IEF 22210
28 augustus 2024
Uitspraak

Magenta kleurmerk nietig verklaard in de Benelux (III)

 
IEF 22209
28 augustus 2024
Uitspraak

Magenta kleurmerk nietig verklaard in de Benelux (II)

 
IEF 22208
28 augustus 2024
Uitspraak

Magenta kleurmerk nietig verklaard in de Benelux (I)

 
IEF 4954

Heffingsberichten

De Volkskrant bericht: “Alle artiesten krijgen kopiegeld. Stichting Thuiskopie hoopt eind volgend jaar alle artiesten, acteurs, schrijvers, regisseurs hun rechtmatige vergoeding te kunnen geven voor het kopiëren van films, tv-programma’s en muziek op blanco dvd’s en cd’s. ‘Als het aan ons ligt, zullen de fabrikanten geen cent terugkrijgen’, zegt manager Hester Wijminga.

(…) Minister Hirsch Ballin wil nog dit jaar via een algemene maatregel van bestuur afdwingen dat de overtollige gelden worden teruggeven aan de fabrikanten. Eind 2005 stond er bij de Stichting 57 miljoen euro op de bank. Het voornemen van de minister heeft de woede opgewekt van de door acteur Huub Stapel en muzikante Berdien Stenberg opgerichte IRDA (International Rights Distribution Agency), die vindt dat de creatieve geesten recht hebben op het geld. Zij verwijten Thuiskopie laksheid en onbekwaamheid. IRDA denkt zelf veel geschikter te zijn om het geld te verdelen.”

Lees hier meer (met rekenvoorbeeld hoe Marco Borsato zijn vergoeding krijgt ).

IEF 4953

Een enkele verwijzing

Rechtbank 's-Gravenhage, 17 oktober 2007, LJN: BB5893, Pretium Telecom B.V. tegen KPN B.V.

Reclamerecht. Uitgebreide samenvatting Rechtspraak.nl: Kern van het geschil in conventie betreft de vraag of de Brief die door KPN is verstuurd als onrechtmatig moet worden gekwalificeerd. KPN erkent dat dit het geval is ten aanzien van niet-klanten van Pretium die de Brief (volgens KPN: abusievelijk) hebben ontvangen. De voorzieningenrechter is voorlopig van oordeel dat dit ook het geval is ten aanzien van klanten van Pretium die de Brief hebben ontvangen. KPN had zich dienen te beperken tot een enkele verwijzing naar Pretium.

Het verweer van KPN dat de Aanvullende afspraken niet van toepassing zouden zijn op klachten die dateren uit de tijd vóórdat deze afspraken werden gemaakt, treft geen doel, nu uit die afspraken moet worden afgeleid dat deze bedoeld zijn als een in overleg met OPTA samengesteld totaalpakket om aan bestaande en toekomstige verwarring bij consumenten een einde te maken en de werkwijze van aanbieders van vaste telefoniediensten - gegeven hun zeer felle concurrentiestrijd - in dat opzicht in goede banen te leiden. Doch ook als zou gezegd moeten worden dat KPN gehouden was nadere informatie te vragen over voor de Aanvullende afspraken ingediende klachten, is onbegrijpelijk waarom KPN haar Brief daartoe niet beperkt heeft. Nu zij een brief heeft verstuurd met een veel verdere strekking - het marketingaspect lijkt te overheersen - dient, ook als KPN gehouden zou zijn nadere informatie op te vragen, de Brief als onrechtmatig aangemerkt te worden.

In reconventie is de vraag aan de orde of - kort gezegd - de verkoopmethoden van Pretium onrechtmatig zijn jegens KPN. KPN stelt dat dit het geval is en ter onderbouwing daarvan heeft zij enkele klachten van eindgebruikers in het geding gebracht. Voorts heeft KPN in haar pleitnota uitvoerig geciteerd uit onder meer brieven van eindgebruikers aan KPN en telefoontranscripties van gesprekken tussen KPN en eindgebruikers. KPN heeft het gemotiveerde verweer van Pretium bestreden, maar naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet overtuigend weerlegd.

Voorts moet worden voorbijgegaan aan voorbedoelde citaten uit de pleitnota van KPN. Deze zijn afkomstig uit een omvangrijke set producties die eerder na een gehonoreerd bezwaar van Pretium ten aanzien van het tijdstip van de mogelijkheid van kennisname door de voorzieningenrechter is geweigerd wegens strijd met de beginselen van een goede procesorde. In dat licht bezien verdraagt het dienen als bewijsmateriaal van de geweigerde producties zich niet goed met de strekking van artikel 85 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De desbetreffende individuele reacties van eindgebruikers - die overigens als klachten door Pretium zijn betwist - dienen daarom buiten beschouwing te blijven. Het voorgaande leidt tot het voorlopig oordeel dat KPN thans niet aannemelijk heeft gemaakt dat Pretium jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld. 

Lees het vonnis hier.

IEF 4952

De publieke beschikbaarheid

Kamervragen met antwoord 2007-2008. nr. 151, 2e Kamer. Vragen van de leden Jasper van Dijk en Kant (beiden SP) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over persoonlijk financieel gewin voor wetenschappelijk onderzoek. (Ingezonden 29 augustus 2007); Antwoord

1. Klopt het dat u van plan bent om wettelijk vast te leggen dat onderzoekers een vast percentage
van de opbrengsten van hun ontdekkingen krijgen?

Antwoord:
De huidige Octrooiwet regelt dat de opbrengsten van octrooien die voortkomen uit het werk van onderzoekers bij de instellingen ten goede komen aan de instelling, en dat de instelling een deel van deze opbrengsten ten goede kan laten komen van de betrokken onderzoekers. In de praktijk wordt dit door de instellingen heel divers ingevuld. In de Verenigde Staten is in de Bay-Dole Act veel strakker geregeld dat onderzoekers recht hebben op een deel van de opbrengsten van de octrooien die op hun werk gebaseerd zijn. Ik heb met de minister van Economische Zaken afgesproken dat zal worden bezien of onze wetgeving in de richting van de Bay-Dole Act kan worden aangepast.

7. Deelt u de mening dat met publiek geld gefinancierde ontdekkingen in het publieke domein behoren te blijven en dus voor iedereen beschikbaar dienen te zijn?

Antwoord:
Ja, en dat gebeurt ook. Octrooien beperken het commerciële gebruik door derden, niet de publieke beschikbaarheid van kennis.

Lees hier meer

IEF 4951

Octrooikosten

1stekamer.bmpKamerstuk 30975, nr. C, 1e Kamer. Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 en enige andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995 van 2006 (Evaluatie 2006 Rijksoctrooiwet 1995); Nota n.a.v. het verslag

"De leden van de VVD-fractie vragen of in het verlengde van de in de Tweede Kamer aangenomen motie van de leden Aptroot en Gesthuizen, niet alleen innovatievouchers gebruikt kunnen worden voor het aanvragen van een octrooi, maar ook de fondsen die opgebouwd zijn op basis van de Wet Bevordering Speur en Ontwikkelingswerk (WBSO)."

"Om de octrooikosten voor het innoverend MKB te verlagen wordt op het moment een aantal maatregelen voorgesteld die het Rijksoctrooisysteem aanzienlijk goedkoper maken....Verder zijn er diverse mogelijkheden waarbinnen octrooikosten gesubsidieerd kunnen worden, zoals de Innovatiegerichte Onderzoeksprogramma’s (IOP’s), de Technologische Topinstituten (TTI’s) en het Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur (Bsik). Ook kent de Subsidieregeling Kennis Exploitatie (SKE) een octrooimodule. Een aanvrager kan ook in dat verband subsidie aanvragen voor kennisbescherming. Tot slot is er nog het Programma Starters op Buitenlandse markten (PSB). Aanvragers komen daarbij in aanmerking voor een subsidie voor het regelen van een octrooi dat geldt op buitenlandse markten. De voucherregeling blijkt een waardevol instrument te zijn en wordt thans geëvalueerd."

Lees hier meer

IEF 4950

Alkoholischer Getränke

caipi.gifGvEa, 23 oktober 2007, zaak T-405/04 Borco-Marken-Import Matthiesen GmbH & Co tegen OHIM (alleen beschikbaar in het Duits en het Frans).

Weigering inschrijving Gemeenschapsmerkaanvrage woordmerk Caipi. Caipi is beschrijvend voor  “alkoholischer Getränke, das Wort „Caipi“ als verkürzte Bezeichnung eines alkoholischen Getränks betrachteten, nämlich des Cocktails mit der Bezeichnung „Caipirinha“.” Google overtuigt ook het Gerecht dat woordenboeken niet zaligmakend zijn.

“35. So ist das Gericht hinsichtlich der relevanten Bedeutung des Wortzeichens der Auffassung, dass die von der Prüferin und der Beschwerdekammer (vgl. Randnr. 17 der angefochtenen Entscheidung) angeführten Beispiele und die Zahl der Fundstellen, auf die die Beschwerdekammer in Randnr. 20 ihrer Entscheidung Bezug genommen hat (40 000 Treffer für den Ausdruck „Caipi“ nur mit der Suchmaschine Google und 12 500 Treffer für die Wörter „Caipi Cocktail“), als Nachweis dafür genügen, dass das Wort „Caipi“ zu den im gängigen Sprachgebrauch verwendeten Ausdrücken für die Bezeichnung des Cocktails Caipirinha gehört und dem relevanten Publikum in dieser Bedeutung bekannt ist. Dieses Verständnis des relevanten Publikums kann nicht allein deshalb außer Betracht gelassen werden, weil das streitige Wort nicht in Wörterbüchern stehen soll.”

Het Gerecht ziet ook verder geen reden om het woordmerk Caipi toch in te schrijven en wijst de klacht af. 

Lees het arrest hier

IEF 4949

Geen al te strenge eisen

medilease.gifGerechtshof Arnhem, 9 oktober 2007, rolnummer 2007/679 KG. Medi Lease B.V. tegen Econocom Nederland B.V.

Wel gemeld, nog niet besproken. Hoger beroep in kort geding. Handelsnaamrecht. Aan het onderscheidend vermogen van een handelsnaam mogen geen al te strenge eisen worden gesteld. Ook al dan niet originele samenvoegingen van beschrijvende woorden kunnen onderscheidend zijn. €64.354,65 proceskostenveroordeling.

Medi Lease voert sinds 1989 een onderneming die zich bezighoudt met het verhuren en leasen van medische apparatuur. Sinds dat jaar voert Medi Lease de naam Medi Lease als handelsnaam. Sinds 1999 heeft zij de domeinnaam www.medilease.nl geregistreerd. Econocom biedt sedert 2004 onder de naam “Medlease”op de medische markt financiële diensten aan. Ook heeft zij in dat jaar de domeinnaam www.medlease.nl geregistreerd.

In hoger beroep heeft Medi Lease haar vorderingen uitdrukkelijk beperkt tot het handelsnaamrecht. Haar merkenrechtelijke vorderingen heeft zij derhalve laten varen.

Het Hof stelt vast dat de naam “Medlease” zoals die door Econocom wordt gebruikt slechts in zeer geringe mate afwijkt van de handelsnaam “Medi Lease”. Vervolgens overweegt het Hof dat aan het onderscheidend vermogen van een handelsnaam niet al te strenge eisen mogen worden gesteld. Ook al dan niet originele samenvoegingen van beschrijvende woorden kunnen onderscheidend zijn. Naar het voorlopig oordeel van het Hof heeft de handelsnaam “Medi Lease” dan ook – ondanks het enigszins beschrijvende karakter – door het gebruik ervan gedurende bijna 20 jaar in de relatief specialistisch markt en door de markpositie die Medi Lease zich in die periode heeft verworven, voldoende onderscheidend vermogen.

Het Hof oordeelt dat er zich in deze zaak eveneens gevaar voor verwarring voordoe als bedoeld in artikel 5 van de Handelsnaamwet. Reeds de omstandigheid dat de beide handelsnamen slechts in zeer geringe mate van elkaar afwijken, maakt gevaar voor verwarring voorshands voldoende aannemelijk. Voorst kent het Hof gewicht toe aan de grote naamsbekendheid en uniekheid van de naam Medi Lease in de betrokken branche. Ten slotte is volgens het Hof van belang dat beide ondernemingen in Nederland zijn gevestigd, in het hele land actief zijn en zich richten op dezelfde relatief specialistische markt. Dat het publiek in beginsel een speciaal deskundig publiek is doet aan het oordeel van het Hof niets af.

Met toepassing van richtlijnconforme interpretatie van met name artikelen 237 e.v. Rv wordt Econocom veroordeeld in de volledige proceskosten, €64.354,65 incl. BTW.

Lees het arrest hier. Lees eerder bericht + vonnis rechtbank hier.

IEF 4948

Dat er één beheersorganisatie ontstaat (2)

Kamerstuk 29515, nr. 219, 2e Kamer. Kabinetsplan aanpak administratieve lasten; Gewijzigde motie met verzoek om bewerkstelligen ontstaan één beheersorganisatie auteurs- en naburige rechten

"verzoekt de regering voorts te bewerkstelligen dat ondernemers vanaf 1 juli 2008 of zoveel eerder als mogelijk jaarlijks nog maar één factuur ontvangen van collectieve beheersorganisaties op het gebied van auteurs- en naburige rechten, zo nodig via aanpassing van de desbetreffende wet- en regelgeving;" (cursief IEForum)

Lees de gewijzigde motie hier, eerder bericht:  IEF 4885.

IEF 4947

Geschikt

Persconferentie Euro-commissaris Neelie Kroes: "Ladies and Gentlemen,  I want to report to you today that Microsoft has finally agreed to comply with its obligations under the 2004 Commission decision, which was upheld last month by the Court of First Instance. I have been in almost daily contact with Steve Ballmer over the last two or three weeks. As a result of final contacts that took place early this morning, I am now in a position to present to you the results of those highly constructive conversations."

Lees hier meer. Arrest GvEA hier.

IEF 4946

Portretplicht

rbbw.gifRechtbank Breda, sector kanton, 22 oktober 2007, LJN: BB6099. Thorwald Veneberg tegen Rabo Wielerploegen B.V.

Curieuze omgekeerd-portretrechtzaak. Geen rechtens te rechtvaardigen belang bij vordering beroepswielrenner om deel te nemen aan de fotoreportage van de ploeg van 2008, nu hij voor die ploeg niet geselecteerd is. 

“De fotoreportage van 25 oktober 2007 betreft een interne aangelegenheid van Rabo. Van de individuele wielrenners worden foto’s gemaakt voor het Rabo Wielerboekje 2008. Tevens worden groepsfoto’s gemaakt voor ansichtkaarten en posters. Het fotomateriaal zal voor het eerst in 2008 worden gebruikt.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat Veneberg thans geen rechtens te rechtvaardigen belang heeft bij zijn vordering tot deelname aan de fotoreportage aangezien het Rabo vrijstaat haar wielrenners hiervoor uit te nodigen. Vaststaat dat Veneberg niet geselecteerd is voor de ploeg van volgend jaar.”

Lees het vonnis hier.

IEF 4918

Kamerstuk 29515; verzoek tot één beheersorganisatie voor auteurs- en naburige rechten

Kamerstuk  29515, nr. 214, 2e Kamer. 

Kabinetsplan aanpak administratieve lasten;  Motie van de leden Smeets en Van der Burg over één beheersorganisatie voor auteurs- en naburige rechten.  “Verzoekt de regering te bewerkstelligen dat er één beheersorganisatie ontstaat; verzoekt de regering voorts te bewerkstelligen dat ondernemers vanaf januari 2008 jaarlijks nog maar één factuur ontvangen van collectieve beheersorganisaties op het gebied van auteurs- en naburige rechten, zo nodig via aanpassing van de desbetreffende wet- en regelgeving;
verzoekt de regering tenslotte, de toezichthouder(s) voldoende bevoegdheden en instrumenten te geven om de redelijkheid van de opgelegde vergoedingen aan de ondernemers te beoordelen.

Lees hier meer