup- of knieprotheses in het bot. Het belangrijkste botcement van Heraeus betreft het door haar geproduceerde botcement REFOBACIN(r) PALACOS(r) (hierna: PALACOS). Biomet is een toeleverancier van orthopedische producten. Sinds april 2001 heeft Biomet botcement producten van Heraeus afgenomen en deze op een niet-exclusieve basis in Europa verhandeld tot februari 2005.

Heraeus heeft op 10 februari 2005 aan Biomet c.s. en andere afnemers medegedeeld dat zij de distributierelatie beëindigde en de rechtstreekse levering van PALACOS aan artsen en ziekenhuizen per 31 augustus 2005 ter hand zou nemen. Biomet heeft vervolgens besloten om een eigen botcement te ontwikkelen en op de markt te brengen onder de naam REFOBACIN(r)BONE CEMENT R.

Reclame: Heraeus vindt de reclamecampagne van Biomet voor REFOBACIN(r)BONE CEMENT misleidend en daarmee onrechtmatig. (…) Heraeus heeft gesteld dat Biomet in haar reclame uitingen met zoveel woorden heeft medegedeeld dat het nieuwe product dat Biomet op de markt brengt "identiek" zou zijn aan het door Heraeus vervaardigde product, terwijl het in werkelijkheid er duidelijk van verschilt. Ter terechtzitting heeft Biomet echter uitdrukkelijk erkend dat beide producten niet identiek zijn. De rechter neemt dit dan ook als uitgangspunt voor de beoordeling van dit geschil.

De rechter maakt echter voorshands op dat Biomet kennelijk wel eerder op enig moment in haar reclamecampagne te kennen heeft gegeven dat de producten, in zoveel woorden, identiek zijn, zoals als ook min of meer wordt erkend in de pleitnota van Biomet. En ook uit de door Heraeus overgelegde "sales organiser", welke kennelijk enkel en alleen bedoeld was voor intern gebruik voor medewerkers van Biomet en welke bedoeld is als instructiemap waarin de marketing materialen voor het nieuwe Biomet product zijn opgenomen en verder tot doel had de verkopers van Biomet te instrueren hoe zij het nieuwe product in de markt dienden aan te prijzen, blijkt voorshands dat de gehele strategie van Biomet er op gericht is (geweest) om afnemers de boodschap mee te geven dat het hetzelfde product betreft, met slechts een nieuwe naam. Letterlijk wordt in dit kader als strategie voor de lancering van het nieuwe product gekozen voor: "business as usual".

Ook is genoegzaam aannemelijk geworden dat Biomet in ieder geval in andere Europese landen gebruik maakt van reclameposters waarbij de naam van PALACOS is doorkruist en met een pijl verwezen wordt naar de nieuwe naam BONE CEMENT R. Naar het voorlopig oordeel van de rechter past ook dit in dezelfde lijn van (Europees) campagne voeren door Biomet, waarbij op zijn minst de indruk wordt gewekt dat sprake is van een identiek product.

Tenslotte schept ook het feit dat Biomet voor haar nieuwe product gebruik maakt van dezelfde productnummers als die voorheen gebruikt werden bij het product van Heraeus, bij afnemers de verwachting dat sprake is van een identiek product.

Voorshands dient derhalve te worden aangenomen dat Biomet misleidende reclame heeft gemaakt voor haar product.

Verpakking: De vordering van Heraeus om Biomet te verbieden gebruik te maken van de verpakking van REFOBACIN(r)BONE CEMENT R dient naar het oordeel van de rechter te worden afgewezen. Weliswaar is de rechter het met Heraeus eens dat de verpakkingen nagenoeg identiek zijn. Echter, in de omstandigheid dat Heraeus sinds jaar en dag zonder bezwaren heeft ingestemd met het gegeven dat haar product werd verkocht in een verpakking van (de rechtsvoorgangers van) Biomet en in de standaard huisstijl van (de rechtsvoorgangers van) Biomet, ziet de rechter aanleiding de vordering  af te wijzen. Niet betwist is dat de verpakking van het product van Biomet in lijn is met de verpakkingen voor de gehele productgroep.

Merkgebruik: Volgens jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, betreffende de uitleg van artikel 6 lid 1 sub c Merkenrichtlijn (richtlijn 89/104), kan het gebruik van een merk nodig zijn in de zin van dit artikel wanneer het in de praktijk het enige middel is om het (relevante) publiek begrijpelijke en volledige informatie te verstrekken over de bestemming van een product. Bij het onderzoek of andere middelen kunnen worden gebruikt om dergelijke informatie mee te delen, moet onder meer rekening worden gehouden met het eventuele bestaan van technische standaarden of van normen die gewoonlijk worden gebruikt voor het type van het product dat door de derde in de handel wordt gebracht en bekend zijn bij het publiek waarvoor dit type van product is bestemd. Er is echter wel sprake van een loyaliteitsverplichting tegenover de legitieme belangen van de merkhouder. Het gebruik van een merk is met name dan niet in overeenstemming met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel, wanneer:
- het merk aldus wordt gebruikt dat de indruk kan ontstaan dat er een commerciële band tussen de derde en de merkhouder bestaat;
- dit gebruik de waarde van het merk aantast doordat ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit het onderscheidend vermogen of de reputatie ervan;
- de goede naam van dit merk wordt geschaad of kleinerende uitlatingen over dit merk worden gedaan;
- of de derde zijn product voorstelt als een imitatie of namaak van het product voorzien van het merk waarvan hij niet de houder is.

Onbetwist is dat Heraeus de rechthebbende is op het Beneluxmerk PALACOS(r). Voorts staat vast dat Biomet, zonder daarvoor toestemming te hebben verkregen van Heraeus, in ieder geval in haar brief van 24 augustus 2005 gebruik heeft gemaakt van de merknaam PALACOS(r), als ook dat zij in campagnes in andere Europese landen gebruik heeft gemaakt van posters met daarop de merknaam PALACOS(r). Gezien ook hetgeen is overwogen en het feit dat Biomet het merk PALACOS(r) van Heraeus heeft gebruikt om haar eigen product te promoten in het economisch verkeer, is de rechter voorshands van oordeel dat Biomet daarmee een ongerechtvaardigd voordeel heeft getrokken uit de reputatie van het merk PALACOS(r). De vordering onder ligt derhalve eveneens voor toewijzing gereed.

Naast rectificatie en dwangsommen e.d. gebiedt de voorzieningenrechter Biomet met onmiddellijke ingang elk gebruik van mededelingen dat REFOBACIN(r)BONE CEMENT R, in zoveel woorden, identiek is aan REFOBACIN(r)PALACOS en mededelingen en/of mededelingen van gelijke strekking, althans enigerlei vorm van betrokkenheid bij dit soort uitlatingen, te staken en gestaakt te houden en overigens te verbieden misleidende mededelingen openbaar te (doen) maken terzake van de producten onder het merk REFOBACIN(r)BONE CEMENT R, in Nederland en daarbuiten.

Gebiedt Biomet al het reclame materiaal waarin reclame wordt gemaakt met - vergelijkbare versies van - de kernboodschap dat BIOMET BONE CEMENT en PALACOS(r)botcement identieke producten met een andere naam zouden betreffen binnen veertien dagen na de datum van het ten dezen te wijzen vonnis door haar vertegenwoordigers bij de betreffende artsen en apothekers te doen terughalen;

Beveelt Biomet o.a. om binnen veertien dagen na het ten dezen te wijzen vonnis ieder gebruik van het merk PALACOS(r) alsmede alle andere merken van Heraeus in de Benelux, dan wel ieder onrechtmatig handelen van de in de dagvaarding bedoelde aard in Nederland, met onmiddelijke ingang te staken en gestaakt te houden. Dit verbod geldt niet voor de voorraden die Biomet op basis van de overeenkomst uit 1993 nog onder haar heeft.

Lees het vonnis hier.

IEF 1713

Het merk Brood

O.a. de Stentor bericht dat de Xandra Brood gisteren in Haarlem een kort geding heeft gewonnen  in een geschil met twee mediums die een boek, Hemels Brood, volschreven met berichten uit het hiernamaals die haar overleden man, zanger en schilder Herman Brood, aan het duo doorgegeven zou hebben. (Wie het vonnis heeft mag het vanzelfsprekend mailen).

“Haar zaakwaarnemer Patrick Groeneveld - Xandra zelf wil geen commentaar leveren op de zaak - vertelt: ‘Wij zijn een zaak begonnen omdat er een boek is uitgebracht waar zowel teksten als afbeeldingen in staan die onnodig grievend zijn voor Xandra. Ook maakt dit boek inbreuk op de auteursrechten van het merk Brood.’

Want wat blijkt het geval? De twee ‘schrijfsters’ die zeggen van gene zijde boodschappen van Herman te ontvangen, hebben niet alleen persoonlijke, nogal opvallende ‘statements’ van de artiest opgetekend, ze hebben bovendien ‘zijn’ schilderijen in het boekje opgenomen. (…) ‘De verspreiding en openbaarmaking van het boek wordt gestopt’, aldus Groeneveld. ‘De uitgeverij heeft ook de voorraad boeken die nog bij hen aanwezig was naar ons opgestuurd.’" Lees hier meer.

IEF 1712

Opleuken (2)

In navolging van PimpMyGrave (hier) zal ook het EO-programma ‘Pimp my life’ op 7 maart onder een nieuwe naam worden uitgezonden.

In het programma wordt een zwerver binnen één week weer op de goede weg geholpen. Dit alles natuurlijk niet na de verplichte uiterlijke metamorfose, een overnachting in een duur hotel, een rondrit in een limousine en diners in luxe restaurants. Daarbij krijgt hij onderwijs in etiquetteregels en ondergaat hij een sollicitatietraining.

De sommatie van MTV kwam voor de EO als een verrassing: “Wij vonden de naam heel goed passen bij het programma, het is lekker eigentijds. Dat MTV het alleenrecht heeft op 'pimp my' was ons niet bekend.”

De tv-gidsen van de komende weken duiden het programma overigens nog aan met zijn oude naam. “We kunnen daar echt niets meer aan doen. Laten we hopen dat MTV daar geen probleem van maakt.”, aldus een woordvoerder van de EO. Een nieuwe naam moet nog worden verzonnen.

IEF 1711

Handen en voeten

Handelingen nr. 51, pag. 3379-3386, 2e Kamer. Debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 9 februari 2006 over Cultuur en economie

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA): Voorzitter. Ik wil graag een motie indienen over de kansenzones. (…) EZ is ondertussen begonnen om de kansenzones op te zetten, in de eerste plaats voor starters en snelle groeiers. Het zou eigenlijk de bedoeling moeten zijn dat het gaat gelden voor de creatieve industrie. (…) De kansenzones zouden dan bijvoorbeeld ook gebruikt kunnen worden om de auteursrechten meer handen en voeten te geven.

Ik dien hiertoe de volgende motie in. “De Kamer, gehoord de beraadslaging, van mening dat de verbinding tussen innovatie, creativiteit en ondernemerschap gewaarborgd moet worden; constaterende dat de kansenzones bedoeld zijn om een versnelling van innovatieve bedrijvigheid te bewerkstelligen; overwegende dat ondersteuning bijvoorbeeld in de vorm van ruimte, coaching en assistentie bij de aanvraag van subsidies en vergunningen, creatieve ondernemers een flink eind op weg kan helpen; overwegende dat de kansenzones tot nu toe vooralsnog gericht zijn op starters en snelle groeiers; verzoekt de regering, de kansenzones uitdrukkelijk ook toe te spitsen op de ontwikkeling van de creatieve industrie en de Kamer vóór 1 mei aanstaande te berichten over de wijze waarop zij dat wil doen, en gaat over tot de orde van de dag.”

IEF 1710

Ingewikkeld dossier

Handelingen nr. 18, pag. 879-908, 1e Kamer.  Beleidsdebat over het onderdeel Cultuur in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie OCW (VIII) voor het jaar 2006 (30300 VIII) – Publieke omroep.

Mevrouw Tan (PvdA): (…) Tot voor kort werden programma’s aangekocht voor een uitzending in prime time en twee herhalingen, waarna de rechten terugvielen naar de makers. De ophanden zijnde verschuiving naar op afroep-mediagebruik moet leiden tot een heroverweging op de rechten ten aanzien van de content ten behoeve van hergebruik. Het niet opnieuw kunnen presenteren van bestaand materiaal door ontraceerbare of oncoöperatieve rechthebbenden is daar op dit ogenblik een te grote belemmering voor. Het COPEparadigma (Create Once - Publish Everywhere) moet de sleutel worden tot zowel creativiteit als kosteneffectieve productie.

Er zal een nieuwe regeling moeten komen voor het waarborgen van maximaal rendement voor hergebruik van met publieke middelen geproduceerd materiaal. Misschien is te denken aan een soort verzekeringsfonds, of aan een incassoregeling zoals destijds Buma/Stemra. Het vastleggen van producten in direct en makkelijk voor publiek toegankelijke archieven om on demand publieke media op alle platforms te gebruiken, zal de komende tijd immers van toenemend belang worden. Wat gaat de regering op dit punt ondernemen?

Staatssecretaris Van der Laan: (…)De rechtenproblematiek is een heel ingewikkeld dossier, maar het moge duidelijk zijn dat de publieke omroep de beschikking heeft over een aantal rechten en dat hij die ook mag exploiteren. Dat is de publieke omroep trouwens verplicht te doen volgens het Europese recht. Er mag immers geen valse concurrentie ontstaan met de commerciële bedrijven. Dus waar de Tweede Kamer mij vraagt om de rechten niet te gebruiken, vraagt Europa mij om die rechten juist wel te exploiteren, omdat er anders valse concurrentie ontstaat. Als je dan kijkt naar de open source en open standaarden, geldt ook dat totale denkkader voor de redenering van de heer Vendrik. Zo heeft bijvoorbeeld de VPRO een open-source content management systeem ontwikkeld, dat bij veel organisaties ook buiten de publieke omroep in gebruik is. Daar waar het aansluit op dat denken, wordt dat zoveel mogelijk gedaan, vanuit die verantwoordelijkheid en vanuit de publieke taak geredeneerd.   

(..) Wij zijn eigenlijk permanent bezig met de auteursrechten, mede vanwege de technologische ontwikkelingen. Dit is een uiterst ingewikkelde materie, want je kunt niet één punt bepalen en dan zeggen dat het de komende twintig jaar zo zal werken. Wij zijn zelfs bang dat wat wij ook vastleggen, een dag later alweer achterhaald is. Dat maakt de rechtenkwestie zo moeilijk. Wij proberen de verschillende situaties die zich bij de publieke omroep kunnen voordoen, zo goed mogelijk een plek te geven in het bestaande auteursrechtelijke kader.

IEF 1709

Niet Hersteld

O.a. het Reformatorisch Dagblad bericht dat de Protestantse Kerk in Nederland een dezer dagen de dagvaarding voor een kort geding verstuurt aan de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk.

De PKN zal de rechter zal vragen de HNHK te verplichten zich te houden aan een eerder gesloten naamsovereenkomst met de PKN. “In augustus 2004 tekenden de dr. B. Plaisier, scriba van de PKN, en ds. R. van Kooten, de toenmalige scriba van de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk, een overeenkomst waarin vastgelegd werd dat de HNHK voortaan de naam Hersteld Hervormde Kerk zou gebruiken.

Reeds eerder zei ds. D. Heemskerk, de preses van het moderamen van de HNHK, in deze krant dat de naamsovereenkomst destijds getekend werd onder voorbehoud van goedkeuring door de synode:

„We hebben destijds heel duidelijk gecommuniceerd dat we kerk en gemeenten pas dan aan de nieuwe namen zouden kunnen binden, als deze in tweede lezing zouden zijn aanvaard door de synode en dat we voor die tijd niets definitiefs konden toezeggen. Anders zouden we tegen de eigen kerkorde in handelen.”De synode van de Hersteld Hervormde Kerk besloot op 28 januari definitief de naamsovereenkomst met de PKN af te wijzen.

Vervolgens werd besloten terug te keren naar de oude naam Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk.”De website van de afgesplitse gemeenten zijn de hersteld-hervormden "niet van plan uiterlijk morgen af te zien van de naam Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk of op de proppen te komen met een nieuwe naam, zegt synodevoorzitter ds. D. Heemskerk. ,,In een brief aan de Protestantse Kerk hebben we onze bezwaren duidelijk gemaakt en om tijd gevraagd voor bezinning. In ieder geval tot begin april, als onze synode weer samenkomt. Als de Protestantse Kerk een kort geding aanspant, moet ze dat maar doen. Dan zien we elkaar bij de rechter.

We laten ons niet in de hoek zetten.'' De synodevoorzitter zegt teleurgesteld te zijn in de houding van de Protestantse Kerk. ,,Zo ga je in de kerk toch niet met elkaar om. Het heeft ook lang geduurd voor de naam Protestantse Kerk werd geaccepteerd. Daarvóór werden andere namen afgewezen. Dat zou de PKN tot redelijkheid moeten brengen.'' Lees hier en hier meer.
IEF 1707

Groen als gras

Rechtbank Breda, 27 februari 2006, KG ZA 06-6. The Scotts Company tegen Mivena Holding. (Met dank aan Klos Morel Vos en Schaap).

Scotts beroept zich in het geschil met kunstmestconcurrent Mivena op haar beeld en woordmerken, maar gaat met lege handen naar huis. Sterker nog, Scotts krijgt van de rechter te horen dat een door haar ingeroepen woordmerk een postkantoormerk is en geen onderscheidend vermogen heeft.

Mivena zou met haar groen-wit ovaalvormige logo inbreuk maken op Scotts groen-wit ovaalvormige logo. De rechtbank constateert, niet verassend, wel visuele overeenstemming van de figuratieve elementen, maar stelt dat in het algemeen geldt dat niet waarschijnlijk is dat figuratieve elementen op zichzelf een beeldmerk zullen domineren, omdat het woordelement het meeste opvalt en het woordelement als teken van herkomst zal worden onthouden. Dat is in dit geval ook zo. Het groen-wit ovaalvormige logo is in slechts in zeer geringe mate onderscheidend, ovale vorm is zeer gebruikelijk en de kleur groen is zelfs beschrijvend voor grasperkonderhoudsproducten. De gebruikte woordelementen bepalen de, daardoor niet overeenstemmende, totaalindruk. Geen gevaar voor verwarring.

Met betrekking tot Mivena’s woordmerk Granumaster beroept Scotts zich op haar woordmerk Greenmaster. Greenmaster is volgens de rechtbank echter geen emergent merk, heeft dus zelf geen onderscheidend vermogen en kan niet worden ingeroepen tegen het merk Granumaster.

Van nodeloze verwarring door aanhaken is volgens de rechtbank ook geen sprake. Mivena heeft voldoende afstand genomen van de producten van Scotts en ook de afnemers van de producten zijn voldoende gespecialiseerd en geïnformeerd , ondermeer via internet, om bijvoorbeeld het doel van de door partijen voor het assortiment gebruikte kleurstellingen te begrijpen. De vorderingen worden als ongegrond afgewezen. Lees het vonnis hier.

IEF 1706

Left hook is geen right hook

Rechtbank Den Haag, 28 februari 2006, KG ZA 06-114. Hi-Tek Office S.R.L. vs. Celebration Benelux B.V. Vonnis in kort geding over modelinbreuk horloges.

Hi-Tek beschikt over twee gemeenschapsmodellen met betrekking tot de U-Boat horloges. Kenmerkend voor de U-Boat horloges is (o.a.) de zogenaamde "left hook", waarbij de kroon (met dop) zich aan de linkerkant van het horloge bevindt in plaats van aan de meer gebruikelijke rechterkant.

Celebration produceert horloges onder de naam TW Steel. De hier betreffende TW Steel horloges vertonen dezelfde stijlkenmerken als de U-Boat horloges. TW Steel horloges zijn geproduceerd in zowel een left hook als een right hook variant. Hi-Tek spreekt Celebration in dit kort geding aan wegens modelinbreuk.

De voorzieningenrechter begint met het bestuderen van het Umfelt en komt tot de conclusie dat de vormgeving van de U-Boat horloges aansluit bij de in de tweede wereldoorlog ontwikkelde canteen style horloges voor militair personeel, alsmede bij de stijl van horloges zoals deze specifiek zijn ontwikkeld voor duikers. Deze horloges bevatten typisch een grote dopmoer die over de kroon van het horloge valt (ten behoeve van water- en stofdichtheid) en met een pakking op het huis van het horloge aansluit. De horloges worden uitgevoerd in een sobere stijl. Daarnaast worden er hoge eisen gesteld m.b.t. de afleesbaarheid (dus: grote duidelijke markering van de tijdseenheden).

De horloges van zowel Hi-Tek als van Celebration vertonen al deze stijlkenmerken. Toch oordeelt de voorzieningenrechter dat de modellen van U-Boat een duidelijk verschillende algemene indruk wekken ten opzichte van het Umfelt gezien de keuze voor het weergeven van slechts 3 cijfers: de 4, de 8 en de 12; de wijze van het aangeven van tijdseenheden (grote strepen met afgeronde kanten) en het verkleinen van de kroon en dop ten opzichte van wat gebruikelijk was in het Umfelt. De ingeschreven modellen van Hi-Tek zijn nieuw en komen een eigen karakter toe. Er is dus sprake van een geldig modelrecht.

Celebration produceert de gelijkende horloges in zowel de "left hook" als de "right hook" variant.

De voorzieningenrechter vergelijkt de modellen van Hi-Tek en de modellen van Celebration binnen de ontwerpvrijheid die Celebration had gelet op het Umfelt. Daarbij komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat 2 van de 8 door Hi-Tek aangevoerde Celebration modellen inbreuk maken op de modelrechten van Hi-Tek. De ontwerper van de TW Steel modellen is, aldus de voorzieningenrechter, ten aanzien van de dop nauwelijks afgeweken van de keuzes die gemaakt zijn bij de vormgeving van de dop van de U-Boat modellen. Echter maken alleen de modellen met een left hook inbreuk op de modelrechten van Hi-Tek omdat niet gesteld kan worden dat de modeldepots van Hi-Tek, waarop enkel een left hook te zien is, ook een right hook model horloge beschermen.

Celebration wordt veroordeeld de productie van de left hook variant van het TW Steel horloge te staken. Iets wat ze trouwens al na de eerste sommatie hadden gedaan.

Lees het vonnis hier.

IEF 1705

Dubbele overtreding

Het Dagblad van het Noorden bericht dat verwijdering van een kunstwerk in Loppersum, zonder medeweten van de kunstenaars, indruist tegen het auteursrecht. "Het is een overtreding van het persoonlijkheidsrecht van de kunstenaar. Het lijkt op een dubbele overtreding, omdat de omgeving is veranderd, omdat een deel van het kunstwerk is verwijderd en omdat het is beschadigd", zegt advocaat Johan van Stempvoort.

De gemeente verwijderde  in november 2005 een kunstwerk dat sinds 1987 bij de plaatselijke Beatrixschool in het dorp stond. De gemeente informeerde de drie makers van het kunstwerk niet, omdat ze hen niet kon traceren. De, inmiddels kennelijk teruggevonden kunstenaars van Vormgevers Kollektief Lichen uit Groningen blijken echter  'not amused' te zijn over de verwijdering van hun Gesammtkunstwerk. Aan een oplossing wordt gewerkt: “Na een raadsdebat maandagavond is besloten een commissie van wijze mannen een oplossing voor het probleem te laten bedenken.” Lees hier en hier meer.

IEF 1704

Patent op een octrooi?

Zou er niet op iedere nieuwsredactie een IE-specialist moeten zitten? Waarschijnlijk niet, maar het zou wel helpen tegen tenenkrommende koppen als "Wie heeft het patent op een octrooi?". Lach hier iets meer.