Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam, Van Kaam
Hoge Raad: afgifte ruw beeldmateriaal verborgen camera's terecht afgewezen vanwege inbreuk 10 EVRM

Hoge Raad 29 september 2017, IEF 17144; ECLI:NL:HR:2017:2518 (AvroTros tegen Pretium) Mediarecht. Vrijheid van meningsuiting en nieuwsgaring. Zie eerder: Conclusie P-G [IEF 16841]. In een uitzending van Tros Radar is de wijze van telefonische klantenwerving door Pretium kritisch besproken waarbij beelden zijn gebruikt van verborgen camera's. Pretium eist op grond van art. 843a Rv dat al het ruwe geluids- en beeldmateriaal dat Tros tijdens de infiltratie heeft verkregen aan haar ter beschikking wordt gesteld. De Hoge Raad bevestigt dat het Hof Den Haag [IEF 15562] terecht heeft geoordeeld dat de gevorderde afgifte afgewezen moet worden. Onder verwijzing naar het Nordisk-arrest van het EHRM, is het hof van oordeel dat dit materiaal onder de bescherming van art. 10 EVRM valt en dat afgifte daarvan een chilling effect op de uitingsvrijheid heeft. Een beperking hiervan is bij wet voorzien (art. 843a Rv), maar in deze situatie niet noodzakelijk omdat Pretium ook getuigen kan horen. Het hof heeft getoetst of een beperking van de uitingsvrijheid als gevolg van een bevel van afgifte van het beeld- en geluidsmateriaal, in de omstandigheden van dit geval, in overeenstemming is met de in art. 10 lid 2 EVRM besloten beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Het hof heeft terecht geoordeeld dat Pretium eerst de minder verstrekkende mogelijkheid had moeten benutten de cursusleider en cursisten als getuigen te horen, voordat zij haar vordering tot afgifte instelde. Het Hof heeft geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de vordering van Pretium af te wijzen op grond van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. De stelling van Pretium dat dit oordeel zou meebrengen dat het afgifte en inzagerecht tot een dode letter zou verworden, wordt verworpen.