IEF 22219
2 september 2024
Uitspraak

Prejudiciële vragen merkenrecht: is een verkeerd vermeld oprichtingsjaar misleidend?

 
IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 22217
2 september 2024
Artikel

Artikel Bernt Hugenholtz: Prompts tussen vorm en inhoud: de eerste rechtspraak over generatieve AI en het werk

 
IEF 1808

Routeplanner

Rechtbank Arnhem, 21 maart 2006, LJN: AV6016. Algemene Omroepvereniging AVRO tegen Leo De Haas Tv-Produkties B.V. Contractrecht en wellicht interessant voor de liefhebbers van formats en aanverwante mediazaken.

De kort gedingrechter is van oordeel dat de AVRO en Leo de Haas TV Producties BV zijn overeengekomen hun samenwerking met betrekking tot het programma Blik Op De Weg  voort te zetten aan de hand van de toen gemaakte afspraken. Op grond van het contract met de AVRO is het De Haas verboden om tot 4 december 2006 overleg te voeren met Talpa en/of mee te werken aan uitzending door Talpa van Blik op de Weg.

De Haas blijkt zelf onderdeel te zijn van het format en moet dus ook zelf opdraven: “Bovendien kan AVRO op grond van het bij bedoelde overeenkomst behorende programmaformat (zie 2.3.) van De Haas eisen dat Leo de Haas de aflevering(en) van Blik op de Weg presenteert. (2.3. Het als bijlage 1 bij de onder 2.2. genoemde productieovereenkomst behorende programmaformat luidt onder meer als volgt.”De presentatie is in handen van Leo de Haas en kan in de studio of op lokatie opgenomen zijn.”).” Lees het vonnis hier.

 

IEF 1807

Lijstjes

Managing Intellectual Property Top Trade Mark Firms revealed. This month, MIP publishes the second and final part of the annual IP survey, ranking the leading firms in trade mark & copyright work worldwide.

The tables have been compiled following five months of research among IP practitioners. All the firms in the survey have been recommended by a significant number of independent specialists, so even firms listed in the lower tiers are highly regarded.

The Netherlands: Trade Mark / Copyright Contentious

Tier 1
De Brauw Blackstone
Kloss Morel Voss Schapp
Nauta Dutilh

Tier 2
Allen & Overy
Steinhauser Hoogenraad

Tier 3
Brinkhof
Freshfields
Howrey LLP
Lovells
Simmons & Simmons

Tier 4
Clifford Chance
Kennedy Van der Laan

Benelux: Trade Mark Prosecution

Tier 1
Bureau Gevers
Novagraaf

Tier 2
Kirkpatrick
Nederlandsch Octrooibureau
Shield Mark
Van Malderen
Vereenigde Octrooibureau
Knijff & Partners

Tier 3
Vriesendorp & Gaade
Nauta Dutilh

Tier 4
Intermark

Tier 5
Cabinet Bede


Belgium: Trade Mark/Copyright Contentious

Tier 1
Allen & Overy
Nauta Dutilh
Simont Braun

Tier 2
Altius
Bird & Bird
Howrey LLP
Linklaters
Stibbe

Tier 3
Cabinet Ulys
Jones Day


Lees hier meer.

IEF 1806

Proefschriftproces

Recht.nl bericht dat Uitgeverij 010 vindt dat de kosten voor beeldrechten zo hoog worden, dat ze niet meer op te brengen zijn. De uitgeverij heeft bij wijze van proefproces een zaak aangespannen tegen het Nederlands Fotomuseum. Vallen foto's van gebouwen in het proefschrift van Michelle Provoost onder het citaatrecht? Lees hier en vooral hier meer. Foto's uit het proefschrift hier.

IEF 1805

Dominostenenprojecten

Persbericht CvDM: “SBS 6 hangt een boete van 33.750 euro boven het hoofd voor het in de uitzendingen van Domino Day 2005 verwerken van niet toegestane reclame-uitingen. De in de 9 telefoonspellen te winnen prijzen worden nadrukkelijk getoond en in een wervende context besproken door de presentatoren. De logo’s van de evenementensponsors zijn opvallend verwerkt in dominostenenprojecten, tijdens het “vallen van de stenen” wordt door een voice-over een niet-neutrale wervende tekst van de sponsor voorgelezen.

Sponsorvermeldingen mogen alleen aan het begin en aan het einde van een programma worden vermeld. In een gesponsord programma mogen producten of diensten van de sponsor worden getoond zolang het publiek niet tot kopen wordt aangespoord." Lees het gehele persbericht hier.

IEF 1804

Drie mannen

Uit de Telegraaf van vandaag: “De 'Toppers' alias René Froger, Gerard Joling en Benjamin Gordon, zijn boos. Er bestaat namelijk een parodie op het drietal: Topperz.” De advocaat van organisator van  'Toppers in concert' heeft de parodisten inmiddels gesommeerd de aanduiding niet meer te gebruiken. Volgens het bericht ontspringen drie andere mannen die zichzelf 'De Woppers' “voorlopig de dans omdat zij niet de toevoeging 'in concert' gebruiken.” Lees hier iets meer.

IEF 1803

De Vliegende Pauw

Rechtbank Rotterdam, 8 maart 2006, Haw Par Corporation Ltd & Novum Pharma B.V. tegen Flying Peacock Baynath B.V, S. Baynath V.O.F. & Rangoon Chemical Works Pvt. Ltd. Over Tiger Balsem, rechtsverwerking, voor-voor gebruik, soortnamen, woordenboekmerken, associatie en Singaporees auteursrecht.

Haw Par heeft verschillende Beneluxmerken op haar naam staan m.b.t. haar tijgerbalsem producten. Zo is Haw Par onder meer rechthebbende op de woordmerken TIGER en TIGER BALM uit 1978 en 1987. Daarnaast is Haw Par rechthebbende op de beeldmerken “TIGER TRADE MARK TJAP HARIMAU”, “RENNENDE TIJGER”, “TIGER BALM TIGER SINGAPORE”, “TIGER BALM ROOD ROUGE” en “TIGER BALM WIT BLANC”. Ook heeft Haw Par de zeshoekige vorm van het potje met de ronde deksel als vormmerk geregistreerd op 21 december 1995. Voornoemde merken komen voor op de potjes balsem van Haw Par.

Novum Pharma is de distributeur van Haw Par in de Benelux. Gedaagden houden zich kort weergegeven bezig met import en export van balsem voor onder meer spierverzorging. Sinds 1989 verkopen gedaagden het producten FLYING PEACOCK Balsem (rood en wit). Rangoon is de Indiase producent van de FLYING PEACOCK Balsem en de leverancier van Baynath C.S.


Haw Par en S. Baynath kennen elkaar van een eerdere procedure. Zo is S. Baynath bij vonnis van 29 november 1988 in kort geding veroordeeld ieder gebruik van de tekens “Tijgerbalsem” en “Tiger Balm”, “Flying Tiger Balm” en de rennende tijger te staken en gestaakt te houden. Op 10 juli 1989 heeft S. Baynath het woordmerk “FLYING PEACOCK BALM” en het beeldmerk “FLYING PEACOCK” geregistreerd. Deze registraties zijn vervallen op 10 juli 1999. Op 27 juni 2002 heeft S. Baynath het woordmerk “FLYING” en het beeldmerk “FLYING PEACOCK” geregistreerd.

Haw Par komt in deze procedure op tegen het gebruik van potjes balsem door gedaagden die tekens c.q. vormen bevatten die identiek zijn dan wel overeenstemmen met haar merken. Bovendien roept zij haar auteursrechten op haar potjes balsem in tegen gedaagden. Baynath verweert zich met een beroep op rechtsverwerking, depot te kwader trouw, dat de aanduiding tijgerbalsem zou zijn geworden tot een soortnaam, dat beschermingsomvang gering geacht zou moeten worden. Deze verweren treffen geen doel.

Volgens de rechtbank komt Baynath geen beroep toe op artikel 14bis, lid 1 BMW, omdat vaststaat dat Baynath C.S.op het moment van beide depots van de Peacock merken op de hoogte was van de voor 1989 door Haw Par geregistreerde merken (woordmerk Tiger Balm en het beeldmerk van de rennende tijger) en het gebruik daarvan door Haw Par c.s.

Zou er sprake zijn van inbreukmakende overeenstemming tussen de Tiger merken en Peacock merken dan zijn de laatste te kwader trouw gedeponeerd.

 

Ook een beroep op artikel 6:2 BW slaagt niet. Het enkele feit dat Haw Par c.s. tussen september 1990 en juni 2002 geen rechtsmaatregelen meer heeft genomen tegen het gebruik door Baynath c.s. van de tekens, afbeeldingen en vormen, is onvoldoende is om de conclusie te rechtvaardigen dat een beroep van Haw Par c.s. op de door haar gepretendeerde merk- en auteursrechten in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Er zijn geen andere bijkomende omstandigheden gesteld of gebleken.

Haw Par is voor voorgebruiker zodat van een te kwader trouw geen sprake is. “Uit de door Haw Par c.s. in het geding gebrachte producties, in het bijzonder uit de door haar overgelegde advertenties in tijdschriften en kranten en een drietal brieven afkomstig van Nederlandse drogisterijen die haar producten verkopen, is genoegzaam gebleken dat - anders dan door Baynath c.s. is betoogd - Haw Par c.s. het zeshoekige potje reeds vóór 1989 zowel buiten als binnen de Benelux heeft gebruikt en is blijven gebruiken, zodat Haw Par c.s. als voor-voorgebruiker heeft te gelden.”

De Tiger merken zijn bekende merken. De rechtbank overweegt als volgt. “Voorop staat dat het merk ‘Tiger Balm’ als fantasienaam voor spierverzorgende producten van huis uit zonder meer onderscheidend vermogen toekomt. Dit is op zichzelf ook niet betwist door Baynath c.s. Voorts mag op basis van hetgeen partijen over en weer hebben gesteld en de door Haw Par c.s. in het geding gebrachte producties als vaststaand worden aangenomen dat Haw Par c.s. de door Haw Par geregistreerde merken, waar van aanvang af het element “Tijger” onderdeel uitmaakt, sinds lange tijd en op grote schaal gebruikt, zowel buiten als binnen de Benelux, en meer in het bijzonder dat de verpakkingen hetzelfde zijn gebleven. Uit de door Haw Par c.s. overgelegde stukken is verder genoegzaam gebleken dat van een aanzienlijke afzet op de Nederlandse markt kan worden gesproken. Ook is uit de in het geding gebrachte producties genoegzaam gebleken van investeringen door Haw Par c.s. om het product binnen en buiten de Benelux bekendheid te geven.”

Het woordmerk Tiger Balm is niet tot soortnaam geworden. Het enkele feit dat tijgerbalsem in de Dikke van Dale is omschreven als een balsem tegen stijve en vermoeide spieren en het merkteken ontbreekt  is volgens de rechtbank daarvoor onvoldoende. Vaststaat dat Haw Par optreedt tegen inbreuken. Baynath heeft geen andere feiten en omstandigheden aangevoerd die het tegendeel aantonen.

De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake is van overeenstemming tussen het teken FLYING PEACOCK BALM en de woordmerken TIGER en TIGER BALM. Wel acht de rechtbank overeenstemming aanwezig tussen de door Baynath gebruikte afbeeldingen en de geregistreerde beeldmerken van Ha Par, voorzover het gaat om het gebruik van een bewegend dier in combinatie met de kleurstellingen en de lay-out op de verpakkingen.

“Bij een globale beoordeling van de totaalindruk acht de rechtbank de punten van overeenstemming duidelijk meer in het oog springend dan de aanwezige verschillen, nu deze totaalindruk met name wordt bepaald door het geheel van de karakteristieke vlakverdeling, de oosterse sfeer oproepende blauwe sierranden in combinatie met de gouden kartels boven en onder de rechthoek, waarbinnen een zich van rechts naar links bewegend dier is afgebeeld. In combinatie met de overeenstemmende opvallende kleur oranje als achtergrond bij de verpakkingen van rode balsem maakt dit dat bij het publiek verwarring kan ontstaan, in ieder geval zodanig dat zowel visueel als begripsmatig de indruk wordt gewekt dat de producten uit dezelfde of met elkaar verbonden ondernemingen afkomstig zijn, waarmee het verwarringsgevaar voor de rode balsem is gegeven.”

Ook bij geen gevaar voor verwarring kan volgens de rechtbank sprake zijn van inbreukmakende overeenstemming. “De mate van overeenstemming tussen de afbeeldingen op de bovenzijde van het omdoosje en op de deksel van het glazen potje van Baynath c.s. enerzijds en het beeldmerk als door Haw Par c.s. geregistreerd onder nummer 584234 anderzijds acht de rechtbank niet zodanig dat verwarring is te duchten. Dit is met name het gevolg van het feit dat hier op de door Baynath c.s. gebruikte afbeeldingen de vier bewegende dieren in de halve ovalen rondom de cirkelvormige afbeelding en ook de blauwe zuilen ontbreken. Daarnaast is sprake van een andere achtergrondkleur in de middencirkel (oranje respectievelijk wit bij de verpakkingen van Baynath c.s. en rood in het merk van Haw Par c.s.). Dit neemt evenwel niet weg dat ook hier de karakteristieke punten van overeenstemming, het gebruik van de goudkleurige kartelrand rondom de cirkel met middenin de van rechts naar links bewegende dieren en de aanduiding van het merk in zwarte letters in de buitenbovencirkel, overheersen. Dit laatste leidt er toe dat bij een globale beoordeling van de totaalindruk de mate van overeenstemming voldoende moet worden geacht om de conclusie rechtvaardigen dat het betrokken publiek een verband zal leggen tussen de gebruikte tekens en het merk (associatie).”

Baynath verweert zich tevergeefs dat voor de beoordeling van de mate van overeenstemming het vormmerk niet relevant zou zijn, omdat het potje pas zichtbaar is nadat deze is uitgepakt faalt. ‘Post sale confusion’ speelt ook een rol bij de beoordeling. De consument die het potje uit de verpakking haalt kan alsnog in verwarring raken over de herkomst. De rechtbank neemt verwarringsgevaar aan, omdat het dominante bestandeel (zeshoekige vorm) van de potjes nagenoeg indentiek zijn.

Ook de verweren dat Haw Par geen verwarring zou hebben aangetoond, en dat hiervan geen sprake zou kunnen zijn, omdat de producten via gescheiden verkoopkanalen worden aangeboden, falen. De merken van Haw Par zijn bekende merken waardoor indirecte verwarring al voldoende is om inbreuk aan te nemen. Volgens de rechtbank is hiervan sprake.

Inbreuk op auteursrecht wordt afgewezen, omdat de verpakking in Singapore voor het eerst is openbaargemaakt en de daar geldende beschermingstermijn (50 jaar) is verlopen. De verpakking van Haw Par dateert uit 1934.

Lees het vonnis hier.
IEF 1802

Ausländische Plagiate

Die Welt bericht in majeur: Lange haben die Brauer darum gekämpft, jetzt scheint ihr Ziel in greifbarer Nähe: Der Begriff "Bayerisches Bier" soll künftig von der Europäischen Union geschützt werden. Die EU-Außenminister bewilligen voraussichtlich am heutigen Montag eine entsprechende Verordnung. Ausländische Plagiate des bayerischen Traditionsprodukts sollen danach verboten werden. Wie beim Champagner steht die Bezeichnung für die Herkunft. "Bayerisches Bier" darf nur im Freistaat gebraut werden. Der Gerstensaft wäre damit die 13. geschützte Spezialität im Freistaat”

Nu.nl bericht ïn mineur: “Bavaria bier moet waarschijnlijk zijn naam veranderen. Hoewel Bavaria als merknaam is gedeponeerd, blijkt het strijdig met EU-regels voor beschermde streeknamen. Bavaria is de Latijnse en Engelse naam voor Beieren, de Duitse staat rond München. Minister Veerman (Landbouw) kwam maandag in Brussel vergeefs op voor het Brabantse bierbedrijf. Hij stemde als enige tegen een nieuwe versie van de EU-regels voor geografische aanduidingen.” De tegenstem van Veerman had echter geen effect, omdat alle andere ministers voor stemden. "Het kan niet zo zijn dat een gerenommeerd bierbedrijf zijn geregistreerde naam moet veranderen voor een streek", zei Veerman na afloop. "Het druist in tegen elk redelijk rechtsgevoel."

Maar volgens Die Welt valt het wel mee voor Bavaria: "Die skandinavischen Länder hatten darauf beharrt, dass "Bayerisches Bier" in ihren Sprachen als "Gattungsbezeichnung" gelte. Dieses Argument wischte die Europäische Kommission vom Tisch, gewährte jedoch Ausnahmen. Das als EU-Marke eingetragene Bier "Bavaria" der gleichnamigen niederländischen Brauerei behält danach seinen Namen. Die Brauerei darf aber keine falsche Herkunft vortäuschen, wie dies bei weiß-blau gestalteten Ettiketten der Fall wäre." Artikel in Die Welt  hier. Nu.nl hier. Persbericht Raad van Ministers hier.

IEF 1801

Kleine Bill

Het ANP bericht vandaag dat “ KPN wil dat Tele2 onmiddellijk stopt met de reclamecampagne  rond bokser Small Bill over bellen via internet. Vrijdag eiste het bedrijf  in kort geding bij de voorzieningenrechter in Haarlem een verbod op de campagne. Volgens KPN maakt het Zweedse bedrijf in de reclame een prijsvergelijking die misleidend is voor de consument.” Lees hier meer.

IEF 1800

Zoek de verantwoordelijke

BN/DeStem bericht dat  “persfotograaf Albert Seghers uit Clinge 900 euro wil hebben van RTL en anders daagt hij de zender voor de rechter. In Jensen! werd Seghers’ foto van vishandelaar Mangnus uit Kapellebrug getoond met het commentaar: ‘Jaap Jongbloed heeft een nieuwe baan gevonden.’ Seghers vindt dat inbreuk is gepleegd op zijn auteursrecht en hij voelt zich moreel geschaad door de grap. „Ik ben het beu. Ik investeer in dure camera’s en computers en zij jatten gewoon mijn foto. Ze hadden vooraf mijn toestemming moeten vragen en aan bronvermelding moeten doen.”

Het artikel richt zich verder op de vraag wie er nu eigenlijk verantwoordelijk is.  Volgens Seghers’ advocaat,  F. de Vleesschauwer  uit Terneuzen, probeert RTL de claim af te schuiven op producent Eyeworks , ‘H. Hermans’, die een maandelijkse juridisch rubriek heeft in het fotografietijdschrift Focus, wijst RTL aan als verantwoordelijke partij, maar RTL vindt weer dat Eyeworks verantwoordelijk is: „Als er iets mis is met een product wat Albert Heijn verkoopt, dan is niet de supermarkt verantwoordelijk, maar de fabrikant van het product. Eyeworks had dus moeten checken of er auteursrechten op de foto zaten.“ Eyeworks heeft de zaak in behandeling en geeft nog geen commentaar. Lees hier iets meer.

IEF 1799

De Brief (ander adres)

Rechtbank Amsterdam, 6 en 16 maart 2006, 336376/KG 06-363 AB. Tele2 - KPN Telecom (Met dank aan Mélanie Loos, Clifford Chance).

In aansluiting op dit bericht over vonnis in de zaak Pretium tegen KPN, nu het het vonnis in de inhoudelijk overeenstemmende zaak tussen Tele2 en KPN over 'de Brief'.

Op grond van het besluit van de OPTA was Tele2 gehouden haar klanten tijdig te informeren over de invoering van CPS. Daarbij diende de klanten op zijn minst een opt-out termijn te worden gegund. "Gezien deze eisen had van Tele2 een brief aan haar klanten mogen worden verwacht waarin helder uiteen werd gezet dat vanaf 8 maart 2006 ook de 0800 en 0900 nummers en de voicemail voor vast telefonie via Tele 2 zouden gaan lopen, behalve als klanten er de voorkeur aan zouden geven voor die diensten bij KPN te blijven, in welk geval zij dat via een meegestuurde antwoordkaart tijdig konden laten weten."

Tele2 stuurt echter een brief waarin centraal staat dat de klanten één rekening voor alle gesprekskosten krijgen. "Dat mag zo zijn, maar het leidt de aandacht af van het punt waar het in de opt-out brief over zou moeten gaan [...]", aldus de rechtbank. "Al met al is aannemelijk dat een bodemrechter zal oordelen dat Tele2 met de brief van 31 januari 2006 niet behoorlijk aan de door de OPTA gestelde eisen heeft voldaan en in zoverre onrechtmatig jegens KPN heeft gehandeld".

In plaats van Tele2 aan te spreken op de opt-out brief, heeft KPN gereageerd met de Brief, waarmee zij het volgens de rechtbank nog een stuk bonter maakt dan Tele2. "Tele2 heeft terecht betoogd dat de gemiddelde geïnformeerde omzichtige en oplettende gewone consument [...] in de brief van KPN (de Brief) twee boodschappen zal lezen, namelijk dat per 8 maart 2006 de VoiceMail zal komen te vervallen, met alle gevolgen van dien [...] en dat dit alleen te voorkomen is door voor alle telefoongesprekken weer over te gaan naar KPN."

De inhoud van de Brief wordt misleidend geacht en het verzenden daarvan onrechtmatig jegens Tele2. Lees het vonnis hier.