IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 22214
29 augustus 2024
Uitspraak

Cuba is nog altijd een beschermde herkomstaanduiding voor sigaren

 
IEF 22212
29 augustus 2024
Artikel

Representatief en niet-representatief onderzoek. Van Monshoe/Puma tot NRC Buurtenonderzoek

 
IEF 4221

Pictoright, visuele auteursrechten Nederland

Beeldrecht, Burafo, Scrio en De Visuelen gaan per 1 januari 2008 fuseren en gaan verder onder de naam Pictoright, visuele auteursrechten Nederland. Volgens het persbericht zal de fusie leiden tot één efficiënte organisatie, lagere inhoudingspercentages en hogere uitkeringen aan alle rechthebbende visuele makers.

Lees het persbericht hier.  

IEF 4220

Octrooiverweermeeleestijd

kbl.gifRechtbank 's-Gravenhage, 21 juni 2007, KG ZA 07-385. Prodect B.V. en Alberts tegen Smulders (twee b.v.'s en in persoon) en Van Oord (N.V. en twee B.V.'s)

Zaak die zwaar is ingezet door Prodect en Alberts: in de dagvaarding worden octrooirechten, niet-geregistreerde Gemeenschapsmodellen, wanprestatie, onrechtmatige daad ingezet. Buiten rechte worden stevige uitspraken gedaan in de pers en worden kopieën van sommatiebrieven naar de opdrachtgevers van Smulders en Van Oord gezonden. De rechter verwerpt alle eisen, laakt de opstelling van eisers, maar komt toch tot een forse reductie van de gevorderde proceskostenveroordeling op grond van redelijkheid, evenredigheid en billijkheid.

Alberts is houder van octrooi EP-B1-1.616.377, dat volgens de hoofdconclusie een beschermingsinrichting voor kabels en leidingen beschermt. Deze beschermingsinrichting wordt gevormd door telkens twee pijphelften met bolvormige segmenten. Vrijwel de gehele hoofdconclusie, inclusief het kenmerk, definieert aspecten van deze pijphelften. In onderconclusie 24 is sprake van een opnamebuis voor het opnemen van een einde van de uit de pijpelementen gevormde pijp.

Op 23 kilometer buiten de Nederlandse kust wordt momenteel het windmolenpark Q7 aangelegd. Eén van de hoofdaannemers is Van Oord. Er wordt gebruikt gemaakt van een nieuwe type kabel, die bovendien wordt ingegraven, waardoor het gebruik van een beschermingsinrichting niet nodig is. Wel wordt er gebruik gemaakt van een zogenoemde J-tube om de kabel uit de bodem naar een toren van een windmolen te leiden.

Volgens de rechter is er geen sprake van inbreuk, omdat de beschermingsinrichting van de hoofdconclusie niet wordt toegepast. Een beroep op equivalentie wordt terzijde geschoven. Function en result zijn in een "uiterst welwillende interpretatie" mogelijkheid vergelijkbaar. De manier waarop dat wordt bereikt is volgens de rechter wezenlijk anders. Ook maakt de J-tube geen indirecte inbreuk op onderconclusie 24.

Nu er geen sprake lijkt van inbreuk, hoeft de rechter zich niet uit te spreken over de toepasselijkheid van de ROW 1995 in de Economische Exclusieve Zone. Overigens laat hij duidelijk laat doorschemeren dat het opwekken van windenergie niet onder het winnen van natuurlijke rijkdommen valt.

Prodect kan zijn niet beroepen op bescherming uit hoofde van niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen. Deze claim wordt gebaseerd op een tweetal figuren uit het octrooi. De betreffende J-tubes zijn echter vrijwel geheel technisch bepaald en bovendien niet nieuw.

Het is onvoldoende aannemelijk dat er sprake is van een contractuele relatie tussen Alberts en/of Prodect en Smulders anderzijds. Hier kan dus ook geen wanprestatie uit volgen. Verder zou Smulders volgens Prodect gedreigd hebben om Prodect te vernietigen. Dit is echter niet meer dan een blote stelling.

Smulders en Van Oord maken aanspraak op € 199.000 aan gemaakte kosten, inclusief die van hun octrooigemachtigden. De rechter acht het redelijk dat beide partijen afzonderlijke bijstand hebben ingehuurd. De dubbele kosten van een advocatenwissel bij Smulders trekt de rechter wel af. Octrooiverweermeeleestijd wordt wel vergoed, maar niet de tijd die besteed is aan de OD-aspecten. Het inzetten van twee advocaten van compagnonsniveau "in deze octrooirechtelijk nu ook weer niet bijster complexe zaak" acht de rechter niet redelijk en evenredig. Ook de kosten van het instellen van oppositie mogen niet worden meegenomen. Aldus resteert een tussensaldo van € 92.500.

Tot slot volgt een billikheidsverdiscontering. De rechter wil voorkomen dat het voor het MKB vanwege kostenveroordelingen op de voet van de Handhavingsrichtlijn economisch onmogelijk wordt om te procederen tegen kapitaalkrachtiger partijen. Tussen de opgevoerde kosten van partijen zit grosso modo een factor 6,7 verschil. Ten nadele van Prodect weegt dat ze de procedure hebben doorgezet, terwijl gedaagden er in conventie op hebben gewezen dat zij het octrooi niet toepassen. Uiteindelijk wijst de rechter € 62.000 aan kosten toe.

Tot slot moeten Prodect en Alberts wel een rectificatiebrief sturen aan de projecteigenaren, maar hoeven ze geen advertentie te plaatsen in het Financieel Dagblad.

Lees het vonnis hier.

IEF 4219

Zoek de verschillen

 Twee toegestane verzoeken tot het leggen van bewijsbeslag, beschrijving en monsterneming als bedoeld in artikel 1019b- 101 9d Rv ten laste van verweerders. Amsterdamse en Arnhemse beschikking, zelfde partijen (met dank aan Wouter Pors, Bird & Bird).

 1 - Rechtbank Amsterdam, 9 mei 2007. Beschikking op verzoekschrift tot het leggen van bewijsbeslag, beschrijving en monsterneming als bedoeld in artikel 1019b- 101 9d Rv ten laste van verweerders.

“2.3. De voorzieningenrechter is niet bevoegd om op de gevraagde wijze een deskundige te benoemen. Een wettelijke grondslag ontbreekt hiervoor. Op grond van artikel 1019 lid 2 Rv zal worden bepaald dat de beschrijving dient te geschieden door na te melden octrooigemachtigde.

2.4. De termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak zal worden bepaald op veertien dagen. De beschrijving dient immers ter plekke plaats te vinden en niet valt in te zien waarom de hoofdzaak zonder beschrijving niet binnen veertien dagen kan worden ingesteld.”

De voorzieningenrechter “verleent verlof een beschrijving te maken van de inbreukmakende producten., de wijze waarop zij kunnen worden toegepast en de documenten die hier betrekking op hebben; verleent toestemming om ter plaatse alle handelingen te verrichten die voor het maken van deze beschrijving nodig blijken te zijn;  verleent verlof om bewijsbeslag te leggen op telkens één exemplaar van de thermocyclers; verleent verlof om bewijsbeslag te leggen op aangetroffen documenten, indien en voor zover de deskundige tot het oordeel komt dat beschrijving van die documenten onvoldoende is als bewijs van inbreuk; verleent verlof om monsters te nemen van de in het verzoekschrift genoemde nucleïnezuurdetectoren, en wel zodanig dat van elk type nucleïnezuurdetector drie monsters, elk bestaande uit een voor toepassing van de werkwijze normale dosis, mogen worden genomen;  beveelt dat voornoemde monsters ter gerechtelijke bewaring zullen worden gegeven aan de octrooigemachtigde dr. A. van Kooij, die hierbij tot bewaarder wordt aangewezen.”

Lees de beschikking hier.

2- Rechtbank Arnhem, 8 mei 2007. Ex parte verlof tot het leggen van bewijsbeslag, beschrijving en monsterneming als bedoeld in artikel 1019b- 1019d Rv.

“23.Verzoekster vraagt verlof om bij gerekwestreerde een beschrijving te maken van de inbreukmakende producten, de wijze waarop zij kunnen worden toegepast en de documenten die hier betrekking op hebben, alsmede toestemming om ter plaatse alle handelingen te verrichten die  voor het maken van deze beschrijving nodig  blijken te zijn Verzocht wordt om als deskundigen die de deurwaarder zullen vergezellen als bedoeld in artikel 440 lid 2 jo 1019d lid 1 Rv de octrooigemachtigde dr. A van der Kooij te benoemen.

24. Verzoekster vraagt verlof om bewijsbeslag te mogen leggen op telkens één exemplaar per type van de hiervoor genoemde thermocyclers, zodat deze voor eventuele nadere bewijslevering beschikbaar blijven. Voorts vraagt verzoekster verlof  bewijsbeslag te mogen leggen op bij gerekwestreerde aangetroffen documenten, indien en voorzover de deskundige tot het oordeel komt dat beschrijving van die documenten onvoldoende is als bewijs van inbreuk,

25. Verzoekster vraagt tenslotte verlof om monsters te mogen nemen van de hiervoor genoemde nucleïnezuurdetectoren, en wel zodanig dat van elk type nucleïnezuurdetector drie monsters, elk bestaande uit een voor toepassing van de werkwijze normale  dosis, mogen worden genomen. Verzocht wordt de octrooigemachtigde  dr. A. ‘van Kooij tot bewaarder van deze monsters te benoemen.”

Toegestaan als verzocht. De termijn voor het instellen van de hoofdzaak wordt bepaald op 8 weken na de aanvang van d uitvoering van de beschrijving, beslaglegging en monsterneming.

Lees de beschikking hier.

IEF 4218

Zijn strijd tegen Brein

Rechtbank Amsterdam, 21 juni 2007, KG ZA 07-840 AB/MV. Stichting Brein tegen Leaseweb B.V. (met dank aan Kim Habraken, Klos Morel Vos & Schaap)

Over de zorgvuldigheid die een ISP jegens derden (de rechthebbenden op de beschermde werken) in acht dient te nemen. De onbekende website-eigenaar faciliteert structureel inbreuken op auteursrechten en naburige rechten en handelt daardoor onrechtmatig. De gedaagde ISP moet de verbinding afsluiten en NAW-gegevens overleggen. Billijkheid verzet zich tegen volledige proceskostenveroordeling van de ISP, deze staat immers ‘tussen twee vuren’.

Leaseweb is een ISP. Zij host de site everlasting.nu. Volgens Brein worden via deze torrentsite inbreukmakende bestanden (films, muziek, spellen enz.) aangeboden en Brein heeft Leaseweb daarom verzocht de website ontoegankelijk te maken en de opgave te doen van de NAW-gegevns van de houder van de site. Leaseweb heeft niet aan het verzoek willen voldoen. Op de site van Everlasting is na het verzoek van Brein de volgende mededeling verschenen:

“Hallo allemaal, Vanmiddag werd ik gebeld door de provider van de server. Deze vertelde mij dat hij gewaarschuwd was door brein over onze site.  Deze man zat op dat moment bij de advocaat van zijn bedrijf. Hij is totaal niet bang voor brein en is van plan deze te gaan aanpakken met een kort geding. Hij vroeg mij of ik hem zou willen steunen (anoniem) in zijn strijd tegen brein. (…) Mij werd aangeraden door de advocaat om wat persoonlijke bestanden te uploaden het zijn wat mooie foto’s die je eens gemaakt hebt of eigen recepten enz maar let op er mag GEEN copyright op zitten. Dus een vraag aan jullie is hou deze torrents in de lucht met seeden. We gaan dus genwoon verder zolang we niet hoeven te sluiten.” De rechtbank Amsterdam kiest echter de zijde van Brein.

Faciliteren inbreuk

“5.3. De door Brein overgelegde producties maken voorshands voldoende aannemelijk dat de meeste van de op Everlasting aangeboden ‘torrents’ beschermde werken betreffen in de zin van de Auteurswet en/of WNR. (…) Aan het verweer dat slechts sprake is van openbaarmaking onder familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen kring (artikel 12 lid 4 Aw) wordt — gezien de professionaliteit van de in beginsel voor iedereen toegankelijk website en het grote aantal bestanden dat wordt aangeboden — voorbijgaan. (…) Het is hoogst onaannemelijk dat op noemenswaardige schaal lege bestanden, bijvoorbeeld onder de naam van een bekende Hollywoodfilm, zouden worden aangeboden via Everlasting of dat bestanden met dergelijke namen met grote regelmaat niet zouden kunnen worden geopend. Brein heeft in dit verband terecht gesteld dat Everlasting dan wel een erg klantonvriendelijke website zou zijn. Tot slot is evenmin aannemelijk dat de desbetreffende bestanden rechtmatig (en na betaling) in het verkeer worden gebracht, zoals Leaseweb nog heeft aangevoerd.

5.4. In dit kort geding, waarin geen nader onderzoek naar de feiten mogelijk is, kan niet zonder meer worden vastgesteld of het handelen van Everlasting kan worden aangemerkt als een zelfstandige openbaarmaking in de zin van de Auteurswet (of WNR). De werken worden immers rechtstreeks van gebruiker naar gebruiker gekopieerd en de rol van de server beperkt zich tot het regelen van het up- en downloaden. In een bodemprocedure kan uitvoerig onderzoek worden gedaan naar alle aspecten van dit (relatief nieuwe) technische proces. In dit kort geding kan in ieder geval wel worden vastgesteld dat Everlasting structureel inbreuken op auteursrechten en naburige rechten faciliteert en dat (de houder van) Everlasting zich hiervan bewust moet zijn. Het handelen van Everlasting is derhalve onrechtmatig, omdat het in strijd is met de jegens de rechthebbenden in acht te nemen zorgvuldigheid.”

NAW-gegevens en afsluiten

“5.5. Voor Brein is het noodzakelijk te beschikken over de NAW-gegevens van de houder van Everlasting om Everlasting (in rechte) te kunnen aanspreken. Leaseweb kan echter niet op grond van artikel 3:l5d BW worden veroordeeld die gegevens aan Brein te verstrekken omdat Everlasting zelf en niet Leaseweb als de dienstverlener in de zin van dit artikel moet worden aangemerkt. Het weigeren om die gegevens te Verstrekken aan degene die (mogelijk) schade lijdt, kan niettemin onrechtmatig zijn. Hiervan is in dit geval sprake. Zoals onder 5.4. overwogen is het handelen van Everlasting onrechtmatig jegens de rechthebbenden. Verder is er in dit geval geen redelijke twijfel mogelijk dat degene van wie de NAW-gegevens worden gevorderd, te weten de cliënt van Leaseweb, degene is die onrechtmatig handelt. Brein heeft een gerechtvaardigd belang om als belangenbehartiger te kunnen optreden namens degenen die bij haar zijn aangesloten en voorshands brengt een afweging van de betrokken belangen mee dat dit belang zwaarder weegt dan het privacybelang waarop Leaseweb zich heeft beroepen. Tot slot is in dit geding voldoende gebleken, onder meer aan de hand van producties 15 tot en met 24, dat Brein verschillende pogingen in het werk heeft gesteld om de NAW-gegevens van de houder van Everlasting te verkrijgen. Zij is hierin echter niet geslaagd. Thans zijn dan ook geen minder ingrijpende middelen voorhanden om deze gegevens te achterhalen. De conclusie tot zover is dat de vordering tot het verstrekken van de NAW-gegevens zal worden toegewezen.

5.6. Gezien het kennelijk onrechtmatig handelen van Everlasting op het internet kan Leaseweb in dit geval niet volstaan met het verstrekken van de NAW-gegevens, maar is zij tevens gehouden de desbetreffende verbinding af te sluiten. Het nalaten daarvan zou in strijd zijn met de zorgvuldigheid die zij jegens derden (de rechthebbenden op de beschermde werken) in acht dient te nemen. Gezien het structurele en tamelijk grootschalige karakter van de inbreuk op de auteurs- en naburige rechten is toewijzing van de vordering tot het afsluiten van de verbinding niet buitenproportioneel. “

Proceskosten

”5.8. Leaseweb zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van dit geding gevallen aan de zijde van Brein. De vordering van Brein de volledige proceskosten te voldoen (waarvan een bedrag van EUR 12.9 13,47 aan advocaatkosten) zal in dit geding worden afgewezen. Artikel 1019h Rv maakt het mogelijk om de in het ongelijk gestelde partij te veroordelen in de redelijke en evenredige kosten van de andere partij, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. Dit laatste is hier het geval. Leaseweb maakt niet zelf (direct) inbreuk op intellectuele eigendomsrechten; zij bevindt zich — zoals zij ook heeft aangevoerd — als ISP tussen twee vuren. De proceskosten zullen derhalve op de gebruikelijke wijze worden begroot.’

Lees het vonnis hier.

IEF 4217

Samenwerken

Tractatenblad 2006 nr. 77: Verdrag tot samenwerking inzake octrooien
(met Reglement); Washington, 19 juni 1970.

“In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de wijzigingen zullen zijn bekendgemaakt in Nederland op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad. Uitgegeven de twaalfde april 2006“

Lees het verdrag hier.

IEF 4216

Beter zoeken in Boek9.nl

pijlrb4.gifVerbeterde zoekfunctionaliteit. Het werd inderdaad tijd, maar nu is de zoekmachine van IEForum.nl zo aangepast dat er voor iedereen begrijpelijke zoekresultaten uitkomen en ook op IEF nummer kan worden gezocht (het unieke nummer rechtsonder ieder bericht, tegenwoordig al veel gebruikt in voetnoten). Omdat in het uitgebreidere zoekscherm ook op datum gezocht kan worden, is de zichtbare kalender overbodig geworden.

Er zijn nu twee manieren om te zoeken : via “zoeken” of via “meer zoekopties” (beide opties rechterkolom bovenaan). Bij beide opties kan met operatoren worden gezocht.

Zoeken: Via "zoeken" kan full text  worden gezocht over IEForum.nl De resultaten zijn zonder inloggen of kosten te raadplegen/openen. De zoektermen zijn gehighlight in de tekst. De berichten worden getoond zoals ze zijn opgenomen en de centrale databank, maar via het IEF nummer onderaan ieder getoond bericht kan worden doorklikt naar het originele bericht op IEForum.nl. De resultaten in de overige tabjes maken deel uit van de betaalde dienst Praktijkgebied IE van uitgeverij deLex. Deze zijn wel te raadplegen, maar alleen via een login te openen.

Meer zoekopties: Via "meer zoekopties" en vervolgens het tabje IEForum.nl kan worden gezocht op IEF nummer, datum/periode (vervangt de oude kalender), titel en full text. Alle informatie op IEForum.nl is via dit zoekscherm te vinden, dus ook de jurisprudentie. De resultaten van IEForum.nl zijn, net als de resultaten bij de bovengenoemde ‘zoeken’ optie zonder inloggen of kosten te raadplegen/openen.

N.B: Zoekresultaten worden meestal getoond in een nieuw scherm. Het kan voorkomen dat het lijkt alsof er niets wordt geopend, het scherm bevindt zich dan vaak achter andere openstaande schermen.

Vragen en/of opmerkingen kunnen per email worden doorgegeven aan uitgeverij deLex.

IEF 4215

Adopteer de EPLA

Raad van Europa Parlementaire vergadering, debat van 20 April 2007, Recommendation 1793 (2007)1.

Interessante EPLA-aanbeveling in overigens zeer algemene aanbeveling om nog maar wat meer tegen counterfeit te doen. De vergadering beveelt het Comité van Ministers onder aan om de EPLA nu maar eens aangenomen te krijgen:

“10.5. urge member states of the European Patent Organisation to convene a diplomatic conference in order to adopt the European Patent Litigation Agreement and, for those which have not yet done so, to sign and ratify the London Agreement in order to ensure a smooth entry into force of that instrument.”

Lees alle aanbevelingen hier.

IEF 4214

Voor bouten en moeren

GvA,12 juni 2007, zaak T339/05, MacLean-Fogg Co. tegen OHIM. (nog geen Nederlandse versie beschikbaar)

Beroep tegen weigering registratie van het woordmerk LOKTHREAD als Gemeenschapsmerk voor bouten en moeren (klasse 6) slaagt niet. Geen onderscheidend vermogen, beschrijving kenmerk van de waren.

Een schoolvoorbeeld van een weigering van een Gemeenschapsmerk op grond van het  beschrijvende karakter. De woorden “lock” en “thread” behoren beide tot de Engelse taal. Dat het woord “lo(c)k” fout gespeld is, maakt geen verschil. “It also follows that the mere fact that the neologism contains a spelling mistake in one of its components cannot support the inference that the neologism is unusual given that the relevant public will immediately recognise that misspelling, both phonetically and visually, and will therefore replace the misspelled word ‘lok’ with the word ‘lock’.”

De woorden “thread” (vrij vertaald: schroef) en  “lock” (vrij vertaald: vastzetten) zijn gebruikelijk voor de aanduiding van de waren waarvoor het gemeenschapsmerk is aangevraagd. Dat het aangevraagde gemeenschapsmerk een samenstelling is van twee beschrijvende woorden maakt geen verschil, aldus het GvEA. “Because that combination is not unusual, the neologism resulting from the joining together of those two components does not create an impression which is sufficiently far removed from that produced by the mere combination of the words ‘lok’ and ‘thread’. Such a combination of words is in conformity with the rules of syntax and grammar of the English language and is not unusual in the structure of that language. It is thus common, as rightly pointed out by OHIM, to create words coupling together two words each of which has a meaning, such as ‘schoolboy’, ‘bedroom’ or ‘packthread’.”

Lees het arrest hier.

IEF 4213

Draaien en Schenken

t&p.gifGvEA 12 juni 2007, T-190/05. The Sherwin-Williams Company tegen het OHIM.
 
Wel gemeld, nog niet besproken. Weigering Gemeenschapsmerkaanvraag voor woordmerk TWIST & POUR, ingeschreven voor plastic houders voor het opslaan en uitgieten van vloeibare verf. Geen onderscheidend vermogen, beschrijving kenmerk van de waren.

De Gemeenschapsmerkaanvraag voor het woordmerk TWIST & POUR voor waren in klasse 21 (Draagbare plastic houders verkocht als integraal onderdeel van vloeibare verf met een inrichting voor het opslaan en uitgieten ervan). wordt geweigerd door het OHIM, omdat het mening is dat het betreffende teken niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 7 lid 1 sub b GMVO. Het GvEA komt eveneens tot het oordeel dat het teken TWIST & POUR elk onderscheidend vermogen mist en de inschrijving terecht is geweigerd.

Volgens Sherwin Williams heeft de kamer van beroep blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat TWIST & POUR onderscheidend vermogen mist in de zin van artikel 7 lid 1 sub b omdat dit teken de betrokken waren zou beschrijven. Dit criterium is naar mening van Sherwin Williams alleen relevant in het kader van artikel 7 lid 1 sub c. Het GvEA wijst er echter nog eens op dat – hoewel de in artikel 7 lid 1 genoemde weigeringsgronden onafhankelijk van elkaar zijn, en elk een afzonderlijk onderzoek vereisen – er wel degelijk een duidelijke overlapping bestaat tussen de werkingssfeer van deze gronden. Bovendien mist volgens vaste rechtspraak met name een woordmerk dat kenmerken van de waren of diensten beschrijft in de zin van artikel 7 lid 1 sub c elk onderscheidend vermogen voor deze waren of diensten in de zin van artikel 7 lid 1 sub b.

Het GvEA maakt tevens korte metten met de stelling van Sherwin Williams dat TWIST & POUR niet een kenmerk van de betrokken waren zou beschrijven, maar slechts een zinspeling of suggestie zou bevatten. Het woordteken beschrijft immers rechtstreeks de handeling die wordt verricht met name om een pot met dop te openen, die moet worden opengedraaid alvorens de vloeibare inhoud eruit te kunnen gieten, aldus het GvEA. Ook het argument dat deze beschrijving slechts een bijkomstig kenmerk van de waren beschrijft kan Sherwin Williams niet baten, omdat het volgens bestaande rechtspraak niet relevant is of de kenmerken van de waren of diensten die kunnen worden beschreven commercieel essentieel dan wel bijkomstig zijn.

Lees het arrest hier.

IEF 4212

Onderdanig

c2.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 20 december 2006, gepubliceerd op 15 juni 2007, LJN: BA7354, Eiseres tegen CU2 B.V.

Wel gemeld , maar nog niet besproken. Afbeeldingen van werk op erotische website. Eigenares website is niet aansprakelijk voor schade wegens inbreuk door een gebruiker van haar website, onder meer omdat de beweerdelijk inbreukmakende afbeelding onmiddellijk is verwijderd en omdat in de algemene voorwaarden van de eigenares is bepaald dat inbreuk niet is toegestaan.

Gedaagde, CU2, is eigenaresse van een website. Deze site geeft gebruikers de gelegenheid een eigen webpagina aan te maken. Daarop kunnen zij ook "linken" naar afbeeldingen op andere websites. De algemene voorwaarden van CU2 verbieden haar gebruikers daarbij inbreuk te maken op rechten van derden. De webpagina's op die hebben veelal een erotisch karakter.

Een (onbekende) gebruiker van CU2 heeft op zijn/haar webpagina een afbeelding van een schilderij van de kunstenares, getiteld: "Onderdanig", geplaatst of doorgelinkt. De kunstenares heeft onmiddellijke verwijdering van die afbeelding geëist. Dat heeft CU2 terstond gedaan. De kunstenares liet het daar niet bij zitten en eiste ook nog een schadevergoeding ad € 225,00 exclusief BTW. Zij wil niet geassocieerd worden met het vulgaire karakter van de website van CU2.

(De hoogte van het schadebedrag is in overeenstemming met de verschuldigde vergoeding volgens de algemene voorwaarden van de Nederlandse Vereniging van Journalisten bij gebruik van persfoto's zonder voorafgaande toestemming van de rechthebbende. De kantongerechten haken regelmatig aan bij dergelijke algemene voorwaarden voor de berekening van de schadeomvang, zie laatstelijk nog de uitspraak Eiser vs Holbox (IEF 3847). Aan deze schadeberekening wordt echter niet toegekomen.)

Naar het oordeel van de kantonrechter is niet gebleken dat CU2 zich schuldig heeft gemaakt aan een onrechtmatige gedraging, of onrechtmatig nalaten, jegens de kunstenares, omdat CU2 onmiddellijk nahaar melding, inhoudende dat de op haar auteursrecht inbreuk makende afbeelding op de website van CU2 was gezien, deze (link) heeft verwijderd. Gesteld noch gebleken is dat CU2 al langer op de hoogte was, of had kunnen zijn, van de plaatsing van de afbeelding van het schilderij van kunstenares op de website van CU2, laat staan van het onrechtmatige karakter van die plaatsing.

Daarnaast heeft CU2 in haar algemene voorwaarden haar gebruikers verboden om te linken naar afbeeldingen die niet van de gebruiker zelf zijn, zonder voorafgaande toestemming van de rechthebbende op die afbeelding. Met het voorgaande heeft CU2 genoegzaam voldaan aan haar verplichtingen als beheerder van die website. Geen rechtsregel verplicht CU2 elke onrechtmatige gedraging van derden, waaronder haar klanten, bij voorbaat te voorkomen of onmogelijk te maken, wanneer dat in dit geval technisch al uitvoerbaar zou zijn.

Maar zelfs indien de enkele plaatsing van de link/afbeelding op de website al schending van het auteursrecht van de kunstenares zou opleveren, is voor toekenning van schadevergoeding geen plaats, aangezien niet gebleken is dat CU2 daarvan enig concreet verwijt te maken valt.

Lees het vonnis hier.