IEF 22237
16 september 2024
Uitspraak

Geen dwangsommen verbeurd door Prestige; executie door Coty is onrechtmatig

 
IEF 22236
13 september 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Levola/Smilde

 
IEF 22234
12 september 2024
Artikel

Hoe kan een merkenaudit uw wereldwijde marktstrategie ondersteunen?

 
IEF 16376

HvJ EU: Merkhouder kan zich verzetten tegen verhandeling van geneesmiddel in nieuwe buitenverpakking

HvJ EU 10 nov 2016, IEF 16376; ECLI:EU:C:2016:857 (Ferring Lægemidler A/S tegen Orifarm A/S), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-merkhouder-kan-zich-verzetten-tegen-verhandeling-van-geneesmiddel-in-nieuwe-buitenverpakking

HvJ EU 10 november 2016, IEF 16376; LS&R 1393; ECLI:EU:C:2016:857 (Ferring Lægemidler A/S tegen Orifarm A/S) Farmaceutische producten. Merkenrecht. Het gaat hier om de beantwoording van de volgende vraag: Kan de merkhouder in rechte optreden tegen een parallel importeur die medisch product ompakt en merk opnieuw aanbrengt op verpakkingen die de merkhouder in datzelfde volume aanbiedt?
HvJ EU: De houder van een merk zich kan verzetten tegen de verdere verhandeling van een geneesmiddel door een parallelimporteur die dit geneesmiddel in een nieuwe buitenverpakking heeft omgepakt en daarop het merk opnieuw heeft aangebracht, wanneer het betrokken geneesmiddel in het EER-land van invoer kan worden verhandeld in dezelfde verpakking als die waarin dat product wordt verhandeld in het EER-land van uitvoer en de importeur niet heeft aangetoond dat het ingevoerde product slechts op een beperkt deel van de markt van het invoerland kan worden verhandeld. Het staat aan de verwijzende rechter om dit na te gaan.

IEF 16375

CLI conferentie donderdag 17 november 2016

Leveren wij onze ziel en zaligheid uit aan internetgiganten als Google en Facebook en raken wij daarmee verstrikt in allerlei vormen van digitale dwingelandij?

Filosoof Hans Schnitzler spreekt op donderdag 17 november aanstaande over de effecten van het digitale tijdperk op onze persoonlijke levenssfeer, op onze creativiteit en verbeeldingskracht, op onze denkkracht en kritische vermogens en over de rol van juristen in een tijd van geraffineerde digitale technologieën.

Donderdag 17 november aanstaande, in het West-Indisch Huis te Amsterdam: CLI-conferentie georganiseerd door de Rechtenfaculteit van de Vrije Universiteit.

Er zijn nog enkele plekken beschikbaar. Meld u snel aan!
Meer info op: www.lawandinternet.com en https://www.ie-forum.nl/artikelen/cli-conference-op-donderdag-17-november

 

IEF 16368

Uitspraak ingezonden door Adonna Alkema en Judith de Snoo, Hofhuis Alkema Groen

Verbod negatief uitlaten over niet voldoen aan Gedragscode Mobiele Diensten, afgewezen

Rechtbank Amsterdam 15 sep 2016, IEF 16368; (EDF Communications en X tegen Stichting Gedragscodes Mobiele Diensten), https://ie-forum.nl/artikelen/verbod-negatief-uitlaten-over-niet-voldoen-aan-gedragscode-mobiele-diensten-afgewezen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 15 september 2016, IEF 16368; RB2793; IT 2169 (EDF tegen Stichting Gedragscodes Mobiele Diensten) Mobiele dienst. EDF richt zich op de ontwikkeling en het wereldwijd op de markt brengen van applicaties voor mobiele telefoons. Na onderzoek blijkt dat EDF het in de Gedragscode (waar zij staan geregistreerd) voorgeschreven scherm dat aanbieders van mobiele internetdiensten, wanneer bij hen een bestelling wordt geplaatst, aan de consument moeten tonen om duidelijk te maken dat deze door het plaatsen van de bestelling een betalingsverplichting op zich neemt, niet toont. EDF vordert nu dat de Stichting verboden wordt uitspraken te doen of anderszins negatief uit te laten, totdat vaststaat dat EDF aan de gedragscode gebonden is en deze niet in strijd is met de wet. EDF is ook via haar contract met Dimico aan de Gedragscode gebonden is, omdat zij als de klant zich verplicht tot naleving van de Country Specific Regulations, waaronder de Gedragscode. Dat een Roemeense medewerker die het formulier van de Gedragscode invulde niet bevoegd zou zijn en het Engels niet voldoende beheerst, is onaannemelijk. Het is niet aannemelijk dat de gevorderde verboden in een bodemprocedure worden toegewezen, en wordt in kort geding afgewezen.

IEF 16374

Mededeling van de Commissie over de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen

Biotechrichtlijn 98/44/EC. Uit de mededeling: 1. EXCLUSION FROM PATENTABILITY OF PRODUCTS OBTAINED BY ESSENTIALLY BIOLOGICAL PROCESSES: The Commission takes the view that the EU legislator’s intention when adopting Directive 98/44/EC was to exclude from patentability products (plants/animals and plant/animal parts) that are obtained by means of essentially biological processes.

IEF 16373

Bijdrage ingezonden door Thijs van den Heuvel, Bird & Bird

Thijs van den Heuvel - Linken: verwijzen met (veronderstelde) kennis van inbreuk, is inbreuk

Het Europese Hof van Justitie (hierna: "HvJEU" of "Hof") heeft zich in het arrest GS Media opnieuw uitgesproken over de juridische kwalificatie van hyperlinks. De centrale vraag in dit artikel: onder welke omstandigheden kan een auteursrechthebbende optreden tegen het plaatsen van een hyperlink? Met andere woorden: wanneer is een hyperlink te beschouwen als "een mededeling aan het publiek"? Om antwoord te geven op deze vraag zullen de overwegingen van het Hof in de zaak GS Media worden besproken en vergeleken met het internationaal wettelijk kader en eerdere arresten. Aan het eind van dit artikel zal nog kort worden stilgestaan bij de praktische implicaties van dit arrest en de vragen die het oproept. 

In deze inleiding signaleer ik vast een aantal opvallende punten uit het arrest. Bijvoorbeeld dat het Hof een nieuw criterium introduceert, namelijk kennis van inbreuk, en dit criterium direct van doorslaggevend belang laat zijn. Wat ook opvalt, is dat het Hof overweegt dat een "nieuw publiek" vereist is om te kunnen spreken van een mededeling aan het publiek, maar nergens met zoveel woorden vaststelt dat ook daadwerkelijk een "nieuw" of ander publiek wordt bereikt. Bijzonder is ten slotte dat de aanwezigheid van winstoogmerk relevant wordt geacht voor de verdeling van bewijslast. 

Met dit alles wordt door het Hof een eenvoudige verwijzing onder het verbodsrecht van de auteursrechthebbende gebracht en krijgen zij de mogelijkheid op te treden tegen iedereen die een hyperlink plaatst naar materiaal dat zonder toestemming op internet is gezet.

Lees het gehele artikel.

IEF 16372

Uitspraak ingezonden door: Diederik Donk, The Legal Group

 

Geen inbreuk gemaakt op persoonlijke levenssfeer in ‘Rambam’ uitzending

Rechtbank Amsterdam 10 nov 2016, IEF 16372; ECLI:NL:RBAMS:2016:7309 (E-Medvertise N.V. en EHealth Ventures tegen CCCP Televisie en Omroepvereniging BNN-VARA), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-gemaakt-op-persoonlijke-levenssfeer-in-rambam-uitzending

Rechtbank Amsterdam 10 november 2016, IEF 16372 ; ECLI:NL:RBAMS:2016:7309 (E-Medvertise N.V. en EHealth Ventures tegen CCCP Televisie en Omroepvereniging BNN-VARA). Televisieuitzending. Vrijheid van meningsuiting. Persoonlijke levenssfeer. CCCP produceert het programma ‘Rambam.’ CCCP en BNN-Vara zijn van plan in een uitzending aandacht te besteden aan ‘Dokteronline.com’ door gebruik te maken van verborgen camera’s en geluidsopname. Eisers vorderen CCCP en BNN-Vara te verbieden de in het onderzoek naar Dokteronline.com gemaakte beeld- en geluidsopnamen uit te zenden in het televisieprogramma. De rechter weegt de bescherming van persoonlijke levenssfeer en portretrecht af tegen de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. De rechter stelt dat er geen inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer, omdat er o.a. voldoende ‘geblurred’ is. Er is onvoldoende aanleiding voor een zeer ver gaande maatregel als het vooraf verbieden van een deel van de uitzending.

IEF 16369

Bijdrage van Bindu De Knock, Cross Link Legal.

Bindu De Knock - Auteursrechtdebat: Blockchain, voorbij de hype. Hardwells blockchain release.

Opgemaakt artikel. Op 14 oktober 2016 kondigde de Nederlandse DJ Hardwell aan dat zijn nieuwe track ‘Thinking about you’ als digitale download werd aangeboden via een blockchain systeem. Dankzij deze technologie worden de auteurs- en naburig rechthebbenden van deze track onmiddellijk en gelijktijdig betaald.1 Blockchain-fans vonden het briljant maar kwatongen deden de release af als een marketingstunt. Blockchain is ongetwijfeld de hype van dit moment, maar is dat ook terecht?

Even terug naar Hardwell. Als koper van deze track, zie je aan de voorkant van de transactie helemaal niks bijzonders. Je betaalt eenvoudigweg met je creditcard en vervolgens kun je de wav- file downloaden (wav! geen mp-3, kijk daar word ik, als audiofiel, nu blij van). Aan de achterkant van de transactie gebeurt er wel het een en ander. Hardwells blockchain- platform maakt gelijktijdige horizontale distributie van inkomsten mogelijk. Dankzij deze opzet kan team Hardwell de verkoop van de digitale downloads en streams controleren. Daarnaast betalen Spotify en YouTube rechtstreeks aan Revealed Recordings (Hardwells label) voor het gebruik van de track.2 Deze inkomsten worden daarna onmiddellijk verdeeld onder de rechthebbenden, waaronder de auteurs- en naburig rechthebbenden.

IEF 16370

Uitspraak ingezonden door: Otto Volgenant, Boekx Advocaten

 

Proefproces over drones leidt tot aanpassing van de wet

Rechtbank Den Haag 9 nov 2010, IEF 16370; ECLI:NL:RBDHA:2016:13313 (NVJ tegen De Staat Der Nederlanden), https://ie-forum.nl/artikelen/proefproces-over-drones-leidt-tot-aanpassing-van-de-wet

Rechtbank Den Haag 9 november 2016, IEF 16370; ECLI:NL:RBDHA:2016:13313 (NVJ tegen De Staat Der Nederlanden) Drones. Onrechtmatige overheidsdaad. Procedure NVJ en een journalist tegen de Staat over de door hen onwerkbaar en discriminatoir geachte regelgeving voor journalistiek gebruik van drones. Journalisten mogen drones tot 4 kg gebruiken voor nieuwsgaring. Met die verruiming van de regelgeving per 1 juli 2016 is de overheid voldoende tegemoetgekomen aan het belang van de vrijheid van nieuwsgaring. Voor zwaardere drones geldt een zwaarder juridisch regime, waarbij voorafgaand gemeld moet worden waar en wanneer de drone gaat vliegen. Die extra regels zijn volgens de rechter toegestaan, omdat zwaardere drones meer risico’s met zich meebrengen. Ten gronde oordeelt de rechtbank dat de huidige regelgeving geen ongerechtvaardigde inmenging in de vrijheid van nieuwsgaring vormt in de zin van artikel 10 EVRM en evenmin in strijd is met 14 EVRM.

IEF 16360

HvJ EU: Vernietiging van de beoordeling van het Gerecht over 'Simba toys'

HvJ EU 10 nov 2016, IEF 16360; C-30/15 P (Simba Toys), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-vernietiging-van-de-beoordeling-van-het-gerecht-over-simba-toys

HvJ EU 10 november 2016, IEF 16360; zaak C-30/15 P (Simba Toys tegen EUIPO) Gemeenschapsmerk. Octrooi. Op verzoek van Seven Towns, een Britse vennootschap die met name de intellectuele- eigendomsrechten beheert die verbonden zijn aan de „Rubik’s cube”, heeft het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) in 1999 de vorm van deze kubus als driedimensionaal gemeenschapsmerk ingeschreven voor „driedimensionale puzzels”. In 2006 heeft Simba Toys, een Duitse speelgoedproducent, het EUIPO verzocht om nietigverklaring van het driedimensionale merk, met name op grond dat dit merk een technische oplossing bestaande in het draaivermogen ervan bevatte en een dergelijke oplossing enkel als octrooi en niet als merk kon worden beschermd. Aangezien het EUIPO deze vordering heeft afgewezen, heeft Simba Toys bij het Gerecht beroep tot vernietiging van de beslissing van het EUIPO ingesteld. Bij arrest heeft het Gerecht het beroep van Simba Toys verworpen. Het Gerecht heeft in het bijzonder geoordeeld dat de grafische voorstelling van de vorm van de Rubik’s cube geen technische oplossing bevatte die in de weg stond aan de bescherming ervan als merk, en dat deze dus kon worden ingeschreven als Uniemerk. Tegen dit arrest heeft Simba Toys hogere voorziening ingesteld bij het Hof van Justitie. 

HvJ EU oordeelt tot de afwijzing van de vordering tot nietigverklaring van het Gerecht. Volgens het HvJ interpreteerde het Gerecht de criteria voor de beoordeling van artikel 7 (1) (e) (ii) 40/94 te eng. Anders dan het Gerecht heeft verklaard, wijst het Hof erop dat in het kader van dit onderzoek de wezenlijke kenmerken van de kubusvorm moeten worden beoordeeld op basis van de technische functie van de door deze vorm weergegeven waar.