IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 621

uitgebreid instrumentarium

Persbericht van de Ministerraad: "Verruiming van de regels voor de strijd tegen namaak en piraterij.  De ministerraad is akkoord gegaan met een wetsvoorstel van minister Donner van Justitie en minister Veerman van LNV, mede namens staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken, dat de bestrijding van namaak en piraterij zal verbeteren.

Het wetvoorstel implementeert een EG-richtlijn die de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten harmoniseert, zodat inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten in het algemeen en grootschalige namaak (counterfeit) en piraterij in het bijzonder effectiever kunnen worden bestreden.


Onder intellectuele eigendomsrechten vallen rechten zoals auteursrecht, octrooirecht, merkenrecht en kwekersrecht. Inbreuken op deze rechten hebben steeds vaker een grensoverschrijdend karakter. Verschillen in nationale handhavingsregelingen zijn schadelijk voor de interne markt en bemoeilijken een doeltreffende bestrijding van inbreuk. Inbreukmakers maken gebruik van die verschillen door hun activiteiten te richten op landen waar de bestrijding ervan het minst doeltreffend is. Maar ook de economie heeft te lijden onder inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten. Zij hinderen investeringen, innovatie en creativiteit en doen afbreuk aan het vertrouwen van het bedrijfsleven in de interne markt. De richtlijn richt zich op procedures tot handhaving van die rechten voor de burgerlijk rechter.

De huidige Nederlandse wetgeving biedt de rechthebbende reeds een uitgebreid en doeltreffend instrumentarium om op te treden tegen inbreukmakers. Een aantal bepalingen uit de richtlijn behoeft geen uitvoering omdat de Nederlandse wetgeving er reeds in voorziet. De bepalingen die wel nadere uitvoering vergen, worden grotendeels in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering verwerkt en enkele bepalingen in de afzonderlijke intellectuele-eigendomswetten.

De nieuwe maatregelen voorzien onder meer in een uitbreiding van de mogelijkheden om bewijs te vorderen bij de wederpartij. Het wordt mogelijk om zogenaamd bewijsbeslag te leggen op inbreukmakende voorwerpen ter voorkoming dat het bewijs van de inbreuk vernietigd wordt. Ook wordt het in het kader van de bescherming van bewijs mogelijk om de deurwaarder de inbreukmakende zaken of de daarop betrekking hebbende documenten te laten beschrijven of monsters te laten nemen. Als aan de rechter toestemming voor deze maatregelen wordt gevraagd, hoeft hij de inbreukmaker niet te horen, zodat deze door de maatregel verrast zal kunnen worden. Tegen de inbreukmaker kan in kort geding een verbod op de inbreuk gevorderd worden, eveneens zonder dat hij gedagvaard en gehoord hoeft te worden.

Tussenpersonen die diensten verlenen ten behoeve van een inbreuk, kunnen geboden worden de desbetreffende diensten te staken. De mogelijkheden voor de houder van het intellectuele eigendomsrecht om van de inbreukmaker en van derden die bij de inbreuk betrokken zijn, informatie over de herkomst of de verdere distributie van de inbreukmakende zaken op te eisen, worden verruimd. De verliezende partij wordt in beginsel veroordeeld in alle kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt in het kader van de inbreukprocedure. Worden echter enkele van deze maatregelen ten onrechte opgelegd, bijvoorbeeld omdat later in een bodemprocedure blijkt dat er geen sprake was van inbreuk, dan zijn er voor de gedupeerde gedaagde meer mogelijkheden om van de houder van het intellectuele eigendomsrecht schadevergoeding te vorderen.

De bewindslieden zijn gemachtigd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De inhoud van het voorstel en van het advies worden pas openbaar bij de indiening ervan bij de Tweede Kamer." Perbericht, 11 juli 2005, hier.

IEF 620

Kamerstukken

Uit de vandaag gepubliceerde kamerstukken spreekt hoop. Hoop voor Nederland: "Ik heb er dus het volste vertrouwen in dat het EOB, als gerenommeerde en gerespecteerde internationale kennisorganisatie, voor Nederland behouden blijft."

En hoop voor Europa: "Het Vertalingenprotocol op zich is een nuttige bijdrage aan verdere convergentie van de octrooiwetgeving in Europa. Inwerkingtreding ervan zou erop kunnen wijzen dat de betrokken (ook grotere) landen kennelijk bereid zijn taalpolitieke problemen uit de weg te ruimen. Die houding zou positief kunnen uitpakken voor de totstandbrenging van het Gemeenschapsoctrooi. Nederland steunt dus zowel de verbetering van het EOV-systeem met behulp van het Vertalingenprotocol als de totstandkoming van een Gemeenschapsoctrooi."

Kamerstukken, 29874 nr. 10  (2e Kamer) Goedkeuring en uitvoering van de Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, het Verdrag inzake octrooirecht, het Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien. Nota naar aanleiding van het nader verslag

IEF 619

Van ruilen komt huilen

Adformatie bericht dat RNN7 (zie eerdere berichten hier) RTL Nederland nog een week de tijd heeft gegeven om af te zien van het gebruik van de nieuwe naam RTL7. De advocaat van de RTL groep zou na het bestuderen van de stukken expliciet meer tijd gevraagd om tot een onderbouwde reactie te komen.

Volgens het bericht gaan er geruchten dat RTL het merk Yorin, de oude naam van RTL7, zou willen afstaan aan RNN7. RNN7 zou hebben laten weten dit aanbod (nog) niet serieus te nemen. Wat zouden de voorwaarden zijn van een dergelijke ruil? Zouden de regionalen het merk Yorin bijvoorbeeld weer mogen doorverkopen aan Talpa?

IEF 618

Onder cartoonisten

De Journalist bericht dat 'in de kringen van politieke tekenaars na de uitreiking van de BeNe Cartoonprijs op 18 juni een heftige discussie is uitgebroken over de winnende tekening van Ruben L. Oppenheimer (NRC Handelsblad).' Na de uitreiking melde collega cartoonist Farhad Foroutanian (Rotterdams Dagblad) dat hij al in juli 2003 een soortgelijke cartoon had gepubliceerd op cartoonsite van Slate Magazine. "Ik heb het gemeld omdat ik het een beetje raar vond dat Ruben kon winnen met een tekening die ik al eerder gemaakt had. Het gaat me puur om de tekening. Ruben noch iemand anders mag die gebruiken. Alles wat ik nu zeg of doe lijkt een aanval op Ruben persoonlijk, maar dat is niet de bedoeling.’

Oppenheimer is zich "‘met de hand op mijn hart’ van geen kwaad bewust. "Ik heb Farhads tekening nooit gezien voordat ik mijn tekening maakte. Mijn enige verklaring is dat het een geval is van twee mensen met hetzelfde idee. Ik vraag me wel af waarom hij pas na het uitreiken van de prijs iets zegt en niet meteen toen mijn tekening in januari 2004 werd gepubliceerd in het NRC. Ik ben niet van plan de prijs terug te geven aan de organisatie of het te delen met Farhad, want dat zou hetzelfde zijn als schuld bekennen en ik voel me niet schuldig." De organisator van de Cartoonprijs, de stichting Pers en Prent zal de prijs niet terugvorderen, omdat er geen sluitend bewijs is voor plagiaat. Op de site van Slate staan overigens met regelmaat soortgelijke cartoons van verschillende cartoonisten, zie bijvoorbeeld de recente serie over de aanslagen in Londen. Tekening van Oppenheimer hier, tekening van Foroutanian hier.

IEF 617

Lego kan alles maken

Interessant vonnis op rechtspraak.nl: Rechtbank Breda, 6 juli 2005, LJN: AT8962, 118470/HA ZA 03-501. Mega Bloks tegen Lego. De vordering van Mega Bloks betreft de vraag of de Micro en Mini bouw-systemen als slaafse nabootsing zijn te kwalificeren van de Lego en Duplo bouwsystemen van Lego.

Uitgebreide bespreking volgt waarschijnlijk. Nu even snel de hoofdpunten: "Het hele blokje is technisch/functioneel bepaald en wat overblijft is een kaal blokje dat geen onderscheidend vermogen heeft, aldus Mega Bloks. Deze stelling wordt gepasseerd. Relevant is of het product een eigen gezicht en een eigen plaats in de markt heeft. Als niet door Mega Bloks weer-sproken staat vast dat het Lego- en Duplo-blokje als zodanig door (nagenoeg) een ieder worden herkend. De rechtbank is van oordeel dat het Lego- en Duplo-blokje qua uiterlijk eigen unieke plaatsen in de Nederlandse markt van speelgoed bouwsystemen innemen.

Naar het oordeel van de rechtbank dient bij de beoordeling of Mega Bloks het Lego- en Duplo-blokje zo heeft nagebootst dat verwarring bij het publiek is te duchten, de door Mega Bloks genoemde omstan-digheden, zoals verpakking en gebruik van merken, te worden betrokken. Anders dan Mega Bloks stelt, is niet alleen het moment van aankoop relevant. Met Lego is de rechtbank van oordeel dat het gevaar voor verwarring zich ook na aankoop kan verwezen-lijken en dat daar in het onderhavige geval sprake van is.

Voor de maatvoering van de betreffende blokjes (een groter of kleiner blokje) had Mega Bloks een andere keuze kunnen maken zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van Micro en Mini als bouwblokje. Als onvoldoende weersproken staat vast dat de octrooien van Lego bescherming boden aan de klemconstructie met noppen. Lego claimt niet het alleenrecht op een speelgoedsysteem met een dergelijke klemconstructie. Ook Mega Bloks staat het vrij om een dergelijke noppentechniek te gebruiken voor haar bouwsysteem. Naar het oordeel van de rech Anders dan Mega Bloks stelt, is de maatvoering van het Lego- en Duplo-blokje niet volledig technisch/functioneel bepaald. Het staat het Mega Bloks echter niet vrij de identieke maatvoering van Lego over te nemen.

Dat er bij afnemers behoefte bestaat aan standaardisatie is niet gebleken. Het speelgoedblokje kan niet slechts in een bepaalde vorm worden toegepast, zoals bijvoorbeeld een cassettebandje in een cassetterecorder. De vorm van speelgoedbouw-steentjes wordt dan ook niet gedicteerd door factoren van buitenaf, zodat in zoverre geen norm op het gebied van speelgoedblokjes bestaat en daarmee geen rechtvaardiging om een zelfde maatvoering te gebruiken. Een andere wens van afnemers (dan die met betrekking tot standaardisatie) is volgens Mega Bloks een bij (een deel van de) afnemers levende wens om producten met een bepaald uiterlijk af te nemen, waarbij die niet afkomstig hoeven te zijn van de oorspronkelijke fabrikant. Kennelijk bedoelt Mega Bloks daarmee te stellen dat het publiek behoefte heeft om blokjes, die identiek zijn aan of uitwisselbaar met de Lego- en Duploblokjes, te kunnen kopen bij een andere fabrikant tegen een lagere prijs. Voor zover die behoefte er al bij de consument bestaat, is dit geen rechtvaardiging voor nabootsing van de blokjes van Lego.

Uit het vorenstaande volgt dat Mega Bloks de mogelijkheid heeft om een andere maatvoering te kiezen, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid, zodat zij daartoe verplicht is. Nu zij zulks niet heeft gedaan betekent dit dat sprake is van slaafse nabootsing wegens het stichten van nodeloze verwarring tussen het Micro-blokje en Lego-blokje en tussen het Mini-blokje en Duplo-blokje. De door Mega Bloks gevorderde verklaring voor recht dient dan ook te worden afgewezen. Het door Lego gevorderde verbod is met inachtneming van hetgeen reeds in rechtsoverweging 3.3 is overwogen, toewijsbaar. De op te leggen dwangsommen zullen worden gemaximeerd als in het dictum vermeld." Lees vonnis.

Te leuk: Impressie van de rechtszitting.

IEF 616

el winnaar

Hoge Raad, 8 juli 2005, LJN: AT1088C01/036HR, Unilever tegen Arctic. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 2 november 2000.

In de woorden van PG Strikwerda: "Het oordeel van het hof dat het enkele feit dat Unilever c.s. het teken al eerder dan Artic c.s. gebruikten, onder de omstandigheden van het onderhavige geval onvoldoende is om af te wijken van het oordeel dat het depot te kwader trouw door Unilever c.s. is geschied, geeft derhalve blijk van een onjuiste rechtsopvatting: het voor-voorgebruik van Unilever c.s. staat aan het beroep van Artic c.s. op aanwezigheid van kwade trouw bij Unilever c.s. in de weg. De verwijzing door het hof naar de omstandigheden van het onderhavige geval kan daar niet aan afdoen, nu uit geen van de door het hof genoemde omstandigheden kan volgen dat Unilever c.s. het depot uit anderen hoofde te kwader trouw hebben verricht." Lees arrest.

IEF 614

Einde van een tijdperk?

Update: ANP bericht (zie hieronder) blijkt niet helemaal te kloppen. Andere bronnen, waaronder dit nieuwsbericht van Xs4all, melden dat Scientology de zaak inderdaad wil intrekken, maar dat de wederpartij hier niet mee akkoord wil gaan en de stap van Scientology mogelijk zelfs beschouwt als misbruik van procesrecht.

Met het oog op deze ontwikkelingen heeft De Hoge Raad vandaag nog geen beslissing genomen en is de zaak is verwezen naar de rolzitting van 12 augustus 2005. Op deze rolzitting zal er een dag worden bepaald  waarop de PG advies uitbrengt aan de Hoge Raad over het intrekkingsverzoek van Scientology. Na dit advies zal de Hoge Raad haar definitieve uitspraak doen. Het zou volgens de berichten een gebruikelijke strategie van Scientology zijn om zich op het laatste moment terug te trekken uit door haar aangespannen rechtszaken.

IEF 613

10.188 schoenen

Eiseres Nike International Ltd. krijgt van de Belastingdienst/Douane te Rotterdam te horen van een zending mogelijk inbreukmakende goederen (5094 paar sportschoenen) was aangetroffen.  De zending was afkomstig van het bedrijf Ferrari Sports LLC (Verenigde Arabische Emiraten) en bestemd voor gedaagde, Marimina B.V.

Nike eist afgifte van de partij goeden ter vernietiging, opgave van de gegevens van producenten, leveranciers en afnemers van de partij schoenen en staken en gestaakt houden van iedere inbreuk op haar merkrechten.

De rechtbank wijst alle eisen van Nike af, omdat afgifte ter vernietiging in kort geding te verstekkend zou zijn, onvoldoende is gebleken dat Nike niet reeds beschikt over alle informatie die gedaagde zou kunnen verstekken en er geen dreiging van (verdere) inbreuk bestaat. Lees hier het vonnis.

IEF 612

Einde van een tijdperk

Het ANP bericht dat de Scientology Kerk de zaak tegen schrijfster Karin Spaink en enkele interaanbieders bij de Hoge Raad heeft ingetrokken. Advocaat Joris van Manen van Spaink en de providers schijnt zich te verzetten tegen de intrekking, omdat hij wil dat de Hoge Raad uitspraak doet in de langslepende kwestie. „Bizar”, noemt Van Manen het besluit van Scientology. „Het is wat gek dat ze er daags voor de uitspraak van de Hoge Raad achter komen dat ze kunnen leven met het arrest van het gerechtshof van anderhalf jaar geleden. Intussen hebben mijn cliënten eindeloos veel kosten gemaakt om ons tegen hun klachten bij de Hoge Raad te verweren. En dan wordt er om twee voor twaalf om intrekking gezocht. Dat is in strijd met een goede procesorde. Bovendien heeft Scientology eerder ook twee andere procedures die ze had aangespannen, in een zeer laat stadium ingetrokken.”

Scientology beschuldigde Spaink en de internetproviders van inbreuk op het auteursrecht, waarop hetHof Den  Haag het beroep van Spaink op vrije meningsuiting liet prevaleren over het auteursrecht van Scientology. Volgens advocaat Grabandt heeft Scientology in Amerika de beslissing van het gerechtshof bestudeerd en denkt de organisatie dat het vonnis geen precedentwerking heeft voor andere landen. Volgens hem is dat de reden dat er om intrekking van de procedure is gevraagd.