Uitspraak ingezonden door Kyana Bozorg Zadeh en Samantha Janssen, BumaStemra.
Handhaving van muziekauteursrechten op drum & bass evenementen, rechter wijst vorderingen Buma toe

Rb. Rotterdam 14 mei 2025, IEF 22702; ECLI:NL:RBROT:2025:5929 (Buma tegen Korsakov). Korsakov is een productiebedrijf dat evenementen organiseert binnen het genre drum & bass. De twee oprichters zijn tevens vennoten in een vennootschap onder firma. Buma beheert collectief muziekauteursrechten en verleent toestemming voor het gebruik van beschermd repertoire, mits opgave wordt gedaan en vergoeding wordt betaald. In juni 2023 heeft Korsakov, na meerdere sommaties van Buma, opgave gedaan van zeven evenementen uit 2021 en 2022. Naar aanleiding daarvan heeft Buma een factuur gestuurd op basis van het zogeheten Algemeen Tarief. Korsakov betwistte de juistheid van dit tarief en heeft om toelichting gevraagd. Ondanks de uitleg van Buma is de factuur niet voldaan. Buma stelt dat op de evenementen muziek uit haar repertoire is afgespeeld, wat Korsakov bestrijdt. Buma vordert betaling van een vergoeding, aanvullende opgave van niet-gerapporteerde evenementen en een verbod op het organiseren van evenementen waarbij zonder toestemming gebruik wordt gemaakt van het Buma-repertoire.
Voormalig student mag Radboud Universiteit niet langer ongefundeerd beschuldigen en moet negatieve uitingen verwijderen
Vzr. Rb. Gelderland 15 mei 2025, IEF 22701; ECLI:NL:RBGEL:2025:3747 (RU tegen gedaagde). De zaak betreft een geschil tussen de Radboud Universiteit (hierna: RU) en gedaagde, een voormalige student, die zich in 2023 voorwaardelijk had aangemeld voor een masteropleiding. Hierbij gold de voorwaarde dat hij tijdig bewijs van een geldige verblijfsstatus zou overleggen. Ondanks herhaalde verzoeken en uitstel van de deadline heeft gedaagde dit bewijs niet geleverd, waarna zijn inschrijving is geannuleerd. Vervolgens heeft gedaagde RU publiekelijk en richting derden herhaaldelijk beschuldigd van fraude, machtsmisbruik en andere ernstige misstanden, onder andere via e-mail, sociale media en reviews. RU vordert in kort geding dat gedaagde wordt verboden om onrechtmatige uitlatingen over RU te doen, contact op te nemen met RU en haar medewerkers, en dat hij reeds geplaatste negatieve reviews verwijdert. Ook wordt een dwangsom gevorderd voor iedere overtreding van deze verboden.
Hof wijst merkinbreuk HP-cartridges af maar oordeelt misleidende informatie

Hof Den Haag 8 april 2025, IEF 22699;ECLI:NL:GHDHA:2025:735 (DR tegen HP). Appellant Digital Revolution BV (hierna: DR) exploiteert de webshop 123inkt.nl, net als buitenlandse zusterbedrijven met vergelijkbare webshops. Via deze webshops worden originele, ongebruikte HP-cartridges verkocht zonder buitenverpakking, aangeduid als ‘milieuproduct’. Deze cartridges die door DR worden aangeboden, zijn voorzien van een of meer HP-merken, namelijk het woordmerk 'HP' en twee beeldmerken. De cartridges zijn afkomstig van retouren, recyclers of opkopers en kunnen 10 tot 17 jaar oud zijn. DR verkoopt deze cartridges voor de prijs van nieuwe exemplaren. HP vordert onder meer een verkoopverbod wegens merkinbreuk onder artikel 9 lid 2 sub a UMVo en wegens onrechtmatig handelen, waaronder misleidende handelspraktijken en ongeoorloofde misleidende reclame. Ook vordert HP een rectificatie. Deze zaak betreft het hoger beroep op de inbreukzaak en het executie kort geding. De rechtbank acht zich uitsluitend bevoegd ten aanzien van het Nederlandse bedrijf van DR. De voorzieningenrechter achtte zich uitsluitend bevoegd ten aanzien van het Nederlandse bedrijf van DR en wees HP’s vordering deels toe. DR werd verboden om cartridges zonder originele buitenverpakking te verkopen wegens merkinbreuk. De overige vorderingen, waaronder de vordering inzake misleidende milieuclaims, werden afgewezen.
Vorderingen Ducapro tegen Arubaanse radiozender Q-Waves afgewezen vanwege gebrek aan onderbouwing en te verstrekkende gevolgen
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 4 april 2025, IEF 22700; ECLI:NL:OGEAA:2025:82 (Ducapro tegen Q-Waves). Q-Waves exploiteert op Aruba een radiostation en zendt muziek uit zonder daarvoor een vergoeding te betalen. Ducapro is een organisatie die de belangen van rechthebbenden op muziekwerken behartigt en heeft een overeenkomst met BumaStemra om deze in het Caribisch deel van het Koninkrijk te vertegenwoordigen. In het verleden was er een raamovereenkomst tussen BumaStemra en de Aruba Broadcasters Association (ABA), waarvan Q-Waves lid was, maar deze is in 2019 opgezegd. Sinds eind 2023 probeert Ducapro namens BumaStemra een vergoeding te innen van Q-Waves voor het gebruik van muziekwerken. Ducapro vordert in kort geding een verbod voor Q-Waves om muziek van door haar vertegenwoordigde rechthebbenden uit te zenden zonder vergoeding, op straffe van een dwangsom. Subsidiair vordert zij dat Q-Waves voorlopig een percentage van haar omzet als vergoeding betaalt voor het muziekgebruik, totdat in een bodemprocedure over de definitieve vergoeding is beslist.
Hof verklaart Maxeon niet-ontvankelijk in hoger beroep na niet-naleving zekerheidsverplichting

Hof Den Haag, 6 mei 2025, IEF 22698; ECLI:NL:GHDHA:2025:846 (Maxeon tegen AIKO c.s.). Niet-ontvankelijk verklaring wegens het niet stellen van zekerheid. In een incident op 17 december 2024 [zie IEF 22697] heeft het Hof geoordeeld dat Maxeon binnen tien weken zekerheid moest stellen voor een bedrag van €75.000,- ten gunste van VDH en Libra en voor een bedrag van €300.000,- ten gunste van Aiko B.V., op straffe van niet-ontvankelijkheid in hoger beroep. Op verzoek van Maxeon is deze termijn op 25 februari 2025 verlengd tot uiterlijk 11 maart 2025. Op 25 maart 2025 hebben AIKO c.s. aan het hof laten weten dat Maxeon deze zekerheid niet heeft gesteld, en daarom verzocht om een eindarrest waarin Maxeon niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar hoger beroep en wordt veroordeeld in kosten van de hoofdzaak en het incident. Maxeon heeft in een brief van 21 maart 2025 niet betwist dat zij geen zekerheid heeft gesteld, maar heeft wel bezwaar gemaakt tegen de gevorderde proceskosten. Omdat Maxeon inderdaad geen zekerheid heeft gesteld, verklaart het hof haar op grond van artikel 616 lid 3 Rv niet-ontvankelijk in haar hoger beroep. Maxeon wordt veroordeeld in de kosten van het incident en van de hoofdzaak in hoger beroep.
Hof verplicht Maxeon tot zekerheidsstelling in octrooigeschil met AIKO c.s.

Hof Den Haag 17 december 2024, IEF 22697; ECLI:NL:GHDHA:2024:2390 (Maxeon tegen AIKO c.s.). AIKO B.V. en wederverkopers VDH en Librain (hierna samen: AIKO c.s.) zijn betrokken in een octrooigeschil met Maxeon over zonnepanelen. Maxeon ontwerpt, produceert en verhandelt zonnepanelen en is houdster van Europees octrooi EP 2 297 788 B1 (hierna: EP 788 of het octrooi). Zij stelt dat AIKO c.s. met het verhandelen van door AIKO B.V. geproduceerde ‘All Back Contact’ zonnepanelen inbreuk maken op EP 788. Op 3 januari 2024 heeft Maxeon deze kortgedingprocedure aanhangig gemaakt tegen AIKO c.s. en heeft daarbij een verbod gevorderd om in Nederland, Italië en Frankrijk inbreuk te maken op EP 788. De voorzieningenrechter wees destijds de vorderingen van Maxeon af. Maxeon diende hiertegen hoger beroep in. In dit incident vorderen AIKO c.s. dat Maxeon zekerheid stelt voor in de vorm van een onherroepelijke (afroep)bankgarantie van een gerenommeerde Nederlandse bank voor de proceskosten en schadevergoeding waarvan Maxeon in de hoofdzaak zou kunnen worden veroordeeld. De reden hiervoor is dat er tussen Nederland en Singapore, waar Maxeon is gevestigd, geen verdrag bestaat dat tenuitvoerlegging van de veroordeling in de proceskosten in Singapore mogelijk maakt. AIKO c.s. stellen dat, voor zover bekend, Maxeon niet beschikt over verhaalsmogelijkheden in Nederland. Uit openbare financiële gegevens van de moedermaatschappij van Maxeon blijkt dat het concern financieel in zwaar weer verkeert.
Stokke moet proceskosten betalen na intrekking kort geding over vermeende auteursrechtinbreuk op Tripp Trapp-stoel
Vzr. Rb. Den Haag 12 mei 2025, IEF 22696; ECLI:NL:RBDHA:2025:8216 (Stokke c.s. tegen Babypark c.s.). Stokke AS is de producent van de bekende Tripp Trapp-kinderstoel. Stokke beschikt over een licentie op de intellectuele eigendomsrechten van deze stoel. Gedaagden zijn twee Nederlandse retailers, Babypark B.V. en Baby-Dump B.V. (samen Babypark c.s.), en de Duitse vennootschappen Cybex GmbH en Cybex Retail GmbH (samen Cybex c.s.). Cybex heeft een kinderstoel ontwikkeld onder de naam ‘Iris Chair’, die zij via onder meer Babypark c.s. in Nederland en Europa in de handel wil brengen. Stokke c.s. startten in april 2025 een kort geding bij de rechtbank Den Haag tegen Babypark c.s. en Cybex c.s. Stokke c.s. vorderden een verbod op de verhandeling van de Iris Chair wegens inbreuk op auteursrechten op de Tripp Trapp-stoel. Cybex c.s. voerden in hun verweer aan dat de Haagse voorzieningenrechter slechts bevoegd was ten aanzien van handelingen in Nederland, en dat voor een verbod in de hele EU de rechter van het arrondissement van Babypark c.s. moest worden aangezocht. Naar aanleiding hiervan trokken Stokke c.s. het kort geding in en startten zij een nieuwe procedure bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland. Gedaagden verzochten om een proceskostenveroordeling op de voet van artikel 1019h Rv, stellende dat zij kosten hebben moeten maken voor een inhoudelijk verweer dat nu onbenut blijft.
Merkinbreuk door gebruik van "ICE" voor cryptovaluta door Ice Labs

Vrz. Rb. Den Haag 6 mei 2025, IEF 22693; IT 4857; ECLI:NL:RBDHA:2025:7975 (IEH tegen Ice Labs). Intercontinental Exchange Holdings (hierna: IEH), een in de VS gevestigd internationaal dienstverlener in de financiële sector en houder van het Uniewoordmerk ‘ICE’ voor cryptovaluta en aanverwante diensten, stelt dat Ice Labs merkinbreuk maakt op haar merkrechten. Ice Labs biedt onder de naam “Ice Open Network” een gedecentraliseerd blockchain-netwerk aan. Daarnaast gebruikt ze het teken “ICE” onder meer als naam van een cryptomunt, en ook in aanduidingen als “Ice Labs” en “ice blockchain”. Op 26 januari 2024 sommeerde IEH Ice Labs het gebruik van deze tekens te staken en de domeinnaam over te dragen. Ice Labs betwist de merkinbreuk, maar heeft wel enkele aanpassingen doorgevoerd, waaronder het opnemen van een disclaimer op haar website en het vermelden dat zij onderdeel is van de “LeftClick Group”. In reactie op de procedure zegde Ice Labs toe de naam “ICE-Wallet” te veranderen naar “ION-Wallet” en de ticker van de munt aan te passen van “ICE” naar “ION”, uiterlijk per 31 juli 2025. IEH baseert de vordering op artikel 9 lid 2 sub a en/of b UMVo wegens het zonder toestemming gebruiken van de tekens “ICE” voor soortgelijke waren en diensten. De voorzieningenrechter acht zich bevoegd, nu IEH via haar dochteronderneming ICE Clear NL daadwerkelijk bedrijfsactiviteiten verricht in Nederland, namelijk het aanbieden van clearingdiensten voor Europese aandelenderivatenproducten. De stelling van Ice Labs dat deze entiteit geen vestiging van IEH zou zijn vanwege het ontbreken van een eigen website of telefonische bereikbaarheid, overtuigt de voorzieningenrechter niet.
Versteeg Wigman Sprey advocaten gaat verder onder nieuwe naam Liaise Advocaten

Met nieuw elan en een vertrouwd team – met Merel als kersverse partner naast Roland en Jaap - zijn wij op zoek gegaan naar een naam die past als een broekzak. Dat we het achternamen-tijdperk definitief achter ons moesten laten, daar was iedereen het mee eens. Maar wat dan, dan is de sky the limit. En als je als advocatenkantoor creatief gaat zitten doen met een kekke nieuwe naam, dan moet die natuurlijk wel ergens op slaan. En eerlijk is eerlijk dat vonden we best lastig, want ja dan wordt het ineens persoonlijk.
En persoonlijk hebben we het gemaakt door te beginnen bij het begin; wie zijn we als kantoor en wat vinden wij belangrijk? Een zoektocht naar onze kantoorpersoonlijkheid. Je komt ermee tot de kern van wat je als club mensen drijft. En over die drijfveren waren we het - gelukkig - unaniem eens.
Gerecht oordeelt over normaal gebruik van twee RTL-beeldmerken

Gerecht van de Europese Unie 7 mei 2025, IEF 22694; IEFbe 3911; ECLI:EU:T:2025:446 (RTL Group Markenverwaltungs GmbH tegen EUIPO, Marcella Örtl). Het Gerecht behandelt twee samenhangende zaken tussen RTL Group Markenverwaltungs GmbH en het EUIPO. In beide zaken staat de vraag centraal of de beeldmerken ‘RTL’ vervallen moet worden verklaard wegens het ontbreken van normaal gebruik. In beide procedures ligt ten grondslag dat Marcella Örtl een verzoek indient tot vervallenverklaring van het Uniemerk RTL, stellende dat dit merk in de periode van vijf jaar voorafgaand aan haar verzoek niet normaal is gebruikt voor de ingeschreven waren en diensten. De nietigheidsafdeling wijst dit verzoek deels toe. RTL stelt beroep in, dat door de Kamer van Beroep deels gegrond en deels ongegrond wordt verklaard. RTL brengt beide zaken vervolgens voor het Gerecht.