Onrechtmatig beslag op octrooi door geldige overdracht
Vzr. Rb Oost-Brabant 21 januari 2022, IEF 20503; ECLI:NL:RBOBR:2022:248 (Eiseres tegen MR Holding en geëxecuteerde) Voordat de enig bestuurder van MR Holding het bedrijf MR Holding had opgericht, heeft hij geld geleend aan geëxecuteerde. Deze vordering heeft hij later gecedeerd aan MR Holding. Ter verzekering van haar vordering tot terugbetaling uit hoofde van de geldleningsovereenkomst heeft zij conservatoir beslag gelegd op het octrooi van geëxecuteerde. Bij vonnis heeft rechtbank Limburg geëxecuteerde veroordeeld tot betaling aan MR Holding. Het conservatoire beslag is overgegaan in een executoriaal beslag. MR Holding wil het octrooirecht uitwinnen door het online te verkopen. Eiseres is de besloten vennootschap die is opgericht door de BV waarvan geëxecuteerde enig bestuurder is.
deLex congressen 2022 – Save the Date
Meer dan ooit staan we dit jaar klaar om u als deelnemer te ontvangen bij onze congressen, lunches en seminars. Vol nieuwe onderwerpen op het programma, online en op locatie, met ruimte voor interactie, discussie en netwerken. Noteer de volgende congresdata alvast in de agenda!
14 juni 2022 Nederlands Octrooicongres 2022
7 september 2022 Entertainment & IE
13 oktober 2022 Benelux Merkencongres 2022
24 november 2022 Nationaal Mediarechtcongres 2022
15 december 2022 Nationaal Reclamerechtcongres 2022
Spaanse uitgever maakt inbreuk op auteursrecht van Nederlandse fotografe
Vzr. Rb Amsterdam 3 januari 2022, IEF 20502; ECLI:NL:RBAMS:2022:41 (Eiseres tegen Editorial Planeta) Eiseres is een Nederlandse fotografe. Een van haar foto’s is door Editorial Planeta, een Spaanse uitgever van boeken, gebruikt op de omslag van het boek ‘Sira’. Eiseres stelt dat Editorial Planeta inbreuk maakt op haar auteursrechten nu hier sprake zou zijn van een ongeoorloofde verveelvoudiging. Verweerder betwist de bevoegdheid van de Nederlandse rechter, maar omdat kan worden aangenomen dat het de intentie is van Editorial Planeta om het boek aan Spaanstaligen wereldwijd aan te bieden, worden de rechten van eiseres ook in Nederland beschermd. Daarnaast voert verweerder aan dat eiseres de foto heeft gemaakt voor een campagne van de V&D en V&D de foto voor het eerst openbaar heeft gemaakt.
T-shirt met geldbiljet niet auteursrechtelijk beschermd
Vzr. Rb Amsterdam 28 januari 2022, IEF 20501; ECLI:NL:RBAMS:2022:290 (Eiser tegen In Gold We Trust) Eiser exploiteert een kledinglijn die wordt gekenmerkt door de echte geplastificeerde geldbiljetten die zij op haar kleding plaatst. Het kledingmerk ‘In Gold We Trust’ heeft op instagram een loterij aangekondigd waarin een T-shirt is te winnen met daarop een echt vijfhonderdeurobiljet. Eiser stelt dat In Gold We Trust inbreuk maakt op haar auteursrechten en vordert dat gedaagde hiermee stopt en alle inbreukmakende artikelen terugroept en vernietigt. Daarnaast vordert zij een schadevergoeding. Volgens de voorzieningenrechter is hier geen sprake van een werk in de zin van artikel 10 van de Auteurswet. Dit omdat het idee van kleding en tassen met echt geld erop onvoldoende concreet is uitgewerkt. Daarnaast heeft eiser het T-shirt met echt geld erop pas voor het eerst tot uiting gebracht nadat de foto van gedaagde op instagram is gepost. Het werk is dus niet oorspronkelijk. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen daarom af.
Ingezonden door Wim Maas en David Mulder, TaylorWessing en Irenah Klink.
Brief Commissie cassatie in het belang der wet
In 2019 is eerder een uitspraak met een brief ingezonden naar aanleiding van de beschikking van de rechtbank Den Haag van 26 november 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:15092, over het al dan niet willen verstrekken van informatie over lopende procedures, [IEF 18857] en [IEF 18858]. Bij de ingezonden brief is destijds aangegeven de zaak voor te dragen voor een cassatie in het belang der wet.
Inmiddels heeft de Commissie cassatie in het belang der wet besloten om de kwestie inderdaad voor te dragen bij de procureur-generaal bij de Hoge Raad voor het instellen van een cassatie in het belang der wet. Wim Maas, David Mulder en Irenah Klink verwijzen naar de bijgevoegde brief en het verslag van de Commissie van 27 augustus 2021 (pagina’s 5 en 6).
Uitspraak ingezonden door Timme Geerlof en Shaharzaad Said, Windt Le Grand Leeuwenburgh.
Doorhalingsbeslissing 'ik wil van mijn auto af' bevestigd
BenGH 27 januari 2022, IEF 20498, IEFbe 3372; C 2019/14/7 (Dealerdirect Global tegen WijKopenAutos) Eerder oordeelde het BBIE in deze zaak dat het merk ‘Ik wil van mijn auto af’ te beschrijvend was en dat het elk onderscheidend vermogen miste [IEF 18503]. Dealerdirect Global verzoekt tot vernietiging van deze doorhalingsbeslissing en het oorspronkelijke verzoek tot vernietiging en doorhaling van het bestreden merk af te wijzen. Het hof oordeelt in deze zaak dat het niet in strijd is met de rechtszekerheid om terug te komen op een eerdere beslissing om het merk in te schrijven, aangezien het eigen is aan de procedure voor het BBIE dat een marktdeelnemer op basis van een procedure op tegenspraak een verzoek tot doorhaling kan instellen. Vervolgens oordeelt het hof dat het feit dat ‘ik wil van mijn auto af’ niet wordt gebruikt als zoekterm onvoldoende is om het beschrijvend karakter van het bestreden merk in twijfel te trekken. Daarnaast is het hof van mening dat het BBIE, anders dan verzoekster aanvoert, de CHIEMSEE-principes heeft toegepast. Bovendien kan er geen inburgering worden aangetoond. Concluderend oordeelt het hof dat het bestreden merk ab initio beschrijvend is en onvoldoende onderscheidend vermogen heeft verworven door inburgering. De bestreden doorhalingsbeslissing wordt bevestigd.
Najaarsprogramma 2022 - deLex Media
Save the date voor actualiteiten- en jurisprudentielunches, seminars en congressen in het najaar 2022:
- 7 september Entertainment & IE
- 29 september Online Update ‘Actualiteiten Handels- en Domeinnamen’
- 13 oktober Benelux Merkencongres 2022
- 24 november Nationaal Mediarechtcongres 2022
- 30 november Jurisprudentielunch Octrooirecht
- 7 december Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht
- 15 december Nationaal Reclamerechtcongres 2022
Meer weten: kijk op de IE-agenda, kijk bij onze opleidingen of mail naar info@delex.nl voor meer informatie
Vertrouwelijkheidsregime bij overleggen stukken
Rb Den Haag 14 juli 2021, IEF 20496; ECLI:NL:RBDHA:2021:15304 (Philips tegen Xiaomi c.s.) Partijen hebben de rechtbank verzocht om de andere partij te bevelen stukken in het geding te brengen op grond van artikel 22 Rv. Het is hierbij volgens de rechtbank niet nodig dat vaststaat dat de stukken daadwerkelijk noodzakelijk zijn voor de beslissing. Het gaat erom dat de stukken betrekking hebben op de zaak en dat is het geval in casu. De rechtbank beslist dat beide partijen hun stukken moeten overleggen en legt hierbij een vertrouwelijkheidsregime op nu de gegevens zijn aan te merken als bedrijfsgeheim.
Universele oplader voor elektronische apparaten
De EU werkt aan een wetsontwerp waarin een gemeenschappelijke standaardpoort wordt voorgesteld voor alle smartphones, tablets, digitale camera's, koptelefoons, draagbare luidsprekers en videospelconsoles. Op 26 januari zijn de lidstaten het eens geworden over een onderhandelingsmandaat voor het voorstel voor een universele oplader. Het voorstel heeft tot doel ervoor te zorgen dat het niet langer nodig is een nieuwe oplader te kopen wanneer u een nieuwe mobiele telefoon of soortgelijk artikel koopt en dat alle apparaten met dezelfde oplader kunnen worden opgeladen.
Lees verder op de website van de Europese Raad.
Gemeenschappelijk auteursrecht op module
Vzr. Rb Amsterdam 9 december 2021, IEF 20494; ECLI:NL:RBAMS:2021:7709 (DGV tegen SEARCH) SEARCH is een architectenbureau dat voor de bouw van twee basisscholen heeft samengewerkt met DGV, een bouw- en productiebedrijf, gespecialiseerd in het bouwen met hout. Zij hebben hiervoor samen het ‘Modulinn-systeem’ ontwikkeld. DGV heeft bij een ander project met een derde een volgens SEARCH identieke module gebruikt. SEARCH heeft de derde benaderd en beweerd dat de intellectuele-eigendomsrechten op het Modulinn-systeem aan haar toekomen. DGV heeft SEARCH vervolgens verzocht schriftelijk te bevestigen dat zij zich niet meer op die manier zal uitlaten en daarmee de indruk zal wekken dat intellectuele-eigendomsrechten op het ‘Systeem’ aan haar zouden toebehoren. Daarnaast vordert DGV schadevergoeding van SEARCH voor de schade die zij lijdt omdat SEARCH zich ten onrechte voordoet als (mede) rechthebbende op het ‘Systeem’.