Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
20.046 artikelen gevonden
IEF 1033

Tegen de bierkaai

Aanbieders van werken onder Creative Common licenties moeten er rekening mee houden dat Creative Common niet voorziet in juridische bijstand wanneer derden de werken van deze aanbieders toch op commerciële basis aanbieden.

3voor12 meldt dat muzikant Marco Raaphorst, na Creative Commons op de hoogte te hebben gesteld dat 'internetdieven' met zijn muziek aan de haal waren gegaan, te horen kreeg dat "Creative Commons geen juridisch advies mag geven omdat het een non-profitorganisatie is".

Raaphorst werd wel geïnformeerd welke (gebruikelijke) weg hij kon bewandelen in geval van confrontaties met piraterij: "Eerst spreek je de maker van de site daarop aan. Die stuur je gewoon een mailtje. Als dat niet helpt, stap je naar de service provider. Die is verplicht de illegale inhoud van de site te verwijderen. Als dat ook niet helpt, kun je naar de rechter."

Dat Creative Commons niet is aangesloten bij Stichting Brein, zoals bijvoorbeeld Buma./Stemra, heeft volgens Bas Vissers van Creative Commons vooral een principiële reden: "In principe kan iedereen zich aansluiten bij Stichting BREIN. Maar muzikanten die hun muziek bij CC onderbrengen, zetten zich volgens mij bewust af tegen Buma/Stemra. Buma/Stemra en Creative Commons zijn twee heel verschillende systemen. Buma/Stemra exploiteert het werk van de componisten die bij hen zijn aangesloten, terwijl dat bij Creative Commons juist niet de bedoeling is. Eigenlijk beperk je je eigen rechten omdat je zegt dat in principe iedereen het mag gebruiken tenzij... En dan kun je nog kiezen uit allerlei verschillende voorwaarden."

Raaphorst laat zich daar niet door weerhouden. "Het is inderdaad vechten tegen de bierkaai, maar het gaat om het principe. Het gaat erom dat muziek verspreid en gebruikt mag worden voor niet commerciële doeleinden. Dat moet zo blijven en daarom moeten we laten zien dat we er iets tegen doen."

Of Raaphorst inmiddels juridische steun door geroepen IE-juristen is aangeboden, wordt niet vermeld.

Lees hier bericht 3voor12 en hier eerder bericht IEForum over Creative Commons.

IEF 1032

Europawijd

Voor toekomstige promovendi op het gebied van exploitatiebevoegdheden in het auteursrecht: Toespraak van Charlie McCreevy (EC, Interne Markt), waarin hij aankondigt dat de EU hard gaat werken aan 'Europe-wide copyright licences'. 

"Europe’s model of copyright clearance belongs more to the nineteenth century than to the 21st. Once upon a time it may have made sense for the member state to be the basic unit of division. The internet overturns that premise. In the nineteenth century, music was primarily performed in cafés, bars or music halls that needed to be monitored locally by local societies. But this is no longer the only or even most important way the Europeans consume music. While technology has advanced, the way we license music has not kept pace.

Making it easier to clear copyright and to secure Europe-wide licences is an essential part of this approach. We need a new a new generation of copyright licensing models more in tune with the Internet-age. The Commission, therefore, has examined how to remove the main obstacles holding back the market by (1) introducing effective models for cross-border licensing of copyright-protected content in the online environment; and (2) introducing better governance in how collective managers work. Our proposal sets forth a credible system to achieve an EU-wide license in line with the ubiquity of the Internet." Lees volledige toespraak hier.

IEF 1031

Deze week in Utrecht

Woensdag a.s. hoopt Bart Lenselink in Utrecht te promoveren op het proefschrift "De verlening van exploitatiebevoegdheden in het auteursrecht: een rechtsvergelijkend onderzoek naar overdracht en licentieverlening in auteursrechtelijke exploitatieverhoudingen naar Nederlands, Duits en Amerikaans recht". Aanvang 16.15 uur, Senaatszaal Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht.

- Donderdag a.s. zal Prof. Dr. Jane C. Ginsburg (o.a. Columbia Law School) een naar lezing geven met de titel "Liability for Facilitating Copyright Infringement: Anticipating the Après-Grokster". Locatie: Raadszaal, Achter Sint Pieter 200 (ongeveer 300 meter van het Molengraaff Instituut) te Utrecht. Aanvang 16:00 uur. Meer informatie bij het CIER.

IEF 1030

Een nul erbij

eBase meldt dat het Rotterdamse communicatiebureau in1 zijn naam heeft gewijzigd en vanaf vandaag verder gaat onder de naam IN10 Communicatie. Reden hiervoor is een handelsnaamconflict met een ander (niet genoemd) Rotterdams bedrijf. Managing Director Xander Zuidgeest van IN10 Communicatie lijkt het erg te vinden: "We voerden de naam in1 pas sinds januari 2004 en hebben daarom gekozen voor een pragmatische aanpak. Een nul erbij en een krachtige aanvulling op onze huisstijl".

IEF 1029

Ter plaatse

Aardige aanvulling op het Fatboy vonnis: rechtbankverslag van een ter plaatse aanwezige weblogger. "Scholtz (bedoeld is Diederik Stols - IEF) pakt een kussen en legt het op de tafel van rechter Du Pon. “Dit is mijn eigen hoofdkussen. Fatboy is niets anders dan een opgeblazen kussen. Dit kussenmodel is niet te monopoliseren. ‘The Original’ is een pretentieuze naam. Het product is een opeenstapeling van modieuze en functionele elementen, kortom banale vormgeving. Je hoeft geen geschoold ontwerper te zijn om iets dergelijks te maken. Het merk Fatboy is gewoon goed gepromoot. Zijn succes wordt veroorzaakt door goede marketing en publiciteit.”
 
Limperg: “Er rust auteursrecht op dit werk: Het zitkussen met deze specifieke vormgeving. Ook kunstenaar Claes Oldenburg vergrootte in de jaren zestig gebruiksvoorwerpen, blies ze op en stelde ze tentoon als kunst. Denk aan de troffel in het park van Museum Kröller Müller. De impact hiervan is origineel en overrompelend. Dit geldt ook voor de Fatboy. Dat deze de mensen aanspreekt mag blijken uit het commerciële succes. Het is karakteristiek, er zit ‘schwung’ in het ontwerp.” lees hier meer.
IEF 1028

Kinderen, huizen en kredieten

- CMC in actie tegen ban op kinderreclame. In een brief vandaag aan staatssecretaris Medy van der Laan heeft het CMC, de koepelorganisatie van de communicatiebranche, haar verbazing uitgesproken over haar voornemen alle commerciële zendtijd bij de Publieke Omroep rondom kinderprogrammering in de ban te doen.(...) Het CMC wijst op de zelfregulering via de Reclame Code Commissie, de activiteiten van Sire en van de Stichting Reclamerakkers. De SRR heeft, samen met een groot aantal relevante organisaties op het gebied van kinderen, media en reclame in de Nederlandse samenleving, een initiatief genomen voor zelfregulering. Zij probeert van kinderen ‘mondige consumenten’ te maken via het onderwijs.

- Verzekeringsadviseurs hekelen HenkWestbroek-spotje. In het spotje voor de Vereniging Eigen Huis (VEH) beweert de Utrechtse zanger dat hypotheekadviseurs een reisje naar een tropisch eiland verdienen aan elke hypotheek die ze afsluiten. 'De reclame is feitelijk onjuist en misleidend. Financieel adviseurs worden neergezet als zakkenvullers die meerdere keren per jaar afreizen naar de Malediven, aldus Wilbert Schellens, de directeur van NBVA. Deze belangenorganisatie van verzekeringstussenpersonen heeft een klacht ingediend bij de Reclame Code Commissie.

- Reclame leningen verder aan banden. Kredietverstrekkers moeten beter natrekken of mensen een lening aankunnen. Ook de reclame op leningen gaat het Rijk verder aan banden leggen.
Minister Dekker van VROM wil met deze maatregelen voorkomen dat mensen te veel financiële verplichtingen aangaan en zodoende in de problemen komen. Het kabinet wil deze kwestie met de nieuwe Wet Financiële Dienstverlening aanpakken, kondigt de minister aan.

Lees de volledige berichten op Adformatie.nl.

IEF 1027

Super Champion

Gerechtshof 's-Gravenhage, 22 september 2005, rekestnummer 05/519 (vandaag gepubliceerd). Aristocrat Technologies Australia tegen Benelux-Merkenbureau.

Alles behalve verrassende beschikking van het Hof. Eiser Aristocrat Technologies Australia PTY Limited heeft het woordmerk SUPER CHAMPION voor de Benelux gedeponeerd voor (computer)spellen. Het BMB weigert de inschrijving omdat het teken over onvoldoende onderscheidend vermogen beschikt. De weinig creatieve argumenten van de eiser kunnen het tij niet keren. Het Hof wijst het verzoek van Aristocrat af en het teken SUPER CHAMPION blijft daar waar het hoort: in het publieke domein.

7. Het als woordmerk gedeponeerde teken bestaat uit het woord ‘super’, gevolgd door het woord ‘champion’. De betekenis van die woorden is van belang voor de wijze waarop het gehele teken zal worden begrepen. ‘Super’ betekent over, boven, zeer (Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal, 13e druk). Het is een veelgebruikte kwalificatie, vergelijkbaar met ‘geweldig’, ‘top’, ‘eerste-klas’, etc. ‘Champion’ is het Engelse en Franse woord voor kampioen. Een gangbare betekenis van dat woord is de beste of winnaar. Het teken verkrijgt daarmee de letterlijke betekenis eerste-klaskampioen en wekt de indruk van een opeenstapeling van superlatieven. Bij gebruik in verband met waren, waaronder de waren waarvoor inschrijving van het teken wordt gevraagd, zal het in aanmerking komende publiek SUPER CHAMPION opvatten als een louter aanprijzende en niet onderscheidende mededeling: de/het allerbeste.

8. Anders dan Aristocrat aanvoert zal het Benelux-publiek in het teken niet méér zien. Het teken is samengesteld volgens de normale taalregels. Het Benelux-Merkenbureau heeft voorts met producties aannemelijk gemaakt dat de combinatie van de woorden super en champion veel samen voorkomen. Het hof volgt Aristocrat niet in haar betoog dat sprake is van een semantische dubbele bodem. Niet aannemelijk is dat - zoals zij stelt - het teken door het in aanmerking komend publiek vanuit meerdere invalshoeken zal worden begrepen, bijvoorbeeld als verwijzing naar ‘super kampioen onder de speelmachines’ en naar degene die – succesvol – de speelmachine bedient.

SUPER CHAMPION mist derhalve naar het oordeel van het hof (van huis uit) elk onderscheidend vermogen in de zin van artikel 6bis lid 1, onder b, nu het niet het vermogen heeft om waren, waaronder de betrokken waren, naar herkomst te onderscheiden. Aan dit oordeel kan niet afdoen, dat - naar Aristocrat aanvoert - het teken niet verwijst naar specifieke kenmerken van de betrokken waar.

Lees de beschikking hier.

IEF 1026

zodanig raadselachtig

Beschikking Gerechtshof 's-Gravenhage, 1 september 2005,  Rekestnummer: R04/403, LJN: AU3976. PM-International AG tegen Benelux-Merkenbureau. Beroep tegen weigering inschrijving FITLINE voor kleding.

Verzoeker wijst tevergeefs op de inschrijving van het teken als merk voor de betrokken waren in onder meer het Verenigd Koninkrijk ent Gemeenschapsmerkenregister.  Naar het oordeel van het Haagse Hof bestaat het teken uitsluitend uit beschrijvende aanduidingen. "Niet valt in te zien dat, zoals PM aanvoert, het begrip ‘fit(heid)’ niet een aanduiding van een kenmerk van waren kan zijn, of dat ‘line’ zodanig raadselachtig is, dat het niet, althans niet in de betrokken marktbranche, in de betekenis van productassortiment zal worden begrepen."

Gesteld noch gebleken is verder dat het teken een eigen betekenis heeft (gekregen) die los staat van de bestanddelen. Het teken vormt – integendeel – een onmiddellijk begrijpelijke aanduiding voor waren behorend tot een productenlijn of assortiment van gezonde waren, of waren die betrekking hebben op de bevordering van de gezondheid/conditie van mensen. Het depot omvat dergelijke waren. Het verzoek van PM tot inschrijving van het teken voor die waren of een deel van die waren, kan derhalve niet op deze grond worden toegewezen.

Omdat PM beroep doet op inburgering in een gedeelte van de Benelux, besluit  het hof echter zijn beslissing aan te houden totdat een antwoord is verkregen op eerdere prejudiciële vragen aan het HvJ en het BenGH (Bovemij Verzekeringen) Lees beschikking hier.

IEF 1025

Symptoomreclame

Kamerstuk 29359, nr. 11, Vaststelling van een nieuwe Geneesmiddelenwet; nader verslag. Ter voorbereiding op de plenaire behandeling van het wetsvoorstel worden een aantal vragen en opmerking ter beantwoording aan de regering voorgelegd. De volgende vragen worden gesteld ten aanzien van geneesmiddelenreclame:

De leden van de PvdA-fractie zijn van mening "dat er nog steeds in ruime mate sprake is van ongeoorloofde beïnvloeding van artsen, apothekers, wetenschappelijke verenigingen van artsen, patiëntenverenigingen en burgers door publieksreclame door de farmaceutische industrie. Kan worden aangegeven met welke frequentie en intensiteit ongeoorloofde geneesmiddelenreclame plaatsvindt c.q. heeft plaatsgevonden sinds de oprichting van de CGR in 1998" 

"In dit verband wijzen de leden van de fractie van de PvdA nogmaals op het onderzoek van de Volkskrant (mei 2005) waarin werd aangetoond dat € 0,5 mld. tot € 1 mld. kan worden bespaard via beter en strenger toezicht op reclame voor geneesmiddelen. Zij vragen of het verantwoord is te wachten tot de evaluatie van 2007, voordat hardere maatregelen genomen worden. Kan de regering aangeven in hoeverre artikelen betreffende reclame en gunstbetoon niet averechts werken op de door overheid en Tweede Kamer gewenste activiteiten van zorgverzekeraars om voorschrijvers te bewegen zo doelmatig mogelijk voor te schrijven en hen daarvoor te belonen?

Verder vragen de leden van de VVD-fractie ten aanzien van de reikwijdte en de begripsbepalingen: "Bij de herziening van de EU-richtlijn zijn ook bepalingen betreffende herinneringsreclame in artikel 89, tweede lid en artikel 91, tweede lid aangepast, terwijl die bepalingen op Europees niveau – met instemming van de Nederlandse vertegenwoordiging – weloverwogen zijn aangepast. Waarom zijn deze in de Nota van wijziging niet terug te vinden [...]"


Bovendien stellen de leden van de SP-fractie vast "dat de regering in elk geval ook van mening is dat in geval in  bewustwordingsspotjes direct dan wel indirect wordt verwezen naar een geneesmiddel of de fabrikant er wel degelijk sprake is van reclame. Zij zijn het niet met de regering eens dat het niet verontrustend is indien een campagne niet voldoet aan goede voorlichting en informatie. Zij wijzen erop dat met de zogenaamde bewustwordingsspotjes wordt bijgedragen aan medicalisering, door mensen eerder bewust te maken van een «kwaal» zal men eerder naar een pil grijpen die de financier van de campagne dan toevallig produceert. Ook uit de Engelse hoorzittingen kwamen aanbevelingen om de oprukkende symptoomreclame aan te pakken. Deelt de regering deze zorgen en wat gaat zij hieraan doen?"

Tot slot  stelt de VVD-fractie vragen ten aanzien van publieksreclame, dat wil zeggen reclame voor een geneesmiddel die gezien haar inhoud of de wijze waarop zij wordt geuit kennelijk ook voor anderen dan beroepsbeoefenaren is bestemd: "De regering geeft aan dat zij vergelijkende geneesmiddelenreclame niet wenselijk acht. Tevens geeft zij aan dat er situaties zijn waarin vergelijkende reclame toelaatbaar zou kunnen zijn. De leden van de VVD-fractie stellen hierover de volgende vragen. In welke situaties acht de regering vergelijkende reclame toelaatbaar? Is de regering van mening dat vergelijkende reclame mogelijk is indien bijvoorbeeld de ene pijnstiller ook ontstekingremmend of bloedverdunnend werkt en een andere weer niet? Heeft herinneringsreclame in de praktijk ooit tot problemen geleid?" Wordt vervolgd.

IEF 1024

Vrijdagmiddagbericht

Zibb.nl bericht over een uitspraak van de IE-kamer van de Allerhoogste Instantie: Volgens de christelijke organisatie CFT (Christenen voor de waarheid) is er een direct verband tussen de reclamecampagne voor Magnum 7 Sins (hebzucht, lust, jaloezie, wraakzucht, ijdelheid, luiheid en vraatzucht) en de daarop volgende slechte prestaties van producent Unilever.. Volgens CFT getuigen de problemen van de ijsdivisie, diepvries- en dieetproducten van Unilever van een goddelijk ingrijpen en dient Unilever berouw te tonen over de merken en de campagne. Lees hier meer.