IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 3112

Heffingsberichten

Persbericht Ministerraad: "Geen thuiskopieheffing op MP3-spelers en DVD-recorders. De ministerraad heeft ingestemd met een ontwerp-AMvB van minister Hirsch Ballin van Justitie waardoor MP3-spelers en DVD-recorders buiten de thuiskopieheffing vallen.
Deze AMvB heeft tot doel de voorwerpen aan te wijzen waarop een zogenoemde thuiskopievergoeding rust. Dit is een auteursrechtelijke vergoeding voor het vastleggen van beschermde werken (zoals muziek en films) op blanco informatiedragers (zoals cd’s en dvd’s).

Op grond van de Auteurswet is de Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoedingen (SONT) bevoegd om deze voorwerpen aan te wijzen. Artikel 16c van de Auteurswet biedt de mogelijkheid om deze voorwerpen - ongeacht de besluitvorming door de SONT - ook bij AMvB vast te stellen. De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het ontwerpbesluit voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het besluit wordt openbaar bij publicatie in het Staatsblad."

Lees het persbericht ook hier.

IEF 3111

Droog commentaar

do.bmpKort commentaar Dirk Visser bij Rechtbank 's Gravenhage, 20 december 2006, KG ZA 06-1347, Watts Industries Netherlands tegen Nieuwenhuis Handelsonderneming B.V. (Douchekolom Ocean).

In zijn vonnis van 20 december 2006 in de zaak Watts/Nieuwenhuis overweegt de rechtbank over de vraag of het gebruik van het woord Ocean op onderstaande wijze inbreuk maakt op het woordmerk Ocean van eiseres:

“4.16. Naar voorlopig oordeel is er aanleiding om te veronderstellen dat Nieuwenhuis het teken Ocean gebruikt als een aanduiding inzake soort, bestemming of andere kenmerken van de douchekolom, met name doordat zij het teken Ocean hanteert als een modelaanduiding van een van de douchekolommen die zij onder het merk SANISCAPE in het verkeer brengt. Met het teken Ocean benadrukt zij de overvloedig ‘waterige’ bestemming van de waar.

4.17. Voorshands dient het gebruik van een aanduiding als Ocean als modelaanduiding van een douchekolom ook als een eerlijk gebruik in de handel, in de zin van artikel 2.23 lid 1 sub b BVIE te worden aangemerkt. Hierbij weegt de voorzieningenrechter mee dat het merk OCEAN, als het al normaal gebruikt wordt, in elk geval geen bekend merk is en dat er geen enkele aanleiding is te veronderstellen dat door het gebruik van de modelaanduiding Ocean bij het publiek verwarring zal ontstaan met producten afkomstig van Watts Industries of dat het publiek zal gaan denken dat dit product, dat door Nieuwenhuis onder het merk SANISCAPE in het verkeer wordt gebracht, van Watts Industries of aan haar verbonden ondernemingen afkomstig is. Aan de eerlijkheid van het gebruik wordt ook bijgedragen doordat de aanduiding Ocean een gevoel oproept – het gevoel van een bruisende overvloed aan water - dat passend is bij een douchekolom”.

Commentaar:


De redenering is dat het gebruik van het woord ‘Ocean’ als ‘modelaanduiding’ geen merkinbreuk zou opleveren, omdat gedaagde “het teken Ocean gebruikt als een aanduiding inzake soort, bestemming of andere kenmerken van de douchekolom”. “Met het teken Ocean benadrukt zij de overvloedig ‘waterige’ bestemming van de waar”. Er is tevens sprake van “een eerlijk gebruik in de handel, in de zin van artikel 2.23 lid 1 sub b BVIE”. “Aan de eerlijkheid van het gebruik wordt ook bijgedragen doordat de aanduiding Ocean een gevoel oproept – het gevoel van een bruisende overvloed aan water - dat passend is bij een douchekolom”.


De door de rechtbank gevolgde redenering lijkt mij onjuist. Tenzij gesteld en gebleken zou zijn dat ‘Ocean’ een in de handel gebruikelijke aanduiding is voor een bepaald type douchekolom, is artikel 2.23 lid 1 sub b BVIE in dit geval naar mijn mening niet van toepassing.


Noch het benadrukken van “de overvloedig ‘waterige’ bestemming van de waar”, noch het oproepen van “het gevoel van een bruisende overvloed aan water - dat passend is bij een douchekolom” valt m.i. onder de reikwijdte van artikel 2.23 lid 1 sub b BVIE


DV


Lees het vonnis hier.

IEF 3110

Een zilte douche

Rechtbank 's Gravenhage, 20 december 2006, KG ZA 06-1347, Watts Industries Netherlands tegen Nieuwenhuis Handelsonderneming B.V.

Merkenrecht. Ocean heeft weinig onderscheidend vermogen voor waterige producten als douchekolommen.

Watts is een producent van onder meer waterappendages in alle maten, aansluitingen en uitvoeringen, zoals keerkleppen, appendages voor CV en warmwater installaties en vlinderkleppen voor industriële toepassingen. Watts is de houder van de twee Benelux woordmerken OCEAN voor verschillende klassen, het Benelux beeldmerk OCEAN en het Benelux beeldmerk WATTS OCEAN.

Nieuwenhuis houdt zich als groothandel bezig met de im- en export van huishoudelijke artikelen en doe-het-zelfartikelen. Nieuwenhuis is houdster van het merk Saniscape dat zij gebruikt voor, kort gezegd, sanitaire producten.

In de zogeheten KARWEI-krant van de gelijknamige marktketen Karwei werd een door Nieuwenhuis geleverde douchekolom aangeboden onder de naam “Douchekolom Ocean”. Rechtsboven in de advertentie stond ook het logo van Saniscape afgebeeld. Op de douchekolom zelf zijn geen merk- of modelaanduidingen aangebracht. De aanduiding Ocean was wel aangebracht op de verpakking.

Watts heeft Nieuwenhuis gesommeerd de veronderstelde merkinbreuk te staken. Nieuwenhuis is naar eigen zeggen zonder dat zij daartoe gehouden was grotendeels aan de eisen van Watts tegemoetgekomen. Watts acht de toezeggingen van Nieuwenhuis niet voldoende en start een kort geding.


Watts stelt hieraan ten grondslag de inbreuk op de merkrechten van Watts, de weigering van Nieuwenhuis om aan te geven of en zo ja, hoeveel inbreukmakende producten zich nog bij Karwei en eventuele overige afnemers bevinden, het feit dat Nieuwenhuis niet ingaat op de eis om de inbreukmakende producten onmiddellijk om te stickeren, tezamen met de weigering van Nieuwenhuis om te verklaren dat inbreuk is gemaakt op aan Watts toekomende merkrechten. 


De Voorzieningenrechter stelt vast dat aannemelijk is dat de douchekolommen met de aanduiding Ocean van de markt zijn verdwenen. Gegeven echter de plaatsing van de advertentie in de Karweikrant en de verkopen van het product, leidt de toezegging van Nieuwenhuis en de uitvoering daarvan, zonder dat daar een boetebeding aan is verbonden, er niet toe dat de merkhouder zijn spoedeisende belang bij een gerechtelijk verbod en dwangsom verliest.


De Voorzieningenrechter stelt voorop dat het merk OCEAN voor de waren zoals Watts produceert of levert enig (producten die in het watermanagement worden toegepast), maar niet veel onderscheidend vermogen heeft. Dat ligt anders bij het merk WATTS OCEAN vanwege het onderscheidende deel WATTS. Een en ander voert tot het voorlopig oordeel dat het teken Ocean niet overeenstemt met het merk WATTS OCEAN. In dat merk overheerst het deel Watts. Het enkele teken Ocean, dat eerder beschrijvend dan onderscheidend is, stemt daar dan ook onvoldoende mee overeen. Hierbij is ook relevant dat de waren van partijen niet of nauwelijks soortgelijk zijn. Ten slotte richten beide partijen zich ook nog eens op een verschillend publiek.


Ten aanzien van de stelling van Nieuwenhuis dat Watts haar merken WATTS OCEAN en OCEAN niet normaal gebruikt heeft overweegt de Voorzieningenrechter als volgt.


Normaal gebruik van het merk WATTS OCEAN wordt voorshands aangenomen vanwege het gegeven dat de vennootschap tot voor enige tijd nog Watts Ocean was geheten en dat zij daarmee ook naar buiten trad, ook bij de presentatie van haar producten, hetgeen een aanwijzing oplevert voor normaal gebruik. Het normaal gebruik van de beeldmerken OCEAN wordt niet aangenomen. Ten aanzien van het woordmerk OCEAN oordeelt de Voorzieningenrechter voorshands dat er geen sprake is van merkgebruik bij het gebruik van de aanduiding “patent ocean” op keerkleppen. Deze aanduiding is in feite een verwijzing naar het inmiddels vervallen octrooi van een thans niet meer bestaande octrooihouder met de handelsnaam Ocean. Het is niet een teken dat de waar identificeert. Het publiek zal het teken Ocean opvatten als een handelsnaam van de houder van het “patent”, niet als een merkaanduiding.


De Voorzieningenrechter overweegt – voor het geval dat het normaal gebruik van het woordmerk OCEAN op een later moment blijkt – dat Nieuwenhuis het teken Ocean gebruikt als modelaanduiding van een van de douchekolommen die zij onder het merk SANISCAPE op de markt brengt, hetgeen als een eerlijk gebruik in de handel in de zin van artikel 2.23 lid 1 sub b BVIE kwalificeert.


De vorderingen van Watts worden afgewezen.


Lees het vonnis hier.

IEF 3108

Zonnig vonnis

sunday.bmpRechtbank Amsterdam, 8 maart 2006, rolnr. H 05.2459. Sunday's Nederland tegen Suncentre the Sunflower, Eljaafari en De Leng (Met dank aan Charles Gielen, NautaDutilh)

Sunday exploiteert een keten van 54 zonnestudio's en is eigenaar van de beneluxbeeldmerken "Sunday's" voor diensten van zonnestudio's, "professioneel zonnen" voor onder meer diensten van zonnestudio's. Tevens heeft Sundays een gemeenschapsmerk. Sunday's beticht Suncentre The Sunflower van inbreuk op aan haar toekomende merkrechten door gebruik te maken van het logo "the sunflower" op de gevel aan een vestiging van The Sunflower en op van haar afkomstige brochures en van onrechtmatige daad. De rechter wijst de vordering op grond van art. 13A lid 1 sub b BMW toe.

The Sunflower voert aan dat het merk van Sunday's zowel met betrekking tot de tekst, de betekenis, de vormgeving als de kleurstelling zodanig afwijkt van het door The Sunflower gebruikte logo dat van merkinbreuk geen sprake is. 

Omdat Sunday's geen beroep op haar Gemeenschapsmerk heeft gedaan laat de rechter dit buiten beschouwing en worden alleen de beneluxmerken in aanmerking genomen. In dit geval gaat het om dezelfde diensten, hieraan doet niet af of de wijze waarop die diensten worden aangeboden wel of niet verschillen.

 

De rechter acht geen inbreuk op grond van 13A lid 1 sub a BMW aanwezig omdat het logo "the sunflower" zich onderscheidt van het merk van Sunday's. Er is wel inbreuk op grond van artikel 13A lid 1 sub b BMW:

"naar het oordeel van de rechtbank is met name door het gebruik bij merk én teken van hetzelfde lettertype, van de letters SUN, en van een langgerekte ovaal met aan één zijde een kleine uitstulping met lettertekens, sprake van een zodanige mate van overeenstemming dat de gemiddelde oplettende consument in verwarring kan geraken, met name over de vraag of de gebruiker van het logo "the sunflower" behoort tot dezelfde organisatie a;s de merkhouder en dus of de diensten dezelfde herkomst hebben"

De verschillen zijn niet voldoende om de totaalindruk die het logo "the sunflower" maakt voldoende te doen verschillen van het merk, om het gevaar voor verwarring tegen te gaan.

Lees hier het arrest.

 

IEF 3107

International center of excellence

Tweede Kamer, vra2007ez-03. Vragen over wijziging begroting ministerie van Economische Zaken voor het jaar 2006 (wijz. samenhangende met najaarsnota)

Vraag 14: Kan de regering garanderen dat het nu gaande proces van overleg tussen betrokken kennisinstellingen en bedrijven over onder andere de «governance structuur» en de «intellectual property rights» leidt tot het beoogde «international center of excellence»? Wat is de reden voor de vertraging van dit proces?

Lees hier alle vragen.

IEF 3106

Octrooi nieuws

Tweede Kamer, 21501-30, nr. 153. Raad voor Concurrentievermogen; Brief minister met verslag bijeenkomst d.d. 4 december 2006

"...Met betrekking tot intellectueel eigendom onderstreepte Nederland het belang van het bedrijfsleven dat vraagt om een snelle oplossing die op korte termijn leidt tot concrete verbetering van het huidige octrooistelsel (lagere kosten, één rechterlijke instantie). In concreto betekent dit dat voortgegaan moet worden op de route van het European Patent Litigation Agreement(EPLA) in de opmaat naar een gemeenschapsoctrooi. Naar aanleiding van de discussie in de Raad bleek een specifieke vermelding van het EPLA in de Raadsconclusies een brug te ver. De meningen van de lidstaten lopen daarvoor nog steeds te ver uiteen. Vandaar dat is volstaan met een algemene verwijzing naar de komende mededeling van de Europese Commissie (begin 2007). Op basis daarvan zal tijdens het Duits voorzitterschap moeten worden bezien op welke wijze concrete voortgang kan worden geboekt."

Lees hier het verslag.

IEF 3105

Voorlopig programma Zeist 2007

Het voorlopige programma van het AIPPI symposium in Zeist op 14 maart 2007 is bekend en hier te vinden.

In de ochtend zullen 3 presentaties gegeven worden: Ambush marketing en IE (Wouter Pors), Europese Jurisdictie in octrooigeschillen? (Robert van Peursem) en Avatars en copybots: IE in de virtuele wereld (Joris van Manen). De middag is gereserveerd voor 3 parallelle debatten:

Debat 1: Moet het EOB strenger worden: debatteurs to be confirmed

Debat 2: Handhavingsperikelen: beschrijvend beslag, exhibitieplicht en ex parte korte geding: Mr Annette A. Hirschfeld (Howrey) en Mr. Bas.J. Berghuis van Woortman (Freshfields)

Debat 3: Less scope of protection for trade marks in Europe?: Isabel Davies (CMS Cameron McKenna, London) en Massimo Sterpi (Studio Legale Jacobacci & Associati; Rome).

IEF 3104

Gebruikte portakabins

portakabin.bmpGerechtshof Amterdam, 14 december 2006, rolnr. 1050/06 KG (bij vervroeging). Portakabin Limited en Portakabin B.V. tegen Primakabin B.V. (Met dank aan Olav Schmutzer, NautaDutilh)

Gebruik van merknaam in ‘adwords’.

Zowel eisers Portakabin als gedaagde Primakabin zijn producent en leverancier van mobiele bouwsystemen. Portakabin is rechthebbende op het woordmerk PORTAKABIN in de Benelux en de EU. Primakabin verkoopt naast haar eigen producten tevens tweedehands units van Portakabin. Primakabin maakt hierbij onder meer gebruik van adwords als ‘portakabin’, ‘portacabin’, ‘portokabin’ en ‘portocabin’. De advertentie die verschijnt na het intikken van één van de adwords luidt: “gebruikte portakabins’. Eisers maken bezwaar tegen deze handelswijze op grond van de artikelen 2.20 lid 1 onder a, b, c en d BVIE.

Het Hof evenals de voorzieningenrechter zijn van mening dat het gebruik van de naam ‘portakabin’ door Primakabin niet kan worden aangemerkt als ‘gebruik ter onderscheiding van waren of diensten’, waardoor een beroep op artikel 2.20 lid 1 onder a, b en c niet op gaat. Het beroep op artikel 2.20 lid 1 onder d gaat volgens het Hof ook niet op, aangezien Primakabin geen ongerechtvaardigd voordeel trekt uit het gebruik van de merknaam. Hierbij is van belang dat Primakabin meer dan 50% van haar omzet haalt uit de verkoop van tweedehands units van het merk PORTAKABIN.

Het gebruik van het merk PORTAKABIN is echter enkel gerechtvaardigd, voor zover het wordt gebruikt voor de desbetreffende waren en derhalve enkel voor het direct doorleiden naar de subpagina waarop Primakabin tweedehands units van Portakabin aanbiedt.

Tenslotte dient Primakabin zich te onthouden van het gebruik van de tekst “gebruikte portakabins” in haar advertentie, aangezien Portakabin niet hoeft te accepteren dat haar merk als soortnaam wordt gebruikt.

Lees hier het volledige arrest.

 

IEF 3103

Illegale gerbera's

gerb.bmpKort kwekersrechtnieuws: “De douane op Schiphol heeft afgelopen vrijdag en zondag opnieuw illegaal geteelde gerbera's uit Israël in beslag genomen. De partijen zijn van zes kwekers.  Veredelaar Florist uit de Kwakel heeft om ingrijpen door de douane gevraagd. De veredelaar beschermt daarmee het kwekersrecht. “

Lees hier meer.

IEF 3102

Sleutelen aan liedteksten

Vrijheid van godsdienst versus Intellectuele Eigendomsrechten? Het Reformatorisch Dagblad komt met een artikel over de het wijzigen van liederen en gezangen op grond van geloofsovertuiging. “Vanaf reformatorische kansels wordt geregeld gewaarschuwd tegen geestelijk liederen die de toets der rechtzinnigheid niet kunnen doorstaan: „Gemeente, er ruist helemaal niets langs de wolken!” Intussen sleutelen scholen en zangverenigingen ijverig aan liederen om ze op maat te maken voor eigen kring. Schoolmeesters, ambtsdragers, bestuursleden van koren - overal wordt het geestelijk lied tegen het licht gehouden.” (Kan een koor met een reformatorische inslag bijvoorbeeld wel het Requiem van Mozart zingen?)

"(…) Terloops wijst Proos op een belangrijk aspect. „Er zit een auteursrechtelijke kant aan het corrigeren. Mensen kopiëren een stuk, wijzigen een paar nootjes of woorden, en zetten er dan boven: bewerkt door huppeldepup. Het is een grijs gebied. De toezichthouder BUMA, die muziekauteursrechten vastlegt, doet er alles aan om koren in te peperen dat dit niet mag.

In de praktijk zie je schrikbarende dingen. Een poosje geleden zag ik een uitgave van Proza Musica; de regel waarin de copyright staat was er afgeknipt, en zo had men het stuk onder de kopieermachine gelegd. Jaren geleden heeft de BUMA bij een reformatorisch koor een inval gedaan, men gebruikte kopieën van uitgaven waarop auteursrechten gelden. Dat kostte het koor een flinke boete.”

Lees hier meer.