Termijn voor oproeping in vrijwaring is vier weken
Rechtbank Den Haag 14 maart 2018, IEF 17592; ECLI:NL:RBDHA:2018:3076 (Hennessy tegen Loendersloot) Vrijwaringsincident na eerder bevoegdheidsincident [IEF 17588]. Het geschil in de hoofdzaak ziet in de kern op gestelde merkinbreuk door gedaagden op verschillende Unie- en Benelux-merken van Hennessy c.s. voor onder meer alcoholische dranken. De rechtbank acht de gevorderde vrijwaringen met betrekking tot gedaagden 7 t/m 14 in de gegeven situatie, waarin in de hoofdzaak hoofdelijke veroordeling is gevorderd, toewijsbaar. De termijn voor oproeping in vrijwaring zal worden bepaald op vier weken, ter voorkoming van verdere vertraging van de procedure. Er bestaat geen aanleiding voor het hanteren van een ruimere (of juiste krappere) termijn. De in vrijwaring op te roepen partijen zijn reeds partij bij en hebben zich alle gesteld in de hoofdzaak. Gedaagde sub 16, die in België woont, heeft al een advocaat in Nederland en is bovendien al bekend met het vrijwaringsincident omdat hij daarin tevens eiser is.