Simmons & Simmons organiseert business course voor studenten in Tallinn
Nóg een Business Course? Ja zeker, maar bij Simmons & Simmons doen we het nét even anders! Van 24 t/m 27 november zullen wij met een ambitieuze groep studenten afreizen naar het mooie Tallinn, de hoofdstad van Estland. Hier spelen innovatie, digitalisatie, FinTech en andere (juridisch) interessante ontwikkelingen al jaren een hoofdrol. En daar houden we ons bij Simmons & Simmons maar al te graag mee bezig!
Tijdens deze intensieve dagen maak jij kennis met zowel onze transactie- als procespraktijk. Je gaat samen met andere studenten aan de slag met een business case en krijgt een goed beeld van de inhoudelijke kant van ons kantoor. Daarnaast leer je onze collega’s en de sfeer kennen, en is er uiteraard voldoende tijd voor sociale activiteiten in deze mooie stad!
Ben jij die ambitieuze en gedreven student die wij zoeken? Zit je aan het einde van je bachelor of master Nederlands, notarieel of fiscaal recht? Geef je dan vóór 1 oktober op! Alle informatie omtrent de Business Course vind je hier: https://lnkd.in/eRFiC-aX.
Vacature: advocaat-medewerker/senior-medewerker TMD bij Brinkhof
Brinkhof is op zoek naar een advocaat-medewerker/senior-medewerker TMD.
Heb je een passie voor intellectuele eigendom plus ambitie en zin om aan de weg te timmeren? Vind je het leuk om zelfstandig te werken en initiatieven te ontplooien, maar ook om in teamverband te werken en overal bij betrokken te zijn? Dan ben je bij Brinkhof aan het juiste adres. De praktijkgroep Trademarks and Designs (TMD) van Brinkhof is een hecht team van advocaten en gemachtigden. Wij zijn op zoek naar een advocaat medewerker/senior medewerker TMD.
Gerecht EU: Google en Alphabet tegen Europese Commissie
Gerecht EU 14 september 2022, IEF 20958, IT 4072, IEFbe 3544; T-604/18, ECLI:EU:T:2022:541Google en Alphabet tegen Europese Commissie (Google Android) Misbruik van machtspositie. Wanneer Google een nieuwe versie van Android ontwikkelt, publiceert het de broncode online. De openlijk toegankelijke Android-broncode heeft echter geen betrekking op Android-apps en -diensten die eigendom zijn van Google. Apparaatfabrikanten die de eigen apps en services willen verkrijgen, moeten daarom contracten aangaan met Google. Google sluit dergelijke contracten ook met mobiele netwerkoperators, die de eigen apps en services willen kunnen installeren op de apparaten die aan eindgebruikers worden verkocht. In de beschikking van 23 september 2019 heeft de Commissie Google LLC en ten dele Alphabet Inc. een geldboete opgelegd van 4,343 miljard euro. Het Gerecht bevestigt grotendeels de beslissing van de Commissie dat Google onwettige beperkingen heeft opgelegd aan fabrikanten van mobiele Android-apparaten en mobiele netwerkoperators. Het Gerecht legt Google een (lagere) boete van 4,125 miljard euro op.
HvJ EU: Ametic
HvJ EU 8 september 2022, IEF 20956, IT 4070, IEFbe 3542; C‑263/21, ECLI:EU:C:2022:644 (Ametic) Verzoekster heeft rechtstreeks beroep ingesteld tegen billijke compensatie voor het kopiëren voor privégebruik. De bestreden handeling is een regeling die is uitgevaardigd ter uitvoering van het nieuwe artikel 25 van de wet op de intellectuele eigendom zoals, gewijzigd bij koninklijk wetsbesluit 12/2017. Met de eerste vraag wenste de verwijzende Spaanse rechter van het HvJ EU te vernemen of de samenstelling van de in lid 10 van het nieuwe artikel 25 van de wet op de intellectuele eigendom bedoelde rechtspersoon verenigbaar is met richtlijn 2001/29 of, meer in het algemeen, met de algemene beginselen van het Unierecht. De tweede vraag betrof of het verenigbaar is met richtlijn 2001/29 of met de algemene beginselen van het Unierecht, dat de nationale wetgeving die rechtspersoon de bevoegdheid verleent om informatie op te vragen, waaronder informatie over de boekhouding, van diegenen die verzoeken om afgifte van het certificaat inzake vrijstelling van de verplichting tot betaling van de billijke compensatie voor het kopiëren voor privégebruik [IEF 20350].
Beantwoording van de prejudiciële vragen:
H&M zegt toe duurzaamheidsclaims aan te passen
Autoriteit Consument en Markt 29 augustus 2022, IEF 20954, RB 3698; ACM/22/179209 (Duurzaamheidsclaims H&M) De ACM beoordeelt in dit besluit de aanvraag tot het bindend verklaren van een toezegging van H&M. Aanleiding zijn de bevindingen in het onderzoek van de ACM naar de handelspraktijk van H&M, zoals het zonder toelichting gebruiken van duurzaamheidsclaims “Conscious” en “Conscious Choice” en ten onrechte het beeld laten ontstaan van duurzaamheidsvoordelen van producten. Ondanks dat het onderzoeksrapport al was afgerond, oordeelt de ACM dat het bindend verklaren van de toezegging van H&M in dit geval doelmatig is. Duurzaamheidsclaims door H&M zullen met deze toezegging zo snel mogelijk in lijn zijn en blijven met wet- en regelgeving. Daarbij biedt H&M compensatie voor maatschappelijke schade. Bovendien kan publicatie van dit besluit op kortere termijn plaatsvinden dan publicatie van een eventueel sanctiebesluit. Met deze publicatie wordt een breed effect beoogd met betrekking tot het verbeteren van duurzaamheidsclaims in de gehele kledingsector.
Vacature: legal counsel/jurist bij Stichting Reclame Code
Stichting Reclame Code zoekt een legal counsel/ jurist (24 tot 37,5 uur per week). Ben jij een zelfstandige en betrokken jurist met interesse in reclame? En zoek je een (nieuwe) uitdaging in een constant veranderend werkveld met maatschappelijk relevante onderwerpen? Dan ben jij de jurist die we zoeken!
Als jurist bij de Stichting Reclame Code kom je van alles tegen. Reclame is een breed begrip en de klachten zijn heel afwisselend. Klachten die je als jurist voorbij ziet komen, gaan bijvoorbeeld over de verantwoordelijkheid van grote (internationale) platformen, duurzaamheidsclaims, crypto investeringen of gokreclames. Maar ook over de herkenbaarheid van reclame op TikTok en klachten over schadelijke stereotypering op basis van geslacht, huidskleur of geaardheid. Soms gaat het over een verpakking van voeding, soms over een commercial voor ondergoed. Maar meestal gaat het over de vraag of een consument wordt misleid. Als secretaris zorg je ervoor dat reclame verantwoord blijft. Uitingsvrijheid is van onschatbare waarde in een democratische samenleving. Wanneer is beperking van de uitingsvrijheid toegestaan? En wanneer valt een reclame binnen de grenzen van het toelaatbare? Hier zal jij je als secretaris mee bezig houden.
Uitspraak ingezonden door Hidde Koenraad, Boekx Advocaten.
Reputatiebewijs uit het Verenigd Koninkrijk na Brexit
Board of Appeal EUIPO 30 augustus 2022, IEF 20952, IEFbe 3540; R 2204/2021-1 (Portal Golf tegen Augusta National) Augusta National heeft oppositie ingesteld tegen het verzoek tot inschrijving van een beeldmerk van Portal Golf. Bij besluit van 22 oktober 2021 heeft de oppositie-afdeling (hierna: afdeling) het gemeenschapsmerk geweigerd op grond van artikel 8 lid 5 van de European Union trade mark regulation (Verordening (EU) 2017/1001 inzake het Uniemerk). Hiertegen stelde Portal Golf beroep in. De verzoeker was het niet eens met de manier waarop de afdeling de reputatie van het oudere merk ‘Masters’ binnen de EU analyseerde. De verzoeker stelt onder meer dat het gebruik niet binnen de EU plaatsvond omdat het wel werd uitgezonden in het VK, maar dat het VK inmiddels geen deel meer uitmaakt van de EU. Met betrekking tot dit argument van de verzoeker oordeelde de afdeling dat alhoewel de ‘thuisbasis’ van het ‘Masters’-toernooi zich in de VS bevindt, het oudere merk een grensoverschrijdende reputatie heeft die zich ook uitstrekt over de EU. De kamer stelt vast dat de afdeling de reputatie van het oudere merk inderdaad vooral vaststelde op basis van bewijsmateriaal dat werd geleverd met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk. De kamer stelt echter vast dat het bestreden besluit gebaseerd is op de redenering dat uitzendingen door Britse zenders ook worden ontvangen het publiek in het Engelstalige deel van de EU en door golfliefhebbers die er gewend aan zijn geraakt de ‘Masters’-toernooien te bekijken via deze Engelse zenders.
Slaafse nabootsing van slogan
Vzr. Rb. Midden-Nederland 10 juni 2022, IEF 20950, LS&R 2104; ECLI:NL:RBMNE:2022:2265 (Spoedtest tegen Spoedtestcorona) Beide partijen nemen coronasneltesten af. Spoedtest en Spoedtestcorona hebben allebei een Benelux woordbeeldmerk gedeponeerd. Spoedtest maakte in haar campagnes gebruik van de slogan ‘Alleen nog even testen’. Spoedtestcorona maakte gebruik van de slogan ‘Alleen nog even spugen’. Spoedtest meent dat Spoedtestcorona haar handelsnaam gebruikt in strijd met de oudere handelsnaam van Spoedtest. Door de voorzieningenrechter wordt geoordeeld dat er hier geen sprake is van verwarringsgevaar. De voorzieningenrechter voert aan dat het bij testen op corona gebruikelijk is dat er gebruik wordt gemaakt van beschrijvende handelsnamen. Hierdoor zullen klanten alert zijn en minder snel in verwarring raken. De voorzieningenrechter meent dat door de toevoeging ‘corona’ het verwarringsgevaar voldoende wordt weggenomen. Het voeren van de handelsnaam Spoedtestcorona is dus toegestaan.
HvJ EU: RTL Television tegen Grupo Pestana en Salvor
HvJ EU 8 september 2022, IEF 20948, IT 4064, IEFbe 3539; C-716/20; ECLI:EU:C:2022:643 (RTL Television tegen Grupo Pestana en Salvor) Geding over het zonder voorafgaande toestemming van RTL ter beschikking stellen van de uitzendingen van een RTL-zender in de door Grupo Pestana en Salvor geëxploiteerde hotelkamers. Het Hof is verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:
1) Moet het begrip ‚doorgifte via de kabel’ in artikel 1, lid 3, van [richtlijn 93/83] aldus worden uitgelegd dat het niet alleen betrekking heeft op de gelijktijdige uitzending door een omroeporganisatie van een uitzending van een andere omroeporganisatie, maar ook op de gelijktijdige, integrale doorgifte via de kabel aan het publiek (al dan niet door een omroeporganisatie) van een eerste uitzending van radio- of televisieprogramma’s die voor ontvangst door het publiek bestemd zijn?
2) Is de gelijktijdige doorgifte van satellietuitzendingen van een televisiezender, via de coaxkabel, door middel van in hotelkamers geïnstalleerde televisietoestellen, te kwalificeren als een ‚doorgifte’ van die uitzendingen in de zin van artikel 1, lid 3, van [richtlijn 93/83]?
Beantwoording van de prejudiciële vragen:
Prejudiciële vragen m.b.t. begrippen 'zichtbaarheid' en 'normaal gebruik'
HvJ EU conclusie A-G 8 september 2022, IEF 20946, IEFbe 3538; ECLI:EU:C:2022:656 (Monz tegen Büchel) Monz Handelsgesellschaft International mbH Co. KG (hierna: Monz) is houdster van een model dat is ingeschreven voor de voortbrengselen ‘fiets‑ en motorfietszadels’. Büchel GmbH & Co. Fahrzeugtechnik KG (hierna: Büchel) heeft een verzoek tot nietigverklaring van het litigieuze model ingediend. Zij meent dat het model niet in aanmerking zou komen voor bescherming omdat het bij normaal gebruik niet zichtbaar zou zijn. Het Bundesgerichtshof heeft vervolgens enkele prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ met betrekking tot het vereiste van zichtbaarheid.