Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
20.046 artikelen gevonden
IEF 900

Staat als een huis

Rechtbank 's-Hertogenbosch 12 september 2005 KG ZA 05-563. Miggiels tegen gedaagden. (Met dank aan Jan Willem Knipscheer, Van Doorne)

Gedaagde H wil een vrijstaande woning bouwen en treedt met meerdere bouwbedrijven in onderhandeling. Miggiels heeft als architect een schetsontwerp gemaakt, maar partijen zijn niet tot een overeenkomst gekomen. Gedaagde heeft de opdracht vervolgens aan Van B gegund. Miggiels heeft aangegeven dat zijn schetsontwerp niet mag worden gebruikt en heeft gedaagde  gesommeerd zijn auteursrecht te respecteren.

Miggiels vordert nu een verbod op inbreuk op zijn auteursrechten, in het bijzonder zijn tekeningen te verveelvuldigen of openbaar te maken door het (laten) bouwen van een woningen overeenkomstig die tekeningen. Gedaagden betwisten het auteursrecht op de tekeningen: uitsluitend een uitgewerkt ontwerp en niet een voorlopige schets kan auteursrechtelijke bescherming genieten. Bovendien is er sprake van een ontwerp in dezelfde landhuisstijl. Een stijl is niet auteursrechtelijk beschermd.

Allereerst overweegt de rechtbank dat het enkele feit dat een ontwerp zich nog in de schetsfase bevindt, op zichzelf niet aan auteursrechtelijke bescherming in de weg staat. Dit blijkt immers uit art. 10 lid 1 onder 8 van de Auteurswet. De rechtbank oordeelt dat het werk een eigen, oorspronkelijk karakter bezit en het persoonlijk stempel van de maker draagt. "De instructies zijn immers niet van dien aard dat daarmee elke creatieve inbreng van de architect is uitgesloten. [...] Daarmee is voldoende gebleken dat het schetsontwerp van Miggiels auteursrechtelijke beschermde elementen bevat."

Ook acht de rechtbank de ontwerptekeningen van Van B verveelvoudiging, te meer omdat de plattegronden vrijwel feilloos op elkaar passen. Bovendien is sprake van ontlening. Van B geeft immers aan geïnspireerd te zijn door de ontwerptekeningen van o.a. Miggiels. Conclusie: verveelvoudiging en dus inbreuk. Bovendien is het realiseren van een ontwerptekening in de vorm van het bouwen van een woning een openbaarmaking van die tekening en wordt op die manier eveneens inbreuk gemaakt op het auteursrecht van Miggiels.

Lees hier het vonnis

IEF 899

nieuwswaardig of Déjà vu

Soms duikt er iets op waarvan je eigenlijk niet meer weet of je het nou al kende of niet. "Stichting Nieuwswaarde is de auteursrechtenorganisatie voor freelance (foto)journalisten en programmamakers. Nieuwswaarde incasseert collectieve auteursrechtelijke vergoedingen en verdeelt deze onder de rechthebbende freelance journalisten en programmamakers. Het gaat hierbij om vergoedingen voor gebruik waarvoor de rechten niet (eenvoudig) door individuele journalisten of programmamakers kunnen worden uitgeoefend. Freelance (foto)journalisten en programmamakers kunnen zich gratis aansluiten bij Stichting Nieuwswaarde." Lees hier meer.

IEF 898

nawerking van de row 1910

Hoge Raad 9 september 2005, LJN: AT3135, C04/085HR, Navcom tegen Philips. Concurrerende routeplanners voeren de Hoge Raad terug in de tijd.
 
Het betwiste EP octrooi van Navcom betreft  'a vehicle guidance system', een navigatiesysteem voor automobilisten. Philips heeft, ondermeer in Nederland en Duitsland en Nederland, onder de naam 'Carin' een navigatiesysteem geïntroduceerd dat, anders dan dat van Navcom, op GPS is gebaseerd. Philips vordert in deze procedure nietigverklaring van het Nederlandse gedeelte van het octrooi van Navcom wegens gebrek aan inventiviteit, onvoldoende openbaarmaking en ongeoorloofde uitbreiding.

Rechtbank en hof oordeelden eerder tot nietigverklaring van het Nederlandse deel van het octrooi van Navcom, omdat "de gemiddelde vakman niet in staat is de daarin beschreven uitvinding na te werken en het daarom niet strekt tot verkrijging van enige uitkomst op het gebied van de nijverheid, zodat het octrooi niet had behoren te worden verleend." 
Philips voert in het incidentele beroep een uit twee onderdelen bestaand middel aan. Het eerste onderdeel betreft het overgangsrecht, het tweede de uitlegging van de ROW 1910 (het octrooi is in 1983 verleend). Onderdeel 1 strekt ertoe dat, hoewel de wetgeving die gold tijdens de looptijd van het onderhavige octrooi (waarvan de geldigheidsduur is verstreken op 6 januari 1999) niet de mogelijkheid kende tot nietigverklaring of vernietiging van het Nederlandse gedeelte van een Europees octrooi, zulks met ingang van 15 maart 2003 alsnog anders is, op grond van de op die datum van kracht geworden wijziging van art. 103 lid 1 ROW 1995. 
 
Dit betoog is in strijd met het grondbeginsel van overgangsrecht dat wanneer een nieuwe wet van toepassing wordt, dit niet tot gevolg heeft dat alsdan iemand een vermogensrecht verliest dat hij onder het tevoren geldende recht rechtsgeldig had verkregen. Zulks klemt in het onderhavige geval temeer nu die toepasselijkheid zou meebrengen dat een octrooi dat gedurende de gehele looptijd daarvan rechtsgeldig is geweest, alsnog zou worden vernietigd krachtens een bepaling die pas na het verstrijken van de geldigheidsduur van dat octrooi in werking is getreden.  
 
Het tweede onderdeel houdt kort gezegd in dat het hof het octrooi ten onrechte niet heeft nietig verklaard op grond van gebrek aan inventiviteit. Het hof had dit wel behoren te doen, zo betoogt Philips, omdat art. 51 lid 1 ROW 1910, zoals dat vóór 1987 luidde, de eis van inventiviteit stelde, Philips op het ontbreken van inventiviteit een beroep heeft gedaan, en de uitvinding niet zodanig in de oorspronkelijke stukken is beschreven dat de gemiddelde vakman in staat is deze na te werken. Dit onderdeel faalt, aldus de Hoge Raad, "omdat het uitgaat van de onjuiste opvatting dat de eis van inventiviteit besloten ligt in de eis van nawerkbaarheid. De eis van inventiviteit heeft immers blijkens de artikelen 2 en 2A van de ROW 1910 zelfstandige betekenis, ook ten opzichte van de eis van nawerkbaarheid, omdat enerzijds een uitvinding niet-inventief kan zijn maar wel nawerkbaar kan zijn beschreven, terwijl anderzijds een uitvinding die aan de eis van inventiviteit voldoet, in het octrooischrift zodanig kan zijn beschreven, dat zij niet aan de eis van nawerkbaarheid voldoet."
 
Het principale beroep houdt samengevat weergegeven in dat het hof zijn oordeel, dat de onderhavige uitvinding in de oorspronkelijke stukken van het Navcom-octrooi niet zodanig is beschreven dat de gemiddelde vakman in staat is deze na te werken, ten onrechte zonder voorafgaande deskundige voorlichting heeft gevormd.  Als uitgangspunt bij de beoordeling van de onderdelen dient dat het aan het inzicht van de rechter die over de feiten oordeelt, is overgelaten of hij behoefte heeft aan deskundige voorlichting en dat de wijze waarop hij van die vrijheid gebruikmaakt, in cassatie niet kan worden getoetst. De enkele omstandigheid dat de Technische kamer van beroep het octrooi in gewijzigde vorm in stand heeft doen houden, brengt daarin geen wijziging (waarbij valt op te merken dat het Duitse Bundespatentgericht in een tussen dezelfde partijen over hetzelfde onderwerp in Duitsland aanhangig gemaakte zaak tot hetzelfde oordeel is gekomen als rechtbank en hof in deze zaak). Het hof is daarnaast ook niet in zijn motiveringsplicht tekortgeschoten door te overwegen dat de onderhavige uitvinding in de oorspronkelijke stukken van het Navcom-octrooi niet zodanig is beschreven dat de gemiddelde vakman in staat is deze na te werken.  
 
De Hoge Raad vernietigt het eindarrest van het hof te 's-Gravenhage en verwijst het geding naar dat hof  ter verdere behandeling en beslissing. Lees hier het arrest en de conclusie van AG Huydecoper, die de uitkomst van zijn door de HR overgenomen conclusie zelf ‘als weinig bevredigend’ ervaart.
IEF 897

internationale merkengazet

Hoewel de inhoud zich bij uitstek leent om lekker door te bladeren, is het toch handig dat de The WIPO Gazette of International Marks sinds deze maand gratis online beschikbaar is, in pdf-formaat. Voor wie onbekend is met deze publicatie: 'It contains all relevant data on new international registrations, renewals, subsequent designations and changes and other entries affecting international registrations.' Bladeraars betalen Chf. 660. Lees hier meer.

IEF 896

ter verdere harmonisatie

Kamervragen met antwoord nr. 2322. 2e Kamer 2004-2005.  Eerder bericht hier. Vragen van de leden Kortenhorst en Hessels (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de toepassing van octrooiregels. (Ingezonden 30 juni 2005); Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Van Gennip (Economische Zaken). (Ontvangen 6 september 2005) "Ja, ik ken de berichten inzake Cordis. De gerechtelijke procedure tussen Cordis B.V. en Schneider Gmbh is onderdeel van een octrooigeschil tussen hun moederondernemingen, de farmaceutische multinationals Johnson & Johnson en Boston Scientific. Deze ondernemingen zijn sinds 1995 wereldwijd verwikkeld in octrooigeschillen en hebben deze in meerdere landen voor de rechter gebracht.

Ik heb geen informatie of signalen waaruit zou blijken dat de toepassing van octrooiregels in Nederland strenger is dan die in andere landen van de EU. Rechters kunnen overigens in individuele zaken in verschillende landen wel tot een verschillend oordeel komen. Naar huidige inzichten heb ik geen reden om aan te nemen dat het Nederlandse bedrijfsleven in het algemeen als gevolg van de Nederlandse rechtspraak in een ongunstiger positie verkeert dan concurrenten in andere EU-landen. Binnen Europa kennen we (nog) geen gemeenschappelijke rechtsgang voor octrooigeschillen. Als gevolg hiervan zijn het de nationale rechters die zich uitspreken over octrooizaken.

Naar mijn mening zou de consistentie van rechterlijke uitspraken in Europa verbeteren, wanneer bijvoorbeeld de Gemeenschapsoctrooiverordening met de daarin opgenomen centrale rechtsgang voor geschillen over gemeenschapsoctrooien, of de gecentraliseerde rechtsgang van het Europees Octrooiverdrag, zoals neergelegd in de zogenaamde «European Patent Litigation Agreement» (EPLA), tot stand zou komen. Ik zet me nadrukkelijk in voor de totstandkoming van deze verdragen. Tot op heden is over beide nog geen politieke overeenstemming bereikt. Momenteel ligt overigens ter verdere harmonisatie van het octrooirecht in algemene zin het voorstel voor implementatie van drie verdragen (Europees Octrooiverdrag-herziening, Vertalingenprotocol en Verdrag inzake Octrooirecht) in de Rijksoctrooiwet 1995 ter behandeling in de Tweede Kamer."

IEF 895

nooit eerder vernieuwd

Op 1 april 1996 kon voor het eerst een Gemeenschapsmerk worden aangevraagd. Dit betekent dat vanaf 1 november 2005 de eerste vernieuwingsverzoeken kunnen worden ingediend bij OHIM. Voor diegenen die een Gemeenschapsaanvrage hebben van 1 april 1996, maar waarbij het merk vanwege slepende kwesties nog steeds niet is geregistreerd, geldt de volgende procedure: wanneer het merk alsnog wordt geregistreerd, dienen gelijktijdig met de registratietaksen eveneens de vernieuwingstaksen te worden betaald. Een flinke smak geld, let hier dus op bij de (marketing)budgetten. Lees volledig bericht van OHIM hier.

IEF 894

Geschriftenbescherming

"De Nederlandse Omroep Stichting (NOS) is bezig met marktafscherming van programmagegevens voor de Nederlandse markt. Dit is de stelling van een aantal internationale leveranciers van programmagegevens die daardoor anoniem aan DutchMedia verklaarden niet actief te kunnen zijn op de Nederlandse markt. De leveranciers willen hun naam niet noemen omdat deze niet hun onderhandelingspositie in gevaar willen brengen. Ook het verwerken en verspreiden van de programmagegevens van Nederland 1, 2 en 3 voor distributie in Vlaanderen, Franstalig België en Duitsland blijken problematisch te worden." Lees hier meer.

IEF 893

het beschrijvende woord

Voorzieningenrechter Gerechtshof Leeuwarden, 31 augustus 2005, LJN: AU2305, Rolnummer 0500167. Diagnostic Ultrasound Europe tegen P.T.S. Holding c.s.

De conclusie van de dagvaarding in hoger beroep luidt, ingekort: "te vernietigen het vonnis door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle en de geïntimeerden alsnog te veroordelen om binnen drie dagen na de betekening van het in deze te wijzen vonnis in kort geding alle concurrerende activiteiten, waaronder koop en verkoop van "bladder scanners", promotie en reclame daarvoor, het benaderen van de potentiële markt daarvoor, en het gebruik van de term "bladderscan" waarop appellante merkrecht heeft, te staken gedurende twee jaar vanaf datum dagvaarding in deze, danwel gedurende een door U E.A. in goede justitie te bepalen termijn, en als onderdeel daarvan de internetsite www.mcube-europe.nl te beëindigen gedurende dezelfde periode, alsmede binnen dezelfde termijn te verstrekken aan appellante een overzicht van door geintimeerden verkochte concurrerende producten, met daarbij de gehanteerde prijzen indien niet aan dit gebod is voldaan nadat drie dagen na voormelde betekening zijn verstreken.'

Enige inbreuk op welk IE-recht dan ook is volgens het hof voorshands echter onvoldoende aannemelijk geworden.

19. Dat P.T.S. c.s. inbreuk hebben gemaakt op het sinds 9 december 2004 door DxU bij het Benelux Merkenbureau gedeponeerde woordmerk "BladderScan DXU" wordt betwist en is voorshands onvoldoende gebleken. Daarbij tekent het hof aan dat het enkele gebruik van het woord bladderscan niet als een zodanige inbreuk kan worden gezien, nu bedoeld woord niet meer is dan de engelse vertaling van het beschrijvende woord "blaasmeetapparatuur" en het een feit van algemene bekendheid is dat in de medische wereld het engels veelvuldig als voertaal wordt gebruikt.

20. Nu vaststaat dat DxU in Nederland geen patent heeft op haar bladderscanner kan het beweerdelijk onrechtmatig handelen van P.T.S. c.s. daarin niet zijn grondslag vinden, zoals de voorzieningenrechter onder overweging 4.6 van het beroepen vonnis kennelijk bedoeld heeft te zeggen. Met de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van een zodanig complex aan omstandigheden dat voldaan is aan de vereisten welke de jurisprudentie stelt alvorens kan worden geconcludeerd dat er sprake is van oneerlijke concurrentie. Met name is onvoldoende komen vast te staan dat P.T.S. c.s. gebruik hebben gemaakt van kennis en gegevens omtrent klanten, welke zij in de samenwerkingsperiode bij DxU zouden hebben opgedaan.

21. Ook het gestelde omtrent de slaafse nabootsing en de schending van het auteursrecht is voorshands onvoldoende aannemelijk geworden. Rapporten (bijvoorbeeld van een terzake deskundig bureau) zijn niet overgelegd en op basis van de wel overgelegde producties (enkel de technische ontwerpen van Mcube - productie 11 in eerste aanleg - en een brief van [betrokkene] - productie 14 ) kan het hof de conclusies die DxU terzake in zijn stellingen heeft neergelegd niet delen. Derhalve is verder thans niet van belang wie de door P.T.S. c.s. op de markt gebrachte producten heeft vervaardigd en of Mcube al dan niet een door [geïntimeerde 2] gedreven eenmanszaak is, dan wel een andere (rechts)persoon. Lees arrest hier.

IEF 892

geen batterij advocaten

In aansluiting op dit eerdere bericht: Aan de onenigheid tussen presentatrice Yvon Jaspers en fotografe Melanie Rijkers over een door de laatste in opdracht van Japsers gemaakte en in de Telegraaf gepubliceerde foto van de BN-se in hoogzwangere en niet volledig geklede toestand blijkt een soort auteursrechtelijke geschil ten grondslag te liggen, een wanhopige schreeuw om naamsvermelding. Tenminste, dat lijkt af te leiden uit een artikel in BN/De Stem van afgelopen zaterdag. Helaas voor de fotografe laat art. 20 AW geen ruimte voor wat voor belangenafweging dan ook.

"Wel vindt ze (Melanie Rijkers) dat ze lang genoeg door het stof heeft gekropen. „Ik heb via de KRO Yvon gevraagd of ik een fotoserie van haar mocht maken. Daar ben ik goed in en dat heeft ze op mijn website vooraf ook gezien. Ze ging akkoord en het is een mooie serie geworden. Ze was er zelfs lyrisch over. Ik heb haar gratis een heel pak foto’s en een cd-rom gegeven. Daarnaast heb ik tegen kostprijs het geboortekaartje geleverd. We hebben duidelijk afgesproken dat mijn naam genoemd zou worden. Dat gebeurde telkens niet toen de kaartjes deze week in de publiciteit kwamen en dat klopt niet. Er zit copyright op die foto's en dan hoort men de naam van de fotografe te noemen. Daarom heb ik de volgende ochtend een mailtje naar de Telegraaf gestuurd met die foto. Daarin heb ik ook gewezen op het copyright. Maar bij de plaatsing ontbrak mijn naam opnieuw.“

Op de website van Jaspers staat dat ze de fotografe zal aanklagen omdat het privéfoto’s betreft. Rijkers vindt dat vreemd. „Ze heeft het copyright niet afgekocht of een contract gesloten dat ik er niets mee mocht doen. Net als in de kunst ben ik eigenaar van de foto’s. Ze wist ook dat ik het voor de naamsbekendheid deed. Trouwens ík heb haar gevraagd voor de reportage en dan zijn de foto’s van mij. Ik wilde ze voor mijn website gebruiken, maar heb nu besloten geen van de foto’s meer te publiceren, want in principe heb ik hun vertrouwen geschaad, dat zie ik ook wel. Anderzijds heeft zij dat ook bij mij gedaan door de naam van de fotografe niet te noemen toen de geboortekaartjes in de publiciteit kwamen. Overigens moet ze de kaartjes nog betalen. En ik ben nog steeds trots op de serie.“

„Ik heb geen batterij advocaten achter me. Als kunstenaar heb ik helaas te graag willen bewijzen dat ik de maker was van de foto en het geboortekaartje van baby Keesje en hiermee heb ik Yvons vertrouwen aangetast door haar foto te gebruiken als bewijs naar de media.“ (Bron: BN/De Stem)

IEF 891

Gezonde strijd

De supermarktoorlog heeft een nieuw strijdfront gekregen. Het Nederlands Dagblad bericht dat supermarktconcert Laurus boos is op Albert Heijn vanwege de introductie afgelopen weekend van het nieuwe gezondheidslogo, het Gezonde Keuze Klavertje (reg. nr. 1083670, als individueel merk gedeponeerd). Laurus stelt dat de supermarkten gezamenlijk een keurmerk zouden gaan gebruiken om gezonde producten aan te duiden, dit in navolging van de oproep van minister Hoogervorst en het Centraal Bureau Levensmiddelen. Als reactie op de introductie van het klavertjeslogo van Albert Heijn komen nu ook de A-merken met een eigen keurmerk.