IEF 22207
27 augustus 2024
Artikel

Het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22205
27 augustus 2024
Uitspraak

Design Sanitair maakt inbreuk op wc-spoelknoppen van Geberit

 
IEF 22206
27 augustus 2024
Uitspraak

Bastion Holding niet aansprakelijk voor hotellicenties: rechter wijst vordering Videma af

 
IEF 6037

(Redelijk) verse Europese rechtspraak

HvJ EG, 17 april 2008, In zaak C-456/06, Peek & Cloppenburg KG  tegen Cassina SpA

Prejudiciële beslissing. Auteursrecht. Distributie onder publiek van origineel van werk of kopie daarvan, door verkoop of anderszins. Gebruik van reproducties van auteursrechtelijk beschermde meubels als in verkoopruimte tentoongestelde meubelstukken en als etalagedecoratie. Geen eigendoms- of bezitsoverdracht”

“Van distributie onder het publiek van het origineel van een werk of een kopie daarvan, anderszins dan door verkoop, in de zin van artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, is uitsluitend sprake wanneer er een eigendomsoverdracht van deze zaak plaatsvindt. Bijgevolg kan noch de situatie waarin het publiek de mogelijkheid is geboden om reproducties van een auteursrechtelijk beschermd werk te gebruiken, noch de tentoonstelling ten behoeve van het publiek van deze reproducties zonder dat de mogelijkheid wordt geboden om deze te gebruiken, een dergelijke vorm van distributie vormen.”

Lees het arrest hier.

HvJ EG, 17 april 2008, C-108/07 P, Ferrero Deutschland GmbH tegen OHIM / Cornu SA Fontain(nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Oppositieprocedure  o.g.v. ouder nationaal woordmerk FERRERO  tegen Gemeenschapswoordmerkaanvrage  FERRO.

“58. S’agissant, enfin, de l’appréciation globale du risque de confusion, la Cour considère que la faible similitude des produits désignés est compensée par la similitude des marques en conflit et par le caractère distinctif élevé dont jouit la marque FERRERO auprès du consommateur moyen allemand, de sorte qu’il existe un risque que le public pertinent puisse croire que les produits Giotto, Raffaello et Mon Chéri, commercialisés sous la marque antérieure FERRERO, et les biscuits salés, commercialisés sous la marque demandée FERRO, proviennent de la même entreprise ou d’entreprises économiquement liées.

59. Dès lors, en considérant, dans la décision litigieuse, qu’il n’existait pas de risque de confusion entre les marques en conflit, la quatrième chambre de recours de l’OHMI a violé l’article 8, paragraphe 1, sous b), du règlement n° 40/94.

60. Il y a donc lieu d’annuler la décision litigieuse.”

Lees het arrest hier

GvEA, 22 april 2008, T-233/06, Casa Editorial El Tiempo SA tegen OHIM / Instituto Nacional de Meteorología(nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Oppositieprocedure  o.g.v. oudere nationale woordmerken TELETIEMPO tegen Gemeenschapswoordmerkaanvrage EL TIEMPO.

“57.  S’agissant du fait que les différences conceptuelles compenseraient les similitudes sur les plans visuel et phonétique, il y a lieu de rappeler qu’il ressort de l’examen ci-dessus qu’il n’existe pas de telles différences sur le plan conceptuel entre les signes en cause dès lors que le signe EL TIEMPO peut être compris comme se référant aux deux acceptions du mot « tiempo » en espagnol (voir point 48 ci-dessus). S’agissant des différences découlant de la présence des éléments « el » et « tele », il convient de relever qu’elles ne sont pas de nature à écarter la possibilité d’un risque de confusion dès lors qu’elles ne conditionnent pas de manière significative l’impression d’ensemble produite par chacun des signes. En outre, comme le fait valoir l’OHMI, il ne saurait être exclu que le public pertinent considère, en raison de la signification du préfixe « tele » et de son utilisation habituelle, que les marques antérieures constituent une variation de la marque demandée et, par conséquent, que les produits et les services revêtus des marques en cause ont une même origine commerciale.”

Lees het arrest hier.

GvEA, 17 april 2008, zaak  T-294/06, Nordmilch eG tegen OHIM(nog geen Nederlandse versie beschikbaar)

Weigering woordmerk VITALITY (melkproducten, dranken).

“32. Das Gericht bestätigte die Entscheidung der Beschwerdekammer im Wesentlichen. Speziell im Hinblick auf Waren für besondere medizinische, Ernährungs- oder Diätzwecke war das Gericht der Auffassung, die Beschwerdekammer sei zu Recht zu dem Ergebnis gelangt, dass das Zeichen im Verkehr zur Bezeichnung der Bestimmung dieser Waren dienen könne. Dagegen verneinte das Gericht einen beschreibenden Charakter der Marke VITALITE für Babykost sowie für Mineralwässer mit oder ohne Kohlensäure (Urteil VITALITE, oben in Randnr. 12 angeführt, Randnrn. 24 und 25).”

Lees het arrest hier

GvEA, 17 April 2008, zaak T-389/03, Dainichiseika Colour & Chemicals Mfg. Co. Ltd tegen OHIM /  Pelikan Vertriebsgesellschaft mbH & Co. KG(nog geen Nederlandse versie beschikbaar).

Opposition proceedings.Application for a figurative Community trade mark depicting a pelican, earlier Community or national figurative trade mark Pelikan.

“102. Nevertheless, in the present case, it must be held that the degree of similarity between the marks in issue is such (see paragraphs 96 and 98 above) that it must be found that a likelihood of confusion exists regardless of whether or not the visual aspect is more important than the other aspects.

103. Some visual differences between the conflicting marks are rendered neutral by the fact that the marks are conceptually identical and phonetically identical or very similar, and by the identical nature of, or strong similarity between, the products in issue. Therefore, the differences between the marks are not sufficient to remove a likelihood of confusion in the minds of the relevant public.

104. In this respect, it is appropriate to dismiss the applicant’s claim that, even if the mark applied for and the earlier trade marks were to be associated conceptually by reason of the word ‘pelican’ and the image of a ‘bird in/on a globe’, this would not be enough to justify a finding that there is a likelihood of confusion between the marks at issue.”

Lees het arrest hier

IEF 6036

Verse Nederlandse rechtspraak

Rechtbank Rotterdam, 2  april 2008, LJN: BC9760, Tbi Holdings B.V. c.s. tegen Technisch Installatie Bureau Rotterdam mede h.o.d.n. TIB Rotterdam B.V. 

“5.13 De slotsom is dat TBI c.s. een beroep toekomt op artikel 5 Hnw. Het gevraagde gebod tot het staken van elk gebruik van de lettercombinatie TIB dan wel een met TBI overeenstemmend teken voert echter te ver, zodat dit zal worden beperkt tot het gebruik daarvan ter aanduiding van de onderneming. Daartoe moet ook worden gerekend het gebruik in de domeinnaam, nu TIB Rotterdam erkent dat zij haar domeinnaam als handelsnaam gebruikt.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 16 april 2008, LJN: BC9863, Loods 5 Zaandam B.V. c.s tegen Gedaagde

Geschil over domeinnaam loods5.com. “Na het door de rechter tijdens de comparitie van 19 november 2007 gegeven (voorlopig) oordeel, welk oordeel inhield dat de vorderingen van Loods 5 in de zaak tegen [gedaagde] zouden worden afgewezen, is Loods 5 nog in de gelegenheid gesteld om een door haar gemaakte fout te herstellen door alsnog te reageren op de door [gedaagde] gegeven specificatie van zijn proceskosten. Vervolgens heeft Loods 5 de akte houdende eiswijziging genomen. Doordat Loods 5 pas op dat moment alsnog haar eis zodanig heeft gewijzigd dat de nieuwe vordering niet langer zijn grondslag vindt in het intellectuele eigendomsrecht, is de rechtbank van oordeel dat de eiswijziging slechts is ingediend om te ontkomen aan een veroordeling tot betaling van een redelijke en evenredige proceskostenvergoeding aan [gedaagde]. Naar het oordeel van de rechtbank handelt Loods 5 met de eiswijziging in strijd met een goede procesorde, omdat [gedaagde] in ieder geval tot en met de eerste comparitie van partijen in deze procedure steeds is uitgegaan en ook heeft mogen uitgaan van een vordering die betrekking heeft op het intellectueel eigendomsrecht en daar zijn verweer op heeft gebaseerd.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 16 april 2008, LJN: BC9865, Trianon Chocolatiers B.V. tegen Revillon Chocolatier Société Par Actions Simplifiée

“4.3.2.  Het is een feit van algemene bekendheid dat chocoladeproducten op de markt worden gebracht in zeer veel uiteenlopende vormen, waaronder talrijke aan de natuur ontleende vormen, zoals bloemen, dieren, schelpen, koffiebonen etc., abstracte vormen als rondjes, vierkanten etc., om nog maar te zwijgen over letters. Eveneens een feit van algemene bekendheid is dat er chocoladeproducten in verschillende (waaronder ook slanke) staafvormen op de markt zijn, hetgeen ook blijkt uit productie 5 van Revillon. De rechtbank acht het voorts een algemeen bekend feit dat deze vormen doorgaans niet als merk worden gebruikt. Het kan zo zijn dat het relevante publiek bij de aankoop van een chocoladeproduct aandacht schenkt aan de vorm, dat neemt niet weg dat dit publiek gewend is aan een veelheid van vormen waar het chocoladeproducten betreft en daarom zal het relevante publiek een andere (nieuwe) vorm niet snel als herkomstaanduiding opvatten.

(…) 4.4.  Nu hetgeen hiervoor is overwogen reeds tot toewijzing van de gevorderde nietigverklaring en doorhaling leidt, behoeven de overige stellingen van partijen in conventie geen bespreking meer.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage,16 april 2008, HA ZA 07-2723,Van Zon tegen Florence Creations B.V.
 “4.2. Naar de kern verwijt Van Zon Florence dat zij niet voldoende tijdig en voldoende stevig rechtsmaatregelen tegen Van den Heuvel heeft genomen om diens aanvoer van Ruby Red op Naaldwijk te stoppen. Volgens Van Zon was Florence daartoe gehouden en vloeit zodanige gehoudenheid voort uit de per 1 september 2004 gesloten productieovereenkomst en de nadere afspraken van 11 mei 2006.” Vorderingen afgewezen.

Lees het vonnis hier.

Vzr. Rechtbank Breda, 21 april 2008, LJN: BC9996, Bingham Schiedam B.V.  gedaagde h.o.d.n. Vlaggenmasten.nl.

Oneerlijke mededinging. Mededelingen waarin ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat een concurrent niet langer bestaat of actief is, zijn onrechtmatig. President verbiedt verdere uitlatingen en verplicht gedaagde tot rectificatie.

“4.3. De voorzieningenrechter zal in deze procedure in kort geding evenmin een oordeel vellen over de domeinregistratie door Bingham Schiedam bv van de domeinnaam www.vlaggenenmast.eu nu het Nederlandse recht niet het rechtsbeginsel kent dat een partij die zelf op een bepaalde wijze onrechtmatig handelt jegens een andere partij, zich om die reden ander onrechtmatig handelen van die andere partij moet laten welgevallen. Zo al de registratie van de domeinnaam www.vlaggenenmasten.eu een onrechtmatige daad van Bingham Schiedam bv jegens gedaagde oplevert, doet dit niet af aan de vermeende onrechtmatigheid van het handelen van gedaagde jegens Bingham Schiedam bv.”

Lees het vonnis hier.  

IEF 6035

Een ruimere ‘gewone’ proceskostenveroordeling

Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 21 april 2008, KG ZA 08-121, MF Beheer B.V. tegen My Global Factory. (met dank aan Peter Kok, The Law Factor).

Inhoudelijke bespreking volgt, nu eerst even deze passage:

“4.8. Nu het onderhavige geschil nog slechts zeer ten dele aan te merken is als een merkenrechtelijk geschil, doch veeleer de nakoming van een vaststellingsovereenkomst inhoudt, ziet de voorzieningenrechter beperkt ruimte voor een proceskostenveroordeling als bedoeld in artikel 1019 Rv en zal deze doen opgaan in een ruimere ´gewone´ proceskostenveroordeling”

Tentamenvraag: Beargumenteer dit oordeel en betrek daarbij de regionale verschillen in de merkenrechtspraak aan de hand van o.a. Rb Amsterdam, 10 januari 2008, ACS Filtertechniek tegen Group Air Cooling Services B.V.:

““4.7 Group Air Cooling Services zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Hierbij worden de volledige kosten als bedoeld in artikel 1019h Rv toegewezen, aangezien hier sprake is van inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van ACS, Aan het verweer dat het hier een andersoortig geschil betreft, te weten een geschil over een vaststellingsovereenkomst, zal worden voorbijgegaan aangezien de kern van die overeenkomst bestaat uit bescherming van de intellectuele eigendomsrechten van ACS.”

Lees het eerste, Bossche, vonnis hier, het tweede, Amsterdamse, hier

IEF 6034

De zeven hoofdzonden bestaan al veel langer

hmo.gifKnack.be bericht: “De 7 Hoofdzonden' is Humo-merk. Dorian van der Brempt, directeur van het Vlaams-Nederlands Huis DeBuren in Brussel, kreeg vorige week een aangetekende brief in de bus van Sanoma Magazines. De aanleiding was de debatreeks die DeBuren organiseert onder de naam 'De 7 Hoofdzonden'. Sanoma heeft die titel als merk laten deponeren voor de gelijknamige interviewreeks in Humo . Van der Brempt betreurt de gang van zaken.

Had u er vooraf aan getwijfeld of u die titel wel mocht gebruiken? Nee. Ik had zelfs niet aan Humo gedacht. Sanoma heeft 'De 7 Hoofdzonden' blijkbaar als merknaam gedeponeerd voor de 'klasse 41'. Daaronder vallen behalve kranten en tijdschriften ondere andere ook allerlei evenementen en voorstellingen. Dat betekent dus dat kardinaal Danneels geen herderlijke brief mag schrijven onder die benaming. Ik vind het bijzonder merkwaardig dat iemand zo'n oude term kan laten beschermen. De zeven hoofdzonden bestaan al veel langer dan Humo.”

Lees hier meer.

IEF 6033

0900-vormgevingserfgoed

mod-retro.gifVzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 9 april 2008, KG RK 08/0591, Van Valderen Eurotrade B.V tegen Gamma Nederland B.V.

Ex parte beschikking. Gemeenschapsmodelrecht stoel. Modelrechthebbende is niet de eerst aangewezene om de voorzieningenrechter in een ex parte procedure volledig en objectief in te lichten over het relevante vormgevingserfgoed.

“De voorzieningenrechter beperkt de beoordeling van het verzoek tot de aangevoerde grondslag van het Gemeenschapsmodelrecht. Verzoekster heeft geen grensoverschrijdend verbod gevraagd. Van een model met de aanduiding Retro kan niet zonder meer worden aangenomen dat het modelrechtelijk vrij staat van het verleden. Het verzoek en de producties geven ook geen inzicht in het relevante vormgevingserfgoed. De voorzieningenrechter heeft onderkend dat in een ex parte procedure de modelrechthebbende niet de eerst aangewezene is de voorzieningenrechter daarover volledig en objectief in te lichten.

De raadsman van verzoekster heeft bij gelegenheid van de het telefonisch horen desgevraagd verklaard dat hij hierover ruggespraak heeft gehad met de ontwerper van de RETRO20 tuinstoel. Volgens verklaring van de ontwerper was er voor zijn ontwerp, dat dateert van 2005, geen andere armstoel op de markt waarbij een uit gevlochten panelen samengesteld zitgedeelte was geplaatst in en over een metalen frame. Gelet op deze toelichting en uitgaande van spoedeisendheid van de zaak omdat de tuinstoel van gerekwestreerden zal worden aangeboden gedurende een actie in de week dat deze beschikking zal worden gegeven, zal de voorzieningenrechter het verzoek toestaan op de wijze als hieronder verwoord."

Lees de beschikking hier.

IEF 6032

Msn'en = chatten?

Microsoft heeft een kort geding heeft aangespannen tegen Hoofddorpse bedrijf Unicaresoft om het gebruik van de naam MSNLock gestaakt te krijgen. Unicaresoft gebruikt deze naam voor een door haar ontwikkelde applicatie die overmatig chatgebruik moet tegengaan.

Microsoft stelt dat de naam inbreuk maakt op haar merkrechten op MSN. Unicaresoft daarentegen meent dat MSN is verworden tot soortnaam, wat onder andere blijkt uit het feit dat de VanDale 'msn-en' als werkwoord voor chatten heeft opgenomen. Bovendien zijn er talloze andere voorbeelden van domeinnamen met MSN in combinatie met andere woorden die door Redmond met rust worden gelaten, zo zal de advocaat van Unicaresoft woensdag betogen.

Het kort geding zal woensdag dienen. Lees hier meer.

IEF 6026

Boek9.nl Wereld IE Dag Borrel 1912

keizersgracht555l.JPGOmdat het dit jaar voor het laatst 1912 was, zal de Wereld IE Dag Borrel van aanstaande donderdag min of meer in het teken staan van dit roemruchte jaar. Min of meer, want het oorspronkelijke mission statement van deze zwaar informele borrel (een krat bier in een weiland)  staat vanzelfsprekend in de weg aan een strak georganiseerd themabal met dresscode.

Vrees dus niet een vadermoordenaar aan te moeten of een perfecte ragtime te moeten dansen, maar sta donderdag van 17.00u tot ongeveer 19.12u op het dak van Lovells Amsterdam even stil bij het jaar dat ons niet alleen de Auteurswet, maar ook de praline, de canapé, de Memphis Blues, het ANC, de Spin, Woody Guthrie, de Pravda, de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, Jackson Pollock, Kathleen Ferrier, Perry Como, Marten Toonder, Bram Stoker, Tante Leen, Werner von Braun en de ondergang van de Titanic bracht.

De Auteurswet 1912 en de pralines komen zeker, de rest is nog onzeker. Zo'n 150 IE-ers van alle gezindten hebben zich inmiddels ook aangemeld, maar aanmelden kan nog altijd, gratis en vrijblijvend, graag per email (redactie@IEForum.nl) dan weten we ongeveer waar we aan toe zijn. Tot donderdag!  

IEF 6011

Personalia

jbr.JPG"BarentsKrans advocaten notarissen heeft mr Jaap J.E. Bremer (1976) aangesteld als senior medewerker Intellectuele Eigendom. Jaap studeerde Nederlands Recht aan de VU en Intellectual Property aan King's College London. Sinds 2001 heeft Jaap zich bij Simmons & Simmons verder gespecialiseerd in het Intellectuele Eigendoms- en reclamerecht. Hij adviseert en procedeert regelmatig over merkenrecht en octrooirecht, maar ook over warenwetkwesties. Jaap heeft specifieke ervaring in de farmaceutische sector, onder meer door een recente detachering bij één van de grootste farmaceutische bedrijven ter wereld."

IEF 6010

Iets teveel techniek voor jou

Citaatje uit een van de vele aan de herrijzenis van D’66 gewijde artikelen dit weekend: “Als Pechtold weer zit, vraagt Van der Ham of hij soms naar het AO auteursrechtbeleid wil. Pechtold checkt zijn agenda: bezoek van de Kroatische president.”Dat wordt weer borrelen”, zegt hij. “Het is ook iets teveel techniek voor jou, hè, dat auteursrecht, zegt Van der Ham. Pechtold gaat wel naar een overleg over het Europees terrorismebeleid, op donderdag.” (NRC, zaterdag 19 april).

IEF 6009

De problematiek van de zogeheten verweesde werken

NRC Handelsblad en www.kb.nl,17 april: Auteurswet nekt de digitale bibliotheek, paginagroot opiniestuk van van Martin Bossenbroek & Hans Jansen (respectievelijk directeur Collecties & Dienstverlening en directeur e-Strategie van de Koninklijke Bibliotheek).

“Een aanpassing van de Auteurswet aan de eisen van de 21ste eeuw is dringend gewenst. Blijft die aanpassing uit, dan is de opbouw van een digitale bibliotheek van serieus te nemen omvang en samenstelling een illusie. 

(…) Maar zijn die (erfgenamen) er ook, en zo ja, hoe vind je die? Dat is de essentie van de problematiek van de zogeheten verweesde werken, dat wil zeggen werken waarvan de auteursrechthebbenden onbekend of onvindbaar zijn. In dit concrete geval zijn er nog aanknopingspunten - een naam en een sterfjaar - en kun je op zoek gaan, maar in talloze andere gevallen ontbreken ook dit soort basisgegevens. 

(…) Denk aan de vele miljoenen paginas kranten, tijdschriften en boeken die op digitalisering wachten, laat er een realistische vermenigvuldigingsfactor op los, en het resultaat is een opsporingsactie van mythologische proporties, die aanzienlijk meer tijd en dus geld zou kosten dan alle digitaliseringprojecten bij elkaar. (…) Maar ook commerciële bedrijven schrikken terug voor deze consequenties. Wie denkt dat bovengenoemde voorbeelden een vertekende voorstelling van zaken geven, moet eens uitrekenen waarom Google in zijn enige grote digitaliseringproject binnen het Nederlandse taalgebied - 300.000 boeken in de universiteitsbibliotheek van Gent - niet verder gaat dan 1867. Zekerheidshalve wordt een termijn van twéémaal 70 jaar gehanteerd, om elk risico van auteursrechtelijke claims uit te sluiten. 

(…) Dit scenario kan onmogelijk de bedoeling zijn van een wet die de rechten van auteurs moet beschermen. Vóór alles heeft een auteur er recht op te worden gelezen. Het is dan ook de hoogste tijd voor een internetuitzondering voor niet-commercieel gebruik in de Auteurswet. En dan eentje die beter doordacht is dan de aanpassing van 2004. Sindsdien mogen erfgoedinstellingen weliswaar hun eigen collectie digitaal beschikbaar stellen aan het publiek, maar uitsluitend via een besloten netwerk dat alleen in het eigen gebouw te raadplegen is. Zo werkt internet natuurlijk niet. 

Dat is het ministerie van Justitie zich inmiddels ook bewust. Eind vorig jaar zegde minister Hirsch Ballin de Tweede Kamer toe een onderzoek te laten verrichten naar oplossingen die in andere landen zijn ontwikkeld voor de problematiek van de verweesde werken. Aanstaande maandag is de bewindsman openingsspreker op een groot internationaal Auteursrechtsymposium in Amsterdam, dus de verwachtingen zijn hooggespannen.  

Het zou moeten kunnen, want in diverse landen zijn al oplossingen uitgedacht. (…) In Engeland wordt gedacht in dezelfde richting, met een Copyright Tribunal dat, als gebruiker en rechthebbende er onderling niet uitkomen, achteraf de hoogte van de vergoeding bepaalt - en afhankelijk van het soort gebruik(er) kan die ook op nul uitkomen. (…)  Het nadeel is echter dat alle drie varianten uitgaan van een voorafgaande zoektocht naar rechthebbenden. En die is bij grootschalige digitaliseringprojecten volstrekt onrealistisch. Er is echter een systeem dat tegemoetkomt aan de randvoorwaarden voor massadigitalisering (…) het heet extended collective licensing, en bestaat in Scandinavië. Daar kunnen rechtenorganisaties met gebruikers licentieovereenkomsten afsluiten die ook wettelijk bindend zijn voor niet-aangesloten en onvindbare rechthebbenden. (…)  Toch kleeft ook aan dit model een bezwaar. Er moet vooraf worden betaald voor de licentieovereenkomsten, met als gevolg alsmaar groeiende, moeilijk te verantwoorden fondsvorming bij de rechtenorganisaties. 

De beste en uiteindelijk meest kosteneffectieve aanpak bestaat uit een verfijnde combinatie van het Angelsaksische en het Scandinavische model. Oftewel, het afsluiten van extended collective licenses, maar dan op basis van het opt out-beginsel. De voordelen zijn evident: er is geen zoektocht naar verweesde werken meer nodig, erfgoedinstellingen hebben vooraf inzicht in de mogelijke financiële consequenties en betalen pas als een rechthebbende claimt. Anderzijds blijft diens recht op een vergoeding én op het weigeren van toestemming overeind staan. 

De definitieve oplossing zou zijn een speciale internetparagraaf in de Auteurswet voor niet-commercieel gebruik door erfgoedinstellingen. Zoiets duurt natuurlijk jaren, en daarom is een voorlopige oplossing nu een eerste vereiste. Laat om te beginnen rechtenorganisaties aan erfgoedinstellingen een vrijwaring geven voor niet-aangesloten onvindbare rechthebbenden. Lukt het niet om de financiële aansprakelijkheid die zij daarmee overnemen te herverzekeren, dan ligt het op de weg van de overheid om zich hiervoor garant te stellen. Het is de enige manier om te voorkomen dat de 20ste eeuw in de digitale bibliotheek te boek komt te staan als the missing link.

Lees het gehele artikel hier.