IEF 22168
31 juli 2024
Uitspraak

Niet elk streeppatroon maakt inbreuk op de merken van Adidas, aldus de Duitse rechter

 
IEF 22167
31 juli 2024
Uitspraak

Verzoek tot versnelling beroepsprocedure wordt afgewezen

 
IEF 22166
30 juli 2024
Uitspraak

HvJ EU: Servier

 
IEF 20030

Rechthebbende op wodkamerken in diverse landen

Rechtbank Den Haag 16 jun 2021, IEF 20030; ECLI:NL:RBDHA:2021:6053 (FKP en FGUP tegen Spirits ), https://ie-forum.nl/artikelen/rechthebbende-op-wodkamerken-in-diverse-landen

Rechtbank Den Haag 16 juni 2021, IEF 20030; ECLI:NL:RBDHA:2021:6053 (FKP en FGUP tegen Spirits) Vervolg op [IEF 16798]. Procedure over in totaal 25 nationale woord- en beeldmerken voor STOLICHNAYA en MOSKOVSKAYA in dertien landen: Italië, Zwitserland, Frankrijk, Noorwegen, Denemarken, Zweden, Spanje, Portugal, Tsjechië, Polen, het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Cyprus en het Benelux woordmerk en het Benelux beeldmerk SPI. Beoordeling resterende geschilpunten naar het recht van de betrokken landen. FKP is rechthebbende op de merken STOLICHNAYA en MOSKOVSKAYA in zes van de dertien landen: het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Cyprus, Zweden, Italië en Tsjechië. Voor het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Cyprus, Zweden en Tsjechië worden de inbreukvorderingen van FKP toegewezen. In Italië is de situatie anders dan in voornoemde landen, omdat Spirits daar wodka verhandelt onder tekens die geen inbreuk maken op de Italiaanse merken waarvan de rechtbank heeft bepaald dat FKP daarop rechthebbende is. In de overige zeven landen (Zwitserland, Frankrijk, Noorwegen, Denemarken, Spanje, Portugal en Polen), blijven de merken op naam van Spirits geregistreerd. De SPI-Beneluxmerken worden nietig verklaard.

IEF 20029

Centrum voor Kinderwens geen inbreuk op Medisch Centrum Kinderwens

Rechtbank Noord-Holland 16 jun 2021, IEF 20029; ECLI:NL:RBNHO:2021:4846 (Kinderwens MC tegen Dijklander Ziekenhuis), https://ie-forum.nl/artikelen/centrum-voor-kinderwens-geen-inbreuk-op-medisch-centrum-kinderwens

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 16 juni 2021, IEF 20029; ECLI:NL:RBNHO:2021:4846 (Kinderwens MC tegen Dijklander Ziekenhuis) Kort geding. Deze zaak gaat over de vraag of het Dijklander Ziekenhuis door het gebruik van de naam ‘Centrum voor Kinderwens’ en de domeinnaam www.centrumvoorkinderwens.nu - voor de op 1 februari 2021 door haar geopende IVF-kliniek - inbreuk pleegt op de handelsnaam ‘Medisch Centrum Kinderwens’, die sinds 2006 wordt gebruikt voor de IVF-kliniek van Kinderwens MC (dan wel van een aan haar gelieerde onderneming) alsmede op het woord/beeldmerk dat voor laatstgenoemde kliniek wordt gebruikt. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is er geen sprake van inbreuk op handelsnaam- of merkrechten omdat er geen direct dan wel indirect verwarringsgevaar valt te duchten. ‘Medisch Centrum Kinderwens is namelijk een volledig beschrijvende handelsnaam, waaraan in beginsel geen onderscheidend vermogen toekomt. De Handelsnaamwet biedt in dat geval geen dan wel slechts geringe bescherming, tenzij kan worden gesproken van inburgering. Inburgering wordt niet aangenomen. Geoordeeld wordt dat het relevante publiek meer oplettend zal zijn dan het normaal oplettende consumentenpubliek. Dat publiek zal zich er van bewust zal zijn dat er aanbieders zijn met sterk gelijkende handels- en/of domeinnamen of aanbieders die zich met de zoekterm ‘kinderwens’ willen laten vinden, zodat zij bijzonder oplettend zullen zijn met welke kliniek zij concreet van doen hebben. De voorzieningenrechter oordeelt dan ook dat het relevante publiek de verschillen tussen ‘Medisch Centrum Kinderwens’ en Centrum voor Kinderwens’ eenvoudig zal opmerken en neemt geen handelsnaaminbreuk aan. Ook inbreuk op het woord/beeldmerk wordt niet aangenomen omdat de aanduidingen die partijen gebruiken onvoldoende met elkaar overeenstemmen. De vorderingen van Kinderwens MC worden afgewezen.

IEF 20028

Artikel ingezonden door Alfredo dos Santos Gil, jurist NPO, op persoonlijke titel geschreven.

Dos Santos Gil: Facebook, Google en het nieuwe uitgeversrecht

De wijziging van de Auteurswet en Wet naburige rechten per 7 juni is nog vers van de pers en meteen zijn de eerste pogingen zichtbaar van platforms, zoals Facebook, daar zo min mogelijk ‘last’ van te hebben.

Het gaat in dit geval om het nieuwe naburige recht van uitgevers op online hergebruik van hun perspublicaties door online dienstenverleners, zoals nieuwsaggregatoren en mediamonitordiensten (artikel 7b Wnr). De creatie van dit recht op Europees niveau was een controversieel onderwerp met intense lobbies van de (pers)uitgevers versus de grote tech platforms. Het recht is er toch gekomen, met een beperkte beschermingstermijn van twee jaar na publicatie en met uitgebreide uitzonderingen voor onder meer non commercieel hergebruik, het puur linken naar perspublicaties en zeer korte overnames.

De achterliggende gedachte is dat de productie en verspreiding van nieuws door (vooral traditionele) persmedia, bijvoorbeeld kranten, worden bedreigd door de online platforms. Tegelijkertijd profiteren de platforms van de beschikbaarheid van deze perspublicaties. De platforms, zoals Google (News) en Facebook, presenteren de publicaties van uitgevers vaak via een korte samenvatting en beeldmateriaal aan de bezoekers van hun diensten en “verkopen” diezelfde bezoekers weer aan hun adverteerders. Weliswaar kan door bezoekers vervolgens worden gelinkt naar de volledige online publicatie, maar dit zou toch de directe relatie tussen klanten en uitgevers en het verdienmodel van de uitgevers – verkoop van reclame en abonnementen – ondermijnen.
Lees verder.

IEF 20027

Geen inbreuk op moederoctrooi en divisional

Rechtbank Den Haag 15 jun 2021, IEF 20027; ECLI:NL:RBDHA:2021:6085 (Belparts tegen Belimo), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-op-moederoctrooi-en-divisional

Vzr. Rechtbank Den Haag 15 juni 2021, IEF 20027; ECLI:NL:RBDHA:2021:6085 ( Belparts tegen Belimo) Kort geding. Eiser Belparts is actief in de ontwikkeling, productie en verkoop van apparatuur die kan worden gebruikt voor het automatisch reguleren van systemen in gebouwen. Zij richt zich in het bijzonder op HVAC-systemen (Heating, Ventilation, Air Conditioning/Cooling). Belparts is houdster van het octrooi EP 938, het moederoctrooi “Flow control system” dat ziet op de beïnvloeding van de stroomsnelheid van het medium binnen een debietregelsysteem. Gedaagde Belimo c.s. is actief op het gebied van de ontwikkeling en verkoop van onderdelen voor (onder andere) HVAC-systemen. Belfarts verwijt Belimo cs inbreuk op haar octrooien door productie en verhandeling van regelkleppen. De voorzieningenrechter heeft grensoverschrijdende bevoegdheid ten aanzien van de Zwitserse gedaagde op grond van artikel 6 lid 1 Lugano II enkel voor Nederland en België. Er is geen sprake van inbreuk op het moederoctrooi en op de divisional. Daarnaast is er gerede kans dat het moederoctrooi niet inventief is.

IEF 20025

Uitspraak ingezonden door Alfred Meijboom, Kennedy Van der Laan.

Spoedeisend belang ontbreekt bij auteursrechtinbreuk roostersoftware

Hof Den Haag 15 jun 2021, IEF 20025; ECLI:NL:GHDHA:2021:1552 (Scientia tegen Eveoh), https://ie-forum.nl/artikelen/spoedeisend-belang-ontbreekt-bij-auteursrechtinbreuk-roostersoftware

Hof Den Haag 15 juni 2021, IEF 20025, IT 3548; ECLI:NL:GHDHA:2021:1552 (Scientia tegen Eveoh) Kort geding. Vervolg op [IEF 19452]. Scientia is een wereldwijde leverancier van roostersoftware voor onderwijsinstellingen, waaronder de Syllabus Plus en de Exam Schedular. Scientia maakt voor haar software gebruik van twee databases (ESDB en RDB) die bestaan uit tabellen die door ‘views’ worden weergegeven. Eveoh ontwikkelt ook software ten behoeve van onderwijsinstellingen, waaronder de MyTimetable software. Bij klanten van Eveoh die de roostersoftware van Scientia afnemen, leest de MyTimetable de data van de databases uit. Scientia meent dat Eveoh daarmee inbreuk maakt op haar auteursrechten. Scientia wordt in het ongelijk gesteld vanwege het ontbreken van spoedeisend belang. Er is onvoldoende voortvarend opgetreden tegen het gestelde onrechtmatige handelen. Pas 2,5 jaar na ontvangst van een e-mail heeft Scientia Eveoh gesommeerd het kopieren van de RDB naar haar eigen server te staken. Ook een belangenafweging leidt niet tot de conclusie dat Scientia een bodemprocedure niet meer zou kunnen afwachten.

IEF 20024

Uitspraak ingezonden door Paul Tjiam en Edwin van der Velde, Simmons & Simmons.

Blurren onvoldoende voor volledig onherkenbaar in tv-programma

Rechtbank Amsterdam 14 jun 2021, IEF 20024; ECLI:NL:RBAMS:2021:3758 (Noordkaap en Talpa tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/blurren-onvoldoende-voor-volledig-onherkenbaar-in-tv-programma

Vzr. Rechtbank Amsterdam 14 juni 2021, IEF 20021, IT 3547; ECLI:NL:RBAMS:2021:3758 (Noordkaap en Talpa tegen X) Executiekortgeding. Mediarecht. Talpa en Noordkaap verbeuren dwangsommen door X niet “volledig onherkenbaar” in beeld te brengen in hun uitzending van het televisieprogramma “Undercover in Nederland”. Daartoe werden zij veroordeeld in een kort geding dat aan de uitzending voorafging [IEF 19385]. In dit executiekortgeding stellen Talpa en Noordkaap op correcte wijze uitvoering te hebben gegeven aan het vonnis door X te blurren. De voorzieningenrechter volgt dit standpunt niet en stelt vast dat X door de blur niet volledig onherkenbaar is geworden. Daardoor is het vonnis overtreden en hebben Talpa en Noordkaap dwangsommen verbeurd. In reconventie beveelt de voorzieningenrechter tot het volledig zwart maken van X in de betreffende uitzending. De reconventionele vordering tot algehele verwijdering van de betreffende delen uit de uitzending, wijst de voorzieningenrechter af.

IEF 20023

HvJ EU: Facebook Ierland e.a.

HvJ EU 15 jun 2021, IEF 20023; ECLI:EU:C:2021:483 (Facebook Ierland e.a.), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-facebook-ierland-e-a

HvJ EU 15 juni 2021, IEF 20023, IT 3546, IEFbe 3234; ECLI:EU:C:2021:483 (Facebook Ierland e.a.) Beantwoording van prejudiciële vragen ingediend door het Hof van Beroep van Brussel. Algemene verordening gegevensbescherming (AVG): het Hof verduidelijkt de voorwaarden waaronder de nationale toezichthoudende autoriteiten hun bevoegdheden inzake grensoverschrijdende gegevensverwerking kunnen uitoefenen. Een nationale toezichthoudende autoriteit kan onder bepaalde voorwaarden haar bevoegdheid uitoefenen om elke vermeende inbreuk op de AVG ter kennis te brengen van de gerechtelijke autoriteiten van een lidstaat, ook al is zij niet de leidende autoriteit voor die verwerking. Zie ook het persbericht van het HvJ EU.

Beantwoording van de prejudiciële vragen:

IEF 20022

Podcast over Digital Services Act

Jan Brölmann, partner en advocaat Information Technology bij Van Benthem & Keulen bespreekt in deze podcast het voorstel voor de Digital Services Act (DSA). De Digital Services Act is een voorstel van de Europese Commissie waarin regels zijn opgenomen die bijdragen aan de bestrijding van desinformatie en illegale content. Aan de orde komen de meest opvallende bepalingen uit het huidige voorstel voor de Digital Services Act en de gevolgen daarvan voor online tussenpersonen en in het bijzonder de online platforms.

IEF 20021

Geïndexeerde en gekopieerde inhoud databank is "hergebruik"

HvJ EU 3 jun 2021, IEF 20021; ECLI:EU:C:2021:434 (CV-Online tegen Melons), https://ie-forum.nl/artikelen/ge-ndexeerde-en-gekopieerde-inhoud-databank-is-hergebruik

HvJ EU 3 juni 2021, IEF 20021, IT 3544, IEFbe 3232; ECLI:EU:C:2021:434 (CV-Online tegen Melons)  In deze zaak beantwoordt het Hof een tweetal prejudiciële vragen over het databankenrecht. CV-Online beheert een databank voor vacatures, Melons beheert een zoekmachine voor vacatures. CV-Online is van mening dat Melons een substantieel deel van de inhoud van de databank hergebruikt in de zin van de Databankenrichtlijn, onder andere door het gebruik van hyperlinks naar de website van CV-Online. Het Hof gaat hierin mee en stelt dat Melons, door de inhoud van de websites te indexeren en naar haar eigen server te kopiëren, de inhoud van de databank van CV-Online zonder toestemming op een andere drager wordt overgedragen. Dit levert volgens het Hof ook schade op, wanneer de wijze waarop gebruikers naar de databank worden geleid een andere is dan de samensteller had beoogd. Aldus is er sprake van "opvraging" en "hergebruik" in de zin van de Databankenrichtlijn, wat door de maker van de databank verboden kan worden. 

IEF 20019

Gemaakte woordkeuzes en de rangschikking daarvan leidt tot inbreuk op auteursrechten

Rechtbank Noord-Nederland 18 mei 2021, IEF 20019; ECLI:NL:RBNNE:2021:2363 (Mr. Chadd tegen Mister Einstein), https://ie-forum.nl/artikelen/gemaakte-woordkeuzes-en-de-rangschikking-daarvan-leidt-tot-inbreuk-op-auteursrechten

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 18 mei 2021, IEF 20019; ECLI:NL:RBNNE:2021:2363 (Mr. Chadd tegen Mister Einstein)  Kort geding. Mister Einstein heeft op haar website het woordmerk van Mr. Chadd gebruikt. Daarnaast zijn er ook teksten op de website van Mister Einstein gevonden, die volgens Mr. Chadd bijna letterlijk zijn overgenomen van haar website. Mr. Chadd vordert in dit kort geding dat Mister Einstein deze twee gedragingen staakt en gestaakt houdt. Daarnaast is aan de rechtbank gevraagd om Mister Einstein te bevelen een rectificatie op haar website te plaatsen. Ook al zouden de teksten betrekkelijk algemeen van aard zijn, dan nog is er sprake van een inbreuk. Dit blijkt volgens de voorzieningenrechter met name uit de gemaakte woordkeuzes en de rangschikking van die woorden. Verder oordeelt de rechtbank dat het niet ongebruikelijk is dat er een rectificatie wordt geplaatst, zodra gebleken is dat er een inbreuk op auteursrechten is gemaakt. Mister Einstein is derhalve ook gehouden een rectificatie op haar website te plaatsen voor de duur van één maand.