IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 98

Dagverse rechtspraak

HvJ EG, arrest  17 maart 2005, zaak C-228/03, antwoord op Finse prejudiciële vragen. The Gillette Company, Gillette Group Finland Oy tegen LA-Laboratories Ltd Oy. HVJ verklaart voor recht:

De geoorloofdheid van het gebruik van het merk krachtens de MR hangt af van het antwoord op de vraag of dit gebruik nodig is om de bestemming van een product aan te geven.

Het gebruik van het merk door een derde die niet de houder van het merk is, is nodig om de bestemming van een door deze derde in de handel gebracht product aan te geven, wanneer een dergelijk gebruik in de praktijk het enige middel is om het publiek begrijpelijke en volledige informatie te verstrekken over deze bestemming teneinde het stelsel van onvervalste mededinging op de markt van dit product te vrijwaren.

Het staat aan de verwijzende rechter, na te gaan of in het hoofdgeding een dergelijk gebruik nodig is, rekening houdend met de aard van het publiek waarvoor het door de betrokken derde in de handel gebrachte product is bestemd.

Aangezien artikel 6, lid 1, sub c, van de MR geen enkel onderscheid maakt tussen de mogelijke bestemmingen van de producten voor de beoordeling van de geoorloofdheid van het gebruik van het merk, verschillen de criteria ter beoordeling van de geoorloofdheid van het gebruik van het merk, met name met betrekking tot accessoires of onderdelen, dus niet van de criteria die voor de andere categorieën van mogelijke bestemmingen van de producten gelden.

De voorwaarde van een „eerlijk gebruik” in de zin van artikel 6, lid 1, sub c van de MR brengt in wezen een loyaliteitsverplichting tegenover de legitieme belangen van de merkhouder tot uitdrukking.

Het gebruik van het merk is met name dan niet in overeenstemming met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel wanneer: het merk aldus wordt gebruikt dat de indruk kan ontstaan dat er een commerciële band tussen de derde en de merkhouder bestaat;

dit gebruik de waarde van het merk aantast doordat ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit het onderscheidend vermogen of de reputatie ervan; de goede naam van dit merk wordt geschaad of kleinerende uitlatingen over dit merk worden gedaan, of de derde zijn product voorstelt als een imitatie of namaak van het product voorzien van het merk waarvan hij niet de houder is.

Het feit dat een derde het merk waarvan hij niet de houder is, gebruikt om de bestemming van het door hem in de handel gebrachte product aan te geven, betekent niet noodzakelijk dat hij dit product voorstelt als een product van dezelfde kwaliteit als of met kenmerken die gelijkwaardig zijn aan die van het van dit merk voorziene product. Een dergelijke voorstelling hangt af van de feiten van het concrete geval en het staat aan de verwijzende rechter, dit te beoordelen aan de hand van de omstandigheden van het hoofdgeding.

Of het door de derde in de handel gebrachte product wordt voorgesteld alsof het van dezelfde kwaliteit is als of kenmerken heeft die gelijkwaardig zijn aan die van het product voorzien van het gebruikte merk, is een element dat de verwijzende rechter in aanmerking moet nemen wanneer hij nagaat of dit gebruik in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel.

Wanneer een derde gebruikmaakt van een merk waarvan hij niet de houder is, en niet alleen een onderdeel of accessoire in de handel brengt, maar ook het product zelf waarmee het onderdeel of de accessoire dient te worden gebruikt, valt een dergelijk gebruik binnen de werkingssfeer van artikel 6, lid 1, sub c, van richtlijn 89/104 voorzover het nodig is om de bestemming van het door de derde in de handel gebrachte product aan te geven en in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel.

IEF 97

Niet meer zo heel verse rechtspraak

 

GvEA, T-33/03, 9 maart 2005. Osotspa / OHMI - Distribution & Marketing (Hai vs. Shark) Oppositieprocedure – Ouder nationaal en ouder communautair beeldmerk SHARK Interveniënte is, anders dan verzoekster, van mening dat de betrokken consumenten het woord „Hai" niet alleen zullen opvatten als de Duitse of Nederlandse aanduiding van een roofvis, maar ook als de verbastering van het Engelse woord „high" in de zin van hoog, voornaam, goed, edel, enzovoort.

GvEA T-32/03, 8 maart 2005. Leder & Schuh / OHMI - Schuhpark Fascies (JELLO SCHUHPARK)„Gemeinschaftsmarke – Widerspruchsverfahren – Ältere nationale Wortmarke ‚Schuhpark‘ – Anmeldung des Wortzeichens ‚JELLO SCHUHPARK‘ als Gemeinschaftsmarke – Relatives Eintragungshindernis – Teilweise Zurückweisung der Anmeldung – Artikel 8 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung (EG) Nr. 40/94". Nog geen Nederlandse vertaling)

Arrest Gerechtshof 's-Gravenhage, 24 februari 2005, nr. R04/343LJN: AS8357, eerste aanleg - meervoudig 'E.ON voert - kort gezegd en voorzover relevant - aan dat de tekens NEUE ENERGIE, NEW ENERGY en NIEUWE ENERGIE niet uitsluitend beschrijvend zijn voor de betrokken diensten, dat de tekens door het gebruik daarvan als merk onderscheidend vermogen hebben verkregen en dat het Benelux-Merkenbureau op onjuiste althans onvolledige wijze heeft onderzocht of de desbetreffende tekens zijn ingeburgerd.

Vonnis vzngr Rechtbank Arnhem, 03 maart 2005, nr. 119974, LJN: AS8572, kort geding. Bakkerij ’t Stoepje' (pré DBBW, nieuwe zaak vandaag gewonnen door JH & JvM, vonnis volgt) Franchiseovereenkomst; Mededingingsrecht; Merkenrecht; Onrechtmatige daad,  Natte Keek.

Vonnis Rechtbank Leeuwarden, 04-03-2005, nr. 54409 / HA ZA 02-0674, LJN: AS8738 Benelux merkenrecht. Green Smiles, Fair Smiles, Eco Miles. Rangorde en nietigverklaring. Kwade trouw. Eind- en tussenvonnis.

IEF 96

Octrooirecht

Record aantal octrooiaanvragen in 2004.

Het WIPO meldt op haar website dat in 2004 maar liefst 120 duizend PCT aanvragen zijn ingediend, een stijging van 4,3% ten opzichte van 2003. Bijna een derde van deze aanvragen is afkomstig uit de VS. Nederland staat met 4458 aanvragen op een niet onverdienstelijke zesde plaats, net na Groot-Brittannie en nog voor Zuid-Korea, dat overigens wel een toename van bijna 20% zag. 

Nationale trots Philips blijft van alle internationale bedrijven de belangrijkste indiener van aanvragen: niet minder dan 2362 aanvragen werden er aangeleverd.

China diende ruim 37% meer aanvragen in dan in 2003, maar staat nog altijd op de dertiende plaats.

Lees hier het persbericht van het WIPO

IEF 95

BVIE: een afkorting om te onthouden

Het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE) is op 25 februari getekend. Daarmee is de tekst definitief vastgesteld. De volledige tekst van het verdrag, maar ook van het bijbehorende commentaar en het protocol privileges en immuniteiten is beschikbaar op de website van het BMB.

IEF 94

Keuringdienst van Reclames

NRC Handelsblad meldt dat bedrijven en reclamebureaus volgend jaar hun televisiespotjes en advertenties voorafgaand aan de campagnes kunnen laten toetsen door de stichting Reclame Code. Daarmee zouden ze dan kunnen voorkomen ze dat ze reclame na gegronde klachten voortijdig moeten stoppen.

Directeur Ancion van SRC. bespaart deze nieuwe dienst van de SRC ondernemingen en reclamebureaus gezichtsverlies en hoge advocatenkosten. Hij gaat er vanuit honderden aanvragen per jaar te zullen krijgen. Van de 3.000 klachten die vorige jaar zijn ingediend, werden er 2.000 afgewezen of geschikt.  1000 klachten leidden tot een procedure voor de RCC, die in 45 procent van de gevallen klagers helemaal of deels gelijk gaf. Adverteerders trokken veroordeelde reclame vrijwel altijd in. Het CGR kent overigens al enige tijd een vergelijkbare voorafgaande toetsing.

Hoe de Keuringdienst van Reclames om zal gaan met begrippen als 'goede smaak', 'het fatsoen' en 'niet nodeloos kwetsend.' is nog onbekend. Het wachten is bovendien op een keurmerkje of vignetje van de RCC waaraan de consument kan zien dat klagen geen zin meer heeft ('100% Code Conform', 'RCComform', 'Gekwetst? Klagen heeft geen zin!').

IEF 93

Pas op, achter je!

Door alle moties, intrekkingen en herformuleringen geen idee meer hoe het precies zit met het Europese softwareoctrooi? Terwijl het toch zo simpel is: het is gewoon één groot complot!

"Onder invloed van het octrooisysteem en lobbyisten uit de zakenwereld, staat de Europese Unie op het punt een gigantische vergissing te maken: om een wet aan te nemen die softwareoctrooien zou legaliseren.  Als dat gebeurt, dan zult u daarvoor moeten bloeden. De software-industrie in Europa zal ten prooi vallen aan afpersers zonder scrupules. U persoonlijk, uw huishouden, uw bedrijf, uw regering, iedereen." Op dezelfde site: octrooien zijn wapens!

IEF 91

Mag dit?

Standaardpublicatievoorwaarden voor bijdragen aan tijdschriften en soortgelijke uitgeven van Kluwer B.V: "Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen verleent de Auteur door het inleveren van zijn Bijdrage aan de Uitgever een algehele en voortdurende licentie om met uitsluiting van ieder ander, hemzelf inbegrepen, de tot het auteursrecht behorende bevoegdheden met betrekking tot de Bijdrage uit te oefenen, en machtigt de Auteur de Uitgever om tegen iedere inbreuk op het auteursrecht in rechte op te treden."
IEF 90

Digiknipsels illegaal

Woensdag heeft de rechtbank Den Haag een einde gemaakt aan de interne scan-knipselkrantpraktijk van het Rijk. De Haagse rechtbank verbood het scannen en via een intern netwerk openbaar maken van artikelen die in kranten zijn verschenen, zolang daarvoor geen toestemming van de uitgevers is verkregen, op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 1.000,- per dag en per ministerie dat enig (deel van een) ministerie in gebreke blijft met de nakoming van dit gebod.De uitspraak volgt op de bodemprocedure die door de gezamenlijke Nederlandse dagbladen, verenigd in de NDP, is aangespannen tegen de Rijksoverheid. Ministeries laten de inhoud van kranten scannen en bedienen met geselecteerde artikelen dagelijks, onder andere via hun intranet, duizenden ambtenaren. Interessant vonnis, waarover zonder twijfel nog vele nog veel interessantere commentaren zullen verschijnen.

"De digitale knipselkrantenpraktijk van de Staat kan de zogenaamde drie-stappentoets van art 5 lid 5 Auteursrechtrichtlijn niet doorstaan.(..) Waar het om gaat, is dat de knipselkranten in digitale vorm verschijnen. Uit de aard van dat medium vloeit voort dat daarmee op eenvoudige wijze nadere vormen van raadpleging en/of het aanleggen van een digitaal archief mogelijk worden gemaakt (…) juist door die digitalisering en de daaraan inherente zoek- en archiefpotentie worden de uitgevers, alles afwegende, onredelijk belemmerd in hun digitale exploitatiemogelijkheden.(…) digitale knipselkranten mogen niet botsen met de normale exploitatie van de uitgevers en de belangen van de uigevers mogen niet onredelijk worden gefrustreerd. (…) "

Professor Visser meldt in het persbericht van cliënte en eiser NUV dat de uitspraak "een belangrijke principiële erkenning vormt van het feit dat intern hergebruik van auteursrechtelijk beschermde nieuwsinformatie gerekend moet worden tot de normale exploitatie ervan, en dat daar dus toestemming voor nodig is van de rechthebbenden"

IEF 89

Overlijden gemachtigde geen reden voor uitstel oppositietermijn

In de zaak DA Paloma Santaolalla Martínez v Steyerberger Bekleidungswerk GmbH heeft de Kamer van Beroep van het OHIM geoordeeld dat de termijn voor het indienen van een oppositie ingevolge de Gemeenschapsverordening alleen terzijde kan worden geschoven als er hiervoor 'compelling reasons' zijn. In casu blijkt dat het overlijden van de merkengemachtigde van de opposant niet kan worden gezien als 'compelling reason'.

Ironisch is dat het in casu het gemeenschapsmerk NICE DAY betrof dat werd aangevochten door het Spaanse bedrijf DA Paloma Santaolalla Martínez op basis van het oudere, identieke merk NICE DAY.

Met dank aan: Philippe de Jong, Altius, Brussel