IEF 22166
30 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: Servier

 
IEF 22165
30 juli 2024
Uitspraak

Bunq maakt geen inbreuk op "Easy-merken" Easygroup

 
IEF 22164
30 juli 2024
Uitspraak

Rijschool gebruikt verwarrende handelsnaam

 
IEF 20214

Uitspraak ingezonden door Gregor Vos en Ruger Stoop, Brinkhof.

Schorsing van procedure wordt in stand gehouden

Hof Den Haag 28 sep 2021, IEF 20214; ECLI:NL:GHDHA:2021:2408 (Ledar tegen IKEA), https://ie-forum.nl/artikelen/schorsing-van-procedure-wordt-in-stand-gehouden

Gerechtshof Den Haag 28 september 2021, IEF 20214; ECLI:NL:GHDHA:2021:2408 (Ledar tegen IKEA) Ledar vordert in conventie dat Ikea inbreuk heeft gemaakt op haar merkrechten. Ikea biedt (led)lampen met het teken LEDARE aan, Ledar is houder van ingeschreven Uniewoordmerken LEDARC en LEDAR. In eerste aanleg heeft de rechtbank Den Haag geoordeeld dat de zaak moet worden geschorst totdat het EUIPO definitief uitspraak heeft gedaan aangaande de geldigheid van de merken [zie IEF 19515]. In dit hoger beroep stelt Ledar zich op het standpunt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat artikel 128 lid 4 UMVo onder de gegeven omstandigheden noopt tot schorsing van de procedure in conventie en reconventie. Met haar tweede grief komt Ledar op tegen het oordeel van de rechtbank dat het door Ledar gestelde belang bij een oordeel in de hoofdzaak op korte termijn niet kan worden aangemerkt als bijzondere reden om de behandeling voort te zetten in de zin van artikel 132 lid 1 UMVo. De derde grief is gericht tegen de schorsing van de procedure in conventie. Geen van de grieven slaagt en het vonnis van 21 oktober 2020 moet worden bekrachtigd. 

IEF 20213

Noot Dirk Visser onder YouTube en Cyando

Voorpublicatie uit de Ars Aequi-noot van prof. mr. D.J.G. Visser onder HvJ EU 22 juni 2021, ECLI:EU:C:2021:503 YouTube & Cyando [IEF 20039].
Dit arrest gaat over twee gevoegde zaken. Eén van muziekproducent Frank Peterson tegen YouTube (zaak C-682/18, begonnen in 2008) en één van wetenschappelijke uitgever Elsevier tegen deelplatformexploitant Cyando (zaak C-683/18, begonnen in 2014). Beide zaken gaan over art. 3 lid 1 van de twintig jaar oude Auteursrechtrichtlijn 2001/29/EG  en artt. 14 en 15 van de 21 jaar oude richtlijn Elektronische Handel 2000/31/EG. Het arrest werd gewezen twee weken nadat art. 17 van de nieuwe EU DSM-richtlijn  geïmplementeerd moest zijn, en in Nederland ook geïmplementeerd is. Op grond van art. 17 moeten de lidstaten YouTube verplichten om te proberen licenties te verkrijgen voor het materiaal op haar platform en om desgevraagd preventief te filteren en, als het toch geplaatst is, te blokkeren.
Lees verder >>

IEF 20212

Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel, Fruytier Lawyers in Business.

Merkenoverdracht geen gevolg, vergoeding toch mogelijk

Hof Den Haag 21 sep 2021, IEF 20212; ECLI:NL:GHDHA:2021:1787 (Appellant X tegen Havensluis ), https://ie-forum.nl/artikelen/merkenoverdracht-geen-gevolg-vergoeding-toch-mogelijk

Gerechtshof Den Haag 21 september 2021, IEF 20212; ECLI:NL:GHDHA:2021:1787 (Appellant tegen Havensluis) Volgens appellant X heeft Havensluis inbreuk gemaakt op zijn merkrechten door gebruik van het teken 'Vestival'. Havensluis is echter van mening dat appellant X niet de merkrechthebbende is, omdat de merkoverdracht buitengerechtelijk vernietigd is. Verder is de vraag of appellant X zich kan beroepen op het auteursrecht en handelsnaamrecht voor de naam 'Vestival'. Havensluis is houder van de roze Beneluxmerken. Partij-C stond aan het begin van dit geschil geregistreerd als houder van het gele en zwarte merk. In eerste aanleg [zie IEF 19066] heeft appellant X gevorderd dat Havensluis wordt bevolen het gebruik van het teken 'Vestival' in de muziekbranche te staken en de roze merken over te dragen aan X.

IEF 20211

Merkinbreuk door parallelimport

22 sep 2021, IEF 20211; ECLI:NL:RBDHA:2021:10375 (Bacardi tegen Van Caem), https://ie-forum.nl/artikelen/merkinbreuk-door-parallelimport

Rechtbank Den Haag 22 september 2021, IEF 20211; ECLI:NL:RBDHA:2021:10375 (Bacardi tegen Van Caem) Parallelhandel in Bacardi-producten. Bacardi vordert dat er voor recht verklaard wordt dat Van Caem inbreuk heeft gemaakt op de Bacardimerken. Ten aanzien van DelicaSea en Caribbean Shipstores vordert Bacardi staking van het verhandelen van Inbreukmakende Bacardi Producten. DelicaSea’s onderneming is actief in de parallelimport. Deze zaak gaat over verschillende conflicten, waaronder vier executiegeschillen tussen Bacardi en Van Caem over de vraag of Van Caem dwangsommen heeft verbeurd, omdat zij zich niet heeft gehouden aan een stakingsbevel in een eindvonnis uit 2011. Daarnaast betreft dit de vraag of Van Caem onrechtmatig handelt door gedecodeerde Bacardi Producten te verhandelen in Nederland en in voorraad te houden. De rechtbank verklaart voor recht dat Van Caem inbreuk heeft gemaakt op de merken en daardoor in strijd heeft gehandeld met het eerdere eindvonnis. Hier komt bij dat DelicaSea niet langer de inbreukmakende producten mag verhandelen.

IEF 20210

Ondanks beschrijvende handelsnaam toch verwarringsgevaar

Rechtbank Den Haag 24 sep 2021, IEF 20210; ECLI:NL:RBDHA:2021:10446 (Klustoppers tegen gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/ondanks-beschrijvende-handelsnaam-toch-verwarringsgevaar

Vzr. Rechtbank Den Haag 24 september 2021, IEF 20210; ECLI:NL:RBDHA:2021:10446 (Klustoppers tegen gedaagden) Kort geding. Klustoppers drijft een onderneming die onder meer diensten verleent op het gebied van verhuizen en transport en maakt gebruik van de website budgetverhuisserivce.nl. Gedaagde 1 is werkzaam geweest bij Klustoppers. Gedaagde 3, broer van gedaagde 1, heeft samen met gedaagde 4 een VOF opgericht onder de naam snellebudgetverhuisservice.nl. Klustopppers vordert dat de voorzieningenrechter gedaagde veroordeelt om per direct gebruik van de woorden 'Budget Verhuisserice' als handelsnaam te staken. Ten grondslag aan deze vordering ligt het inbreuk op de handelsnaam van Klustoppers, waarbij de namen van gedaagden maar in zeer gerichte mate afwijken en er hierdoor verwarring te duchten is. De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. De door Klustoppers gevoerde handelsnaam is beschrijvend van aard en heeft niet direct onderscheidend vermogen. Het gebruik van deze woorden is dan ook enkel onrechtmatig indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen. Aangezien beide ondernemingen gelijke diensten verrichten en gedaagden eveneens geen onderscheidend element toevoegen aan de handelsnaam, is er verwarringsgevaar.  De vorderingen die betrekking hebben op de VOF worden toegewezen. 

IEF 20209

Prejudiciële vragen over reclametijd

HvJ EU 21 apr 2021, IEF 20209; (Reti Televisive Italiane), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-reclametijd

Consiglio di Stato 21 april 2021, IEF 20209, RB 3559, IEFbe 3285, IT 3668; C-255/21 (Reti Televisive Italiane) Verzoek om een prejudiciële beslissing. Via MinBuza: De Italiaanse toezichthouder heeft drie zenders van RTI sancties opgelegd wegens het overtreden van de regels omtrent maximale reclametijd per klokuur. Volgens RTI werd in deze tijd ook zelfpromotie gepresenteerd, die bij de berekening niet mee hoeven worden genomen. In het geschil is dan ook aan de orde de vraag of het aanprijzen door de moedermaatschappij van (radio)programma's van de dochter-onderneming rechtmatig is. De verwijzende rechter verwijst in dit verband naar een besluit van de AGCOM, volgens welke de concentratie van televisie- en radio-uitzendingen ertoe kan leiden dat concurrenten worden uitgesloten van de markt. Er worden verschillende prejudiciële vragen gesteld over deze kwestie. De belangrijkste ziet op de vraag of het bestaan van diverse vormen van communicatie ondergebracht in onderling verbonden ondernemingsgroepen ertoe kan leiden dat de omroeporganisatie als groep aan te merken is als één economische eenheid. De overige vragen zien op de maximumzendtijd voor reclame en de gevolgen hiervan als de verschillende ondernemingen inderdaad als één economische eenheid beschouwd moeten worden.

IEF 20208

Online boek is beledigend en bedreigend

Rechtbank Noord-Nederland 24 sep 2021, IEF 20208; ECLI:NL:RBNNE:2021:4102 (UWV tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/online-boek-is-beledigend-en-bedreigend

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 24 september 2021, IEF 20208; ECLI:NL:RBNNE:2021:4102 (UWV tegen gedaagde) Gedaagde heeft meerdere malen een aanvraag bij het UWV ingediend voor het verkrijgen van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Tegen de afwijzing is gedaagde tevergeefs in beroep gegaan. Gedaagde heeft vervolgens e-mails aan medewerkers van het UWV gestuurd, en artikelen over medewerkers gepubliceerd op een Facebookpagina en zijn website. Hier schrijft hij onder andere dat eiser een nare man is die een spuitje moet krijgen. Na een gesprek waarin het UVW nogmaals de grondslag van de afwijzing van de uitkeringsaanvraag uitlegde, heeft gedaagde een e-mail gestuurd met een link naar een pdf-document met de titel '[eiser] en de moord op [gedaagde]'. Dit boek was ook daadwerkelijk te bestellen. Het UWV vordert bij de rechtbank dat dit boek onmiddellijk en permanent uit de handel gehaald wordt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het boek buitenproportioneel, beledigend en bedreigend is. De uitingen van gedaagde zijn onrechtmatig jegens het UWV en eiser. Tevens zijn de foto's in het boek in strijd met artikel 21 van de Auteurswet. Geboden wordt het boek uit de handel te halen.

IEF 20206

Verkoop namaakproducten van Apple

Hof 's-Hertogenbosch 7 sep 2021, IEF 20206; ECLI:NL:GHSHE:2021:2801 (Appellante tegen geïntimeerden), https://ie-forum.nl/artikelen/verkoop-namaakproducten-van-apple

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 7 september 2021, IEF 20206; ECLI:NL:GHSHE:2021:2801 (Appellante tegen geïntimeerden) Appellante is een online warenhuis dat diverse producten inkoopt bij onder andere geïntimeerden. Geïntimeerden zijn beiden groothandelaars, de één in designartikelen en gadgets en de andere in elektronica- en telecommunicatieapparatuur. Appellante is door Apple Inc. aansprakelijk gesteld wegens merkinbreuk. Deze kwestie is tot een schikking gekomen, waarbij appellante Apple 8.000 euro heeft betaald. In de procedure in eerste aanleg stelt ze dat geïntimeerden zijn tekortgekomen in de overeenkomst door niet-authentieke c.q. counterfeitproducten te leveren. Deze vordering is afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. Het hoger beroep is gebaseerd op een toerekenbare tekortkoming dan wel onrechtmatig handelen van enkel geïntimeerde 2. Het Hof bekrachtigd echter het vonnis van de rechtbank. Het is niet voldoende duidelijk dat de producten die Apple als namaakproducten heeft bestempeld zijn geleverd door geïntimeerde 2.

IEF 20204

Inhoudsopgave Auteursrecht

Inhoudsopgave van het tijdschrift Auteursrecht 2021-3. Auteursrecht wordt in opdracht van de Vereniging voor Auteursrecht (VvA) uitgegeven door uitgeverij deLex en verschijnt vier maal per jaar. 

Editorial
105 Platformaansprakelijkheid: de saga gaat verder - Thijs van Aerde

Artikelen
107 Verplichte aansluiting bij de Geschillencommissie Auteurscontractenrecht en het recht op toegang tot de rechter - Roma Leuyerink
120 De reikwijdte van artikel 17 DSM-richtlijn in het licht van het verbod op algemene toezichtverplichtingen: een Odyssee - Christina Angelopoulos, Martin Senftleben en Pim ten Thije

IEF 20205

Incidenteel overnemen gegevens databank niet onrechtmatig

Hof 's-Hertogenbosch 31 aug 2021, IEF 20205; ECLI:NL:GHSHE:2021:2701 (Appellant tegen geïntimeerden), https://ie-forum.nl/artikelen/incidenteel-overnemen-gegevens-databank-niet-onrechtmatig

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 31 augustus 2021, IEF 20205, IT 3666; ECLI:NL:GHSHE:2021:2701 (Appellant tegen geïntimeerden) Appellant en geïntimeerde 2 hebben samen een webshop voor de verkoop van startmotoren en dynamo's gehad. Beide waren 50% aandeelhouder. Onderdeel van deze webshop is een databank met onderdeelnummers, maten en een omschrijving waarin tevens is opgenomen met welke motoren / motortypes de startmotor of dynamo compatibel is. Na beëindiging van de samenwerking is geïntimeerde 2 op soortgelijke wijze bij geïntimeerde 3 gaan werken. De databank is een-op-een overgenomen. Appellant stelt dat geïntimeerden onrechtmatig jegens appellant handelen nu zij gebruik maken van de databank die appellant toekomt. Hij beweert dat door het systematisch verzamelen en ordenen van gegevens de databank bescherming toekomt op grond van de Databankenwet en dat appellant, als rechtsopvolger van de bv, is aan te merken als producent van de databank. Het hof is van oordeel dat hier niet genoeg bewijs voor is geleverd. Daarnaast kan een enkele keer raadplegen niet worden gezien als hergebruik. De grieven falen.