Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
19.784 artikelen gevonden
IEF 18757

Handhaving geschillen auteursrecht en contractuele aansprakelijkheid is aan nationale wetgever

HvJ EU 12 sep 2019, IEF 18757; (IT Development tegen Free Mobile), https://ie-forum.nl/artikelen/handhaving-geschillen-auteursrecht-en-contractuele-aansprakelijkheid-is-aan-nationale-wetgever

HvJ EU 12 september 2019, IEF 18757, IT 2905, IEFbe 2968;C‑666/18 (IT Development tegen Free Mobile) Free Mobile is aanbieder van mobiele telefonie en licentiehouder van het computerprogramma “ClickOnSite“. Het auteursrecht van “ClickOnSite“ berust bij de vennootschap IT Development. De licentiehouder heeft zonder toestemming van de auteursrechthebbende wijzigingen in het computerprogramma aangebracht. De houder van het auteursrecht op dat computerprogramma heeft de licentiehouder vervolgens gedagvaard. De vordering in eerste aanleg was gebaseerd op de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en werd afgewezen. De Franse  appelrechter twijfelt of de gedraging van geïntimeerde een inbreuk op het op het programma rustende auteursrecht vormt ofwel een tekortkoming in de nakoming vormt. Naar Frans recht kan een vordering uit onrechtmatige daad slechts worden ingesteld indien tussen partijen geen contractsverhouding bestaat.

IEF 18759

Artikel ingezonden door Bas Berghuis van Woortman en Raoul Soullié, Simmons & Simmons.

Artikel van Antwoord: Ferring vs. Fein deel II

Dit artikel is geschreven door B.J. Berghuis van Woortman en R.P. Soullié van Simmons & Simmons, de advocaten van onder meer Reprise en Fein.   

Menigeen zal verbaasd kennis hebben genomen van het artikel met de titel “Amerikaanse beslissing in geschil Ferring tegen Reprise, Serenity en Fein” dat op 8 oktober jl. op IE-Forum verscheen [IEF 18738]. Aanvankelijk vermeldde het bericht niet dat de inzenders Ferring vertegenwoordigen. Die omissie is inmiddels rechtgezet, maar de inhoudelijke verbazing blijft. Immers, enerzijds bevat het artikel inhoudelijk niets relevants voor de Nederlandse rechtspraktijk, en anderzijds heeft de publicatie betrekking op een geschil tussen partijen die ook zijn betrokken bij een Nederlandse procedure die zich thans in staat van wijzen bevindt. Daarmee lijken er ten minste twee goede redenen te bestaan voor IE-Forum om van de publicatie van het betreffende artikel af te zien. Het heeft er alle schijn van dat het belang van het artikel er met name in is gelegen dat het de advocaten van Ferring de mogelijkheid bood om de zaak na pleidooi nog eens onder de aandacht van de rechter te brengen, ofwel het bekende ‘napleiten’ (zie ook: https://www.baliebulletin.nl/tuchtrecht-8/).

IEF 18756

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Klos cs. Advocaten.

Bescherming van reputatie onderneming leidt niet tot beperking vrijheid van meningsuiting

11 okt 2019, IEF 18756; (V tegen Noordkaap), https://ie-forum.nl/artikelen/bescherming-van-reputatie-onderneming-leidt-niet-tot-beperking-vrijheid-van-meningsuiting

Rechtbank Amsterdam 11 oktober 2019, IEF 18756, IT 2903; (V tegen Noordkaap) V exploiteert samen met haar echtgenoot een uitvaartonderneming in Voorburg. Noordkamp heeft onderzoek naar de bedrijfsvoering van de uitvaartonderneming verricht en, na confrontatie van V met de onderzoeksresultaten, een uitzending vervaardigd voor het programma Undercover in Nederland. De opnames zijn gemaakt door Noordkaap en Spijker waarmee V gedurende enige tijd heeft samengewerkt. V vordert onder andere een verbod op uitzending door Noordkaap, althans de uitzending aan te doen passen aan door haar gestelde eisen. Kan dit verbod worden toegewezen, gezien het preventieve censuur verboden in artikel 7 van de Grondwet? Een dergelijk verbod worden gegeven, mits (i) de publicatie tot onherstelbare schade zou leiden, (ii) de publicatie achteraf onrechtmatig zou worden geacht en (iii) de gevolgen achteraf niet kunnen worden hersteld door middel van een op dat moment uitgesproken veroordeling tot rectificatie of vergoeding van schade. Daarnaast moet een afweging worden gemaakt tussen de belangen van Noordkaap in het verband met de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) en de belangen van V die worden beschermd door artikel 8 EVRM. In het onderhavige geval wegen de belangen bij openbaarmaking zwaarder dan het bedrijfsbelang van V.  Het gaat om de bescherming van de reputatie van V. De voorgenomen uitzending is niet onrechtmatig en er is geen grond voor inperking van de uitingsvrijheid van Noordkaap. Het reputatieverlies is te wijten aan het eigen handelen van de echtgenoot van V en niet aan de publicatie door Noordkaap.

IEF 18755

Voorlichtingsfilms en boekje De waarde van het Auteursrecht

Afgelopen donderdag 10 oktober lanceerde Platform Makers, het samenwerkingsverband van beroepsorganisaties en vakbonden voor auteurs en artiesten, twee korte animatiefilms en het boekje “De waarde van het Auteursrecht”. Platform Makers voorzitter Erwin Angad-Gaur overhandigde beide uitgaven tijdens een debat in het Haagse Nieuwspoort aan Barbera Wolfensberger, directeur-generaal Cultuur en Media bij het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Daarnaast lanceerde Platform Makers de webpagina www.auteursrechtuitleg.nl, met een korte uitleg van het auteurs- en naburig recht.

De animatiefilms kwamen tot stand dankzij een bijdrage van het Ministerie op voorspraak van de Regiegroep Arbeidsmarktagenda (Culturele en Creatieve Sector).

IEF 18754

Artikel ingezonden door Theo-Willem van Leeuwen, ABCOR.

Bedrijfsleven vogelvrij bij mogelijke Brexit?


Bedrijven proberen via Intellectuele Eigendomsrechten zoals merkrechten, modelrechten en octrooirechten een monopoly te krijgen op de verhandeling van hun producten en diensten. Wat zijn de gevolgen van een mogelijke Brexit eind oktober? Vervallen dan al deze rechten? Worden bedrijven (in bijvoorbeeld Nederland) dan rechteloos in de UK? Kunnen bedrijven uit de UK probleemloos vergelijkbare merkproducten gaan verhandelen op het Europese continent?
Het lijkt er soms op of er de afgelopen jaren niets is gebeurd wat betreft de Brexit. Niets is echter minder waar. Om een puinhoop te voorkomen zijn er afgelopen jaren in de UK de nodige wetten aangenomen om zowel Engelse bedrijven als bedrijven in Europa zekerheid te geven over hun IE rechten bij een mogelijke Brexit.

Veel bedrijven hebben de namen voor hun producten/bedrijven geclaimd via een EU merk en de vormgeving via een EU design. Een EU merk/design registratie geeft bescherming in alle 28 landen van de EU. Als de UK de EU verlaat dan kan een bedrijf hier niet meer op terugvallen. Bij een Brexit zullen deze rechten zich echter automatisch splitsen in twee rechten. Enerzijds een EU merk (of EU modelrecht), geldig in de overgebleven 27 EU landen met daarnaast een nationaal UK recht. Op deze manier worden er ca 1,7 miljoen EU merk- en modelrechten automatisch en geheel gratis omgezet naar een nationaal UK recht. Op die manier kunnen Nederlandse bedrijven met een EU merk/model registratie hun rechten handhaven in de UK.

IEF 18752

Uitspraak ingezonden door Paul Maeyaert, Altius.

Geen inbreuk handelsnaamrecht wegens plaatsgebonden functie van hotels

Belgische gerechten 31 okt 2018, IEF 18752; (Morilo tegen Hotel Julien), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-handelsnaamrecht-wegens-plaatsgebonden-functie-van-hotels

Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen 31 oktober 2018, IEF 18752, IEFbe 2966; A/18/3581 (Morilo tegen Hotel Julien) Morilo baat een hotel uit met de naam Hotel Julien in Antwerpen. Morilo stelt dat Hotel Julien inbreuk heeft gemaakt op haar handelsnaamrecht door het gebruik van 'Hotel Julien' voor een hotel in Den Bosch. Daarnaast zou sprake zijn van oneerlijke handelspraktijken. Morilo vordert staking van het gebruik van de naam 'Hotel Julien' en de inlassing van een melding van dit verbod op de website van Hotel Julien. In casu is noch voor wat betreft de genoemde handelsnaam, noch ten aanzien van de eerlijke marktpraktijken, inbreuk gepleegd. Hotels vervullen namelijk per definitie een plaatsgebonden functie. Bijgevolg is geen sprake van verwarringsgevaar. 

IEF 18751

Uitspraak ingezonden door Andreas Reygaert, Altius.

Belgisch 'Hotel Julien' tegen Nederlands 'Hotel Julien': geen verwarringsgevaar

Belgische gerechten 12 sep 2019, IEF 18751; (Morilo tegen Hotel Julien), https://ie-forum.nl/artikelen/belgisch-hotel-julien-tegen-nederlands-hotel-julien-geen-verwarringsgevaar

Hof van beroep Antwerpen 12 september 2019, IEF 18751, IEFbe 2965; 2018/AR/2322 (Morilo tegen Hotel Julien) Morilo baat een hotel uit Antwerpen dat grote bekendheid heeft verworven onder de naam Hotel Julien. Morilo is houdster van de domeinnaam hotel-julien.com. Het hotel is genoemd naar de zoon van de zaakvoerster van Morilo. Eind maart 2018 vernam Morilo dat in Den Bosch een nieuw hotel zou komen onder de naam Hotel Julien. Hotel Julien registreerde voor haar nieuw hotel onder meer de domeinnaam hoteljulien.nl. Zij dankt haar naam aan de voornaam van de architect van het gebouw. Tevens heeft zij het Benelux woordmerk 'Hotel Julien' gedeponeerd. Morilo acht dit een inbreuk op haar handelsnaamrecht en stelt dat sprake is van verwarring die is gecreëerd doordat het nieuwe hotel exact dezelfde naam gebruikt voor hetzelfde type hotel. In het algemeen wordt aangenomen dat het handelsnaamrecht is geschonden, indien sprake is van een gevaar voor verwarring. In het onderhavige geval is er geen sprake van verwarringsgevaar. Evenmin is er sprake van misleidende reclame. Hiermee is het vonnis in eerste aanleg bevestigd.

IEF 18750

Artikel ingezonden door Douwe Linders en Yentl van den Winkel, SOLV.

Bewijsbeslag wegens databankinbreuk bij Havenbedrijf Rotterdam toch toegestaan

Dit artikel is ingezonden door advocaten Douwe Linders en Yentl van den Winkel. Zij staan de verzoekende partij bij.

Op 7 oktober publiceerde de Rechtspraak een afwijzende beschikking op een verzoek tot het leggen van digitaal bewijsbeslag bij het Havenbedrijf Rotterdam en haar dochteronderneming Portbase [IEF 18734 en IT 2891]. Dit terwijl inmiddels op grond van een tweede (aangepast) verzoek het verlof alsnog was toegewezen. De afwijzende beschikking is binnen vier weken na het uiteindelijke verlof gepubliceerd. Het was niet ondenkbaar dat op de datum van publicatie het verlof nog niet ten uitvoer was gelegd, waardoor de publicatie grote gevolgen had kunnen hebben voor de effectiviteit van het bewijsbeslag. In de afwijzende beschikking wordt bovendien de indruk gewekt dat het nauwelijks mogelijk is bewijsbeslag te leggen bij (semi)overheidsbedrijven. De advocaten van verzoekster vinden het voor de praktijk relevant dat voorgaande bekend is.

IEF 18747

Inbreuk op auteursrechten leidt niet tot ontbinding arbeidsovereenkomst

Rechtbank Den Haag 8 mei 2018, IEF 18747; ECLI:NL:RBDHA:2018:16457 (Acacia tegen werknemer), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-auteursrechten-leidt-niet-tot-ontbinding-arbeidsovereenkomst

Rechtbank Den Haag 8 mei 2018, IEF 18747, IT 2898; ECLI:NL:RBDHA:2018:16457 (Acacia tegen werknemer) Acacia verwijt verweerder dat hij gebruik heeft gemaakt van gegevens - data, modellen en tools - wetende dat daarop het auteursrecht rust van Alterra. Verweerder had in zijn functie als senior onderzoeker van Acacia mededeling over de auteursrechten van Alterra moeten doen, zodat Acacia toestemming voor gebruik van de gegevens had kunnen verkrijgen of het gebruik ervan had kunnen verbieden. Omdat hij dit heeft nagelaten is hij tekortgeschoten in de verplichtingen die op grond van zijn arbeidsovereenkomst met Acacia golden. Werkgever Acacia verzoekt daarom ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:686 BW jo. 6:265 BW. Tekortkomingen in de nakoming van de verplichting uit de arbeidsovereenkomst door de werknemer zijn niet zodanig ernstig dat zij de ontbinding rechtvaardigen van de arbeidsovereenkomst.