Gemeente Amsterdam bevoegd legaat op te eisen
Gerechtshof Amsterdam, 9 februari 2021, IEF 19775, ECLI:NL:GHAMS:2021:452 (Y tegen gemeente Amsterdam) Y was tot haar overlijden eigenaar van een collectie van ruim 600 tekeningen uit de zeventiende tot en met de twintigste eeuw die betrekking hebben op Amsterdam. De Collectie is in bruikleen gegeven en bevindt zich sinds 1980 in het Gemeente-archief. In 1986 heeft Y een testament gemaakt waarin zij X benoemd tot enig erfgenaam. In het testament staat opgenomen dat het de bedoeling is om de collectie onder hoede te houden van het Gemeente-archief. Bij wet van 20 december 1996 is de zogenaamde Kunstregeling, neergelegd in artikel 67 lid 3 Successiewet, ingevoerd. De Kunstregeling houdt kort gezegd in dat de Minister kwijtschelding kan verlenen van de verschuldigde successiebelasting indien voorwerpen uit de nalatenschap met een nationaal cultuurhistorisch belang door de verkrijger in eigendom worden overgedragen aan de Staat. Het ministerie van Financiën laat echter weten dat de kwijtscheldingsregeling niet toegepast kan worden, omdat het testament voor intreding van de wet is opgesteld. Volgens X is er een vaststellingsovereenkomst tussen hem en de Gemeente overeengekomen waarin de Gemeente toestemt met een afwijking van het legaat. Ook zou de gemeente zich hebben verplicht om de Collectie op een fiscaal gunstige wijze over te dragen. Geoordeeld wordt dat de Gemeente niet een andere fiscale regeling beoogd heeft dan de kunstregeling. Vooropgesteld wordt dat het Gemeente na het overlijden van Y vrij stond om het legaat te aanvaarden.