Noot Paul Geerts onder iClean Carwash/TSG
Noot onder Rb. Rotterdam 30 maart 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:2421 (iClean Carwash/TSG), [IEF 20629]. Eerder verschenen in IER 2022/21.
1. Tijdens en na het lezen van het onderhavige vonnis moest ik denken aan het Cofemel/G-Star-arrest van het Hof van Justitie. In dat arrest heeft het Hof onder meer beslist dat een voorwerp zowel door een model- als auteursrecht kan worden beschermd, maar dat de bescherming door het auteursrecht voorbehouden is aan voorwerpen die het verdienen om als werk te worden gekwalificeerd (r.o. 50).
2. Over dit arrest en deze rechtsoverweging is veel geschreven. Met Ringnalda (in zijn BIE-noot onder het arrest) ben ik van mening dat in het (weliswaar niet zo heel duidelijk opgeschreven) arrest, geen oproep mag worden gelezen om terughoudend om te gaan met het verlenen van cumulatieve bescherming teneinde de overlap tussen voorwerpen die voor modelrechtelijke en auteursrechtelijke bescherming te verkleinen.
Lees verder >>
Conclusie A-G: prejudiciële vraag over 'mededeling aan publiek'
HR conclusie A-G 24 juni 2022, IEF 20844; ECLI:NL:PHR:2022:625 (DLZ tegen Sena en Buma) DLZ heeft Sena en Buma in 2018 gedagvaard. Zij vorderde dat de rechtbank voor recht zou verklaren dat in de gemeenschappelijke woonkamers geen sprake is van openbaarmaking van muziek. De kantonrechter wees de vordering af en oordeelde dat er sprake was van een ‘openbaarmaking’ in de zin van de Aw en de Wnr, [IEF 17981]. Tegen dit oordeel heeft DLZ hoger beroep ingesteld. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en heeft de vorderingen DLZ afgewezen [IEF 19852]. Vervolgens is door DLZ beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest.
Vonnis rechtbank wordt niet (gedeeltelijk) vernietigd
Hof Den Haag 16 mei 2022, IEF 20843; ECLI:NL:GHDHA:2022:1245 (Longi tegen Hanwha) Longi en Hanwha houden zich allebei bezig met de ontwikkeling, vervaardiging en verhandeling van zonnepanelen. Longi voerde aan dat een bepaalde passage uit het arrest in kort geding van het hof van 1 maart 2022 [IEF 20566] op een bepaalde manier moest worden opgevat. Dit standpunt werd door de rechtbank Rotterdam echter niet gevolgd in haar oordeel van 15 maart 2022 [IEF 20625]. Longi heeft hiertegen vervolgens hoger beroep ingesteld en vordert vernietiging van het vonnis van 15 maart 2022 voor zover daarin is bepaald dat de zinsnede ‘die zich onder u bevinden’ niet wordt vervangen door ‘voor zover u deze daartoe nog in voorraad houdt’. Hierover zou ook een brief aan de afnemers moeten worden verzonden door Hanwha waarin deze fout in de zinsnede rechtgezet zou moeten worden. Het hof is van oordeel dat de vorderingen van Longi afgewezen dienen te worden. De recall ziet volgens het hof namelijk ook op gebruik van onder het octrooi vallende zonnepanelen in of voor het eigen bedrijf.
Uitspraak ingezonden door Alexander Tsoutsanis en Erwin Feenstra, DLA Piper.
Tekens maken inbreuk op merken
Rb. Den Haag 13 juli 2022, IEF 20842; ECLI:NL:RBDHA:2022:6956 (ITT USA tegen ITT Controls c.s.) ITT USA is houdster van verschillende merken en maakt onderdeel uit van ITT concern dat zich bezighoudt met de fabricage van industriële componenten. ITT Controls c.s. verkoopt meet- en regelsystemen. ITT USA heeft ITT Controls c.s. op een zeker moment verzocht om de gemaakte inbreuk op de ITT-merken te staken en domeinnamen die refereren aan de ITT-merken over te dragen. Toen deze verzoeken van ITT USA niet gehonoreerd werden, is ITT USA naar de rechter gestapt. ITT USA stelt onder andere dat de ITT Controls c.s. inbreuk maakt op haar merken door tekens te gebruiken die gelijk zijn aan of verwarringwekkend overeenstemmen met de merken. De rechtbank oordeelt dat de ITT-merken en de tekens auditief en visueel sterk overeenstemmen. Het relevante publiek zal denken dat ITT Controls c.s. verbonden is met ITT USA, dan wel met haar toestemming producten verkoopt.
Opheffing beslag slechts gedeeltelijk toewijsbaar
Hof Den Haag 28 juni 2022, IEF 20836; ECLI:NL:GHDHA:2022:1159 (FKP tegen HVY en Russische Federatie) FKP vordert primair opheffing van een door HVY op merken- en auteursrechten met betrekking tot Russische wodka gelegd executoriaal beslag en secundair schorsing van de executie van het beslag. Naar het oordeel van het hof zijn de merken- en auteursrechten vatbaar voor verhaal. Het hof meent dat de vordering tot opheffing van het beslag toewijsbaar is voor zover het beslag ten laste van en onder FKP is gelegd. Daarnaast is de vordering tot opheffing slechts toewijsbaar voor zover het beslag gelegd is op de auteursrechten op de vormgeving van de producten die onder merken zijn geproduceerd en verkocht. Het hof meent verder dat FKP en de Russische Federatie zich niet met succes kunnen beroepen op immuniteit van executie. Merken en daarin vervatte auteursrechten op de beeldelementen zijn immers uit de aard der zaak niet bestemd voor publieke doeleinden maar voor de bevordering van de verkoop van van de merk voorziene waren. Het hof oordeelt dat het vonnis van de voorzieningenrechter [IEF 19526] gedeeltelijk vernietigd moet worden.
Artikel ingezonden door Erwin Angad-Gaur, senior adviseur Ntb/Kunstenbond en directeur VCTN.
Het Auteurscontractenrecht. Een aanscherping die scherper moet
‘In de vorige Muziekwereld schreven wij al over de aankomende aanscherping van het Auteurscontractenrecht, wetgeving die auteurs en artiesten moeten beschermen tegen onredelijke contractvoorwaarden. Een consultatiewet werd inmiddels in openbare consultatie gegeven. Een definitief wetsvoorstel wordt verwacht tegen het einde van het jaar.’
Lees verder >>
Bron: Muziekwereld, nr. 2-2022, het blad van de Vakgroep Muziek Kunstenbond/Ntb vakbond voor musici.
Beschrijvende handelsnamen hoeven niet te worden doorgehaald
Vzr. Rb. Noord-Holland 14 juni 2022, IEF 2083; ECLI:NL:RBNHO:2022:4884 (Elektrische motorrijtuigen) Eisers houden zich onder meer bezig met de verhuur van e-scooters en e-fatbikes. Gedaagden houden zich onder andere bezig met verhuur van elektrische motorrijtuigen. In deze zaak betreft het 1 handelsnaam van eisers, 2 domeinnamen van eisers, 4 handelsnamen van gedaagden en 2 domeinnamen van gedaagden. Eisers stellen dat gedaagden in strijd handelen met artikel 5 van de Handelsnaamwet (Hnw), althans dat zij onrechtmatig handelen jegens hen omdat de handelsnamen van gedaagden slechts in geringe mate afwijken van de handelsnaam van eisers. Eisers menen dat verwarring bij het relevante publiek te duchten valt. De voorzieningenrechter stelt vast dat de handelsnamen van gedaagden slechts in geringe mate afwijken van de handelsnaam van eisers.
Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht en Jurriaan Dane, AKD.
Inbreukverbod op auteursrechten dessin
Rb Den Haag 13 juli 2022, IEF 20838; ECLI:NL:RBDHA:2022:6989 (Moooi tegen Nordal en Wants & Needs) Het betreft een auteursrechtelijke zaak tussen Moooi B.V. (eiseres) en Nordal A/S en Wants & Needs B.V. (gedaagden) over het ongeoorloofd gebruik van een auteursrechtelijk beschermd(e) dessin/print van Moooi. Moooi stelt dat Nordal en Wants & Needs auteursrechtinbreuk hebben gemaakt en/of nog maken door de inbreukmakende print onder meer op hun websites te koop aan te bieden en te tonen. De rechtbank wijst het gevorderde verbod toe – voor Wants & Needs voor de hele EU en voor Nordal beperkt tot Nederland – en veroordeelt gedaagden tot het doen van opgave van informatie.
Weigering overdracht bedrijfsprofiel is niet onrechtmatig
Vzr. Rb. Rotterdam 21 juni 2022, IEF 20833; ECLI:NL:RBROT:2022:5363 (Eiseres tegen gedaagde) Eiseres heeft in 2018 een restaurant gekocht van een bedrijf. Het restaurant is onderdeel van een keten die werd opgebouwd door vennootschappen van de heren X en Y. In de koopovereenkomst is vastgelegd dat de goodwill en de complete inventaris worden overgedragen. Het recht op gebruik van het merk- en handelsnaamrecht zijn specifiek uitgezonderd in de koopovereenkomst. Op 21 maart 2019 hebben de vennootschappen van de heren X en Y de exploitatie van de keten, inclusief de rechten op het merkrecht overgedragen. Gedaagde heeft vervolgens een licentie verkregen waardoor hij gerechtigd is om het merk en de daarvan afgeleide handelsnaam te exploiteren.
Rechtstreekse vergoedingsplicht voor online platformen in België
Op 16 juni jl. heeft het Belgische parlement een nieuwe wet omtrent auteurs- en naburige rechten goedgekeurd. Een vrij uniek gegeven is dat de Belgische wet bepaalde online platformen een rechtstreekse vergoedingsverplichting oplegt. Het gaat hierbij om de volgende platformen:
- De online content-sharing platformen
- Streamingplatformen met abonnementformules, zoals Spotify, Netflix en Apple Music
Er zijn een reeks uitzonderingen voorzien. Belangrijk is bijvoorbeeld dat de platformen winst moeten nastreven. Niet-commerciële platformen zijn dus niet gevat. Ook platformen die werken met transacties vallen hier niet onder. Dat zijn bijvoorbeeld platformen waar je een som betaalt voor de aankoop of de huur van een audiovisueel werk.
Het rechtstreekse vergoedingsrecht is niet overdraagbaar en is van toepassing wanneer een auteur of uitvoerend kunstenaar het recht op mededeling aan het publiek door die online platformen heeft overgedragen. De vergoeding wordt enkel uitbetaald aan collectieve beheersvennootschappen die auteurs of uitvoerende kunstenaars vertegenwoordigen. Je moet dus lid worden om hierop recht te hebben. Ook hier zijn de modaliteiten nog niet duidelijk. Concreet zullen de beheersvennootschappen onderhandelen met de platformen om die modaliteiten af te spreken.